Skip to content. | Skip to navigation

Personal tools

You are here: Home / arch / 999A / 999A0013.TXT

999A0013.TXT

ADMINISTRATIEVE & TECHNISCHE GEGEVENS
---------------------------------------------------------------------------
Kaart-Nr: 999A
PLAAT: NOORDZEE
Nr: 13 - Naam boring GOOTE II BANK
Type Boring: boring
Topografische kaart:
Uitgevoerd te:
Postnr:
Adres boorplaats:

Opdrachtgever: Belgische Geologische dienst
Boorfirma: Smet-Dessel
Boordatum: juni 1988
Topografie: vanop booreiland
Stalen door: boormeester
Boringsmethode: gekernd
Lengte & doormeters: 1 m/10 cm

Grondwaterstanden:
1ste maal:
Bij rust :
Tijdens pompen:
Debiet :
Waterzaaknr:
Totale diepte: 80 m
Stalen bewaard: de helft
Maaiveld/ref. peil: - 19.30 m (TAW)
X: 45.074
Y: 239.293
NIS-code:

------------------------------------------------------------------------
BOORBESCHRIJVING
------------------------------------------------------------------------
Nr * Diepte Basis * AARD DER GRONDLAGEN
----------------------------------------------------------------------


diepte

kleur

textuur

CaCO3

grens

kenmerken

0.00-
4.00

4.00-
4.15






4.15-



bruin








grijsgroen

(monsters in plastiek zakken)

heterogeen pakket:
middelmatig tot fijn (niet
goed gesorteerd) iets kleiig
zand met: zeer veel
schelpgruis,
- fragmenten (enkele
juveniele), gebroken, gerolde
silexen, grove kwartskorrels,
niet gerolde steentjes, klei-
ne kleibrokjes

zandige klei met grotere en
kleinere siltnesten



+








+











scherp erosief
(wel verstoord
door het
boren)






(bijna
schelpenzand)




4 - 5 m (0.46 m)
0.00-0.15: Kwartair. Grof zand met talrijke schelpfragmenten, silexen en
andere steenfragmenten.
Op 4.15 onregelmatig contact met bleek groen-grijs, gebioturbeerd silteus
en kleiig fijn zand.
4.15-4.46: bleek groen-grijs, silteus en kleiig fijn zand met onregelmatige
vlekken van bleek, glauconiethoudend los zand en opgebroken
kleilamellen. Kalkhoudend tot kalkrijk met verspreid fijn
schelpengruis. Tussen 0.28-0.35 m los sediment met veel fijn
schelpengruis en fijne grindjes (onregelmatig contacten). Op 0.42
grote silexkei (D: 2 cm) lichtjes verkitte,kalkrijk vlek tussen
0.20-0.24 m.
Laatste 10 cm tamelijk compact.

6 - 7 m (1.00 m)
0.00-0.05: bleek grijze, kalkrijke zandsteen, bank met schelpfragmenten
0.05-0.26: grijsgroene silteuze en fijn zandige klei met zeer veel schelp-
fragmenten - zandsteenfragmenten. Silexsplinters en silexkeien,
kwartsgrind en limonieteuze concreties. Tussen 0.12 en 0.17 m
versteend en kalkrijke silteuze en fijn zandig materiaal met
fijne schelpfragmentjes.
0.26-0.36: groene glauconiethoudende en glimmerhoudende silteuze en fijn
zandige klei met fijne schelpfragmentjes en nog resten van silex
en schelpfragmentjes van hierboven (gestoord ?).
Tussen 0.32-0.36: versteend fragment
0.36-1.00: bleek -groen-grijs gebioturbeerd, silteus en kleiig fijn zand;
Zeer compact en kalkrijk. Glauconiet en micahoudend. Talrijke
vlekjes en subhorizontale lamelletjes van bleek gekleurd silteus
fijn zand en sterk doorkropen kleilamellen (kleilamellen minder
talrijk tussen 0.57 en 0.75 m). Verspreid fijn schelpengruis.
Rond 0.60 en 0.72 m zeer compact en bijna verkit materiaal. Op
0.85 m kalkrijke zandsteenconcretie (D: 1,5 cm). Op 0.73 m vlekje
van organisch materiaal.

7 - 8 m (0.95 m)
0.00-0.14: slappe silteuze sterk tot fijn zandige klei (gestoord).
0.14-0.95: groen-grijs, kalkrijk silteus, kleiig fijn zand, silt en fijn
zandige klei. Klei in onregelmatige vlekken en lamellen en
talrijke vlekjes en lamelletjes van bleek gekleurd zand. Resten
van fijn schelpengruis. verstening tussen 0.25 en 0.30 m.
Steenbank tussen 0.60-0.70 en 0.85-0.90 m (kalkrijk)

8 - 9 m (1.00 m)
Zelfde sediment.
Sterk verkitte zones tussen 0.09-0.11 m;
0.38-0.40 m; 0.44-0.47 m; 0.50-0.54 m; 0.60-0.62 m; 0.71-0.74 m
steenbank tussen 0.18-0.21 m; 0.27-0.31 m.

9 - 10 m (0.98 m
0.00-0.40: verstoord - naval. Slappe silteuze klei met grote (8 cm op
4,5 cm)
0.40-0.92: zelfde kalkrijk sediment, maar kleiiger. Sterk verkitte tot
versteende zones tussen 0.40-0.45 m, 0.54-0.59 m en 0.71-0.77 m.
Tussen 0.45-0.54 m: onregelmatige laminae van klei en bleek
gekleurd zand. Vanaf 0.83 m kleiiger (grotere klei lamellen
subhorizontaal). Nog enkele sporen van fijne schelpjes.

