Skip to content. | Skip to navigation

Personal tools

You are here: Home / arch / 115E / 115E0758.TXT

115E0758.TXT

Feuille : 115E - ITTRE - 392
secteur : 1b
numéro : 758
code : 115E0758 - 3920758
X : 140374
Y : 156950
Z :
commune :
auteur :
références :
date :
roche :
formation :
localisation :

nature : sondage

description :

Type Boring : geotechnische boring - B9
Uitgevoerd te : Halle
Post nr. : 1500
Adres boorplaats : Halle (Lembeek) - Kanaal Brussel - Charleroi.
Opdrachtgever : AGEO 10507-03/63
Boorfirma : AGEO
Boordatum : 31/08/2004
Topografie : AGEO
Stalen door : boormeester
Boormethode : droog

Totale diepte : 9.9 m
Maaiveld / ref. peil : 35 m
X : 140374 Y : 156950 NIS code : 23027

Boorbeschrijving

Nr Top Basis Aard der grondlagen
G1 0,00 0,50
Bruin, kleihoudend leem. Eén silexfragmentje (1 cm groot). Enkele diepgroene vlekjes. Niet kalkhoudend.

G2 0,50 1,00
Geelgroen kleihoudend zand tot steengruis. Grotere steenbrokken (enkele cm groot) : groen gesteente met grote witte mica's.

G3 1,00 1,50
Zelfde zand, maar met meer en grotere gesteentebrokken. Gesteente in hoekige brokken van meerdere cm groot, vaak met
donkerbruine verwering op zijkanten.

G4 1,50 2,00
Sterk verweerde, bleek geelgroene schieferfragmenten. Fragmenten tot enkele cm groot. Zo sterk verweerd dat ze tussen duim en wijsvinger kunnen worden verpulverd tot een kleiig materiaal, dat ook de bijmenging vormt. Fragmenten met splijting. Niet
kalkhoudend.

G5 2,00 2,50
Kleur meer bleekgroen en minder fragmenten. Fragmenten soms nog verpulverbaar, maar ook zandige, hardere brokken aanwezig. Het fijne materiaal is silt, mogelijk met wat klei. Niet kalkhoudend.

G6 2,50 3,00
Zeer gelijkwaardig aan vorige staal, maar iets grotere brokstukken. Niet kalkhoudend. Sommige siltige brokstukjes hebben een onkerbruine verweringskleur.

G7 3,00 3,50
Bleek groengrijs, bleker dan vorige stalen. Brokstukken zowel siltig en verkruimelbaar als zandig en hard. Fijne fractie voornamelijk siltig in zacht materiaal, met enkele wat hardere brokjes. Niet kalkhoudend.

K1 3,90 5,40 QI = 0%
Zeer sterk gefractureerd gesteente. Fracturaties in verschillende richtingen, vaak op ~ 45°, ~ 60°, ~90°.
Donkerbruine verwering op meeste fracturatievlakken. Enkel de stukken die min of meer zeker de juiste oriëntatie hebben, werden van een pijl voorzien. Magnetische eigenschappen bepaald met een handmagneet. Niet magnetisch, behalve op 5 m.
Lithologie : overwegend zandsteen, groen, korrels met blote oog zichtbaar, grotere witte mica's met verschillende oriëntaties, enkele witte korrels kunnen veldspaat zijn, maar te klein voor een positieve identificatie. Op enkele kleine (niet
georiënteerde) brokstukken : meer siltsteen met splijting. Op 4.40 m een reeks van fijne adertjes, helling ~ 55°, waarschijnlijk kwartsadertjes, maar donkergroen gekleurd door chloriet, subparallel aan fracturatierichting. Op 5.00 m = kwarts op een
fracturatievlak, helling ~ 60°, waarschijnlijk doorgebroken kwartsadertje.

K2 5,40 6,90
Gehele pas niet magnetisch, QI = 0%
Gesteente sterk gefractureerd, meestal donkerbruine of geelbruine verweringskleur op fracturatievlakken. Fracturaties in verschillende richtingen : systematisch op 20°, maar ook steiler tot subverticaal.
De eerste helft bestaat nog uit grotere brokstukken, de tweede helft uit veel kleinere (niet meer in elkaar te passen). Op enkele van de
grotere brokstukken is duidelijk een dicht fracturatienetwerk zichtbaar. De spleten staan zelfs wat open. (bv. stuk op 6.10-6.20m) en worden mogelijk enkel aan elkaar gehouden door de verweringsfilm.
5.40-6.00 m : Groene zandsteen, kwartsietisch. Verschillende fijne kwartsadertjes zonder chloriet en rond 5.60 m een dikkere geodische ader (0.5 cm dik).
6.00-6.40 m : Gesteente wat grofkorreliger en poreuzer. Op veldspaat gelijkende korrels zijn duidelijker zichtbaar, maar ook donkerdere
korrels (grote chlorietstuks of gesteentefragmentjes ?).
6.40-6.90 m : Fijne zandsteen, donkergroen (nog steeds vochtig in de kist, in tegenstelling tot de andere brokken. Waarschijnlijk kleiige
bijmenging. Splijting niet voldoende ontwikkeld om op te meten. Pas niet magnetisch.

K3 6,90 8,40 QI = 0%
Sterk gefractureerd, fracturatievlakken niet erg duidelijk welke richtingen dominant zijn. Meestal niet meer in elkaar te passen. Donkerbruine en geelbruin verwering op fracturatievlakken. Laatste 30 cm van de pas ook een hoekig grind ; tussen de
brokken, grind zelfde materiaal als gesteente. Grind gevolg van boren (vergruizing), of ingespoeld via bv. spleetsysteem ? Lithologie bestaat voornamelijk uit matig fijne zandsteen, soms iets fijnkorreliger. Op basis van brokstukken geen systematische
lithologische variatie merkbaar. Op enkele brokstukken kwarts zichtbaar (doorgebroken kwartsaders), soms ook geodische kwarts. Pas niet magnetisch.

K4 8,40 9,90 QI = 0%
Sterk gefractureerd, een aantal stukken nog wel in elkaar te passen, maar al deze grotere stukken doorsneden door verticale fracturatie.
Fracturatievlakken hebben donkerbruine of geelbruine verweringskleur. Lithologie overwegend zandig, meer gedetailleerd beschreven voor grotere stukken :
8.40 m : donkergroene fijne zandsteen, kleiig, splijting niet duidelijk ontwikkeld.
9.00-9.40 m : groengrijze fijne kwartsietische zandsteen.
9.60-9.90 m : grijsgroene kwartsietische zandsteen. Een vertikale oplijning die mogelijk overeenkomt met de splijting. Gelaagdheid in de hele boring niet onderscheiden. De gesteenten in deze pas zijn licht magnetisch.

Stratigrafische interpretatie

Top Basis Stratigrafische eenheden
0.00 0.50 Quartair
0.50 3.90 Sokkelgesteente, (niet in situ)
3.90 9.90 Sokkelgesteente, Formatie van Tubize

Auteur : Kris Piessens /BGD (18.10.2004)


objet :
exécuté pour :
exécuté par :

Insert the GSB number to search all associated content