Skip to content. | Skip to navigation

Personal tools

You are here: Home / arch / 999A / 999A0017.TXT

999A0017.TXT

ADMINISTRATIEVE & TECHNISCHE GEGEVENS
-----------------------------------------------------------------------------
Kaart Nr.: 21E
PLAAT: Ostend Sheet
Nr.: 0017 - Naam boring uitdiep
Type Boring: boring
Topografische kaart:
Uitgevoerd te:
Post nr.:
Adres boorplaats:

Opdrachtgever: Belgische Geologische dienst
Boorfirma: Smet-Dessel
Boordatum: mei 1988
Topografie: vanop booreiland
Stalen door: boormeester
Boormethode: gekernd
Lengte & doormeters: 1 m/10 cm

Grondwaterstanden:
1ste maal:
Bij rust:
Tijdens pompen:
Debiet:
Waterzaak nr.:
Totale diepte: 19 m
Stalen bewaard: de helft
Maaiveld / ref. peil: - 14.30 m (TAW)
X: 036084
Y: 220464
NIS code:

-----------------------------------------------------------------------------
BOORBESCHRIJVING
-----------------------------------------------------------------------------
Nr. * Diepte Basis * AARD DER GRONDLAGEN
-----------------------------------------------------------------------------


diepte

kleur

textuur

CaCO3

grens

kenmerken

0.00-0.30

bleek
groenbruin

halffijn zand
kleiiger zones enkele
gerolde bruingroen
(humeus) en grijze
sterk silteuze
kleibrokken

+


-



zeer veel schelpgruis
en -fragmenten veel
schelpen (vnl. Spisula
- groot en kleine

0.30-0.58

groenbruin

iets kleiig halffijn
zand met enkele
kleiiger zones met
slappe silteuze
gerolde kleibrokken
(die naar onder toe
vermeerderen)

+



scherp
(met op-
genomen
materi-
aal)

iets minder
schelpgruis (dan
erboven) talrijke
grote schelpen en
fragmenten (o.a.
dubbele
(o.a. Cardium, Spisula

0.58-

grijs

fijn tot zeer fijn
zand iets kleiig met
onregelmatige klei-
insluitsels, soms met
kleilaminatie (mm),
kleiiger zones en
verstoringen door
bioturbaties, weinig
schelpfragmenten

+



0.76-0.80: talrijke
kleine onregelmatige
kleilensjes
0.84-0.88: scheve half
cm-dikke kleilaminae,
onregelmatig
0.85: onregelmatig
brokje veen

(1.00-1.45
idem
bovenste
50 cm;







ontbreekt
van 1.58-
2.00

ingevallen
bij boren

















gemist
in boor

1.05-1.10: bed met af-
wisseling mm-gel.
klei/zand
1.14-1.20: zone met
onregelmatige
kleibrokjes; met
verstoringen
waarschijnlijk door
bioturbaties
1.34-1.45: kleiiger
zone met waarsch. bio-
turbaties
1.50-1.54: idem
2.00-2.10: mm-
kleilaminae

3.00-3.30

grijs

halffijn zand met
heel veel
schelpgruis (fijn)





rond 3.23: iets grover
zand en grover
schelpgruis

3.30-4.05
(ontbreekt
van 3.36-
4.00)

grijs

halffijn zand met
zeer veel
schelpgruis dat iets
grover is dan
bovenliggend.
Weinig grove
kwartskorrels (eerder
hoekig) en grintjes
aan basis talrijke
grintjes (niet
gerold)
o.a. silex en grote
schelpfragmenten








tamelijk
scherp




niet vrij goed gesor-
teerd

4.05-4.42
(ontbreekt
van 4.42-
5.00)

grijs

fijn en halffijn zand
(scherp) met zeer
veel fijn schelpgruis

+



af en toe lens (mm-
dik) met
geconcentreerd
schelpfragmenten. Spo-
radisch schelpfragment
stukjes silex

5.00-5.10

grijs

fijn zand
zeer vel schelpgruis
en -fragmenten die
niet goed gesorteerd
zijn, talrijke niet-
gerolde keitjes

