Skip to content. | Skip to navigation

Personal tools

You are here: Home / arch / 114E / 114E0099.txt

114E0099.txt

ADMINISTRATIEVE & TECHNISCHE GEGEVENS
------------------------------------------------------------------------------
Kaart nr.: 114E
PLAAT: Sint-Pieters Kapelle
Nr.: 099 (V, a)
Type Boring: kernboring B7
Topografische kaart: 38/4
Uitgevoerd te: Sint Pieters Kapelle
Post nr.: 1541
Adres boorplaats: weverbergh, veld

Opdrachtgever:
Boorfirma: Crystal Drilling
Boordatum: september 1997
Topografie:
Stalen door:
Boormethode: spoeling + gekernd
Lengte & doormeters: PQ, HQ

Grondwaterstanden:
1ste maal:
Bij rust:
Tijdens pompen:
Debiet:
Waterzaak nr.:
Totale diepte:
Stalen bewaard:
Maaiveld / ref. peil: 47m
X: 124.840
Y: 154.560
NIS code: 35017

------------------------------------------------------------------------------
BOORBESCHRIJVING
------------------------------------------------------------------------------
Nr. * Diepte Basis * AARD DER GRONDLAGEN
------------------------------------------------------------------------------
Spoelmonsters:

00.00m – 01.50m geelbruine tot roodbruine leem
01.50m – 03.00m geelbruine tot roodbruine leem
03.00m – 04.50m geelbruine tot roodbruine leem met zeer fijn zand
04.50m – 06.00m idem
06.00m – 07.50m idem

Kernen vanaf 7.50m

07.50m – 08.20m (kist 1)

geconsolideerd geelroodbruine lemig bruin zand tot 50cm, daaronder verweerde
bruingrijze schalie, verbrokkeld, waarschijnlijk keien uit een grintlaag.





08.20m – 09.00m (kist 1)

mengsel van geelbruin lemig zand en brokken schalie, rolkeien van kwarts,
gedeeltelijk aaneengekit grint. Recuperatie ongeveer 50% onderste 6cm
geconsolideerd geelroodbruin zand

09.00m – 10.00m (kist 1)

Aaneengekit lemig zand, geelroodbruin tot grijsbruin, zonder rolkeien.

10.00m – 11.00m (kist 2)

lengte 53cm, zelfde lemig zand, wordt donkerder naar onderen

11.00m – 12.00m (kist 2)

lengte 60cm, zelfde donker lemig zand tot zandige leem

12.00m – 13.00m (kist 2 en 3)

lengte ongeveer 1m, weinig geconsolideerde zandige leem tot lemig zand,
gestoord door het boren. Voelt soms echt kleiig aan. Afwisseling van
donkerbruingrijze klei en roodbruin lemig fijn zand, dikte den laagjes
centimetrisch tot decimetrisch (?) Onderste 15cm zandig met grindkeien: silex
en kwarts, afgeplat en gerold.

13.00m – 14.00m (kist 3)

lengte 1m. Losse grintkeien, overwegend kwarts maar ook silex en schalie,
gemiddelde 1 à 2cm maar soms tot 4cm, gerold en/of afgeplat. Waarschijnlijk
grint. Vanaf 75cm kleiïg zand. Vanaf 90cm verweerde groengrijs schalie
13.90m, dak van de sokkel

14.00m – 15.70m (kisten 3 en 4)

Lengte 170cm. Brokkelig verweerde schalies, grijsbruin. Gelaagdheid op 10°. Op
15,00m tot 15,01m sporen van druksplijting op 40°, lichte zandige laagjes met
onregelmatige dikte, donkere keiige laagjes, millimetrisch.
15.70m staal voor chitinozoa

15.70m – 18.75m (kisten 4 en 5)

Lengte 305cm. Brokkelige gelamineerde schalie, met zwarte laagjes in
lichtgrijze zandige laagjes, centimetische en millimetrisch. Bovenaan sterk
versteend, geleidelijk frisser. Kernen sluiten soms aan gelaagdheid
subhorizontaal, soms wat steilen, 10° op 16,80m, 5° op 17,20m, 15°op 17,70m,
10° op 18,50m. De gelaagheid heeft vaak micro-ondulaties. Sporen van
drukslijting, op 30° tot 40°, duidelijk rond 18,50m op 35°

18.75m – 21.75m (kosten 6 en 7)

lengte 3m. Brokkelig, kernen sluiten zelden aan. Zelfde gelamineerde
donkergrijze schalie, gelaagdheid met micro-ondulaties, en soms duidelijk
zichtbare druksplijting. Bruin verweerde zones en af en toe frisse kernen.
Gelaagdheid 25° op 20cm, 40° op 60cm, 30° op 100cm, steeds tegengesteld aan de
helling van de druksplijting op ongeveer 35°. 19.40 staal voor mineralogisch
onderzoek, grafiet !) De donkerrgrijze schieferige laagjes zijn ampelietisch.
Gelaagdheid blijft zwak hellend, subhorizontaal rond 210cm, 5° op 295cm
Onderaan fijne zandige laagjes (0.5 tot 2mm) met enkele pyriet-kristalletjes
afwisselend met bredere donkergrijze ampelietische schalielaagjes. Diaklaasvlak
op 30° (druksplijting) met dun filmpje van pyriet. Intersectie gelaagdheid –
splijting op 10°, duidelijk op zandige laagjes (21,70m).

21.70m tot 24.75m (kisten 7 en 8)

lengte 3m. Kernen soms aaneensluitend, soms erg brokkerig. Donkergrijze tot
zwarte gelamineerde schalie. Dunne lichtgrijze zandige laagjes, millimetrisch.
Gelaagdheid 10° op 20cm, 10° op 50cm. Zone rond 50 – 70cm sterk verbrokkeld.
Van 60 tot 70cm fragmenten van aderkwarts. Ook grijs-zwarte ampelietische
brokstukken, grafiet? (22.30m staal voor mineralogisch onderzoek)
Rond 130cm een wittere zone, zandig zeer, fijn gelamineerd, met druksplijting
40° en gelaagdheid 20°. Op 220 tot 240cm verbrokkelde zone met aderkwarts.
Kwarts-brokstukken tot 6cm, (waarschijnlijk 1 ader van 6cm dik) met holtes met
chloriet (wazige groene concentraties) en een beetje pyriet. Vanaf 250cm sterk
verweerd, grijs zwarte schalie.

24.75m – 27.40m (kisten 9 en 10)

lengte 250cm. Kernen soms aaneensluitend, soms brokkelig. Zelfde donkergrijze
tot zwarte gelamineerde schalie. Gelaagdheid zwak hellend, 30° op 15cm, 20° op
50cm (splijting 30° op 50cm, helling tegengesteld). Op 85cm plots een plooi,
daaronder is de gelaagdheid evenwijdig aan de druksplijting op 40°. Rond 90-
95cm verbrokkelde zone. (25.60m tot 25.90m brokstukjes met grafiet?).
Gelaagdheid subhorizontaal van 110 tot 180cm.
De gelaagdheid is 40° naar links gedraaid. t.o.v. de druksplijting
(tegenwijzerzin bovenaanzicht) Lineatie helling 15°. Af en toe pyrietkorrels in
zandige laagjes. Op 180 – 200cm opnieuw een plooi, bovenaan is de gelaagdheid
(40°) tegengesteld aan de drukslijting (40°) op 193cm de scharnier, daaronder
is de gelaagdheid evenwijdig (30°). Van 200 tot 250cm gelaagheid regelmatig,
brokkelig.

