115E0728.TXT
*****************************************************************************
ADMINISTRATIEVE & TECHNISCHE GEGEVENS
-----------------------------------------------------------------------------
Kaart nr.: 115E
PLAAT: ITTRE
Nr.: 728 (I,b)
Type Boring: ontsluiting HSL werken
Topografische kaart: 39/2
Uitgevoerd te: Halle
Post nr.:
Adres boorplaats: Uitgraving voor aanleg HSL spoorlijn, aan km 14,1 van
de spoorlijn, ongeveer 550 m ten zuiden van het
station van Halle.
Opdrachtgever: Tuc-Rail
Boorfirma:
Boordatum: opname 25/09/1996
Topografie:
Stalen door:
Boormethode:
Lengte & doormeters:
Grondwaterstanden:
1ste maal:
Bij rust:
Tijdens pompen:
Debiet:
Waterzaak nr.:
Totale diepte:
Stalen bewaard:
Maaiveld / ref. peil:
X: van 140.540 tot 140.560
Y: van 157.560 tot 157.590
NIS code:
-----------------------------------------------------------------------------
BESCHRIJVING van de ontsluiting
-----------------------------------------------------------------------------
van * tot * AARD DER GRONDLAGEN
-----------------------------------------------------------------------------
De ontsluiting werd opgenomen in het zuidelijke deel van de uitgraving van de
tunnel van de HSL werken te Halle, nabij profiel 27 van de werken, dit komt
overeen met km 14,1 van de bestaande spoorlijn richting Lembeek, en het
gebied ligt ongeveer 550 m ten zuiden van het station van Halle.
Over de ganse breedte van de werken (15 à 16 m) en over een lengte van 36 m
in SW-NE richting (oriëntatie N40°E) zijn in de grond verschillende zones met
losgewoeld groen sokkelgesteente zichtbaar; hierin kunnen echter geen
structuren herkend worden. Er liggen veel brokstukken en rotsblokken. Maar
langs de westelijke en oostelijke berm van de uitgraving zijn verschillende
stroken ontsloten; er is geen continuïteit, slechts hier en daar is er rots
in situ. Het gaat vermoedelijk om paleo-reliëf onder de Quartair-bedekking.
Beschrijving van de westelijke berm van NE naar SW (het nulpunt van de
beschrijving is de basis van een turbidiet-sequentie, op 6 m ten noorden van
de lijn van km 14,1 die dwars op het spoor loopt):
-1.50 tot 2.30 m Ten noorden van het nulpunt is er nog ongeveer 1.50 m
siltsteen ontsloten. Op 0 m gelaagdheid zichtbaar op een
turbidiet-sequentiegrens. Fijne siltsteen met bovenaan 15
cm schalie wordt hier scherp gevolgd door grove zandsteen,
niet-magnetisch; s0 is N80°W80°N en s1 EW70°N, met s1 in
tegenwijzerzin (links) van s0. De lagen zijn overhellend en
de polariteit van de lagen is naar het zuiden.
Op 40-50 cm middelfijne zandsteen met witte veldspaat. Op
1.50 tot 2 m nog steeds zandsteen, wat fijner. Op 2.00 m
een bruine verweerde intercalatie van schieferig gesteente,
10 cm dik, met druksplijting s1 op N85°W80°N. Op 2.10 m een
contact met een bovenliggende fijne zandsteen, s0 heeft
strekking N65à70°W helling 80°N (s1 links van s0).
2.30 tot 6.00 m Tussen 2.30 en 3.50 m is de zandsteen iets grover, met
micas, en niet-magnetisch. Daarna terug fijnkorreliger tot
6 m. Van 2.40 tot 2.80 m een dunne kwartsader, 1 cm dik,
subhorizontaal, ondulerend. [op 6 m is profiel 27 van de
werken, aan km 14,1].
6.00 tot 16.00 m De ontsluiting loopt door naar het zuiden, met
onderbrekingen en veel bruin gekleurde diaklaasvlakken. Het
gesteente blijft groene fijnkorrelige zandsteen met mica-
korreltjes. Geen s0 of s1 meer zichtbaar. Tot 14 m fijne
zandsteen, dan een intercalatie van 10 cm schieferig bruin
verweerd gesteente, s1 op N60°W75°N, met een evenwijdige
diaklaas. Van 14.30 tot 14.40 m een zelfde schieferige
intercalatie. Op 15 m een contact van siltsteen met
druksplijting, naar het zuiden gevolgd dor zandsteen zonder
druksplijting, s0 N70°W80°N, en s1 ongeveer 10° links
daarvan (tegenwijzerzin). Op 15.20 m sterk gelamineerd
gesteente, zwarte millimetrische schiefer-laagjes wisselen
af met fijne zandsteen. Op 15.30 tot 15.70 m eigenaardige
harde zandsteen: in bovenaanzicht een half-circulaire
structuur van 35 cm doormeter, omringd naar het zuidoosten
door zachte schiefer met splijting. Een lokale plooi?
Boudinage? Verder naar het zuiden is het gesteente
verweerd en verstoord door de afgraving.
20 tot 20.40 m Verse groene zandsteen ontsloten over 40 cm.
22 tot 30 m Op 22.00 m een contact van schieferig gesteente in het
noorden met zandsteen in het zuiden, analoog met de
voorgaande, s0 ongeveer N65°W70°N. Verder fijnzandig
gesteente. Op 24 m opnieuw een schieferig laahje van 15 cm
dik, in contact met zandsteen in het zuiden. Het contact is
niet zo regelmatig, geen s0 meetbaar. Naar het zuiden is
fijne harde zandsteen ontsloten tot 30 m.
Ten zuidoosten van dit punt is heel de ondergrond losgewoeld voor de
afgraving. De ontsluiting was blijkbaar heel groot, minimum 15 x 15 m rots
die uitstak boven het nieuwe basisniveau van de HSL spoorlijn. Het zijn grote
blokken harde fijne zandsteen, niet meer in situ.
Beschrijving van de oostelijke berm van NE naar SW (het nulpunt is de lijn
van km 14,1 die dwars op het spoor loopt):
-8.5 tot 7.5 m Op 8 m ten noorden van de referentielijn is middelfijne
groene zandsteen ontsloten over ongeveer 1 m.
-3.0 tot +4.0 m Ontsluiting van fijne zandsteen met dunne (1 cm)
kwartsadertjes, parallel, uitwiggend, subhorizontaal,
ongeveer 20° hellend naar het zuidoosten. Op 1.50 m (ten S
van referentielijn) een kwartsader van 8 cm dik, niet meer
in situ, losgewoeld.
16 m Op 16 m een kleine ontsluiting met goed gespleten groene
leisteen, s1 N65°W vertikaal.
24 tot 28 m Fijne zandsteen, geen sedimentaire structuren zichtbaar. Op
25 m een diaklaasvlak met kwartskristallen, georiënteerd
N40°E75°W.
-----------------------------------------------------------------------------
STRATIGRAFISCHE INTERPRETATIE
-----------------------------------------------------------------------------
Top * Basis * STRATIGRAFISCHE EENHEDEN
-----------------------------------------------------------------------------
Formatie van Tubize, Onder-Cambrium
-----------------------------------------------------------------------------
AUTEUR
-----------------------------------------------------------------------------
Walter DE VOS, 17/01/2003
BELGISCHE GEOLOGISCHE DIENST
115E/728 (I,b) KAARTBLAD: ITTRE
p. 3/1
