Pl. LIER 44W
F. HALET
190 (IV) Boring II
uitgevoerd voor de toekomende brug der Mol
te Lier, linkeroever, opwaarts der bestaande brug,
door den Dienst van Bruggen en Wegen, in januari 1938.
Topografische ligging opgetekend door de Dienst van
Bruggen en Wegen.
Grondstalen verzameld door de opzichter.
Benaderende hoogte van het mondgat, boven de zeespiegel : +5.75
Volgnummer AARD DER GRONDLAGEN Cota
1 Aanvulling (remaniƩ) +5.75 +5.25
2 Idem +5.25 +4.75
3 Idem +4.75 +4.25
4 Idem +4.25 +3.75
5 Idem +3.75 +3.25
6 Idem +3.25 +2.75
7 Teelaarde met plantaardige stoffen +2.75 +2.25
8* Fijn grijs leemachtig zand met plantaardige
stoffen +2.25 +1.75
9 Idem +1.75 +1.25
10* Fijn grijs-groen zand met brokken bakstenen +1.25 +0.75
11* Fijn kwartsachtig grijs-groen, glaukoniet zand +0.75 +0.25
12* Kwartsachtig grijs groen glaukoniet zand +0.25 -0.25
13 Idem -0.25 -0.75
14* Idem -0.75 -1.25
15* Idem -1.25 -1.75
16* Zeer fijn grijs leemachtig zand, met sporen
schelpen -1.75 -2.25
17 Idem -2.25 -2.75
18* Idem -2.75 -3.25
19* Idem -3.25 -3.85
20* Vaste schilferige klei -3.85 -4.25
21* Idem -4.25 -4.75
22 tot 35 Idem -4.75 -11.75
36* Idem -11.75 -12.35
Vermoedelijke aardkundige verklaring (F. Halet, 30-3-1938) :
Modern en Plistoceen : 5m50
Diestiaan (?) : 2m00
Bolderiaan : 2m10
Rupeliaan : 9m50
Diepte van het water, bij ruststand : Inlichting ontbreekt.