27.40m – 28.50m (kist 10)

lengte ongeveer 110cm, sterk verbrokkeld gesteente, zwartgrijze schalie met
fijne laminaties gelaagheid waarschijnlijk constant op 35 à 40°

28.50m – 29.80m (kisten 10 en 11)

Lengte ongeveer 150cm, brokkelig gesteente. Fijn gelamineerde zwartgrijze
schalie. Gelaagdheid met plooien. Gelaagdheid bovenaan regelmatig, op 30°. Van
10 tot 20° (geleidelijk steil, dan plots afgesneden door een breukje (op 20°)

over 1 à 2cm microplooitjes, daarna weer regelmatig op 22°, van 20 tot 65cm.
Van 50 tot 60cm zandige zone met geelbruine tint (ruberaftie?) en wat pyriet
Van 65 – 80cm een plooi, open, met vertikaal stuk rond 75cm, microplooitjes van
deel van kern. Vanaf 80cm gelaagdheid regelmatig op 20°, verspreide pyriet –
korrels. Sterk verbrokkeld 95 –110 cm. En 120 – 135cm met pyriet –
kristalletjes.

NOTA: Op 29.80m wordt overgeschakeld naar een smallere diameter, van 85mm naar
62mm.

29.80m – 32.30m (kisten 11 en 12) diameter 62mm

Lengte 245cm, kernen sluiten niet goed aan Zelfde zwartgrijze gelamineerde
schalie, Regelmatig gelaagde zones wisselen Of met sterk geplooide stukken.
Gelaagdheid bovenaan 10°, splijting op 15° evenwijdig met gelaagdheid. Op 90cm
twee lensvormige kwartsaders (tot 5mm) op 45°, met geelbruine verkleuring. Tot
160cm regelmatig zwak hellende gelaagdheid. Er zijn fijne onregelmatige
pyrietadertjes (minder dan 1mm, kronkelend). Horizontaal 130 – 140cm. Vanaf
160cm begint een plooi, op 160cm gelaagdheid 10° tegengesteld aan splijting, op
170cm 60°, op 180cm 75°, op 185cm vertikaal deel van scharnier, op 190 – 195cm
sheargelaagdheid in splijtingsvlak. Pyriet, enkele grote kristallen.
Verbrokkelde 195 – 228cm. Op 235cm opnieuw een S-plooi, met gelaagdheid
evenwijdig van splijting. Gelaagdheid, vertikaal op 240cm, daarna verbrokkeld.
Monster voor chitinozoa p 30.75m (J. Verniers)

32.30m tot 33.90m (kisten 12 en 13)

lengte 160cm, sterk verbrokkeld, zelfde gesteente, structuur niet altijd
duidelijk bovenaan fijn gelamineerd, zwartgrijzer ampelietische schalie,
gelaagdheid 10°. Van 50 tot 85cm verbrokkeld, met grote pyriet-nesten,
gelaagdheid gaat vertikaal staan. Vanaf 85cm weer zwak hellend. Van 140 tot
160cm microplooitjes, algemene tendens blijft dezelfde. Op 140cm veel pyriet.
(32.50m, staal voor chitinozoa)

33.90m – 36.90m (kisten 13,14,15)

lengte 290cm. Kernen sluiten beter aan, maar niet overal. Zelfde fijn
gelamineerde zwartgrijze schalie, gelaagdheid met plooien. Gelaagheid bovenaan
30° zoals drukslijting. Op 20-25cm brokkelige zone. Daaronder eerst vertikaal,
dan 50°(tegengesteld) van 30 tot 40cm, 30° op 50cm, op 60cm breukje
verbrokkeld. Van 60 tot 80cm, shear-laygering volgens splijting, op ongeveer
40°, met plooitjes en breukjes. Op 82cm scharnier van een plooi, daaronder
staat de gelaagdheid subvertikaal, eerst nog microplooitjes van 85 tot 95cm.
Gelaagdheid vertikaal tot 120, dan ombuigend tot 25° op 130cm, 10° op 150cm,
horizontaal op 180, mooie opschuivingsbreukjes op 192cm (pyriet in zandige
laagjes (mm) in gekruiste gelaagdheid, op 175 – 176cm. Pyriet rond 225 – 230cm.
Pyriet ook rond 40 – 45cm, geelbruin verkleurd)

36.90m – 39.90m (kisten 15 en 16)

Lengte 285cm. Kernen meestal aaneensluitend. Subvertikale diaklaas met pyriet,
van 3 tot 70cm. De gelaagdheid is regelmatig, enkel microlooitjes. Fijne
laminaties in donkergrijze schalie. Waarschijnlijk distale turbidiet met dunne
lensvormige b-laag (Bouma). Polariteit is normaal (?) Af en toe pyriet
gelaagheid 10° op 80cm, 10° op 140cm, 10° op 200cm. (tegengesteld aan
splijting), op 240cm lokaal 30°

39.90m – 42.95m (kisten 16,17,18)

Lengte 310cm. Kernen sluiten meestal goed aan. Zelfde gesteente, fijn
gelamineerde donkere schalie. Gelaagdheid regelmatig zonder plooien, 15° op
10cm, 28° op 15cm, 7° op 25cm, 10° op 40cm, 12° op 60cm (steeds tegengesteld
aan druksplijting die maar vaag te zien is, op 30°). Licht gestoord rond 70cm.
Van 70 tot 80cm barst met pyriet, subvertikaal.
Gelaagdheid 20° op 110cm. Van 115 tot 140cm een schuine onregelmatige barst met
pyriet en geelbruin poedering mineraal (sideriet?) (41,20). Gelaagdheid 10° op
165cm, 40° op 170 tot 180cm, horizontaal 190 – 195cm. Van 205 tot 215cm
microplooitjes en duidelijke druksplijting op 40°, pyriet. Idem tot 225cm.
Gelaagdheid lokaal loodrecht op splijting. 225 – 245cm horizontale gelaagdheid.
Op 260cm 5° volgens druksplijtingsrichtingen, idem tot onderaan, 5° op 300cm

42.95m – 46.00m( kisten 18 en 19)

lengte ongeveer 3m. Verbrokkelde zone van 200 tot 235cm en van 280 tot 300cm.
Er zijn plooien aanwezig. Fijn gelamineerde donkergrijze schalie. 0 tot 58cm
gelaagdheid zwak hellend, 10°, geen drukslijting zichtbaar. Van 27 tot 31cm
geelbruingrijze laagjes. Op 58cm een schuin breukje op 40°, vanaf hier is
drukslijting zichtbaar op 40°, en staan de lagen hellend, tegengesteld aan
splijting 50° op 70cm, ombuigend naar horizontaal op 75cm, 35° op 80cm, 20° op
100cm, veel microplooitjes. Opnieuw een breukje op 40° op 110cm, daaronder
staat de gelaagdheid steiler, 70° op 130cm. Op 148cm een plooischarnier,
daaronder subhorizontaal. Vanaf 148cm weer zwak hellend 10° zoals bovenaan, tot
166cm.
Op 166cm breukje, met pyriet, eigenlijk een doorgebroken scharnier, daaronder
opnieuw steil. Gelaagheid 80° tussen 166cm en 190cm. Op 190cm een plooi,
gelaagdheid buigt om naar subhorizontaal. Sterk uitgerokken tussen 190cm en
200cm, langs druksplijting op 40°. Van 200 tot 235cm verbrokkeld, gelaagdheid
ten dele op ongeveer 45°, af en toe pyriet.
Van 235 tot 270cm gelaagdheid ondulerend rond 40°, loodrecht op talrijke
breukjes volgens de splijting op 40°. Vanaf 270cm subhorizontaal,gebroken,
vanaf 280cm verbrokkeld, onduidelijke gelaagdheid. Weinig pyriet.

