115E0312.TXT
PL.ITTRE 115E Service Géologique
F.HALET de Belgique
312 (III) Puits tubé exécuté à Tourneppe,
chez M. Winderickx, Brasseur,
par M. Pierre Berghams de Hal.
Répérage par M. Viette, le 3.9.1929.
Echantillons recueillis par l'entrepreneur.
Travaux commencés et terminés en septembre 1929.
Mode de creusement: à sec.
avec avant puits de 5m00.
Niveau de l'eau sous l'orifice, au repos: 1m60.
Cote approximative de l'orifice: 45
Nos NATURE DES TERRAINS Profondeurs
mètres
1 Sable fin, gris-jaunâtre, pailleté 5.00
2 Idem 6.00
3 Idem 7.00
4 Débris de grès lustrés 7.15
5 Sable quartzeux gris 7.70
6 Limon gris, calcareux 8.00
7 Sable quartzeux gris, avec éclats de silex 8.60
Interprétation probable (F.Halet,4-9-1929):
Eboulis des pentes: 2m70
Pléistocène: 0m90
-------------------------------------------------------------------------
PL.ITTRE 115E Service Géologique
F.HALET de Belgique
312 (III) (suite)
Puits tubé exécuté à Tourneppe,
chez M. Winderickx, Brasseur,
par M. Givron Jacques de Tubize
Répérage par E. Verdin, le 21.1.1933.
Echantillons recueillis par l'entrepreneur.
Travaux commencés et terminés en janvier 1933.
Mode de creusement: à sec.
Cote approximative de l'orifice: +- 47m
Ancien puits exécuté en 1929, approfondi en janvier
1933 par M. Givron Jacques de Tubize.
Nos NATURE DES TERRAINS Profondeurs
mètres
de à
1 Sable suartzeux gris 5.50 6.50
2 Sable quartzeux gris, avec cailloux roulés
et débris de grès 6.50 7.30
3 Grès et cailloux de silex roulés 7.30 7.60
4* Sable quartzeux gris, glauconifère 7.60 9.50
5* Sable finement quartzeux, gris,
glauconifère 9.50 10.40
6* Argile sableuse, grise, glauconifère, avec
débris de grès psammitique 10.40 10.50
7* Débris de grès psammitiques 10.50 11.00
Interprétation probable (F.Halet,6-10-1933):
Pléistocène: 2m10
Landenien: 2m80
Cambrien (?): 0m60
-----------------------------------------------------------------------
PL.ITTRE 115E Aardkunige dienst
M.GULINCK van België
312 (III) (1ste vervolg)
PROEFBORING
uitgevoerd te DWORP,
bij de Brouwerij WINDERICKX,
door de Firma DE MARTELAERE,
Topographische ligging opgetekend door W.CLAESSENS,
de 13.5.1959.
Grondstalen verzameld door de aannemer.
Aanvang en einder der werken: december 1958.
Boringsmethode: met inspoeling.
Opeenvolgende diameters: 1m tot 7,00m.
Diepte van het water, bij ruststand: 1m;
tijdens het pompen: 8m
met een debiet van 1.500 liters per uur ongeveer.
Benaderende hoogte van de beganen grond boven de
zeespiegel: 44
Totale diepte: 14.00m.
Volgnummer AARD DER GRONDLAGEN Diepte m.
1-2 Leemhoudend zand 1.00 2.00
3-5 Grof kwartz zand 3.00 5.00
6 Idem met stukken gebleekte glauconiethoudende
kiezelstandstenen (Landeniaan L1c ?) 6.00
7-8 Zeer fijn groen zand 7.00 8.00
9 Zeer fijn donker groen zand 9.00
10 Kwarts 10.00
11-12 Vergruisde groenachtige phylladen 11.00 12.00
13-14 Vergruisde groenachtige kwartsieten 13.00 14.00
VERMOEDELIJKE AARDKUNDIGE VERKLARING-M.GULINCK,8.6.1959
Pleistoceen: 0 - 6.00m.
Landeniaan: 7.00 - 10.00m.
Devilliaan: 11.00 - 14.00m.
WATERONTLEDING
Verwijzing: Laboratorium van C.E.R.I.A., de 6.1.1959.
Totale hardheid: 50,0
Bestendige hardheid; 16,5
Tijdelijke hardheid: 33,5
Alkaliteit M.O.: 6,9
P.P. acide.
Theoretische samenstelling:
Nitrites 0
Nitrates faibles traces.
Opmerkingen. Matières organiques cm3 KMnO4 N/100 % cm3 1,5
WATERONTLEDING.
Verwijzing: Laboratorium van C.E.R.I.A., de 6.1.1959.
Plaats: DWORP (TOURNEPPE), Brouwerij WINDERICKX.
Diepte: 11m ongeveer.
Regiem: 5 m3/u.
Totale hardheid: 37
Bestendige hardheid: 10
Tijdelijke hardheid: 27
Alkaliteit M.O.: 6,45
P.P. acide.
Theoretische samenstelling.
Fe 0
Nitrates faibles traces.
Nitrites 0
Opmerkingen: Matières organiques cm3 KMnO4-N/100 % cm3 = 2,1
