Skip to content. | Skip to navigation

Personal tools

You are here: Home / arch / 999A / 999A0014.TXT

999A0014.TXT

ADMINISTRATIEVE & TECHNISCHE GEGEVENS
---------------------------------------------------------------------------
Kaart-Nr: 999A
PLAAT: NOORDZEE
Nr: 0014 - Naam boring NIEUWPOORT BANK
Type Boring: boring
Topografische kaart:
Uitgevoerd te:
Postnr:
Adres boorplaats:

Opdrachtgever: Belgische Geologische dienst
Boorfirma: Smet-Dessel
Boordatum: mei 1988
Topografie: vanop booreiland
Stalen door: boormeester
Boringsmethode: gekernd
Lengte & doormeters: 1 m/10 cm

Grondwaterstanden:
1ste maal:
Bij rust :
Tijdens pompen:
Debiet :
Waterzaaknr:
Totale diepte: 19 m
Stalen bewaard: de helft
Maaiveld/ref. peil: - 4.30 m (TAW)
X: 29.790
Y: 209.878
NIS-code:

------------------------------------------------------------------------
BOORBESCHRIJVING
------------------------------------------------------------------------
Nr * Diepte Basis * AARD DER GRONDLAGEN
----------------------------------------------------------------------


diepte

kleur

textuur

CaCO3

grens

kenmerken

0.00-
1.00

geelbruin

fijn zand
Vanaf 0.37-0.67: zeer
diffeuze horizontale
gelaagdheid van iets
donkere (iets kleiiger
?) laagjes

+



0.11-0.15: laminae
met zeer veel
schelpfragmenten en
schelpen (o.a. veel
Donax)




iets grijzer

vanaf 0.52: wordt iets
kleiiger





weinig zeer fijn
schelpgruis
sporadisch schelp-
fragmentjes
0.82: niveautje met
kleine
schelpfragmentjes en
enkele kleine
grintjes


1.00-
1.60

geelbruin

fijn zand rond 1.10:
enkele kleiiger (bruin)
flasers

+






scherp,
scheef

vanaf 1.30:
schelpfragmenten die
vermeerderen naar
onder toe
1.50-1.60: "los" zand
met vrij veel
schelpen en -frag-
menten (o.a. Donax,
Ensis, plat stukje
"versteend
veen")

1.60-

grijsbruin

fijn zand, tot zeer
fijn iets kleiig

+

erosief

sporadisch fijn
schelpgruis

2.00-
2.26

groen-bruin

fijn zand tot zeer fijn
zand, iets kleiig,
schelpfragmenten,
kleiiger brokjes

++




S

Vanaf 2.16 veel meer
schelpfragmenten,
schelpen (Donax
Cardium) en grotere
kleibrokken.


2.26-
2.92

geelbruin

fijn zand met weinig
schelpgruis, enkele
schelpen en kleiiger
zones

+



Naar onderen toe iets
meer kleibrokjes en
lensjes

3.00-
3.22

geelbruin

fijn "los" zand
onderaan: grintjes
(silex), bruine
kleibrokjes,
aaneengekitte schelp-
fragmenten, schelpen

+








scherp

veel schelpfragmenten
en schelpen die
vermeerderen naar
onder toe (Donax,
Macoma, Spisula,
stukken Cardium)

3.22

grijsbruin

fijn zand, tot zeer
fijn - iets kleiig
3.77-3.84: zwarte
(reductie) kleiig zeer
fijn zand - laminae


+

++

erosief

weinig schelpgruis

4.00-
4.08

geelbruin

fijn "los" zand
met 2 niveautjes
horizontaal gelaagd van
schelpfragmenten

+



scherp

aaneengekitte
schelpfragmenten brok
aan basis en enkele
schelpfragmenten

4.08-
4.60

grijsbruin

zeer fijn zand iets
kleiig
4.12-4.20:
onregelmatige kleiiger
zone (bruin) waarin
dunne kleine kleilenzen
(waarschijnlijk flaser)
met kleine restjes veen

