Skip to content. | Skip to navigation

Personal tools

You are here: Home / arch / 115E / 115E0720.TXT

115E0720.TXT

*****************************************************************************
ADMINISTRATIEVE & TECHNISCHE GEGEVENS
-----------------------------------------------------------------------------
Kaart nr.: 115E
PLAAT: ITTRE
Nr.: 720 (II, a)
Type Boring: ontsluiting HSL werken
Topografische kaart: 39/2
Uitgevoerd te: Halle
Post nr.:
Adres boorplaats: Uitgraving voor aanleg HSL spoorlijn, ter hoogte van
de strook tussen Servaisstraat en Vogelpers.
Opdrachtgever: Tuc-Rail
Boorfirma:
Boordatum: opname 30/04/1996
Topografie:
Stalen door:
Boormethode:
Lengte & doormeters:

Grondwaterstanden:
1ste maal:
Bij rust:
Tijdens pompen:
Debiet:
Waterzaak nr.:
Totale diepte:
Stalen bewaard:
Maaiveld / ref. peil:
X: tussen 140.765 in NE en 140.725 in SW.
Y: tussen 157.890 in NE en 157.835 in SW.
NIS code:

-----------------------------------------------------------------------------
BESCHRIJVING van de ontsluiting
-----------------------------------------------------------------------------
van * tot * AARD DER GRONDLAGEN
-----------------------------------------------------------------------------
De ontsluiting werd opgenomen langs de uitgraving van de tunnel van de HSL
werken, tussen profielen 19 en 21 van deze werken, ongeveer 200 m ten zuiden
van het station van Halle. Als referentiepunt voor de beschrijving werd
profiel 20 gekozen (P20) dat op terrein zichtbaar is aangebracht. De
ontsluiting loopt ten oosten van de centrale rij secans-palen (die later een
betonnen muur zullen worden), van 22 m ten noordoosten van P20 tot 41 m ten
zuidwesten van P20.

Noordelijk deel, ten NE van P20, opname van NE naar SW.
0 m Groene verweerde zandsteen, geen s0 zichtbaar.
1 m tot 1m80 Zandsteen met chloriet; structuur gestoord door afschrapen
met mechanische schop.
2m20 (achter secans-paal) fijngelaagde schiefer; gelaagdheid
ongeveer N50°W, maar niet correct meetbaar met kompas
wegens magnetische storingen door spoorlijn.
3 tot 5.20 m Van 3 tot 3.4 m harde kwartsietische zandsteen, verder
zandig tot 4.40 m. Rond 3 m is de basis van een
turbidietische sequentie: de polariteit is naar het zuiden.
In het zandige deel is een subhorizontale kwartsader te
volgen van 2.9 tot 4.4 m, met dikte van 20 cm, helling 20°
W, strekking ongeveer N20°W. Op 4.0 m monster van deze
aderkwarts, 115E720/1. Het gesteente wordt fijnkorreliger
tot 5.20 m, met echte schiefer van 4.60 tot 5.20 m. De
kwartsader stopt bij de lithologische overgang rond 4.40 m.
5.20 tot 6 m Plotse overgang naar harde zandsteen. Geen duidelijk
argument voor de basis van een turbidiet-sequentie, geen
graded bedding. Op 6 m nog steeds harde fijnkorrelige
zandsteen. Nota: het gesteente is niet-magnetisch van 0 tot
6 m.
7.40 tot 11.30 m Op 7.40 tot 7.60 m niveau met siltsteen die loskomt zoals
een typische leisteen. Monster 115E720/2 van deze leisteen.
Van 7.60 tot 7.80 m schiefer met gelaagdheid s0 op
N60°W70°N en s1 op N70°W70°N. Op 7.80 m contact met een
harde zandsteen. Vanaf 8.00 m weer schieferig, en
afwisselend meer zandig en meer schieferig. Tussen 8.20 m
en 9.60 m zijn er subhorizontale kwartsadertjes,
lensvormig, uitwiggend naar het oosten, in zandsteen; de
adertjes zijn parallel, elk 1 à 2 cm dik, en zwak hellend
naar het zuiden. Op 10 m nog steeds zandig, harde kwartsiet
met onregelmatige kwartsadertjes. Continu ontsloten
zandsteen tot 11 m. Vanaf 11.00 m meer siltig. Op 11.20 tot
11.30 m gelamineerde siltsteen, monster 115E720/3.
11.30 tot 18 m Op 11.30 m basis van een harde zandsteenbank van een
turbidiet-sequentie, de polariteit is naar het zuiden, de
lagen staan dus omgekeerd. Gelaagdheid s0 op het contact is
N40°W70°N. Rond 11.80 m opnieuw gelaagde siltsteen, een
dunne laag. Tussen 12 en 14 m harde kwartsiet.
Op 14.50 m grofkorrelige zandsteen met een pyriet-kristal
van 8 mm, monster 115E720/4.
Het gesteente blijft kwartsietisch tot voorbij 16 m, maar
het is slecht ontsloten. Het is niet magnetisch. Vanaf
16.60 m meer schieferig, met druksplijting s1 op N70°W75°N.
Van 17.20 tot 17.50 m kwartsiet, vanaf 17.50 schieferig;
niet mooi ontsloten.
18 tot 22.00 m Op 18.20 m, achter een secans-paal schieferige siltsteen
met leisteen-achtige splijting, een tiental cm dik,
subvertikaal hellend naar het noorden. Gelaagdheid
N60°W75°N. Georiënteerd monster hiervan, 115E720/5, met
horizontale lijn aangeduid op de noordzijde van het
handmonster. Vanaf 18.40 m kwartsietisch. Op 20 m harde
zandsteen in banken, s0 ongeveer N70°W80°N, monster
115E720/6. Van 20 tot 22 m overwegend kwartsietisch;
schieferige intercalatie rond 20.40 m (20 cm dik) en rond
21.50 m (40 cm dik). Het gesteente is niet magnetisch.
Op 22 m bevindt zich het referentieprofiel P20 van de
werken (= 0 m voor de volgende beschrijving).