+


tamelijk
geleide-
lijk



5.10-6.10

grijs, iets
bruinachtig

fijn en halffijn zand
met af en toe scheve
gelaagdheid (= kleur-
verandering)
bovenaan: enkele zeer
hoekige keitjes

+






geleide-
lijk maar
zeer vlug
grover

weinig zeer fijn
schelpgruis
sporadisch heel kleine
lensjes (flaser) veen
en kleiflasers
5.60-5.70:
onregelmatige mm-dikke
kleilam. en flaser in
een iets
kleiiger zone

6.10

grijs

schelpenzand bovenaan
schelpfragmenten en
grintjes nog fijn en
klei
vanaf 6.20: met hele
schelpen en meer en
grotere keien
wordt zeer heterogeen
met iets kleiiger
zones ook





met gerolde slappe
kleibrokken waarin ve-
nige restjes
grint: gebroken en
scherpe kanten
vanaf 6.50: veel grote
silexen

7.00-7.14

grijs

zelfde als 6.50 iets
minder grote silexen
zeer heterogeen
mengsel van
schelpfragmenten en -
gruis met keien
(silexen) + halffijn
zand

+



erosieve
grens op
7.14,
gegolfd

grind soms gebroken

7.14-7.64

bruingroen

fijn zand met hier en
daar kleilaminae (mm)
7.16, 7.23 weinig
fijn schelpgruis,
sporadisch schelp-
fragmenten
tussen 7.30 en 7.38
talrijke grinten,
kleien en groot,
hoekig en gerold
kleilaminae (mm)
7.54, 7.58

+

erosief


wordt silteuzer vanaf
7.47 (grijs)
7.47: brokje humeus
zand + broze
schelpresten
aan de basis enkele
witte schelpfragmenten
(?) oesterachtigen (?)
sterk verweerd

7.64-7.84

groenbruin
+ groen

heterogeen van
middelmatig tot fijn
zand met keien
(silexen) groot en
klein, gerold en
gebroken

+


++

duidelijk
en gol-
vend
S




zeer harde, zeer sil-
teuze brokken silteus
zand (kalkcement ?)
grote keien

7.84-7.95

bruingroen

heterogeen mengsel
ca midd. tot fijn
zand

++

erosief
golvend
+- S

weinig schelpfragmen-
ten, sporadisch klein
grindjes (0,5 cm)

8.00-

grijs

zand met grintjes
(fijn zand met
schelpfragm. die zijn
heterogeen in
grootte, grove
kwartskorrels



8.60-8.70: iets
fijner
8.80-8.88: heterogene
zone met schelpen en
grintjes (oesters en
mossels o.a.)

++



(grintjes tot 1 cm)
hoekig en gerold gas-
tropode
8.10: zee-egeltje
8.18-8.28: meer schel-
pen meer hele schelpen
(o.a. cardium en maco-
ma)
8.42-8.55: veel
silexen (tot 5 cm D):
gerold en gebroken

9.00-10.87

(beige)
bleekbruin



bruin
(9.92)
grijs(9.92-
9.34)

bruin-
grijsbruin

middelmatig zand met
veel fijn schelpgruis
tot schelpfragmenten
en hier en daar een
volledige klep, hier
en daar grindjes (<1
cm) weinig of geen
gelaagdheid op te
merken
wordt heterogener
naar de basis (10.87)
grind wordt grover
middelmatig zand met
veel schelpgruis tot
schelpfragmenten,
enkele volledige
schelpen (Cardium
10.57) hier en daar
grindje (Macoma (< 1
cm) hier en daar
grove zandkorrels
gastropoden, groen
zand
zee-egel (10.80)

+



+

+

+














+



9.00-9.10: grind tot 4
cm, hoekig en afgerond
silexfr. bewerkte ter-
tiaire schelp (dikke
wand) oesterachtige
(9.10)
9.10-9.20: grind tot 2
cm, hoekig en afgerond
weinige volledige
schelpjes o.a. Macoma
9.20-9.92: rel. uni-
form, naar onderen
iets meer schelpgruis
vanaf 9.66-10.00 met
kleibrokken gerold en
humeus (<1 cm)
9.32-9.94: kleiiger
bandje
10.08-10.12: laagje
rijk aan schelpgruis
en fragmenten
(schelpenzand),
grindje (1 cm)
10.44: klein 'gastro-
poodje', turritella-
achtig

