204W0094.txt
PL. SAINTE-MARIE 204W
A.Vandendriessche
94 (V)
Extrait de "Natuurwetenschappelijk Tijdschrift, t.XXIII, 3-5 (1941),
pp.62-65.
Ten N. van de brug van de Ourthe (fig.), komt een uitstekende rots voor
(fig. I, nr.4). Ze bestaat uit sterk geplooide sericiet-chloriet-schiefers
waarin pyriethoudende kwartsgangetjes worden aangetroffen. Die gangetjes
zijn plaatselijk ingesnoerd, zodat ze als "Augen" voorkomen in de schief-
ers.
In dezelfde schiefers, in een smalle gang, troffen we een soort porphyriet
aan. In de geologische verzameling van de Universiteit te Gent, wordt een
heel analoog gesteente bewaard. Het is geadnoteerd "Porphyroïde, Moulin de
Remagne" en werd vroeger nog verzameld door RENARD in het jaar 1897 of
1898; het vertoont een zekere analogie met het porphyrische gesteente door
GOSSELET beschreven in 1884.
Bij gebrek aan meer nauwkeurige adnotaties, is men niet in staat uit te
maken of vermelde porphyrische gesteenten wel van éénzelfde vindplaats
afkomstig zijn. Hoe het ook zij, petrographisch behooren het porphyriet
gevonden in 1936 en dit verzameld door RENARD tot éénzelfde type; alleen de
graad van verweering verschilt.
Macroscopisch is het een fijnkorrelig grijsgroen gesteente met bruine
vlekken. Het bevat veldspaat-kristallen van 1 tot 2 mm doorsnede (de
grootste bedragen tot 5 mm) door een bruine kring omlijst.
Microscopisch konden in het gesteentepoeder volgende mineralen worden
gedetermineerd:
veldspaat: het is een plagioklaas met gemiddeld brekingsindex = 1,553, wat
een approximative samenstelling geeft van 45% anorthiet en 55% albiet; dus
een plagioklaas gelegen op de grens andesiet-labradoriet;
chloriet: in bleek groene, weinig dubbelbrekende lamellen; n= 1,615;
sericiet = in kleurlooze plaatjes;
kwarts;
titaniet : bruin van kleur;
epidoot-mineraal : waarschijnlijk klinozoisiet.
De grondmassa bestaat uit kwarts met veel chloriet en minder sericiet.
Daarin komen klinozoisiet-kristallen voor met kwartsinsluitingen, titaniet
en een sterk verweerd ijzermineraal.
De grondmassa is bezaaid met groote plagioklaas-phenokristallen. Die
veldspaten zijn meestal sterk verweerd; een bruine lijst omrandt de
kristallen. In de barstjes en spleten is allerlei vreemd materiaal
binnengedrongen.
Tusschen gekruiste nicols vertoonen ze een zonaire bouw. Vaak zijn ze
getweelingd, soms volgens den Carload-regel, maar meestal volgens den
Albiet-regel.
De uitdoovingshoek volgens de zone loodrecht op (010), (010) zijnde het
tweelingsvlak volgens de albiet-regel, bedraagt gemiddeld 26°30'
(teeken +), wat overeenstemt met een approximatieve samenstelling 45% an.
55% Alb.
Heel dikwijls zijn die veldspaat-kristallen verbrokkeld en sterk
gebarsten; tusschen de brokstukken en in de barstjes komt dan veel
sericiet en wat secundaire kwarts voor.
Scheikundige samenstelling.
De minst verweerde deelen van het materiaal, vroeger door RENARD verzameld,
werden tot poeder gemalen. Hiervan werd een volledige kwantitatieve analyse
gemaakt; men vond:
Parameters volgens Niggli
SiO2 56,84 si = 179
TiO2 1,58 ti = 3
Al2O3 16,92 al = 32
Fe2O3 3,99 fm = 37
FeO 4,21 c = 16
MgO 3,56 alk = 15
CaO 4,62
Na2O 4,53 k = 0,09
K2O 0,63 mg = 0,45
P2O5 sporen c/fm = 0,42
H2O 3,58 qz = + 18
------
samen 100,52
Hierbij worden ter vergelijking de parameters aangegeven van het type van
normaal diorietisch magma, volgens NIGGLI (I) en van een kwartsdioriet met
vrij hooge si-parameter, gelegen op de grens van dioriet en kwartsdioriet
en afkomstig van Czinklovabanya, Banat. (2)
si al fm c alk k mg
1) normaal dioriet 155 29 35 22 14 0,28 0,48
2) Kwartz dioriet 180 32 34 16 17 0,28 0,43
3) dioriet porphyriet 179 31 37 15 15 0,09 0,45
Het porphyriet van Remagne (3) is dus een kwartsrijk diorietisch gesteente.
Maaksel van het gesteente.
Uit voorgaande volgt reeds dat het gesteente oorspronkelijk een porphyrisch
maaksel vertoont; bijkomstige invloeden en vooral gerichte druk als gevolg
van intense plooiing, hebben die struktuur eenigszins gewijzigd.
Onden den invloed van deze 'stress" werden de hoeken van de kristallen
afgerond, de kristallen zelf gebarsten, verbrokkeld en de stukken
verschoven het een ten opzichte van het andere
Deze kristalstukken vormen om zoo te zeggen "Augen" in de grondmassa; het
fijnere materiaal gaat zich zoo schikken, dat het een maximum weerstand kan
bieden aan de vervormende werkingen; het neemt de lensvorm aan en een
speudo-fluïdaal maaksel treedt op. Die verschijnselen vallen goed waar te
nemen onder het microscoop, bij niet al te sterke vergrooting en in
preparaten loodrecht op het schistositeitsvlak van het gesteente.
Naast die zuivere mechanische vervormingen, traden onder invloed der
gerichte druk, gepaard gaande met hydrothermale werkingen, ook chemische
veranderingen op.
Pyroxenen en hoornblenden werden omgezet tot chloriet, secundaire kwarts,
epidootmineralen en wellicht ook wat magnetiet. Titaniet ontstond uit
titaanhoudende ijzermineralen.
Als eindproduct ontstond dus uit dit magmatisch gesteente een soort
kwartsrijke chloriet-schist.
Dit rechtvaardigt dan ook den naam van dioriet-porphyriet, dien we aan het
gesteente gegeven hebben.
---------------------------------------------------------------------------------------------
SERVICE PUBLIC DE WALLONIE
Service géologique de Wallonie (SGW)
URL : geologie.wallonie.be
CARTE GEOLOGIQUE DE WALLONIE
____________________________________________________________________________________________________
Description d' affleurement
Numéro : 6510094
____________________________________________________________________________________________________
Date : 24.06.2013
Commune : Libramont-Chevigny : Remagne
Décrit par : J.MICHEL
Roche(s) : Schiste
Formation(s) : non précisé
Localisation : Ancien moulin de Remagne.
____________________________________________________________________________________________________
DESCRIPTION :
94 - suite - J. MICHEL - 24.06.2013
4 m de schiste gris à gris clair traversé par une faille.
S1 : 30/162
F : 90/356
____________________________________________________________________________________________________