46.00m – 49.05m (kisten 19, 20, 21)

lengte 305cm, verbrokkeld rond 55cm, 100cm en 200 – 210cm. Zelfde gelamineerde
grijze schalie, met plooien, breukjes en microplooien. Druksplijting niet
altijd duidelijk. Pyrietkristallen tot 4mm in niet gelamineerde zandige zone
rond 90 – 100cm. Gelaagdheid bovenaan subhorizontaal, 15° op 11cm, 20° op 20cm,
geen laminaties 85 – 105cm. Van 110 tot 190cm regelmatig ondulerende laminaties
op 20° tot 25°, drukslijting tegengensteld op 35° - 40°, soms met kleine
breukjes. 195 – 205cm verbrokelde zone is de helling iets steiler, de
drukslijting meer uitgesproken, met breukjes. Gelaagdheid 40° op 220cm, 50 op
240cm, vertikaal op 250, horizontaal op 260cm, verder 10°tot 15° van 270 tot
300cm, veel ondulaties

49.05m – 52.10m (kisten 21 en 22)

lengte 305cm. Zelfde gelamineerde donkergrijze schalie. Zwak hellende
gelaagdheid, 10° op 10cm, een horziontale fijnzandige laag met convoluted
bedding. Opnieuw gelamineerd subhorizontaal tot 112 – 118cm opnieuw een zandige
laag met verspreide pyriet, -kristalletjes. In het gesteente in het algemeen
zit verspreide pyriet. Vanaf 118cm, verder subhorizontaal geleidelijk steiler
tot 246cm, 10° op 150cm, 20°op 170cm, sterk ondulerend,25° op 190cm, 30° op
210cm, 40 op 220cm, 4° op 230, 70° op 24cm, sterk ondulerend, plots ombuigend
tot horizontaal op 246cm, daaronder sulbhorizontaal, 5 tot 10° volgens richting
van drukslijting. De slijting is vooral te merken in het steile, 30° op 44cm
(druksplijting niet duidelijk). Subhorizontaal 55-60cm, 15° op 75cm, 20° op
82cm. Verpreide pyriet, geen adertjes

52.10m – 55.15m (kisten 22,23,24)

lengte 305cm
zelfde fijn gelamineerde schalie, gelaagdheid, maakt plotse sprongen: kleine
breukjes. Bovenaan gelaagdheid op 55° van 0 tot 20cm. Brokkelig rond 20 – 25°,
daaronder subhorizontaal (10 –15°) tot 52cm. Van 52 – 60cm shear folding, sterk
ondulerend, met slijting op 45°, gelaagdheid tegengesteld. Van 60 tot 65cm
zandige laag met convoluted bedding. Daaronder tot 112cm fijn gelamineerd zwak
hellend 5° tot 10°, enkele verspreide pyriet – kristallen. Van 112 tot 148cm
sterk geplooide zone , microplooitjes zeer mooi rond 130cm. Slijting duidelijk
(40 – 45°). Van 148 tot 250cm. Subhorizontaal regelmatig, gelaagdheid 5° tot
10°. Pyriet in zandig laagje op 160cm, bleek geelbruine laagjes op 170 –171cm
en 184-186cm. Kleiïg grijs verbrokkeld laagje rond 212 –214cm. Van 250 tot
300cm gelaagdheid erg gestoord, afwisselend evenwijdig met slijting
uitgerokken, en stroken loodrecht daarop met microplooitjes. Vanaf 300cm terug
subhorizontaal.


55.15m – 58.25m (kisten 24 en 25)

Lengte ongeveer 310cm, geen goede aansluiting, zelfde gelamineerd gesteente met
storingen in de gelaagdheid: 35° op 5cm, 20° op 20cm en op 30cm. Gestoord rond
40-50cm, druksplijting niet duidelijk. Vanaf 50cm steiler, (35° tot 40°) maar
druksplijting niet duidelijk. Op 77cm een witgeel gelamineerd laagje (1cm) op
30°. Gelaagdheid 30° tot 90cm. Op 90cm begint plots een plooi, met scharnier
rond 92 – 93cm, met asduiking ongeveer 40°. Onderste flank staat
waarschijnlijk overkipt, met duidelijke splijting op 50° en gelaagdheid eerst
evenwijdig, dan loodrecht (vanaf 102cm) op slijting. Van 110 tot 125cm
verbrokkeld, met geelbruine vlekken van verwering (56,40m). Van 130 tot 150cm
gelaagdheid 45°, op 150cm plots geplooid, op 155cm 70° ondulerend, 170cm 70°,
plooit om tot 40°.
Vanaf 174cm (breukje) weer 60°. Tussen 178 en 186cm sterk gebroken shear
folding (deels vertikale gelaagdheid) volgens splijting op 45°. Van 186 tot
196cm gelaagheid (laminatie) regelmatig op 30°. Van 198 tot 265cm een sterk
geplooide en gebroken passage, deels met breksie-uitzicht, duidelijk splijting
op 45°, gelaagdheid gemiddeld loodrecht erop, sterk wisselend. Verbrokkeld
gesteente rond 260 –265cm. Vanaf 265 tot 310cm regelmatig gelamineerd, zonder
plooien, gelaagdheid 35°. Geen pyriet.

58,25m – 61,30m (kisten 25,26,27)

lengte ongeveer 300cm. Zelfde gelamineerde grijze schalie, nog meer gestoord.
Hier zit pyriet in splijtingsvlakken en adertjes, soms ook in zandige laagjes.
Macroscopisch geen andere sulfidem te zien. Plooi op 5cm, bovenaan steiler,
onderaan subhorizontaal. Plooias volgens splijting op ongeveer 30° - 25°. Op
18cm plooi in andere richting. Op 24cm opnieuw een plooi in andere richting. Op
24cm opnieuw een plooi, platgeknepen, assen steeds ongeveer 30°. Van 25 tot
33cm breksie-achtig uitgerokken volgens splijting op 20° tot 30° (twee
richtingen). Mogelijk nog meer plooien tussen 35cm en 55cm, pyriet in aders en
barsten. Gelaagdheid 70° op 45 – 50cm. Van 55 tot 80cm zwak hellend (10°)tegen
splijting. 80 – 85cm verbrokkelde zone. Vanaf 90cm regelmagitiger, gelaagdheid
40° op 95cm, tegengsteld aan splijting, 10°op 114cm, 5°op 125cm, 132-137cm
zandige zone met wat pyriet, 10° op 137cm. Van 140 tot 200cm plots een
duidelijke spijting op 30°. Gelaagdheid zwak hellend tot ondulerend (165cm)
(tegen splijting). Op 170cm barst met pyriet. ondulatie van gelaagdheidsbanden
rond 190cm. 200 – 205cm zandige zone met pyriet. 205 – 218cm gelaagdheid 30°
volgens splijting. 218 tot 235cm, geplooid ondulerend, met pyriet. 235 – 245cm
subhorizontaal gelaagd, 245 tot 256cm subvertikaal ondulerend, daaronder weer
subhorizontaal tot 275cm, dan weer gestoorde met veel onulaties, en pyriet, in
shear folding.