Zuidelijk deel, ten SW van P20, opname ook van NE naar SW.
0 tot 1.30 m Algemeen: afwisseling van groene midgrove zandsteen, met
gekruiste gelaagdheid, en groene fijngelaagde siltsteen;
gelaagdheid s0 op N60°W70°N. De druksplijting s1 staat 10°
à 20° in tegenwijzerzin (links) ten opzichte van s0. Van 0
tot 0.80 m wordt het gesteente gemiddeld meer schieferig
naar het zuiden. Op 0.80 tot 1.30 m harde zandige bank.
Niet ontsloten van 1.30 tot 2.70 m.
2.70 tot 15.50 m Slecht ontsloten schieferig gesteente. Rond 2.70 tot 2.90
m, ongeveer N45°W. Rond 4 m nog steeds verbrokkelende
schiefer. Op 5.50 m s1 op ongeveer N65°W70°N, maar het
kompas is niet stabiel (storing spoorlijn). Tot 10 m nog
steeds schieferig gesteente, sporadisch ontsloten in de
grond. Op 12.20 m gelamineerde siltsteen (leisteen) met s0
N60°W70°N. Verder slecht ontsloten tot 15.50 m.
15.50 tot 24 m Het gesteente wordt plots harder: kwartsietische bank. Op
16 m een georiënteerd monster van siltsteen, 115E720/7, met
s0 strekking N50à60°W helling70°N; s1 staat in
tegenwijzerzin (links) van s0. Van 16.40 m tot 17.20 m
harde kwartsiet. Slecht ontsloten tot 18 m. Van 18.00 tot
18.60 m kwartsietische zandsteen, dan geleidelijk meer
schieferig tot 19.60 m. Een siltsteenbank van 20.60 tot
21.30 m. Op 21.40 m zandsteen met gelaagdheid s0 N50°W75°N.
Op 22 m siltsteen; s1 staat ongeveer 20° in tegenwijzerzin
(links) van s0, en subhorizontaal. Overwegend siltsteen tot
23.50 m, dan een hardere zandsteenbank.
24 tot 41 m Weinig lithologische variatie, overwegend siltsteen zonder
zichtbare gelaagdheid. Op 25.50 m fijne zandsteen, s0
steeds dezelfde, hier N60°W75°N. Op 28-29 m hardere
zandsteen, zelfde helling en strekking. Rond 30 m iets meer
schieferig. Het profiel is niet magnetisch. Rond 32 m
aderkwarts, uitgeschraapt voor de werken, over 50 cm
breedte. Rond 33 m wordt het silteuze gesteente meer kleiig
(fijnkorrelig). Rond 34.50 m contact met zandsteen, zelfde
strekking van s0 moeilijk meetbaar in de grond (door
werken). Op 37 m harde bank met zelfde strekking. De
ontsluiting is niet continu (losgeschraapt). Op 39 m
zandsteen in situ met s0 N50°W75°N. Rond 41 m einde van de
uitgraving. Het gesteente zit hier nog ondiep in de
ondergrond. De lithologie is eentonig fijnzandig.
Nota : heel deze ontsluiting is niet magnetisch, en het
gesteente is sterk groen gekleurd.


-----------------------------------------------------------------------------
STRATIGRAFISCHE INTERPRETATIE
-----------------------------------------------------------------------------
Top * Basis * STRATIGRAFISCHE EENHEDEN
-----------------------------------------------------------------------------
Formatie van Tubize, Onder-Cambrium
-----------------------------------------------------------------------------
AUTEUR
-----------------------------------------------------------------------------
Walter DE VOS, 16/01/2003

BELGISCHE GEOLOGISCHE DIENST

115E/720 (II, a) KAARTBLAD: ITTRE
p. 3/1

Insert the GSB number to search all associated content