115E0691.TXT
***************************************************************************
ADMINISTRATIEVE & TECHNISCHE GEGEVENS
---------------------------------------------------------------------------
Kaart-Nr: 115E
PLAAT: ITTRE
Nr: 691 (II, a)
Type Boring: geotechnische boring BD9
Topografische kaart: 39/2
Uitgevoerd te: HALLE
Postnr: 1500
Adres boorplaats: HSL Tunnel- spoorlijn 96 - Brussel-Zuid - Bergen
Opdrachtgever: Afdeling Geotechniek (=AGEO)
Boorfirma: idem, opdrachtnummer 9867-93/158D
Boordatum: 01-02.03.1994
Topografie: volgens plannen op schaal 1/10.000
Stalen door: boormeester: J. Jansens - OREX
Boringsmethode: droog en gekernd
Lengte & doormeters:
Grondwaterstanden:
1ste maal: 6.93 m
Bij rust :
Tijdens pompen:
Debiet :
Waterzaaknr:
Totale diepte: 15.30 m
Stalen bewaard:
Maaiveld/ref. peil: + 37.65 m
X: 140892
Y: 158117
NIS-code: 23027
---------------------------------------------------------------------------
BOORBESCHRIJVING
---------------------------------------------------------------------------
Nr * Diepte Basis * AARD DER GRONDLAGEN
---------------------------------------------------------------------------
Pl 0.00-0.50 bruine sterk zandhoudende leem met verschillende
gesteentefragmenten (vnl. zandsteen max. 3.5cm), geen
kalk
P2 0.50-1.00 bruin sterk kleihoudend zand met verschillende gesteen-
tefragmenten, geen kalk
P3 1.00-1.50 concentratie van grote baksteenfragmenten (max. 7cm
lang), hoogovenslakken, enz...
P4 1.50-2.00 concentratie van kleinere baksteenfragmenten (max. 4.5cm)
met wat bijmenging van bruine leem, kalkhoudend
P5 2.00-2.50 geelbruine leem met verschillende silexfragmenten (max.
3cm), ook een grijs siltsteenfragment, de leem is niet
kalkhoudend
P6 2.50-3.00 grijsgroene geelgevlekte zandhoudende klei met nog
zeldzame kleine baksteenfragmenten, de klei is zwak
kalkhoudend
P7 3.00-3.50 donkergrijze nagenoeg zwarte zandhoudende,klei met een
groter silexfragment (lengte 8.5cm), geen kalk
P8 3.50-4.00 grijze zandhoudende klei met zwarte zones vermoedelijk
rijk aan organisch materiaal, geen kalk
P9 4.00-4.50 lichtgrijze tot donkergrijze zandhoudende klei, geen kalk
Pl0 4.50-5.00 grijze sterk zandhoudende klei, geen kalk
P11 5.00-5.50 grijsbruine zandhoudende leem met verschillende
zandsteen- en silexfragmenten (max. lengte 3.5cm), geen
kalk
P12 5.50-6.00 grijsbruine zandhoudende leem met bijmenging van geel
zand en enkele gesteentefragmenten, geen kalk
P13 6.00-6.50 grijsgeel kleihoudend zand met talrijke gesteentefrag-
menten (o.a. donkergrijze fyllade, 6cm lang), geen kalk
P14 6.50-6.80 groen zwak kleihoudend zand, glauconiethoudend, geen kalk
P15 6.80-7.00 idem, met enkele kleine silexschilfers, geen kalk
P16-17 7.00-8.00 idem, maar vochtige monsters
P15 8.00-8.50(?)groen zwak kleihoudend zand met enkele grote (max. 7cm
lang) gesteentefragmenten (vnl. zandsteen), geen kalk
Kist 1 met boorkernen (9.30 tot 15.30m)
1) 9.30 tot 10.30m L = lm Q = 51cm QI = 0.51
Bruin verweerde zandsteen, middelmatige korrelgrootte. Diaklazen op 65?, 45?
en 40?. Beide laatste staan bijna loodrecht op elkaar.
Geen magnetisme.
Kwartsadertje op 45?, op 10.20m.
2) 10.30 tot 11.30m L = 1m Q = 69cm QI = 0.69
Zelfde bruin verweerde zandsteen, eerder grofkorrelig en poreus. Soms
veldspaten te herkennen.
Rond 10.40m een kwartsadertje van 2mm op 70?.
Diaklaas op 80? (van 10.60 tot 10.80m)
Diaklazen op 80?, 57? en 60?, anders georiënteerd ten opzichte van as van
boring.
Geen magnetiet.
Gelaagdheid niet te herkennen.
3) 11.30 tot 12.30m L = lm Q = 60cm QI = 0.60
11.30 tot 11.40m: zelfde bruine zandsteen
11.40 tot 11.60m: intercalatie van fylliet, met druksplijting, en verweerde
kleimineralen in diaklaas-vlekken op 70?.