61.30m – 64.40m (kisten 27,28,29)

lengte 305cm. De kernen zijn steviger en sluiten beter aan. Zelfde grijs
gelamineerde gesteente, iets zandiger. Gelaagdheid eerst steil, daarna
subhorizontaal splijtig duidelijk, af en toe pyriet, geen andere sulfiden.
Gelaagheid 30° op 10cm, 60°op 20cm, 30° op 30cm, druksplijting 35°
tegengesteld, 65° op 40cm, 40° op 50cm, 70° op 60cm, vertikaal op 70cm, 40° op
80cm, 70° op 90cm, vertikaal 100 – 140cm, 40° op 150cm, 40° op 160cm, 30° op
80cm, 70° op 90cm, vertikaal 100- 140cm, 40° op 150cm, 40° op 160cm,30° op
180cm, 20° op 200cm, horizontaal 215 – 225cm, 5°op 240cm, wordt steiler tot
252cm. Breukje op 252cm, daaronder subhorizontaal 10°. Op 270cm 20°, 280 tot
300cm 20°. Pyriet komt voor in splijtingsvlakken, als verspreide kristallen, en
soms in zandige laagjes.

64.40m – 67.75m (kisten 29 en 30)

Lengte ongeveer 310cm. Kernen sluiten niet goed aan, verbrokkeld rond 75cm, 190
– 210cm en 230cm. De druksplijting is maar zelden duidelijk. Er zijn plooien
maar de volledige structuur kan moeilijk gereconstueerd worden.
Zelfde gebande en gelamineerde zandige schalie. De zandige laagjes zijn dikker
en talrijker dan hoger. Gelaagdheid 20° op 5cm, 40° op 20cm. Van 30 tot 60cm
een plooi in een zandige laag (5cm dik), op 45cm scharnier, zeer open,
vertikale gelaagdheid. Gelaagdheid 50° op 60cm, splijting is hier op 40°.
Zwarte band met koolstof (?) op 67 – 73cm. Gelaagdheid ongeveer 30° op 100cm,
gedraaid t.o.v. van splijting (?). Helling van gelaagdheid blijft zwak (20 –
30cm) tot 170cm. Af en toe pyriet in aggregaten van enkele mm. Van 170 tot 190
gelaagdheid gestoord, sterke microplooien, richting van splijting is
onduidelijk, er is geen vaste referentie in de plooien te oriënteren. Van 190
tot 210 sterk verbrokkelde donkergrijze schalie met veel organisch materiaal.
Van 220 tot 245cm druksplijting in schalie evenwijdig met gelaagdheid, op 40°.
Van 245 tot 260cm vertikale gelaagdheid, vanaf 260 ombuigend tot gelaagdheid,
min of meer evenwijdig is met splijting. Van 270 tot 310cm afwisselend
evenwijdig met splijting en loodrecht erop, sterk doorsneden door breukjes
splijting. Pyriet soms in splijtvlakken, soms ook als verspreide aggregaten.

67.45m – 70.50m (kisten 30,31 en 32)

Lengte 310cm, kernen sluiten beter aan maar niet overal. Zelfde gelamineerde
donkergrijze schalie, meer keiig. Bovenaan sterk versneden volgens breuk
splijting op 40° – 50°. Van 30 tot 60cm sterk verbrokkeld. Gelaagdheid sterk
gestoord, afwisselend evenwijdig en haaks op splijting, op centimeter-schaal.
plooischarnier (?) op 70cm, horizontaal op 65cm. Opnieuw sterk gestoord tot
90cm, dan regelmatig gelaagd van 90 tot 107cm, op 35°. Er is meer verspreide
pyriet, meestal gebonden aan zandige laagjes. Van 110 tot 215cm is de
gelaagdheid relatief regelmatig, op 30 tot 40°, tegengesteld aan de
spijtingsrichting, ook op 40°. Van 215 tot 227cm een sterk verstoorde band met
breksie-uitzicht en verspreide pyriet-aggregaten. Van 227 tot 310cm opnieuw
regelmatige gelaagdheid,steeds fijn verminderd tot 20° ondulerend, op 30 à 40°,
onderaan verspreide pyriet. De splijting verdwijnt naar onderen toe.

70.50m – 73.55m (kisten 32 en 33)

Lengte 30,30cm. De kernen zijn steviger, en sluiten beter aan, behalve op 65cm
en 270cm. Over heel de lengte is de gelaagdheid regelmatig zwak hellend,10° à
20°, in een richting tegengesteld aan de splijting (30 – 40°) die zwak
uitgesproken is. Van 247cm tot 260cm een zandige, donkere band met verspreide
pyriet. Op 275cm een gelamineerde band met gele laagjes (siderniet ? fijne
ijzeroxiden?), met wat pyriet. Veel verspreide pyriet –aggregaten van 1 tot 3mm
groot.





73.55m – 76.60m (kisten 33,34,35)

lengte ongeveer 305cm. Kernen sluiten bovenaan goed aan, verder niet meer.
Zelfde, gelamineerde tot gebande grijze schalie. Bovenaan tot 120cm, zwak
hellende gelaagdheid, 5 tot 15° ondulerend, tegengesteld aan vage splijting.
Verspreide pyriet, meestal gebonden aan sommige laagjes, maar op 25cm in een
barst op 20° die de gelaagdheid snijdt. Ook op 82cm in een adertje op 30°. Op
120 tot 135cm een verbrokkelde zone, zwart, met verspreide pyriet (74,80m).
Van 135 tot 220cm subhorizontale gelaagdheid, brede banden, zandiger en
kleiïger. Een steile diaklaast van 180cm tot 210cm, met pyriet en yzeroxiden.
Vanaf 220cm wordt de helling groter, 40° tot 20°,lokaal sterk versneden langs
breuk-splijting tussen 265 en 290cm. Gelamineerde banden wisselen af met niet
gelamineerde centrimentirische banden.

76.60m – 79.65m (kisten 35 en 36)

lengte 305cm, kernen sluiten opnieuw beter aan (behalve 225-230cm) gelaagdheid
20° op 10cm, 20° op 20cm. Van 26tot 35cm een breksie-band met kwartsietische en
fyllietische fragmenten, georiënteerd op 40° volgens de spijting loodrecht op
de gelaagdheid. Deze band is in de gelaagdheid mooi afgelijnd. Gelaagdheid 25°
op 40cm, 25° op 56cm, 22° op 66cm, 35° op 85cm, 40° op 100cm, 50° op 125cm, 30°
op 135, 45° op 150m, 40° op 160cm, 20° op 176cm, 30° op 195cm, 25° op 210cm.
Verbrokkeld tussen 220 en 230cm, met wat pyriet. Daaronder is de gelaagdheid
gestoord. Op 240cm een discontinue kwartsrijke band volgens de splijting op
40°. Van 240 tot 260cm gevlekt uitzicht met gele verweringsplekjes (1mm), en
gelaagdheid schijnbaar volgens de drukslijting. Vanaf 260cm is de gelaagheid
opnieuw tegengesteld, fijn gelamineerd op 30° tot 40° en ondulerend. Van 260
tot 275cm geel verweerd met ijzeroxiden. De splijting is zichtbaar als breuk-
splijting op 40° tot 50°. Fijne pyriet-kristalletjes. Van 275 tot 305cm is de
gelaagdheid 20° tot 30°. Er is een verspreide pyriet, in aggregaten, meestal
volgens zandige laagjes, maar ook geïsoleerde kristallen.

