Skip to content. | Skip to navigation

Personal tools

You are here: Home / arch / 115E / 115E0745.TXT

115E0745.TXT

Feuille : 115E - ITTRE - 392
secteur : 1b
numéro : 745
code : 115E0745 - 3920745
X : 140211
Y : 155698
Z :
commune :
auteur :
références :
date :
roche :
formation :
localisation :

nature : sondage

description :

Type Boring : geotechnische boring - B3
Uitgevoerd te : Halle
Post nr. : 1500
Adres boorplaats : Halle (Lembeek) - Kanaal Brussel - Charleroi.

Opdrachtgever : AGEO 10507-03/63
Boorfirma : AGEO
Boordatum : 30/06/2003
Topografie : AGEO
Stalen door : boormeester
Boormethode : droog

Totale diepte : 9 m
Maaiveld / ref. peil : 35.02 m
X : 140211 Y : 155698 NIS code : 23027

Boorbeschrijving

Nr Top Basis Aard der grondlagen

C1 0,00 0,60 Monster G1 (pot) 0.00 - 0.50m
Bruingrijs fijn zand met brokstukken van gesteente : groengrijze fijn zandsteen, siltsteen, schalie. Formatie van Tubize.
Eerste pas kernboring (kist 1) QI=0.
Brokstukken, waarschijnlijk niet in situ (colluvium).
Niet duidelijk = zowel gekernd als destructief geboord ?
Groene fijne zandsteen, soms wat kleiig.

C2 0,60 1,50 Tweede pas kernboring (kist 1) QI = 0.3
Kleiige zandsteen tot kleiige siltsteen, tussen 0.80m en 1.15 m, 0.5 cm dikke lensvormige laminaties. Gelaagdheid (S0)=80°
In de lenzen lokaal zeer grof zand met korrels tot 1mm groot. Gesteente donkergroen van kleur.
0.60 m : 8.09 x 10E-3 SI reageert op handmagneet .
1.00 m : 3.76 x 10E-3 SI reageert op handmagneet.
1.50 m : 3.06 x 10E-3 SI reageert op handmagneet.
2.00 m : 1.66 x 10E-3 SI reageert niet.
2.50 m : 10.2 x 10E-3 SI reageert wel.
3.00 m : 8.83 x 10E-3 SI reageert wel.
3.60 m : 8.66 x 10E-3 SI reageert wel.
4.00 m : 2.33 x 10E-3 SI reageert wel.

C3 1,50 3,00 Derde pas kernboring (kisten 1 en 2) QI = 0.65.
Algemeen lijkt het een slecht gesorteerd gesteente te zijn, vaak gelamineerd en gevormd door slecht gesorteerde (kleirijke) zandstenen
met wisselende korrelgrootte en minder frekwente siltlaagjes.
2.50 m : S0 = 77°
Algemeen : De bleke kleur van het gesteente in droge toestand en de algemene textuur wijzen op silicificatie, maar dit zou microscopisch geverifieerd moeten worden. Ongeveer een meter kern is goed reconstrueerbaar, maar algemeen komen er toch veel
diaklaasvlakken voor. Deze zijn onregelmatig en er lijkt geen dominante richting of helling voor te komen. De meeste vlakken vertonen sporen van oxidatie en
zijn dus geen gevolg van het kernen. Tot hiertoe geen aders.

C4 3,00 4,50 Vierde pas kernboring (kisten 2 en 3) QI = 0.5.
Algemeen : Twee diaklaashellingen komen regelmatig terug, beide vlaksystemen zijn geoxideerd.
Helling vlak 1 : 70° op 3.30 m en 80° op 3.90 m en 80° op 4.30 m.
Helling vlaksysteem 2 : 5° op 3.70 m en 20° op 4.40 m.
3.20 m : S0 = 75°, polariteit niet bepaald, wel schijnbaar afgesneden laagjes, maar deze lijken samen te hangen met synsedimentaire breukjes.
3.40 - 3.55 m : Enkele mm dik kwartsadertje, sterk roestkleurig zoals andere diaklaasvlakken. Dit adertje zit in één van de steile diaklazen. De hoofdstriaties (richting mineraalgroei?) hebben een helling van 45° in het adervlak. Gesuperponeerd tevens
fijnere, subhorizontale striaties. Bewegingszin moeilijk te bepalen.
3.65 m : S0 = 75°
3.90 m : S0 = 80°
4.00 - 4.30 m : Overgang tussen gelamineerde siltsteen (dikte laminaties tussen 2 mm en enkele cm) en zeer grofkorrelige arkose. Deze overgang is sterk verbrokkeld. Op een enkel brokstuk is een scherp contact zichtbaar : S0 op 85°.
4.30 - 4.50 m : Grove arkose met witte fragmenten (veldspaat) tot meer dan 3 mm groot. Matrix is chlorietrijk.
4.50 m : 16.5 x 10E-3 SI reageert sterk (handmagneet) - twee metingen
17.9 x 10E-3 SI
Opmerking : Uit snelle screening blijkt dat arkose schommelt tussen 15-20 x 10E-3 SI, terwijl ander gesteente meestal < 10x10E-3 SI. Dit is tegen de stelling dat magnetiet preferentieel zou voorkomen in siltlaagjes. Waarschijnlijk valt magnetiet hier wel
beter op.

