Skip to content. | Skip to navigation

Personal tools

You are here: Home / arch / 115E / 115E0761.TXT

115E0761.TXT

Feuille : 115E - ITTRE - 392
secteur : 1d
numéro : 761
code : 115E0761 - 3920761
X : 140319
Y : 156281
Z :
commune :
auteur :
références :
date :
roche :
formation :
localisation :

nature : sondage

description :

Type Boring : geotechnische boring B33
Uitgevoerd te : Halle
Post nr : 1500
Adres boorplaats : Halle (Lembeek) - Kanaal Brussel-Charleroi
Opdrachtgever : AGEO 10507-03/63
Boorfirma : AGEO
Boordatum : 01/09/2004
Topografie : AGEO
Stalen door : boormeester
Boormethode : droog

Totale diepte : 10.10 m
Maaiveld / ref. peil : 34.90 m
X : 140319 Y : 156281 NIS code : 23027

Boorbeschrijving

nr Top Basis Aard der grondlagen
G1 0,00 0,50 Enkel hoekige gesteentefragmenten van groenig gesteente.

K1 0,60 0,80 QI = 0 %
Niet in elkaar te passen brokstukken, met donkerbruin verweerde breukvlakken. Donkergroene zandsteen.
Duidelijk magnetisch.

K2 0,80 2,30 QI = 0 %
Opgebroken door voornamelijk steile fracturaties (~ 80°). Duidelijk magnetisch over hele lengte. Doorheen de pas geen lithologische variatie of structuren merkbaar. Grijsgroene kwartsietische, eerder fijne zandsteen.

K3 2,30 3,80 QI = 34 %
Fracturaties op 80° en op 10°, beide vlakken donkerbruin verweerd en wat onregelmatig.
Donkerbruine kleur op fracturatievlakken zet zich ook beperkt door in gesteente, tot op 5 mm van de fracturatie, als fibreuze uitlopertjes. Op 3.65 m een zwakhellend, uitwiggend kwartsadertje van 2 mm dik, met daarrond hetzelfde verschijnsel.
Lithologie : geen opvallende structuren of wijzigingen doorheen de kern.
Grijsgroene siltsteen, tussen 3.00 m en 3.25 m vage verticale bandjes (85°) van schijnbaar wat kleirijker (donkerder) materiaal.
Waarschijnlijk is dit de gelaagdheid. Magnetisch over hele pas.

K4 3,80 5,30 QI = 25 %
Fracturaties zowel subverticaal als ~ 30°. Fracturatievlakken donkerbruin verweerd. Textuur rond fracturaties gelijk aan vorige pas.
Magnetisch over hele pas. Lithologie : algemeen dezelfde siltsteen als hoger, maar tussen 4.30 m en 5.00 m een band met een sedimentair verstoorde zone, waarin fijne zandsteen en siltsteen in discontinue en ondulerende laagjes voorkomen. De gelaagdheid
is hier vrijwel verticaal. Deze zone is nog zichtbaar tot 5.16 m, waar ze subverticaal wegdraait uit de kern. Splijting net niet voldoende ontwikkeld om op te meten.

K5 5,30 6,40 QI = 0 %
Van 6.20-6.40 m volledig verbrokkeld en niet te reconstrueren. Van 5.30-6.20 m grote stukken maar doorsneden door verticale fracturatie.
Fracturaties donkerbruin verweerd, met gevlekte of gevederde textuur rond de fracturaties. Magnetisch over hele pas.
Lithologie : Het convoluut gebande gesteente is weer zichtbaar langs één zijde van de kern.
Helling gelaagdheid 88°. Deze band is 3 à 4cm dik, en gaat daarna over in een fijner en meer regelmatig geband gesteente, dat bestaat uit
een afwisseling van silt en klei

K6 6,40 7,50 QI = 36 %
Donkerbruine verwering op fracturatievlakken. Belangrijkste fracturatie volgens gelaagdheid. Magnetisch over hele pas.
Gelaagdheid vrij constant op 85°. Lithologie toont afwisseling meer kleiige en meer zandige bandjes. Waarschijnlijk één erosief vlak, daardoor twee fining upward sequenties. Polariteit van gelaagdheid waarschijnlijk omgekeerd.

K7 7,50 9,00 QI = 53 %
Donkerbruine verwering op fracturatievlakken. Geen dominante fracturatierichting.
Magnetisch over hele pas. Gelaagdheid constant op 85°. Lithologie loopt door, afwisseling van meer klei en zandrijke bandjes met een
dikte van enkele millimeter tot iets meer dan een centimeter.
Op 8.55 m een geodische kwartsader met een dikte van 2 cm. In de ader is chloriet vergroeid met kwarts.

K8 9,00 10,10 QI = 60 %
Donkerbruine verwering op fracturatievlakken. Dominante fracturatierichting 25°. De gelaagdheid zit hier op 85°, maar de polariteit, op basis van vrij duidelijke geulstructuren (kriskras gelaagdheid) is hier normaal. Bij nadere inspectie is het
mogelijk dat de gelaagdheid wat
ombuigt naar het einde van de vorige pas, maar dit is niet helemaal duidelijk want dit deel is meer verbrokkeld en niet volledig.
Vanaf 9.50 m komen fijne, zwak hellende kwartsadertjes voor, die met de diepte geleidelijk dikker worden. Op 9.90 m bevindt zich een licht
geodische kwartsader van 1cm dik, zonder opvallende chlorietvergroeiing. Magnetisch over hele pas. Splijting niet erg duidelijk ontwikkeld. Tussen 7.30 en 7.50 m splijting 40° clockwise van de gelaagdheid, met een helling van 60°.

Stratigrafische interpretatie

Top Basis STRATIGRAFISCHE EENHEDEN
0.00 0.60 Sokkelgesteente, (niet in situ)
0.60 10.10 Sokkelgesteente, Formatie van Tubize

Auteur : Kris Piessens /BGD, 19.10.2004

objet :
exécuté pour :
exécuté par :

Insert the GSB number to search all associated content