+

erosief


scheef ge-
vormd door


- weinig
onregelmatige dunne
kleilensjes
- weinig
schelpfragmentjes

4.60-
4.75

grijsbruin

kleiig fijn zand tot
zeer fijn
klei vermindert
gradueel naar onder toe
4.62-4.66: zwarte
kleiiger en silteuze
reductie "brok" waarin
zandiger lensjes en
zones (= bioturbatie ?)
4.72: idem (klein en
onregelmatig)

+


++

platte
kleibrokjes



tamelijk
scherp
scheef



4.75-

grijsbruin

fijn zand
wordt kleiiger vanaf
4.83
tussen 4.87-4.93:
kleiiger en silteuze
laminae (grijs-
gereduceerd)

+

(niet ero-
sief)



weinig
schelpfragmentjes en
weinig schelpgruis

5.00-
5.26

geelbruin

fijn zand
bovenaan enkele
horizontale en
scheve grbn kleilensjes

grens gevormd door
bruine kleibrokjes en
schelpfragmenten


+


erosief
ingesneden


weinig
schelpfragmentjes die
vermeerderen naar
onder toe
gevuld met
schelpfragmenten en
bruine kleibrokken

5.26-
5.45

geelbruin

fijn zand, iets kleiig
Tussen 5.34-5.45:
onregelmatig
kleiiger zone waarin
dunne kleilensjes en
kleibrokje

+





kleurgrens
is duidelijk


sporadisch
schelpfragmentjes

5.45-
6.30

grijsbruin

fijn zand
talrijke mm-kleilaagjes
(bruin) en -lensjes
(flasers) vermeerderen
en vergroten naar onder
toe; met soms
"reductielenzen" erin)

+





onduidelijk

weinig
schelpfragmentjes

onderaan:
kleibrokken liggen
grillig door mekaar

6.30-
7.08

grijsbruin

fijn zand, iets kleiig
- 6.50: onregelmatige
kleiiger zones
- af en toe kleilensjes
- 6.70-69.80 en 6.84-
6.95: zwart (reductie)
kleiiger (organisch ?)
pakket )
waarin grillige
(bioturbatie ?)
zandiger zones

+



af en toe Macoma
rond 6.36: rest
gevuld met vnl.
Macoma en -fragmenten

- weinig schelpgruis

- meer schelpgruis
vanaf 6.90


7.08-
7.19

bruin en
grijs

heterogeen pakket:
bovenaan vnl. bruine
slappe kleibrokken
onderaan gemengd met
onderliggend zand en
veel schelpfragmenten






geƫrodeerd



7.19-
7.50

grijs (oor-
spr. kleur
van klei-
lam.= zwart
gereduceerd)

fijn tot zeer fijn zand
iet silteus en kleiig
talrijke mm- en cm
kleilaminae
in bovenste 10 cm:
kleilaminae niet zo
uitgesproken
(diffeuser)
vanaf 8.25: geen
kleilamina; maar zones
met zeer grillige
kleislierten
af en toe kleibrokjes

+

wei-
nig
tot
geen



weinig fijn
schelpgruis
7.40: juveniel Donax

ook sets van
afwisseling mm-
gelaagdheid klei/fijn
zand
en in de dikke
kleilaminae zitten
zandlensjes





9.00-9.25: bruin zand,
iets kleiig met
kleibrokken,
kleilaagje,
schelpfragmenten
Onderste 5 cm: veel
schelpfragmenten en
kleibrokken

tussen 9.48-9.62: iets
grover (en fijn en
grover door mekaar)
zandpakket, nog kleiig
(zwarte grillige zone
bovenaan) met
schelpfragmenten


10.43-10.50:
schelpfragmenten (com-
pact) grintjes gemengd
met wat zand en
onderliggende klei


















scherp






grintje op 9.40


(o.a. Donax)

Vanaf 10.00: meer
schelpfragmentjes en
ook schelpfragm.
geconcentreerd in cm-
laminae horizontaal
gelaagd, grindje
sporadisch gastropode

