152W0199.TXT

PL. BINCHE 152W
A.BRIART - 24 Avril 1892

199 (I)

Promontoire de sable blanc avec nombreux blocs de grès de toutes dimensions
reposant sur la craie blanche; celle-ci s'élevant à 4m environ au-dessus du
niveau de la rivière.

-------------------------------------------------------------------------

199 (suite)

Capitaine Ch.Stevens.- Ann.Soc.géol.de Belg.,Liège,1914,t.XLI,Mém.

III. - REGION DE BINCHE, BRAY, MAURAGE, HAVRE, OBOURG.

Croquis A: Fig. 17, plan des sablières.

Point A. - Dans une sablière, située sur la rive droite du ruisseau
d'Estinnes, à 800m à l'E.-N.-E. de l'église de Bray, on trouve du sable
jaunâtre à gros grain et de nombreux blocs de grès mamelonnes du Landenien
supérieur.

199 (suite)

Feuille : 152W - BINCHE - 46/5
secteur :
numéro : 199
code : 152W0199 - 46/50199
X : 131920
Y : 125015
Z :
commune : Binche (Bray)
auteur : Hennebert, Delaby, Martin, Mortier
références : 152W
date : 2004
roche : Sable
formation : Formation d'Erquelinnes
localisation :

nature : Affleurement

description :

199 - suite - 2004 - HENNEBERT, DELABY, MARTIN & MORTIER

Localisation : Bray. Les Warichères (de la N90, prendre le chemin St Simon). Juste à l'Est des terrils. 850 m au NE de l'église de Bray. Grande sablière allongée NW-SE. Propriétaire Mr. Wanty. (Sablière A de Stevens, 1919).
Roche : sable.
Formation : Erquelinnes.
Commune : Binche (Bray")

Sable fin blanc, avec petits niveaux argileux ou riches en matière organique. Petits grabens probablement synsédimentaires.
Dans le fond de la sablière : nombreux très gros blocs (plurimétrique) de grès de Bray.

---------------------------------------------------------

Project Hypersiliceuse gesteenten - Isis Veldeman - 2011

152W0199 a
152W0199b - weathered


Kaartblad 152
Stop 4 excursie hypersiliceuse gesteenten 07/05/2010
Groeve Bray (Binche) (152W 199)

Grote, losliggende, lensvormige blokken van de 'grès de Bray', namelijk witte, harde,
gesilicifiëerde zanden of kwartsareniet.

Een gelobd oppervlak zowel aan de boven als de onderkant, maar onderaan meestal
minder uitgesproken (˜ Wommersom en Tienen kwartsieten). Soms een onbekend
ribbelpatroon zichtbaar en kleine, ronde gaten (boor- of wortelgangen?).
Ook alveolisatie op hellende oppervlakken (rainures of groeven) .

Binnen de witte, gesilicifiëerde zandstenen zijn soms fijne, bruine, vertakkende
slierten te zien horizontaal met de gelaagdheid. Deze zijn waarschijnlijk gevormd
door een lokale schommeling in de chemsiche samenstelling van het grondwater.

Onderliggende fijne, witte zanden vertonen nabij het contactoppervlak met de
'grès de Bray' een stratificatie van bruine en roestkleurige zandlaagjes die
meeplooien met het gelobde ondervlak van de gesilicifiëerde zandstenen. Vanaf
dit contactoppervlak lopen naar beneden toe in de zanden bruine, uitdunnende
slierten, meestal parallel aan de gelaagdheid (onderzoek heeft uitgewezen dat
het gaat om een donkere kleilaagjes rond korrels, p.c. Dusar) en roestkleurige,
holle buisjes (wortelsporen?) (fig.6a & b).
Vermoedelijk is de grès de Bray gevormd door een klimaatsverandering met erg
droge en erg natte seizoenen waarbij in de droge seizoenen een sterke evaporatie
silicificatie heeft veroorzaakt van de ondiepe, zanderige bodem ter hoogte
van de grondwatertafel.

Boven de gelijkaardige kwartsieten van Tienen is meestal een lignietlaag
geassocieerd die zich enkel decimeters boven de kwartsieten bevindt.
In Bray lijken er meerdere, gedeeltelijk geconnecteerde kwartsietlagen voor
te komen waartussen zich een lignietlaag bevindt.


I.Veldeman 2010

-------------------------------------------------------------