C. Vandormael - 1990.

1. 4.00 - 5.00 m (0.45 m)
0.55-0.70: fijn tot middelmatig, niet goed gesorteerd, middelmatig afgerond,
zeer weinig kleihoudend zand met veel schelpgruis en schelpfrag-
menten. Enkele kleinestjes van onderliggend sediment. Verscheide-
ne scherpe tot half afgeronde keitjes en gebroken silexkeien met
bruinrode , een weinig grof kwartszand tot fijn kwartsgrind.
Bleekbruine kleur, ondergrens erosief met losgewoelde brok van
onderliggend sediment. Los gepakt. Sterk kalkhoudend.
0.70-1.00: kern gestoord. Inspoeling van bovenliggend materiaal op 0.85.
Bleekgrijs-groen, een weinig glauconiet- en micahoudend,silteus
tot kleiig fijn zand. Bevat zones die kleiiger zijn en sterk
doorkropen, en waar een fijne gelaagdheid op te merken is.
Plaatselijk enkele verkittingen met grote glauconietkorrels.
Bevat fijn tot middelmatig zandige insluitsels met schelpfragmen-
ten (afkomstig van bovenliggend sediment) en enkele gebroken
silexkeien (0.98). Sporen van schelpen. Onderaan bleke, minder
kleiige zone. Zand sterk kalkhoudend, kleiiger zones minder.

5.00 - 6.00 m ontbreekt
zandstenen aan top van 6-7 m komen waarschijnlijk uit 5-6 m.

2. 6.00 - 7.00 m (0.75 m)
Bovenaan ligt naval met enkele grote zandsteen met plaatselijk veel schelpen
en zwakke sedimentaire strukturen. Zandsteen is kalkhoudend. Tengevolge van
bioturbatie (kruipsporen) zijn veel kleiige zones op te merken.
Schuine gelaagdheid.Kalksteen waarschijnlijk gedeeltelijk gesilicifieerd.
Bevat brokje harde donkerbruine massieve kalksteen.
6.00 Nannoplankton.
0.25-1.00: bovenaan een beetje gestoord. Bleek-grijsgroen (kaki) glauconiet-
en micahoudend kleihoudend fijn zand; Afwisseling van kleiiger
zand met zandige laminatie erin (bovendien gebioturbeerd) en
zandiger zones. Met resten van schelpen. Op 0.73 een spoor van
hout. Vanaf 0.90 tot 1.00 talrijke zwarte stippen, vermoedelijk
materiaal. Nannoplankton 6.90 m
Van 0.83-0.85 m verkitting (kalkcement). Kalkrijk.

3. 7.00 - 8.00 m (0.93 m)
Tot 0.15 gestoord met brokken schelpenrijke kalkrijke zandsteen (idem als in
naval aan top van 6.00-7.00 m)
0.15-0.28: zelfde bleekgrijs-groene (kaki) zeer fijn, kleiig en silteus
zand; Goed gehomogeniseerd. Enkele sporen van bioturbatie
(doorkropen kleilamellen).
0.28-0.34: idem, lichtjes versteend (kalkrijk)
0.34-0.47: idem, belangrijkere zandige laagjes, heel lichtjes versteend
0.47-0.50: minder gehomogeniseerd kleiiger en zandiger lenzen (met kontrast)
0.50-0.63: zelfde zand als 0.15-0.28 - weinig sedimentaire strukturen.
0.63-0.65: idem, sterker kleiig
0.65-0.75: idem, lichtjes versteend
0.75-1.00: idem, met tussen 0.86-0.88 heel fijne maar duidelijke laminaties
van kleilaagjes en zandvoegen, doorkropen. Tussen 0.90 en 0.95
een lichtjes doorkropen zone.

4. 8.00 - 9.00 m (1.00 m)
0.00-0.08: zelfde sediment, kleiig
0.08-0.32: zelfde sediment plaatselijk harder (0.20, 0.30: hardere zones)
0.32-0.54: idem met zachte verkittingen
0.54-0.59: sterk kleiige zone met enkele zandvoegen, terug doorkropen
0.59-0.64: zandiger en lichtjes versteend
0.64-0.70: kleiiger, wat versteend, enkele kruipsporen opgevuld met bleker
zand
0.70-0.80: zandiger en lichtjes versteend
0.80-0.94: kleiiger zone met doorkropen zandvoegen en lensjes
0.94-0.97: zandiger en terug versteend
0.97-1.00: kleiiger zone met doorkropen zandvoegen.

5. 9.00 - 10.00 m (0.91 m)
Sterk verstoord en vermoedelijk naval tot 0.53 waar een silexkei voorkomt met
een typische rode coating (Kwartair)
0.09-0.53: zelfde sediment, gestoord, met enkele elementen uit het Kwartair.
0.53-1.00: zelfde afwisseling van sterk kleiige zones met doorkropen
zandvoegen en meer zandige zones (0.63-0.68; 0.79-0.84) die
verhard zijn. Alles is duidelijk kalkhoudend.

6. 10.00 - 11.00 m (0.80 m)
Geroerd en vermengd met naval van 0.20 tot 0.35 - 10.00 m Nannoplankton.
0.35: donkergrijsgroen, glauconiet- en glimmerhoudend, sterk kleiig
fijn zand of fijn zandige klei. Afwisseling van klei en zandlens-
jes, sterk gebioturbeerd, plaatselijk verhard (0.36, 0.54-0.57,
0.69-0.77, 0.82-0.92) - Kalkrijk.
Zeldzame sporen van schelpenresten.

7. 11.00 - 12.00 m (0.68 m)
0.32: volledige zelfde sediment. Verharding: 0.39-0.44, 0.57-0.71;
enkele konkreties tussen 0.90 en 1.00 m. De versteende gedeelten
zijn nogal brokkelig en vertonen oxidatiekleuren op de spleten.
Tussen 0.50 en 0.54 zijn er duidelijke glijspiegels maar heel
onregelmatig van vorm. Kalkrijk.

8. 12.00 - 13.00 m (1.00 m)
Idem, zandsteenbanken, versteningen: 0.11-0.12, (kleinere) 0.30-0.35, 0.40-
0.44, 0.47-0.55 (zachte), 0.55-0.58, (zacht) 0.61-0.63, 0.68-0.71, (zachte)
0.87-0.89, 0.93-0.95 (fijn gelamineerd).
Kalkrijk.
Hoofdzakelijk kleiiger zones met fijne zandvoegen en grotere kruipgangen
tussen de zandsteenbanken.