10.50-
10.60

grijs tot
donkergrijs

klei, zandig met
onregelmatig zandiger
zones waarin veel
schelpfragmentjes

+

erosief

niet erg
scherp (ge-
leidelijk
maar snel

op 10.57: talrijke
kleine restjes zwart
amorf veen

10.60-
11.23

grijs

zeer fijn zand
11.00-11.10: heterogeen
pakket van klei en zand
gemengd met schelpen en
gerolde silexen (D 1
cm) en gebroken silexen
(groter)
11.10-11.14:
schelpgruis, sterk
opgelost in kleiig
zand, onderaan talrijke
platte amorfe
veenbrokken

+






scherp

geleidelijk
niet ero-
sief, maar
scherp

- langgerekte gerolde
kleibrokken
- enkele kleine
zwarte amorfe
veenrestjes

(colonies van bryozoa
op de schelpen)
(dikke schelpen)

1/2 venige klei en
kleilamel (1 cm)
eronder

11.23-
11.50

donkergrijs

zandige klei met zeer
veel schelpgruis en -
fragmenten, enkele
gerolde silexen (D 1
cm) enkele veenbrokjes

+



enkele hele (grote)
schelpen

naar onder toe
vermeerderen
schelpfragmenten

11.50-
12.18

grijsbruin

compact pakket
schelpfragmenten met
talrijke meestal gerold
(zand, niet plat)
silexen (tot 3 cm D) in
een kleiige matrix van
12.00-12.18: meer
keien, groter (tot 5 cm
D) en gebroken







botsfiguren op keitje

12.18-
12.52

bruingrijs

afwisseling van:
1. 12.18-12.28: schelp-
fragmenten en grintjes
(0,5 cm) in fijn zand
matrix, enkele bruine
kleibrokken en
veenbrokjes
2. 12.28-12.30: zeer
fijn zand met
schelpfragmenten
12.30-12.32: idem 1
12.32-12.35: idem 2
12.35-12.44: idem 1
met scheve ondergrens



geleidelijk
maar snel
verfijnen



horizontaal gelaagd





Gastropoden vooral
aan de basis



bleekgrijs

12.44-12.52: fijn zand
scheef gelaagd, vnl.
bovenaan. Bovenaan en-
kele kleiiger mm-
laminaties






zeer scherp
erosief


fijn schelpgruis

enkele scheve dunne
laminatie gevormd
door geconcentreerde
schelpfragmenten

12.52-

klei=
blauwgrijs
silt= brngr

onregelmatige
afwisseling van:
- kleilam., geen
scherpe begrenzing
onderaan: bovenkant
meestal scherp, kleine
reductievlekjes in klei
- kleiig silt met
onregelmatige kleiige
zones, enkele kleiige
laminaties, kleiige
lensjes, grillige zones
zeer fijn zand,
onregelmatige dunne
lenzen, venig tot sterk
humeus
Vanaf 12.80: kleiig
silt wordt iets minder
kleiig en wat meer fijn
zand met klein brokje
gerold veen


zeer
wei-
nig

zeer
wei-
nig





gelaagdheid in cm





- bovenaan eerder
diffeuze gelaagdheid
- vanaf 80:
duidelijker & scheve
gelaagdheid
- talrijke vegetatie
doorgroeiing met
oxidatievlekken
errond

13.00-
13.05

roestbruin

zand, halffijn met
grovere korrels

heel
wei-
nig

scherp
erosief

gebroken silex (2 cm
D) aan basis en plat
gerolde (tot 2 cm)

Opmerkingen: 13.05 - groengrijze zware kompakte klei

-----------------------------------------------------------------------
STRATIGRAFISCHE INTERPRETATIE
------------------------------------------------------------------------
Top * basis *STRATIGRAFISCHE EENHEDEN
------------------------------------------------------------------------
00.00 - 13.05 Kwartair
13.05 - 19.00 Tertiair
----------------------------------------------------------------------
AUTEURS C. Baeteman - V. Maenhout
------------------------------------------------------------------------
OPMERKINGEN EN ANALYSES
------------------------------------------------------------------------

BELGISCHE GEOLOGISCHE DIENST

999A/0014 - KAARTBLAD: NOORDZEE
p. 1/2

***************************************************************************

Insert the GSB number to search all associated content