C5 4,50 6,00 Vijfde pas (kisten 3 en 4)
Algemeen : Begint met zelfde grove arkose, maar de korrelgrootte neemt progressief af tot grove zandsteen. Diaklaassysteem van
vorige pas loopt door. Vlak 1= 85° op 5.50 m, vlaksysteem 2 = 25° op 4.80 m. Een tijdsrelatie tussen de twee vlaksystemen (diaklazen) kon niet worden bepaald.
5.00 m : 9.91x10E-3 SI handmagneet reageert
5.50 m : 12.0x10E-3 SI handmagneet reageert
6.00 m : 14.5x10E-3 SI handmagneet reageert
Algemeen : duidelijke fining upwards sekwentie, wijst op omgekeerde polariteit.

C6 6,00 7,50 Zesde pas kernboring (kisten 4 en 5) QI = 0.1
Algemeen : Zeer sterk verbrokkeld en gealtereerd, waarschijnlijk verweerd. Niet in elkaar te passen, maar individuele brokstukken lijken
ongeveer op volgorde te liggen. Eerste 20 cm voornamelijk brokken aderkwarts, plaatselijk geodisch. Enkele bruinverweerde siltsteen- of kleisteenbrokjes vertonen duidelijke striaties. Vanaf 6.40 m terug arkose, ook wat grotere stukken. Ook arkose is
verweerd, zowel de matrix (minder competent) als de veldspaten die wat geoxideerd zijn.
+- 6.50 m : Vermoedelijk contact arkose en fijnkorrelige gesteente S0 = 80°.
Arkose wel heel wat grofkorreliger dan bij einde vorige pas. Passen 5 en 6 niet aan elkaar te passen. Mogelijk wijzen aderkwarts, striaties en vermenging van materiaal op een tektonische verstoring waarlangs meteorisch water kon infiltreren.
7.10 - 7.50 m : Contact nog steeds zichtbaar, verloopt subvertikaal. Contact mogelijk erosief. Fijnkorrelig gesteente blijft bruin verweerd.

C7 7,50 9,00 Zevende pas kernboring (kist 5)
7.50 - 8.50 m : Contact arkose-kleisteen subvertikaal vervolgbaar. Op 7.80 m is het contact duidelijk als erosief herkenbaar, met herwerking van kleiig materiaal in de arkose. Vanaf 8.30 m helt het contact 75° en is de polariteit (bepaald op basis van
erosief contact) omgekeerd. De kleisteen vertoont geen interne structuur en geen macroscopische splijting.
8.50 - 9.00 m : Grofkorrelige arkose (pluri-mm) die progressief overgaat naar zeer grove zandsteen met zelfde samenstelling als arkose.
Weerom een argument voor omgekeerde polariteit. Een steile diaklaas met aderkwarts en en echelon kwartsadertjes, sterk geoxideerd.De verwering van het gesteente is afgenomen met de diepte.
6.50 m : 3.07x10E-3 SI verweerde arkose.
7.00 m : 2.67x10E-3 SI verweerde arkose.
7.50 m : 23.6x10E-3 SI (arkose) en 4.08x10E-3 SI (kleisteen).
8.00 m : 7.79x10E-3 SI (kleisteen).
8.50 m : 26.8x10E-3 SI (arkose) en 6.10x10E-3 SI (kleisteen).
9.00 m : 13.8x10E-3 SI (arkose, fijnkorrelig).

Opmerking : Doorheen de boring geen voldoende macroscopisch ontwikkelde splijting waargenomen om splijtingsgelaagdheidsrelatie vast te stellen.

Stratigrafische interpretatie

Top Basis Stratigrafische eenheden

0.00 0.60 Sokkelgesteente, (niet in situ)
0.60 9.00 Sokkelgesteente, in situ, Paleozoïcum, Formatie van Tubize, Rogissartfacies


Auteur Walter De Vos - Kris Piessens /BGD 28.03.2003


objet :
exécuté pour :
exécuté par :

Insert the GSB number to search all associated content