79.65m – 82.70m (kisten 36,37,38)

lengte 310m. Kernen sluiten meestal goed aan. Zelfde gelamineerde grijze
schalie, soms eerder geband. Bovenaan gelaagdheid 30° tegengesteld aan slijting
op 45°. Pyriet op 18cm stratiform (?) en op 25cm. Van 30 tot 50cm een zandige
band, gedeeltelijk witgeelgrijs verweerd met ijzeroxiden. Fijne donkere
laminaties, deels horizontaal, deels op 30 – 40° volgens gelaagdheid, en deels
volgens de splijting. Van 50 tot 165cm gelaagdheid ondulerend regelmatig op
30°, geband gesteente soms versneden volgens breukslijting op 40°. Af en toe
pyriet, in aggregaten in sommige laagjes. Op 165 –174cm en plooitje lokaal is
de gelaagdheid anders georiërteerd, tussen twee breukjes op 30°. Van 174 tot
207cm opnieuw regelmatig gelaagd op 20° met sterke ondulaties. Vanaf 207cm
steilere helling, gelaagdheid 40°tot op 210cm, 35° op 220cm, 20° op 231cm, 40°
op 250cm, 45° op 270cm, 60° op 275, 20° op 282cm, 15° op 295cm. Een poreuse
zandige band 295 – 297cm, 25° op 310cm. Onderaan centimetische lagen. Slijting
zwak uitgesproken, ondulaties volgens de splijting. Pyriet verspreid in kleine
aggregaten. Nog steeds geen andere sulfiden.

82.70m – 85.75m (kisten 38 en 39)

Lengte 300cm. Kernen steviger, sluiten goed aan. Zelfde gelamineerde, soms
gebande schalies met soms dikkere zandige banden. De stucturen zijn meer
gestoord. Gelaagdheid 20° op 10m, 30° op 20cm, 40° op 25cm, horizontaal op
31cm, 10° op 36cm. Van 42 tot 48cm subhorizontaal ondulerend, zandig, met
pyrietkristalletjes tot 2mm. De splijting is vaag in dit bovenste stuk, op 40°.
gelaagdheid 22° op 55cm, 25° op 60cm, sterk ondulerend. Van 61 tot 76cm een
lichtgrijze zandige laag, sterk doorsneden volgens splijting op 40°, schear-
folding is hier duidelijk. De bovenliggende gelamineerde band is gedeeltelijk
vertikaal gesteld.
Op 85cm gelaagdheid 10°. Plooi van 93 tot 113cm, met vertikale gelaagdheid op
95-105cm. Op 110 – 113cm laagjes volgens de splijting op 40°, daaronder
(breukje) opnieuw tegengesteld aan splijting, gelaagdheid 35°. Pyriet onder
meer in breukje. Gelaagdheid regelmatig (35°ondulerend) tot 140cm. Daarna
steiler en geplooid, 60° op 150cm gebroken volgens de breuksplijting op 40°,
70° op 160cm. Tot 175cm gebroken en geplooid, overschoven. Op 175cm een
breukvlakje zoals 113cm. Onder 175cm staat de gelaagdheid opnieuw zwak hellend
(30°), tegengesteld aan splijting. Van 175 tot 250cm regelmatig banden op 30 à
35°, afwisselend gelamineerde en niet gelamineerde banden, centrimetisch. Van
250 tot 280cm sterk gebroken volgens de splijting op 40°, gelaagdheid zwak
zichtbaar. Pyriet in barsten. Van 280 tot 300cm opnieuw overwegend gelaagheid
zichtbaar, op 40° tot 50°. Pyriet komt af en toe voor, geen andere sulfiden, er
zijn ook geen kwartsaders.

85.75m tot 88.80m (kisten 39,40,41)

Lengte 308cm. Kernen meestal goed aansluitend, behalve op 130cm, 145cm. Helling
van de gelaagdheid tegengesteld aan de breuk- druksplijting. De helling wordt
steiler naar beneden toe. De gelaagdheid onduleerd. Zelfde gelamineerd en
geband gesteente, met zandige en fyllietische lagen. Gelaagdheid 52° op 10cm,
60° op 25cm, 70° op 40cm, 70° op 50cm (sterk gelamineerd en gebroken volgens
splijting), 50° op 60cm, van 75 tot 110cm een zandige band, fynisch verweerd en
verbrokkeld, een diaklaas loopt op 75° - 80° door deze band en bevat wat
pyriet. De diaklaas staat ongeveer loodrecht op de splijting (40°) waarlangs
het gesteente heeft. 110 – 120cm gelaagdheid erg gestoord, ondulerend, niet
gelamineerde mudstone; zandig stuctuurloor (?) 120 – 130cm, verbrokkeld 130 –
135cm. 130 – 143cm vertikaal gelaagd, zandig, onderaaan plooitjes. Opnieuw
verbrokkeld, zandig, rond 145cm. Vanaf 150cm gelaagdheid. Opnieuw duidelijk
door ondulerende laminaties, op 50° tot 60°, 70° op 175cm, 70° op 190cm,
crenulaties, 60° op 210cm, vertikaal 220 – 225cm. 70°overhellend op 235cm,
horizontaal breukje op 242cm. Veel breukjes van 200 tot 242cm. Daaronder
vertikaal ondulerend tot 270cm. Afbuigend naar 70° op 280cm, 75° op 290cm,
65°op 300cm. Breuk – splijting opvallend vanaf 290cm, met veel kleine breukjes,
weinig pyriet, in barstjes

88.80m – 91.85m (kisten 41 en 42)

Lengte ongewoon 300m, Kernen verbrokkeld rond 120 – 145cm. Veel pyriet in
adertjes op 150 – 160cm, regematig aders, geen andere sulfiden zichtbaar.
Gelaagdheid steil tot vertikaal. Splijting soms goed te zien, soms onduidelijk.
Gelamineerde tot gebande donkergrijze schalie. 0 – 20cm ondulerend ongeveer
vertikaal, van 20 tot 35cm afbuigend naar 70° volgens richting van
druksplijting. Op 40cm fijn gelamineerd, niet ondulerend, op 50°, op 50cm 40°,
van 50 tot 85cm sterk gebroken volgens de breuksplijting, op 40° tot 55°. Op
75° een diaklaas op 50° in donkergrijs laagje. Vanaf 85cm steiler, op 100cm
60°, vanaf 120cm verbrokkeld, in niet gelamineerde fijne leisteen. Vanaf 140cm
terug steviger kernen. Druksplijting evenwijdig met gelaagdheid, op 30°. Op 150
– 160cm anastomoserende pyriet-adertjes, deels evenwijdig met splijting, deels
subvertikaal. Van 160 tot 175cm een plooi in het gesteente, 175 tot 200cm een
zandige bank die ongeveer vertikaal staat. Van 200 tot 300 subvertikale
gelaagdheid donkere band met fijne laminaties aan weerszijden, ondulerend, met
duidelijke splijtig op 45 – 50°. Op 290cm 80° overhellend. Op 295cm – 300cm,
pyriet, in brede adertjes en massief.