9. 13.00 - 14.00 m (0.68 m)
Gestoord en met paraffine doorlopen tot 0.40. Naval tot 0.37
0.37: zelfde sediment. Zandsteenkonkretie van 0.37-0.44, 0.62-0.65;
0.67-0.72; 0.77-0.82 (Got) vermoed. grote 0.85-0.96.

10. 14.00 - 15.00 m (1.10 m)
Gestoord en naval tot 0.06 m.
0.04: idem, heel sterk kleiig zand van 0.00-0.22. Heel fijne bioturba-
ties opgevuld met fijn groen zand.
0.12: zwarte zandige voegjes (vermoedelijk amorf pyriet).
Harde zandsteen: eerder zones met konkreties:
0.25-0.25, 0.28-0.21, (zachte) 0.36-0.40, 0.48-0.51, 0.55-0.65,
0.75-0.87
Kalkrijk.

11. 15.00 - 16.00 m (0.68 m)
Gestoord en naval tot 0.52.
0.52: idem sterk kleiig glauconiethoudend zand
Zandstenen: 0.63-0.72, 0.80-0.84 (zacht) 0.92
Kalkrijk.
Met duidelijk sporen van venig materiaal (zwarte stippen),
eveneens rond 0.85. Op 0.94 zandlensje met bleek wit zand.

12. 16.00 - 17.00 m (1.10 m)
Idem
0.10: kleirijke zone; zwarte vlek met amorf pyriet op 0.05
0.10-1.00: zandsteenkonkreties: 0.10-0.17 (zachte) 0.21-0.29 (met een paar
hardere lenzen), 071-0.78. Sporen van mollusken op 0.37 en 0.41.
In de meer kleiige zones (zelfde als 0.10) tussen de zandstenen
enkele kalkige stipjes van schelpresten. Konkrete kern op 0.93 m.

13. 17.00 - 18.00 m (1.10 m)
Idem, afwisseling van meer kleiiger en meer zandige, iets hardere zones. Wordt
plaatselijk iets bleker van kleur. Verharde zones: 0.00-0.10, 0.15-0.25
(zacht), 0.36-0.53, 0.58-0.80; kleinere konkretie op 0.92. Sporen van
schelpen, voornamelijk iets hogere concentratie tussen 0.03 en 0.10, voor de
rest zeldzaam verspreid. Nog steeds donkerbruine venige restjes in de
zandstenen.

14. 18.00 - 19.00 m (0.75 m)
Idem, harder steen bovenaan tot 0.30, afwisselend min of meer verkit tot 0.75,
bestaande uit zelfde materiaal. Kalkrijk. Vanaf 0.75 m glauconiethoudend,
zelfde kleiig zand, iets lichter van kleur. Schelpenresten op 0.85, zachte
verkitting op 0.88.
Kalkrijk.
Weinig venige resten (plaatselijk) te bespeuren.

15. 19.00 - 20.00 m (0.40 m)
Tot 0.75 m geroerd en naval (onbetrouwbaar van 0.60-0.75)
Lichtjes verkit zand van 0.75-0.79. Tot 0.94 lichtjes kleiige zone van zelfde
materiaal. Van 0.94-1.00 zandiger tot lichtjes verkit.
19.90 m Nannoplankton.


16. 20.00 - 21.00 m (0.72 m)
Idem, doch eerder silteus dan sterk kleiig.Kalkrijk. Nagenoeg volledig verkit
behalve 0.45-0.50, 0.67-0.70, 0.80-0.86 (iets kleiiger, met verkitte zones)
0.50-0.55 is een harde konkretie.

17. 21.00 - 22.00 m (0.70 m)
Brokkelig, over de ganse lengte is er paraffine. Idem, met zeer veel
verkittingen en zandstenen. Gat tussen 0.50 en 0.60 (harde zandsteen ?)
Gat tussen 0.37 en 0.41 (harde zandsteen ?). Schelpen op 0.92 m.

18. 22.00 - 23.00 m (0.77 m)
zelfde brokkelig materiaal, hoofdzakelijk verkitte zachte zandsteen.
Harde kern van 0.56-0.59, 0.67-0.70 (zeer fijn gelamineerd, met schuin en
gebogen gelaagdheid). Nog steeds tippen organisch materiaal. Harde steen van
0.95-1.00. Laatste 20 cm uitgedroogd. Kalkrijk.


19. 23.00 - 24.00 m (1.08 m)
Zelfde kleirijk sediment met verkitte zones:
-0.08 - -0.05, 0.15-0.16, 0.20-.23, 0.31-0.34, 0.41-0.42, 0.45-0.53, 0.73-
0.76, (licht) 0.85-0.93. Vanaf 0.53 meer homogeen sterk kleiig zand, nog
steeds talrijke doorkropen voegen. Heel kalkrijk. Onderaan beginnen groene
vlekjes met glauconiet coating voor te komen.
Nannoplankton: 23.85 m.


20. 24.00 - 25.00 m (1.10 m)
0.10-0.22: zelfde materiaal, plaatselijk lichtjes verkit, grotere schelpres-
ten (sterk verweerd) tussen 0.16 en 0.22. Talrijke felgroene
doortrokken brokjes met glauconiet die opvullingen van graafgan-
gen zijn verharding gebeurd na de bioturbatie. Op 0.22 scherp
kontaktvlak met glijspiegel (HIAAT). Basis is hard materiaal
('hard ground').
0.22-1.00: zeer homogene vette plastische klei, grijsgroen. Hier en daar
kleine bruine stippen; enkele zandvoegjes, regelmatig, donker-
bruin, meest horizontaal (aan de rand afgebogen door het boren).
Laatste graafgang vanuit het grensvlak (0.22), opgevuld met
schelpmateriaal en felgroene brokjes op 0.46.