10.87-
11.40

grijsbruin

fijn zand, iets
kleiig zand, met
(minder) zeer weinig
schelpfragmenten,
goed gesorteerd hier
en daar een gerold
grindje (< 1 cm)





naar de basis toe
wordt het zand bruiner
en misschien iets
fijner (vanaf 10.90)
verminderen de
schelpfragmenten en
(lijkt het iets ge-
laagd diffuse, kleine
kleilens
(kleurverschil
bruin/grijsbruin)) aan
de top enkele
kleilaagjes en kleiige
laagjes (11.00, 11.02
11.11: kleilaagje
(zwart (humeus) lensje
11.18: kleilaagje
(zwart (humeus) onre-
gelmatige lensjes er-
tussen
11.22: kleibrokje

11.40-
11.85

grijs

vanaf ±11.40 schuine
gelaagdheid van
afwisselend grijze
laminae (mm) van
kleiig zand met
bruine zandlaagjes
(cm) grijze laagjes
worden breder, bruine
smaller tot vanaf
11.61 grijs nagenoeg
volledig overheerst;
sporadisch Cardi-
umfragment.
11.71-11.76: opnieuw
bruine zandig
onregelmatige grenzen
hier en daar
schelpgruis
onregelmatige
afwisseling van
halffijn zand
kleihoudend fijn zand
kleilaminae (mm)
humeus
schuingelaagd
kleilensjes naar
onder toe
(flasertjes)








11.85-
12.32

hgr bruin

fijn en halffijn
zand, iets kleiig met
talrijke,
onregelmatige bruine
humeuze kleilensjes
en laagjes en gerolde
kleibrokjes (bruin).
Enkele gerolde
grindjes. Talrijke
schelpfragmenten
meestal geconcen-
treerd
11.85-11.90:
afwisseling van zand
en kleilaminae (mm)
scheef gelaagd
11.98-12.00: kleiige,
humeuze
zandlaag/zeer fijne
veenrestjes. Veel
neerslag (bijna
gecementeerd)
Naar onder toe
vermeerderen klei-
laminae











+++





12.32-
12.42

groenbruin

fining up sequence
van fijn zand met
kleilaagjes en
lensjes.
Weinig fijn
schelpgruis, spora-
disch klein
veenbrokje







12.42-
12.76

groenbruin

fining upw. sequence
van fijn zand met
grijze en bruine
kleilaagjes weinig
fijn schelpgruis,
iets meer vanaf
12.60. Ook vanaf
12.60 meer
kleibolletjes (humeus
?)

+





13.00-
13.12

grijs

zeer heterogeen
pakket van keien
(silex, marcassiet
, meestal gerold) en
schelpen in een
kleimatrix. Ook
gastropoden
Cabicula (gidsfossiel








13.12-
13.18

hgr. en
donkergroen

hgr: zeer kalkhoudend
fijn zand (meer kalk
dan zand:
kalkneerslag ?)
dgr: klei, hard,
waarschijnlijk door
kalkcement, misschien
ook wel humeus







13.18-
13.22

dgr en hgr

heterogeen pakket van
fijn, veen
kalkhoudend zand,
grote en kleine
kleien,
schelpfragmenten







13.22-

dgrbn

mooie kompakte klei
(veel silt)



S, ero-
sief

tussen 15.80 en 15.90:
talrijke siltlaminae

-----------------------------------------------------------------------------
STRATIGRAFISCHE INTERPRETATIE
-----------------------------------------------------------------------------
Top * basis * STRATIGRAFISCHE EENHEDEN
-----------------------------------------------------------------------------
0.00 - 13.22 m Kwartair
13.22 - 19.00 m Tertiair
-----------------------------------------------------------------------------
AUTEURS C. Baeteman, V. Maenhout
-----------------------------------------------------------------------------
OPMERKINGEN EN ANALYSES
-----------------------------------------------------------------------------

BELGISCHE GEOLOGISCHE DIENST

999A/0017 - KAARTBLAD: NOORDZEE
p. 1/3

***************************************************************************

Insert the GSB number to search all associated content