94.85m – 94.90m (kisten 42,43,44)

lengte 309cm. Kernen sluiten volledig van gelaagdheid, overwegend subvertikaal,
in het midden van de kern breksieachtig gestoorde. Van 0 – 40cm donkergrijze
zandige laag, ongeveer vertikaal met doorgebroken ondulaties. Van 40 – 130cm
overhellend gelaagdheid, gelamineerd en geband, op 70° tot 60°, sterk
ondulerend, splijtig zwak zichtbaar op ongeveer 40°. Van 130 tot 195cm een
breksieuze laag, met kwartsiet en fyllietfragmenten, en breukjes volgens de
splijtingsrichting. Af en toe pyriet, vooral onderaan, in splijtigshoekje op
195cm. Van 195cm tot 250cm een subvertikale band, op 80°, ondulerend. Van 250
tot 280cm gelaagdheid opgebroken volgens splijting 30°, in zandige band.
Van 280 tot 309cm regelmatige laminatie, eerst 60° op 285cm, dan 80° op 295,
Terug 60° op 309cm.
Pyriet vooral aan de basis van de breksie-zone, op 195cm.

94.90m – 97.95m (kisten 44,45,46)

Lengte 303cm. Kernen sluiten meestal goed aan. Zelfde gelamineerde tot gebande
kwartsietische schalie. Steile gelaagdheid, met ondulatie, splijting matig
zichtbaar.Gelaagdheid 50° op 15cm, 80° op 30 – 35cm, 65° op 47cm, 60 ° op 70cm,
55° op 80cm,45° op 90cm,40° op 100cm, 30° op 120cm, 40° op 145cm , 20° op
165cm, 60° op 170cm, 60° op 190cm, 70° op 210cm, vertikaal op 230 – 240°,
vertikaal ondulerend tot 303cm onderaan. Er is een steile diaclaas met
oneffenheden, tussen 175 – 225cm, met pyriet, (chalcopyriet?) en een poreus
geelbruin mineraal, mogelijk sideriet. Losse stukjes (97cm). Pyriet komt
tamelijk veel voor, volgens sommige laagjes, maar ook in spleten volgens de
druksplijting op 30° tussen 110cm – 130cm. Ook pyriet in adertje op 294cm

97.95 tot 101.00m (kisten 46 en 47)

Lengte 305cm, aaneensluitende kernen, stevig kwartsfyllietisch gesteente, met
gelameerde banden en niet- gelamineerde banden. Gelaagdheid steil tot
subvertikaal, met veel ondulaties. Splijting zwak uitgesproken op ongeveer 30°.
Gelaagdheid 0 – 35cm subvertikaal ondulerend, rond 30cm parallelle breukjes
volgens druksplijting op 30° gelaagdheid 80° op 40cm, 75° op 60cm, 80° op 80cm
vertikaal (plooias) op 90cm, 75° op 100cm. Tussen 115 en 130 gestoord, 80° op
135cm, wazig gestoord 140 – 148cm, 70° op 155cm, vertikaal, 163 – 170cm, 30° op
180cm, 60° op 200cm, gestoorde horizontale zandige lens (2cm) met pyriet, rond
205cm. Gelaagdheid 65° van 210 tot 220cm, 55° op 230cm, sterk ondulerend, 50°
op 245cm, 70° op 260cm, 65° op 270, 55° op 280cm, 50° op 290cm, 45° op 300cm,
ombuigend naar horizontaal. Tussen 70 en 120cm is een onregelmatige diaklaas,
zonder mineralen. Er is verspreide pyriet, o.a. in zandige zones tussen 165 en
220cm, en rond 240 tot 270cm. Stratiform in oorsprong? (Kristallen tot 2mm),
geen kwartsaders, ook geen andere sulfiden.

101.00m – 104.05m (kisten 47,48,49)

Lengte 306cm. Kernen sluiten goed aan. Zelfde gebrande, soms gelamineerde
schalie met plooien. Druksplijting zwak zichtbaar, gelaagdheid 30° op 10cm, 50°
op 25cm, 20° op 35cm, 20° op 40cm, 5° op 60cm, subhorizontaal tussen 65 en 90cm
met stroken georiënteerd volgens de splijting op 30°. Verspreide pyriet-
kristallen, ook pyriet in fijne adertjes georiënteerd volgens de splijting op
30° tussen 12 en 20cm, zelfde tussen 35 en 40cm. Op 95cm de scharnier van een
plooi, de lagen staan daaronder overhellend op 55° (100cm), 60° op 120cm, 60°
op 140cm, 80° op 160cm, vertikaal ondulerend 160 – 180cm, daarna terug
overhellend, 75° op 200m, vertikaal 230cm, 85° op 250cm, ondulerend, dan
vertikaal van 280cm tot 290cm, daarna langzaam terug rechtop, 60° op 295cm.
Onderaan 300 – 306cm wazige gelaagdheid, de splijting valt meer op. Verspreide
pyriet, maar voor het eerst in deze boring fijne calciet-adertjes (minder dan
1mm) subvertikaal vanaf 100cm tot 150cm, en verder op 225cm op 30°, en
subvertikaal (75°) van 260 tot 282cm

104.05m – 107.10m (kisten 49 en 50)

Lengte 305cm, aansluitende kernen. Gebande, deels gelamineerde kwartsfylliet,
helling meestal steil, met plooien. Gelaagdheid 60° op 10cm, 50° op 45cm,
tussenin erg gestoord door breukjes volgens splijting op 40°. Een calciet-
adertje 0 – 10cm bijna evenwijdig met gelaagdheid, 3cm lager een nieuw adertje
met pyriet en calciet kristallen, in diaklaas, ook evenwijdig met gelaagdheid.
Van 50 tot 85cm vertikale ondulerende band, op 90cm ombuigend tot
splijtingsrichting, klein breukje op 90cm. Opnieuw vertikaal 90 –100cm dan
zandige band tot 120cm, met pyriet in fijne adertjes rond 115 – 120cm. Van
120cm tot 150cm sterk gelamineerde band op 55°, daaronder steiler, 80° op
170cm, vertikaal tot 230cm. Tussen 239 en 250cm gestoorde zone ,met pyriet,
deels laminaties volgens druksplijting op 40°. Daaronder opnieuw steile lagen
op 80° (270cm) verminderd tot 70° onderaan. Pyriet verspreid, vaak in zandige
lagen, soms in splijtingsvlakken (250 – 300cm) geen andere sulfiden, geen
kwartsaders.

107.10m tot 110.15 (kisten 50,51,52)

Lengte 305cm. Stevige aansluitende kernen. Zelfde gebande en lamineerde
kwartsfylliet, met verspreide pyriet. Druksplijting duidelijke; plooien. Op 1cm
druksplijting op 40°, gelaagdheid 70°; kleine hoek tussen beide, helling van de
intersectie 30°. Gelaagdheid op 20cm 80°, op 30cm 70°, op 60cm 60°,
gelamineerde zandige laag met grote pyrietkristallen (tot 5mm). Gelaagdheid op
90cm 60°. Op 105cm een breukje volgens de splijting, op 40°, de gelaagdheid
verandert van richting, doorgebroken plooitje. Op 110cm 70° (tegengesteld),
120cm 85°, tot 180 subvertikaal, gelamineerd, met duidelijke splijting op 35°
tot 40°. Vanaf 170cm geleidelijk ombuigend tot de richting van de splijting. Op
200cm 73°, op 220cm 70° daaronder erg gestoorde laag, mogelijk synsedementaire
structuur, ondulerend. Op 270cm 70°, van 270 tot 300cm een gelamineerde band,
op 70°. Vanaf 290cm plooi, ombuigend, vertikaal op 300, plooischarnier op
303cm, daaronder evenwijdig met splijting. Pyriet komt veelvuldig voor in
kristallen verspreid, vooral in zandige laagjes, ook in splijtings- en
diakaasvlakken. Op 275 – 280cm een fijn (1mm) adertje met calciet en kwarts, op
55° tot 50, ondulerende haaks of gelaagdheid.