21. 25.00 - 26.00 m (1.08 m)
Zelfde grijsgroene plastische klei. Enkele fijn zandige/silteuze stippen en
voegjes, soms versteend (0.10 m) tot pyriet. Op 0.54 enkele kleine pyrietcon-
creties.

22. 26.00 - 27.00 m (1.08 m)
Idem.
Zandige lensjes op 0.33, 0.08 (bruin), vanaf 0.33-0.62 iets meer fijn zandige
lensjes, voegjes. Op 0.68 en 0.79 enkele pyrietconcreties.
Enkele laminae met amorf pyriet.

23. 27.00 - 28.00 m (1.07 m)
idem. 5 Fijne zandlaagjes tussen -0.07 en 0.12.
Gepyritiseerd zandlaagje op: 0.25, 0.31. Op 0.60 een roestkleurig zandlaagje
van 0,5 cm. Idem op 0.73 en 0.76 (heel fijn gelamineerd).
Doorkropen.

24. 28.00 - 29.00 m (1.08 m)
Idem, met tot 0.33 iets meer zandige lensjes in de zelfde zeer homogene
plastische klei.
Op 0.60 een vage golvende gelaagdheid. Doorkropen zandig laag van 0.5 cm met
zandige vlekjes zand op 0.74-0.75 m.

25. 29.00 - 30.00 m (1.07 m)
duidelijke glijspiegel (45?) op 0.00. Van 0.13-0.14 laagje met bleek zeer fijn
silteus zand. Van 0.25-0.40 heeft de klei een vage breccie-achtige structuur.
Bevat meer glijspiegels.

26. 30.00 - 31.00 m (1.05 m)
Zelfde klei - plastische klei.
Pyriet op 0.24 m. Op 0.70-0.71 een fijn gelamineerde en doorkropen zandvoeg
(onregelmatige vorm) Zeer vage gelaagdheid.

27. 31.00 - 32.00 m (1.08 m)
Idem. Zandvoegjes op 0.00, 0.08, 0.14, 0.24. Rond 0.53 en 0.55 enkele donkere
fijne laagjes die langs breukjes verspringen (tot 0,5 cm). Tussen 0.40-0.85
opgebroken zone met breukjes en verglijdingen.
Zandige zone op 0.78, doorkropen, fijn gelamineerd binnenin.

28. 32.00 - 33.00 m (1.02 m)
-0.02-0.15: zelfde klei met enkele zandvoegen op 0.01 en 0.03. Klei heeft
tussen 0.07 en 0.08 sporen van licht golvende gelaagdheid, lichte
variatie van groene tot bruinachtige klei (org. materiaal ?)
Horizontaal licht golvend contact.
0.15-0.64: kontakt met een sterk kleiig heel fijn zand. Klei en zand zijn
onregelmatig verdeeld. Er zijn talrijke fijne bioturbate vlekjes
of kruipgangetjes opgevuld met of bleek lichtgrijs zand of donker
zand (te wijten aan amorf pyriet). Wordt geleidelijk zandiger
groter worden van de kruipgangen met een maximum op 0.32, eind
opnieuw kleiiger met een maximum tot 0.44, om dan over te gaan in
een zandige zone, steeds doorkropen van 0.50-0.53. Van 0.53-0.60
terug kleiiger sterk doorkropen afwisseling van klei en zand.
Onderaan een schuin verlopende, doorkropen kleilens. Geen kalk.
0.64-0.83: heel fijn, silteus, zacht aanvoelend heel fijn gelamelleerd zand.
Horizontaal en zwak hellend. Geen kalk.
0.83-0.87-88: vette volle massieve kleilens, nog vaag horizontaal bovenaan,
schuin onderaan (4-5 cm dik)
0.87/88-1.00: zelfde zand als 0.64-0.83. Zeldzame kruipgangen.

29. 33.00 - 34.00 m (1.03 m)
-0.03-0.21/23: zelfde zand. Grote graafgang (D 6 cm) van 0.03 - 0.08
Onderaan veel onregelmatig en scheef kontakt met een sterk kleiig
zand/zandige klei.
0.21/23-1.00: van 0.21-0.36 afwisseling van klei- en zandlaagjes, doorkropen.
Vanaf 0.36 voornamelijk een zandige klei met talrijke
kruipgangen opgevuld met een bleek grijs zand tot 0.63. Dan
overwegend zand, lichtgrijs, doorkropen bovenkontakt
onregelmatig, eronder kontakt scherp. Vanaf 0.67 tot 0.83 opnieuw
overwegend kleiig, met veel doorkropen zandlaagjes van 0.83-1.00
kleiig zand met nog slechts enkele blekere bioturbate vlekjes.
Geen kalk.

30. 34.00 - 35.00 m (1.03 m)
-0.03-0.57: sterk kleiig fijn zand met grotere zandlenzen van 0.23-0.23 en
0.27-0.33, 0.55-0.57. Sterk doorkropen.
0.57-0.68: zandige klei met enkele grotere lichtgrijze fijn zandige lagen,
doorkropen.
0.68-0.90: idem doch slechts fijnere zandlaagjes en geleidelijk minder
zandig naar onder toe.
0.90-1.00: zandige klei met fijne doorkropen zandlensjes. Kalkarm.


31. 35.00 - 36.00 m (1.07 m)
Zelfde zandige klei met een maximum (vette plastische klei) tussen 0.40 en
0.45. Dikkere zandige lenzen (> 1 cm): 0.02, 0.05-0.09, 0.27, 0.31, 0.45-0.47,
0.50 (fijn gelamelleerd). Tussen 0.45-0.55 afwisseling van fijn gelamelleerd
zand en vette klei. Vanaf 0.55 wordt het terug zandiger, met zandige
kruipgangen. Een sterk zandige zone van 0.77-0.88 (talrijke bleke zandvlek-
jes). Dan zandige klei tot 1.00, met dikkere zandlens van 0.92-0.94.
(doorkropen).
Aan top en basis doorkropen. Tussen 0.45 en 0.55 weinig tot wat
doorkropen (snellere sedimentatie) verwilderd, vlechtende
kleilamellen.