11.60 tot 11.75m: eerder grove zandsteen met veldspaat, gevolgd door fijnere
zandsteen zonder veldspaat.
Gelaagdheid op 65?. Diaklaas op 60?, loodrecht op gelaagdheid.
Op 11.95m een kwartsader van 5mm, op 20?.
Verwering in kwartsader (ijzeroxiden), en gesteente gebroken (diaklaas) langs
de ader.
11.95 tot 12.30m: fijne zandsteen, geelbruin verweerd.
4) 12.30 tot 13.30m L = lm Q = 65cm QI = 0.65
Fijne bruinverweerde zandsteen, meer grofkorrelig en veldspaathoudend van
12.70 tot 12.90 en van 13.10 tot 13.30.
Gelaagdheid 60?
Diaklazen op 60? en 70?, maken onderling een hoek en ook een hoek met
gelaagdheid.
Op 13.15m twee kwartsaders, een dikkere (5mm) op 200, gebroken en verweerd,
en een dunnere 2mm op 45?, frisser in het gesteente. Snijden elkaar bijna
loodrecht.
5)13.30 tot 14.30m L = lm Q = 30cm QI = 0.30
Grove veldspaathoudende zandsteen, fel gebroken, nog steeds bruin verweerd.
Vanaf 13.60 meer fijnkorrelige zandsteen.
Op 13.70m een geplooide kwartsader, 2 à 3mm, deels horizontaal, deels op 30?.
Diaklazen op 40? en 60?.
13.80 tot 13.95m een kern met regelmatige parallelle diaklazen op 70?, in
veldspaathoudende zandsteen. Op 13.92m loodrecht op de diaklazen een dunne
(2mm) kwartsader op 25?.
Verbrokkeld tussen 13.95 en 14.30m, in fijne tot middelgrove zandsteen, ook
een stuk uit een kwartsader, 25mm groot kwarts met onregelmatige holten gevuld
met ijzeroxiden.
6) 14.30 tot 15.30m L = lm Q = 57cm QI = 0.57
Fijne tot middelgrove zandsteen, naar onderen toe grover en veldspaathoudend.
Veel diaklazen, op 70? en 20?, loodrecht op elkaar.
Kwartsaders (5mm) op 20?, gebroken en met kristalvlekken.
---------------------------------------------------------------------------
STRATIGRAFISCHE INTERPRETATIE
---------------------------------------------------------------------------
Top * basis * STRATIGRAFISCHE EENHEDEN
---------------------------------------------------------------------------
0.00 - 3.50m Aangevuld, geroerd
3.50 - 9.00m(?) Kwartair
9.30 - 15.30m Paleozoïsche Sokkel: Onder-Cambrium, Tubize Groep,
Rogissart facies.
---------------------------------------------------------------------------
AUTEUR W.De Vos en G. De Geyter, 14.03.1994
---------------------------------------------------------------------------
OPMERKINGEN
---------------------------------------------------------------------------
1. Algemene opmerking: de boring is volledig bruin verweerd, er is geen
magnetiet. De kwartsaders op 20? zijn alle ongeveer 5mm dik, en waren niet
toegegroeid, zodat ze steeds als diaklazen openbreken.
2. Het gesteente is meer chemisch verweerd dan bv. BD 12: bruine en
roodachtige tinten; de fysische verwering is hier zeer beperkt. Globaal kan
hier gesproken worden van een matige verwering (QI 0.30 als laagste waarde)
van chemische aard.
3. De terreinboorstaat wijkt af van de aanduiding op de bokalen. De monsters
van 8.50m tot 9.30m (begin van kist) ontbreken.
---------------------------------------------------------------------------
BOORBESCHRIJVING
---------------------------------------------------------------------------
Nr * Diepte Basis * AARD DER GRONDLAGEN
---------------------------------------------------------------------------
Aanvullende waarnemingen. Integrale beschrijving, zie:
W.De Vos en G. De Geyter, 14.03.1994
K. PIESSENS, 18/02/2003.
Algemeen: Zandig, weinig klei of silt (Si niet ontwikkeld). Mogelijk
wel sequenties onderscheidbaar.
G. STOOPS, niet gedateerd
9.70-9.75 Bemonsterd.
11.50-11.60 Bemonsterd.
14.90-15.00 Bemonsterd.
Analyseresultaten:
Mees F. & Stoops G. 1999. Palaeoweathering of Lower Palaeozoic rocks of the
Brabant Massif, Belgium: a mineralogical and petrographical analysis.
Geological Journal 34, 349-367.
---------------------------------------------------------------------------
AUTEUR K. PIESSENS, 18/02/2003.
---------------------------------------------------------------------------