110.15m – 113.20m (kisten 52 en 53)

lengte 306cm, aansluitende kernen. Splijting duidelijk ,veel verspreide pyriet-
kristallen. Zelfde gesteente, iets donkerder, de donkere banden zijn niet
gelamineerd, de lichtere banden wel. Op 55-60cm een calciet-adertje (2mm) met
sulfiden op 45°, snijdt gelaagdheid, kleine hoek met splijting. Bovenste 6cm
geplooid, van 6 tot 25cm regelmatige gelaagdheid volgens druksplijting op 30°.
25-33cm donkere band zonder laminatie, met interne plooiing, op 35cm opnieuw
gelaagdheid op 30° volgens splijting. 73 – 75cm subhorizontale zandige band met
pyriet. op 85cm gelaagdheid ondulerend op 20°, op 92cm 10°, subhorizontaal tot
105cm daarna hellend in andere richting (tegengesteld aan splijting). Op 110cm
20° gelaagdheid. Van 110 tot 165cm regelmatige laminaties, ondulerend, op 10°
tot 20°. Vanaf 165cm steiler, 60° op 190cm, of 215cm 50°, op 225cm 30°, 255cm
30° gelaagdheid soms woelig (synsedimentaire?), op 269cm 20°, op 290cm 25°, op
300cm 20°. Verspreide pyriet in zandige laagjes en in splijtingsvlakken. Met
het blote oog geen andere sulfiden.

113.20m – 116.25m (kisten 53,54,55)

lengte 290cm. Kernen sluiten meestal goed van behalve rond 150 – 160cm, waar
een verbrokkelde zone is, met adertjes van pyriet en calciet (114,70cm). Ook
rond 225 – 240cm is er zeer veel pyriet, nogal massief, zonder zichtbare andere
sulfiden. Zelfde gesteente. Gelaagdheid op 10cm 15°, op 30cm horizontaal, op
50cm 30°, op 60cm 40°. Kleine brokjes evenwijdig van splijting op 35 à 40°,
tussen 50cm en 60cm, opnieuw rond 71 – 74cm. Tot 120cm afwisselend zwakke
helling tegengesteld aan druksplijting, en evenwijdig met splijting – Pyriet in
zandige laagjes, maar ook in spijtingsvlakken rond 55cm, 70 – 75cm, 80cm, 95cm,
125cm – 135cm, 160cm. Gelaagdheid geband tussen 120 en 150cm, wat gestoord. Op
150cm verbrokkeld. Ader met calcietkristalletjes op 3cm afstand een evenwijdige
ader met pyriet (114.70m. De laagjes lopen hier evenwijdig met de
breuksplijting, de pyriet- en calciet aders niet, ongeveer loodrecht op
splijting. Gelaagdheid op 160cm 70°, op 166cm 40°. Daaronder een donkere band,
enkele cm lager breuksplijting met evenwijdige gelaagdheid. Op 180cm een
kwartsader (3mm) op 20°, met wat pyriet. Tot 200cm gelaagdheid op 40-50°
volgens splijting, vanaf 200cm subhorizontaal, tot 222cm, met soms gekruiste
gelaagdheid. 224 – 238cm strook met sterke splijting. Vanaf 238cm
subhorizontale gelaagdheid, met druksplijting op 40°, veel ondulatie in de
gelaagdheid, 10° op 280°, 20° op 290°.

Kern 116,25m tot 119,30m (kisten 55,56,57)

Lengte ongeveer 310cm. Kernen sluiten goed aan, behalve op 80 – 90cm, en op 140
– 160cm waar het gesteente verbrokkeld is rond de aders. Zelfde gesteente, meer
pyriet, zowel verspreid als in aders. Meer kwartsaders. Gelaagdheid
subhorizontaal over de ganse lengte van de kern, naar onderen toe 10° tot 20°
hellend, tegengesteld aan druksplijting. Richting van druksplijting waaiert
tussen 30 en 50°. Op 82cm tot 90cm een wigvormige kwartsader door het
gesteente, tot 1,5cm onderaan, met pyriet, schuin op 50° tot 60°. Mogelijk ook
chalcopyriet, sphaleriet en galeniet. Op 130 – 135cm enkele parallelle
kwartsadertjes, die vertrekken van een kwarsietisch laagje, met pyriet. Deels
verbrokkeld (117,60m), met sideriet? Op 166cm subhorizontale kwartsader. Van
186cm tot 210cm een reeks kwartsaders, bovenaan subhorizontaal heel (2cm) met
pyriet, verbonden daarmee parallelle kwartsaders in spleten volgens de
druksplijting, op 40 tot 60°, dikte 5mm bovenste aders, 1 à 2mm onderste. Met
pyriet.

119,30m – 122,35m (kisten 57 en 58)

Lengte 311cm, aansluitende kernen, zelfde gesteente, iets meer kwartsitisch.
Veel pyriet, meestal in zandige laagjes geband gesteente, gelaagdheid zwak
hellend. (minder dan 20°) over heel de lengte van de kern, onulaties. Splijting
overal aanwezig, op 30. Tot 40°. Op 6cm pyriet lens volgens de slijting. Op 156
– 161cm een horizontale laag, zandig, met verspreide pyriet.
Op 273 tot 304cm een donkere zandige band met sulfiden, vooral pyriet, maar ook
arsenopyriet? Andere? Onderaan een schuin adertje (1mm) op 70°, vooral kwarts,
ook wat pyriet. Juist op de overgang naar de volgende pas is er een
verbrokkelde zone, donkere schalie, met pyriet (+ chalcopyriet?) in de
splijtingsvlakken en /of gelaagdheidsvlakken (112.35).

122.35m – 125.40m (kisten 58,59,60)

Lengte 284cm. Bovenaan een verbrokkelde zonde met pyriet (112.35m) daarna
aansluitende kerven. Zelfde gesteente, bovenaan subhorizontaal gelaagd (10°)
Scharnier van plooi op 80 – 86cm, daarna steiler dan druksplijting, 60° op
100cm, nog steeds 60° op 190cm. Van 190cm tot 250cm subvertikaal, 80° op 210cm,
85° op 240cm. Plooi op 250 – 260cm tot 40° op 260cm. Breukje op 262 volgens de
splijting op 40°, met pyriet Fe-oxiden, andere sulfiden? Gelaagdheid 70°
gelamineerd op 270cm, met kleine breukjes op 40° ongeveer loodrecht, erop.
Opnieuw breukjes, gemineralieerd met Fe-sulfiden, op 35° op 277cm. Daaronder
buigt de gelaagdheid af naar de andere richting, op 70°. Veel pyriet in deze
kern, vaak in sommige zandige laagjes, maar ook in dunne adertjes volgens de
splijtingsrichting op ongeveer 40°, op 84cm, 106cm, 116cm, 147cm; in
subvertikaal adertje op 160-165cm. Pyriet in kristallen op 190 – 200cm in
ondulerend zandig laagje, subvertikaal. Op 229cm een dun (1mm) met pyriet en
Fe-oxiden op 30°, snijdt de splijting en de gelaagdheid. Tenslotte op 262 en
276cm de adertjes volgens de splijting.