32. 36.00 - 37.00 m (1.06 m)
Overwegend zandige klei met veel minder zandvoegen. Grijze iets groenachtige
klei. Enkele dunne doorkropen zandlaagjes tot 0.40. Van 0.40-0.60 bijna
homogeen (slechts weinig kruipgangen). Twee doorkropen zandvoegen op 0.62 en
0.65, een zandlaagje (fijn zand) van 0.66-0.71, dan terug vaste klei van 0.73
tot 1.00, met een doorkropen zandige zone tussen 0.78 en 0.83. Geen kalk.

33. 37.00 - 38.00 m (1.04 m)
Overwegend donkergrijze zandige klei met enkele fijn zandige lagen 0.07, 0.25,
0.32, 0.37, 0.54, 0.64-0.65, 0.91 en 0.93.

34. 38.00 - 39.00 m (0.97 m)
0.03-0.33: zelfde donkergrijze zandige klei met vele bioturbatiesporen doch
zand wordt geleidelijk aan glauconiethoudend. Vanaf 0.25 zijn de
zandvlekken duidelijk lichtgroen.
0.33-0.89: Gaat van 0.33 via sterke bioturbatie in een fijn, silteus zacht
aanvoelend groen zand tot 0.38. Dan een grijze, nogal vette klei,
duidelijk doorkropen tot 0.46 met sterk doorkropen kontakten.
Lichtgroen, mooi gelamelleerd, glauconiethoudend silteus fijn
zand. Gebogen kleilaagje, aangevreten op 0.56. Glauconietgehalte
neemt naar onder toe
0.89-1.00: licht schuin kontakt met donkergrijze sterk doorkropen klei.
Kruipgangen opgevuld met bovenliggend zand.

35. 39.00 - 40.00 m (1.06 m)
-0.00-0.08: grijze zandhoudende klei. Vanaf 0.00 komen er grovere bioturba-
ties in voor.
0.08-0.33: kleihoudend zand, groen, sterk gebioturbeerd, met resten van
fijnere kleilamellen. Van 0.17 toename van de klei, dikker,
volledig doorkropen kleilenzen tot 0.33
0.33-0.55: grijsgroene fijn gelamelleerd zand als in 34 maar nu duidelijk
gebioturbeerd, opgevuld met donkere, kleiige sedimenten
0.55-0.78/89: zwak hellend maar scherp kontakt met terug een donkergrijze
zandige klei met fijne bioturbaties en grotere
kruipgangen. Zanderig van 0.76-0.80.
0.78/89-1.00: scherp kontakt, gebioturbeerd met opnieuw een intens gebiotur
beerd kleiig zand. Scheve kleilaag van 0.92-0.94.

36. 40.00 - 41.00 m (1.00 m)
Donkergrijs-groen zand en silthoudende klei. Zand in kleine, fijne stippen.
Enkele grotere zandige vlekjes. Aan de top een belangrijke zandlens, dan neem
zandgehalte snel af. Plaatselijk fijne vermiculatie-achtige strukturen (0.90-
0.96) - zandlaagjes op 0.05 en 0.11. Zandvlekken op 0.25, 0.48 en 0.74.

37. 41.00 - 42.00 m (1.00 m)
Weinig zandhoudende en silthoudende klei. Zeldzame zandvlekjes 0.23, 0.43-
0.45, 0.53. Geen kalk.

38. 42.00 - 43.00 m (1.06 m)
zelfde klei tot 0.30. Grotere zandvlekken op 0.00, dan afname. Vanaf 0.30
zeldzame zandige stippen: zeer homogene vette klei.
0.93: pyrietje.
Met enkele zwarte pyriteuze vlekjes.

39. 44.00 - 45.00 m (1.00 m)
Blauw-grijze plastische klei met fijne silteuze vlekjes en enkele grotere
siltvlekken.
Tussen 0.16-0.20 twee grotere, silteuze, pyrieteuze vlekken. Op 0.28 m fijn
siltlensje (kern gebroken). Tussen 0.54-0.56 m: fijn gelamineerde siltlens,
met daarboven wormgangvormige siltvlek. Verspreid pyrieteuze vlekjes.
Vanaf 0.71 m: talrijke fijne vermiculatie-achtige siltstipjes. Op 0.97 m
pyrietconcretie.

40. 45.00 - 46.00 m (1.05 m)
Zelfde plastische klei, met siltvlekken en pyriteuze vlekken en konkreties.
Maximum van silt tussen 0.40 en 0.55. Vanaf 0.70 silt voornamelijk in
vermiculatie-achtige stippen. Tussen 1.00 en 1.04 silteus (bleek gekleurd) met
kleivermiculaties (onregelmatige lens).

41. 46.00 - 47.00 m (1.05 m)
Zelfde plastische klei, tussen 0.00 en 0.10 met nog talrijke silteuze
vermiculaties. Enkele onregelmatige siltvlekken en slierten die duidelijk
afnemen naar onder toe. Pyrietconcretie op 0.30, grote pyrieteuze vlek tussen
0.83 en 0.84, verder verscheidene pyrieteuze vlekken.

42. 47.00 - 48.00 m (1.04 m)
Zelfde plastische klei. Tussen 0.00 en 0.23 met enkele silteuze vlekken.
Tussen 0.23 en 0.33 verscheidene onregelmatige siltvlekken en vermiculaties.
Op 0.33 een abrupt maar gebioturbeerd kontakt met een zeer vette klei. Tussen
0.33 en 0.50 nog enkele bioturbate vlekken en gangen met silteus materiaal.
Tussen 0.61 en 0.63 siltlamel. Verder een zeer vette klei met weinig
siltvlekjes en enkele pyrietconcreties en pyrieteuze vlekjes.

43. 48.00 - 49.00 m (1.00 m)
Zelfde zeer vette klei. Bovenaan nog enkele siltvlekjes. Naar onderen toe
eerder zeldzaam. Talrijke zwarte pyriteuze stippen en vlekjes.

44. 49.00 - 50.00 m (1.03 m)
Zelfde vette klei (zeep klei). Weinig silt.

45. 50.00 - 51.00 m
Vals tot 0.18.
Vanaf 0.18 zelfde vette klei met enkele siltsliertjes (tot 0.82). Tussen 0.52
en 0.56 een grote, afgeplatte pyrietkonkretie.
Vanaf 0.82 onregelmatige gebioturbeerde overgang naar een zeer vette klei met
zeldzame siltvlekjes. Geen kalk.

46. 51.00 - 52.00 m (1.10 m)
Zelfde zeer vette klei. Naar onder toe iets silteuzer. Pyrietkonkretie in
0.59.

47. 52.00 - 53.00 m (1.04 m)
Zelfde zeer vette klei, weinig silt, pyriet. Op 1.01 m organisch rest
(tweekleppige ??, planterest ?)
Geen kalk.

48. 53.00 - 54.00 m (1.08 m)
Zelfde zeer vette klei.

49. 54.00 - 55.00 m (1.05 m)
Zelfde vette klei, geen kalk + talrijke kleine pyrietkristalletjes. Zeldzaam
een silteus vlekjes, worden vanaf 0.20 talrijker. Op 0.36 m 1 cm dik
siltlaagje en fijn zandig, lichtjes schuin met onregelmatig bovenoppervlak en
fijn gelamineerd. Glauconiethoudend. Onder siltlaagje silteuze en zandhoudende
klei met glauconietkorrels. Zand neemt af naar onder toe.
Tussen 0.37-0.57 m sterk gebioturbeerde zandige klei naar onderen komt het
zand duidelijker voor in kruipgangen
0.57-0.75 m: zelfde groene vette klei met sporadische kruipgangen opgevuld met
de bovenliggende zandige klei.
Vanaf 0.75 m zeer homogene vette klei met pyrietkristalletjes.
Op 0.84 m iets grotere pyrietconcretie

50. 55.00 - 56.00 m (1.06 m)
Zeer homogene, vette klei, met fijne pyrietstippen en kristalletjes +
sporadisch een pyrietconcretie. Een grote pyrietconcretie tussen 0.25-0.275 m
mogelijk gepyrietiseerd hout. Vanaf 0.93 m sporen van vage, zandige en
silteuze vlekjes.

51. 56.00 - 57.00 m (0.875 m)
Gestoord tot 0.175 m.
Groen-grijze vette klei met talrijke zwarte pyrietstippen in kleine
pyrietkristalletjes.
Enkele fijne vlekjes met lichtgrijs silteus zand. Rond 0.50 m en vanaf 0.66 m
tot 1.00 m.
Zandige stippen tussen 0.45-0.50 m, op 0.60 m en vanaf 0.66 m.
Vanaf 0.45 m overgaand naar een bruin-grijze klei.

52. 57.00 - 58.00 m (1.05 m)
Bovenaan, zelfde bruin-grijze vette klei, geleidelijk overgaand naar groen-
grijze klei (vanaf 0.40 m) zeer homogene klei, slechts hier en daar een
zandige vlek.
Zandige zone tussen 0.42 en 0.45 m, gedeeltelijk gepyrietiseerd.
Vanaf 0.48 m minder homogene klei - donkere zones van amorf pyriet en bleker
zones van zandig en silteus materiaal. Soms marmerachtige structuur.
Geen kalk.

53. 58.00 - 59.00 m (1.03 m)
Zelfde grijs-groene, heel plastische vaste klei met sporadisch enkele dunne,
bleke, fijn zandige en silteuze voegjes, nl. op 0.12, 0.25, 0.50, 0.59, 0.79
en 0.90 m. Zwak hellende op 0.66 en 0.67. Sommige voegjes zijn duidelijk
doorkropen. Geen kalk.

54. 59.00 - 60.00 m (1.04 m)
Zelfde grijs-groene klei met fijne zwarte pyrietstipjes. Heel weinig zandige
stippen of voegjes tot 0.50 m. Op 0.52 m bleek-bruine concretie. Vanaf 0.50 m
zelfde klei, maar iets meer zandige stipjes en voegjes.
Vanaf 0.95 m terug bruine klei met tamelijk dik (± 2 cm) maar sterk doorkropen
zandig laagje op 1.00 m.
Sporen van witte, kalkhoudende stippen.

55. 60.00 - 61.00 m (1.01 m)
Zelfde bruin-grijze klei, fijn gelamineerde zandige laagjes op 0.12 en 0.15 m.
Tussen 0.15-0.35 m zelfde klei met een tiental fijne zandige voegjes en
schelpenresten op 0.20 en 0.27 m. Klei is kalkhoudend.
Tot 0.44 m zelfde klei met slechts heel fijne zandstipjes.
0.44-0.48 m: sterk zandige gelamineerde zone met een zeer onregelmatig,
doorkropen, onder en boven contact.
0.48-1.01: iets meer zandige klei, met grotere bleke zandvlekken, op 0.52,
0.60, 0.62, 0.72, 0.80, 0.89, 0.92 en 0.95 m.
Onderaan grote zandige vlek (±2 cm van de kern verloren). Geen
kalk.

56. 61.00 - 62.00 m (1.04 m)
Zelfde, iets zandige, bruin-grijze klei met fijn zandige stippen. Grotere
zandige, gelamineerde en doorkropen laag tussen 0.10-0.12 m. Geen kalk.
Tot 0.20 m meerdere fijne zandvoegjes
0.20-0.22: dikker doorkropen zandlaagje
Vanaf 0.10 m geleidelijk aan minder bruine, meer groene klei.
Grotere zandvlek op 0.32 m.
Klei wordt geleidelijk meer zandhoudend.
Op 0.43-0.44 m cirkelvormige kruipgang opgevuld met glauconiethoudend zandig
materiaal en schelpenresten.
Op 0.51 m: doorkropen zandlaagje
Vanaf 0.55 m terug sporen van schelpen.
Klei is niet kalkhoudend.
Grotere schelpresten op 0.84-0.85 en op 0.92 m. Tot 0.90 m vertoont de klei
nog vele zandige vlekjes. Op 0.87-0.88 doorkropen zandig laagje.
Vanaf 0.90 m, minder zandige, vette klei met nog 1 duidelijk doorkropen
zandvoegje op 0.93 m en enkele fijnere.

57. 62.00 - 63.00 m (1.03 m)
Zelfde grijs-groene vette klei met slechts enkele zandige voegjes. Sporen van
schelpen op 0.22 en 0.53 m.
Gestoorde zone tussen 0.32 en 0.43 (opening in de klei). Tussen 0.48-0.60 m:
klei met bundeltje van fijne zandlaagjes. Tussen 0.60-0.73 m: enkel kleinere
zandvlekjes waarvan sommige zwart (amorf pyriet). Vanaf 0.73 m terug bruinere
en zandiger klei met grotere zandvlekken en laagjes.
Sporen van schelpen tussen 0.88-0.91 m.

58. 63.00 - 64.00 m (1.00 m)
Donker grijs-groene klei, iets zandig.
0.12-0.25: vijf zandlaagjes, gelamineerd en doorkropen.
Sporen van schelpen.
0.25-0.72: slechts heel fijne zandige stipjes en voegjes. Iets grotere op
0.30, 0.50 en 0.64 m. Klei is kalkhoudend. Vanaf 0.72 m overgang
naar een donkerder, bruine en zandiger klei met iets meer zandige
vlekken en laagjes.
Vanaf 0.92 m terug vettere en groenere klei.

59. 64.00 - 65.00 m (1.05 m)
grijsgroene, heel plastische, homogene klei met veel fijne, zwarte pyrietstip-
pen, sporen van schelpen. Klei is kalkhoudend.
Enkele heel fijne zandige laagjes op 0.09, 0?23, 0.30, 0.46.
Op 0.44-0.45 zeer vage brecksie-achtige structuren.
Vanaf 0.58 met fijne breukjes met mm verplaatsing, eerder marmerachtige
structuur.
Op 0.70 m bundeltje van zeer fijne zandvoegjes.
Op 0.82 m schuin hellend glijspiegelvlaK
Duidelijk kalkhoudend.

60. 65.00 - 66.00 m (1.05 m)
Grijs, groenachtige, zeer homogene klei met soms enkele kleine zandvoegjes.
Klei is kalkhoudend. Sporadisch sporen van schelpen. Talrijke glijspiegels
vanaf 0.49 m iets zandige klei.
Vanaf 0.74 m geleidelijk aan bruinere en iets zandiger klei met talrijkere
zandvlekjes en niet meer kalkhoudend.
Monster Steurbaut 65.30 m.

61. 66.00 - 67.00 m (1.04 m)
Grijze, tot bruin-grijze fijn zandhoudende klei met bleke en donkere fijn
zandige vlekjes. Geen kalk.
Tussen 0.23-0.28 m: zeer vette klei, die een beetje vervormd is.
Op 0.67 m: gepyrietiseerd takje hout, afgeplat en samengedrukt met in
doorsnede concentrische ringen in. Zwak kalkhoudend.
Vanaf 0.65 m minder zandig, zeer homogene klei, slechts zeldzame zandstippen -
verscheidene glijspiegels.

62. 67.00 - 68.00 m (1.04 m)
Zelfde grijze tot groen-grijze zeer vette klei met glijspiegels in verschil-
lende richtingen. Geen kalk. Op 0.93 m gepyrietiseerde wormgang.

63. 68.00 - 69.00 m (1.04 m)
Donkergrijze, iets groenachtige, zeer vette klei met glijspiegels. Pyrietcon-
cretie op 0.10, 0.24-0.25, 0.32, 0.37 m.
Staat in contact met een zelfde plastische klei maar bleke en bruiner
gekleurd.
Steilstaand scherp contact van 0.35 tot 0.54 m. Vanaf 0.44 splitst het contact
naar boven toe, staat ±vertikaal en buigt dan af tot 0.28. Contacten zijn
glijvlakken.
Bruine klei wordt geleidelijk zandiger met eerst kleine zandvoegjes en
stipjes.
Duidelijk zandrijke zone tussen 0.74-0.80 m. Vanaf 0.90 m terug vettiger klei
maar met nog steeds fijne, bleke zandstipjes. Geen kalk.

64. 69.00 - 70.00 m (1.04 m)
Zelfde bruine, vette klei met sporadische zandstippen. Duidelijk laagje
gelamineerd fijn zand op 0.02 m.
Geen kalk.
Tussen 0.35-0.49 m iets meer zandige vlekjes en laagjes.
Vanaf 0.70 m geleidelijk aan inkomen van meer zand en iets meer zandige
vlekken. Geen kalk.

65. 70.00 - 71.00 m (1.04 m)
Zelfde bruine klei - enkele fijne zandvoegjes tot 0.13 m. Sporen van schelpen
tot 0.15 m. Van 0.18 m met hele fijne zandlamellen. Op 0.29 m cm dik
gelamineerd zandlaagje.
Geleidelijk aan kalkhoudend.
Op 0.41-0.42 m iets grotere, bleke zandvlekken.
Op 0.51 m resten van fijn gelamineerd zandlaagje.
Zandige zone met zandige vlekken vanaf 0.51 m. Duidelijke zandige laagjes op
0.62, 0.78 en tussen 0.96-0.99.
Sporen van schelpen op 0.56, 0.65, 0.75 en 0.86.
Vanaf 0.80 m af en toe kleine verspringingen in de zandige laagjes met
kleinere glijvlakken.

66. 71.00 - 72.00 m (1.05 m)
Bruin-grijze, nogal plastische klei met meerdere zandvoegjes en laagjes.
Tussen 0.00-0.07 schuin glijvlak.
Op 0.10 uitwiggend zandlensje.
Doorkropen gelamineerd, gestoord zandlaagje op 0.13 m.
Vanaf 0.13 m zandiger klei - met zandige vlekken, sporen van schelpen op
0.25 m. Kalkhoudende klei.
Laagje van zeer vette klei tussen 0.38-0.40. Sterk zandige zone met fijn
gelamineerde zandlaagjes tussen 0.40-0.45 m.
Grotere, broze schelp op 0.52.
Gelamineerde zandlaagjes tussen 0.69-0.70 en gelamineerde zandige vlekken op
0.74 en 0.77. Zandige vlekken tussen 0.82-0.86 en grote vlek tussen 0.89-0.91.
Onderaan enkele, vooral gepyrietiseerde, zwarte zandlaagjes en vlekjes.

67. 72.00 - 73.00 m (1.04 m)
Zelfde bruin-grijze klei. Nogal vettig bovenaan maar nog bleke zandige
vlekken. Vanaf 0.15 m wordt klei iets zandiger. Tot 0.25 m met zeer fijne
zandige vlekken 0.25 tot 0.35 m iets dikkere, gelamineerd, maar gestoorde
zandlaagjes.
0.37-0.40 m: bleekbeige, heel fijn gelamineerd, gestoord siltig zandlaagje,
bovenaan fining upwards, onderaan coarsening upwards.
Naar onder toe overgaand naar een vettere klei maar met regelmatig voorkomen
van fijne zandvlekjes en voegjes. Sporen van schelpen op 0.50-0.95 m.

68. 73.00 - 74.00 m (1.03 m)
Zelfde bruine, vette klei met slechts enkele zandige voegjes of laagjes. Op
0.20, 0.50, 0.72 en 0.85 duidelijke.
Fijne, soms iets grotere zwarte pyrieteuze vlekken.
Schelpenresten op 0.40 m. Duidelijk kalkhoudend.
Af en toe vage brecksie-achtige structuur en duidelijk glijspiegels. Sporen
van schelpen op 0.83 m.

69. 74.00 - 75.00 m (1.04 m)
Zelfde bruin-grijze, heel vette, plastische klei plaatselijk iets groenachtig.
Zwak kalkhoudend. Terug brecksie-achtige structuren. Heel zeldzame
zandlaagjes.
Vanaf 0.40 tot 0.66 m iets meer, vooral zwarte zandvlekjes. Grotere vlek op
0.65 m.
Vanaf 0.66 m zeer vette klei.
Minieme sporen van schelpen op 0.33 m.

70. 75.00 - 76.00 m (1.05 m)
Zelfde bruin-grijze vette klei, slechts enkele zandige vlekjes, vooral
kruipsporen. Kalkhoudend tot ±0.50. Sporen van schelpen op 0.85.
Vanaf 0.83 m iets lichter van kleur, bruiner en silteuzer. Geen kalk.

71. 76.00 - 77.00 m (1.04 m)
Zelfde bruine vette klei. Enkele pyrietknolletjes. Grotere pyrietconcretie op
0.56 m.
Vrijwel geen zand, zeer homogeen en geen kalk. Slechts vage donkere vlekjes
waarschijnlijk van pyriet. Sporen van schelpen op 0.82 m.

72. 77.00 - 78.00 m (1.04 m)
Bovenaan grijze vette klei.
Tussen 0.13-0.15 m golvend contact (glijcontact) tussen een donkerder grijze
en lichtere bruine, iets zandiger klei.
Vanaf 0.50 m iets grotere zandvlekken. Pyrietconcretie op 0.71 m. Maximum aan
zand op 0.53 m en terug afnemend naar een vette klei onderaan. Geen kalk.

73. 78.00 - 79.00 m (1.045 m)
Donkerder grijze, zeer vette klei - iets groenachtig met plaatselijk
marmerachtige structuur.
Zwak kalkhoudend, fijne kalkstippen.
Zandvlekjes of laagjes op 0.36 m, 0.56, 0.59, 0.67 en 0.70 m. Vanaf 0.50 vage
brecksie-achtige structuur, duidelijk op 0.67 en 0.81 m. Onderaan terug zeer
vette homogene iets bruinachtige klei.

74. 79.00 - 80.00 m (1.03 m)
Grijs-bruine, zandige klei met enkele zandige vlekjes, soms pyriteus. Geen
kalk.
Vanaf 0.20 meerdere fijne en ook enkele grotere zandvlekken. Op 0.57
pyrietconcretie. Zandgehalte neemt af vanaf 0.60.
Vanaf 0.80 terug vette klei met vage marmerachtige tot breksie-achtige
structuur.
Op 0.83, 0.88 en 0.91 zandvlekjes. Klei is kalkhoudend.
Monster op 80 m.

C. Vandormael - P. Laga - V. Maenhout - 1990.

-----------------------------------------------------------------------
STRATIGRAFISCHE INTERPRETATIE
------------------------------------------------------------------------
Top * basis *STRATIGRAFISCHE EENHEDEN
------------------------------------------------------------------------
0.00 - 4.15 Kwartair
4.15 - 80.00 Tertiair
----------------------------------------------------------------------
AUTEURS C. Baeteman - C. Vandormael - P. Laga - V. Maenhout - 18.07.1990
------------------------------------------------------------------------

OPMERKINGEN EN ANALYSES
------------------------------------------------------------------------
Goote II Bank
aanvangspeil (= sea floor)= -19.30
Top Tertiair: 4,70 m diepte= -24 m

Vlakte van Raan
aanvangspeil (= sea floor)= -12.70 m
Top Tertiair: 8 m diepte= -20.70 m
BELGISCHE GEOLOGISCHE DIENST

999A/0013 - KAARTBLAD: NOORDZEE
p. 1/2

***************************************************************************

Insert the GSB number to search all associated content