125.40m – 128.455m (kisten 60,61)

lengte 305cm, aansluitende kernen. Zelfde geplooide en gebroken kwartsietische
fylliet, geband en gelamineerd, met duidelijke splijting op 40°. Ingewikkelde
structuur, veel microplooitjes en breukjes. Gelaagdheid eerst subparallel met
splijting, 55° op 5cm, 50° op 40cm, 70° op 50cm. Open plooi rond 60 – 65cm met
vertikale gelaagdheid (63cm). Op 70cm 70° in tegengestelde richting, op 110cm
50°, op 120cm 15°. Op 125cm ombuiging tot vertikaal, dit is een plooi in de
andere richting, subvertikaal tot 140cm, daarna opnieuw subparallel met de
splijting, 70° op 145cm, 70° op 190cm, 70°op 220cm, vertikaal op 230cm, 80°
tegengesteld op 250cm. Op 270cm een breukje, daaronder opnieuw subvertikaal in
ander richting, 80° op 290cm, vertikaal op 300cm. Er is pyriet in zandige
laagjes of lenzen, op 25cm, 45 tot 65cm (laagje), 107cm, 166cm, 180-185cm, 196,
280 – 285cm. Ook pyriet in splijtingsvlakken op 40cm, 60-70cm, 76-81cm, 106cm,
203cm. Sommige fijne adertjes volgens de splijting vertonen bruinkleuring door
ijzeroxiden.

128.45m – 131.50m (kisten 31,62,63)

lengte 305cm. Aaneensluitende kernen. Verandering in lithologie. Dikke zandige
banken (kwartsiet) met kwartsaders en sulfiden. Van 0 tot 48cm is het gesteente
fyllietisch, gelamineerd tot geband. Gelaagdheid ongeveer 80° op 10cm,
subparalllel met splijting, 60° op 22cm, met pyriet in zandige laagjes. Meer
kleiïge banden op 40cm, hellig 50°. De splijting varieerd tussen de 30° en 40°,
er zijn vaak ijzeroxiden in de adertjes. Vanaf 48cm, langs een contractvlak op
60°, met zwakke hoek ten opzichte van de splijting (hier op 50°), is het
gesteente kwartsietisch. Kwartsiet van 48 tot 142cm geen duidelijke
gelaagdheid, wel een fyllietische lens tussen 100 en 110cm. Er is verspreide
pyriet in de kwartsiet en kwartsaders op 81cm met chalcopyriet, galeniet,
schaleriet, pyriet, ook op 95cm – 103cm (ader op 50°), op 110cm ader in
splijtingsvlak (fylliet). Van 142 tot 185cm een fyllietische intercalatie,
gelaagdheid 10° op 145cm, plooien op 152 – 160cm, 60° op 162cm in zelfde
richting als splijting op 20°, op 185cm 60°. Splijting steiler op 185cm.
Contact 70°. Van 185 tot 305cm opnieuw kwartsietisch met gemineraliseerde
kwarsaders, op 235 – 236cm, op 265 – 280cm schuine ader 3cm op 60°, met
sideriet(?), pyriet, sphaleriet, hematiet(?), chalcopyriet, geen calciet. Op
302 – 305cm kwartsadertjes + een bruin vezelig radiaalstraling mineraal
goethiet? Er is ook verspreide pyriet in de kwartsiet. (rutiel? Sphalariet?)

Kern 131,50m – 134.55m (kisten 63 en 64)

Lengte 305cm, aaneensluitende kernen. Bovenaan kwartsiet met gemineraliseerde
aders, daarna weer gelamineerde en gebrande fylliet. 0 – 10cm kwartsader met
pyriet, en geodische vezelige goethiet (?) niet- magnetisch, vormt
radiaalstralige sferische aggregaten. Ook geodische pyriet, en enkele vlekjes
sphaleriet en galoniet. Van 15 tot 30cm een schuine kwartsader met pyriet,
sphaleriet, rutiel?, Fe-oxiden, sideniet; Van 53 tot 64cm een kwartucitieel met
pyriet, sphaleriet, geleniet, sideriet, goethiet. Geen calciet, geen magnetiet.
Op 70cm een dunne ader (1cm) op 10° met kwarts, pyriet, sphaleriet en
ijzeroxiden. Vanaf 80°cm is het gesteente niet meer kwartsietisch, er zijn ook
geen gemineraliseerde kwartsaders meer. Gebande en gelamineerde fylliet, met
vaak ondulerende laagjes. Gelaagdheid 60° op 80cm, blijft schommelen rond 60°
tot 190cm, daarna iets minder hellend, 50° op 213cm 50° op 270cm, 50° op 300cm.
Splijting vaag zichtbaar op ongeveer 30° tot 40°.

134.55m – 137.60m (kisten 64,65,66)

Lengte ongeveer 300cm, verbrokkelde zone op 160 –180cm met slechte aansluiting.
Gesteente is een gebande kwartsietische fylliet, gelaagdheid ongeveer
geörienteerd volgens de druksplijting. Verspreide pyriet in zandige banden.
Gelaagheid 40° op 20cm, 60° op 60cm, van 75 tot 95cm een dikke kwartsietische
band (60°) met pyriet. Vanaf 130cm buigt de gelaagdheid om tot een plooi,
breukje op 148cm, daaronder 15° op 150cm. Steiler in verbrokkelde zone 160 –
170cm, hier is roodkleuring zichtbaar.
Vanaf 180cm gelaagheid regelmatig op 50°, op 230cm 40°, tot 300cm van 40°. Op
210cm een kwartsader 1cm op 50° tegengesteld aan gelaagdheid, op 275cm idem met
pyriet.

137.60m – 140.65m (kisten 66,67)

Lengte 302cm, de kernen sluiten meestal goed aan, behalve op 30cm en 85cm.
Zelfde gelamineerd en geband gesteente, overwegend gelaagd volgens de richting
van de druksplijting. Op 15-20cm een steile onregelmatige dunne ader met pyriet
en ijzeoxiden. Gelaagheid 50° op 20cm, 50° op 50cm, 50° op 100cm. Pyriet in
splijtingsvlakken en ook in onregelmatige adertjes tussen 70 en 85cm, ook
sphaleriet. Pyriet in zandige laagjes op 95cm, en op 105-110cm, ook met
chalcopyriet sphaleriet. Van 101 tot 131cm een kwartsietische band. Gelaagdheid
45° op 150cm, 50° op 200cm, 50° op 250cm, fel versneden sub-parallel met
gelaagdheid, met veel kleine breukjes op ongeveer 50° - 40° tussen 240 en
302cm. In splijtingsvlakken vaak ijzeroxidem en pyriet (dunne adertjes en
lenzen)

140.65m – 143.70m (kisten 67,68,69)

Lengte 305cm, aansluitend kernen. Er is een subvertikale diaklaas van 50 tot
170cm, met mineralisatie van pyriet, sphaleriet, en ijzeroxiden. Losse stukjes
gemineraliseerd (141.30m). Structuur gecompliceerd, met veel breukjes, bovenaan
is de hellig in dezelfde richting als de splijting, tussen 35 en 60cm zijn er
twee gebroken plooien daarna is de helling tegengesteld aan de splijting.
Gelaagdheid 60° op 17cm, vertikaal op 45cm, 20° op 70cm, 50° op 120cm, 50° op
150cm, 30° op 200cm, 50° op 250cm. Van 258 tot 261cm een breksie-band (3cm),
evenwijdig met de splijting op 20°, en haaks op de ondulerende gelaagdheid.
Myloniet? Met sphaleriets pyriet. Gelaagdheid ondulerend op ongeveer 50° van
261 tot 305cm, onderaan ombuigend tot vertikaal. Pyriet vaak in
splijtingsvlakken. Op 178cm pyriet en sphaleriet in zandige band. Op 290cm
pyriet en sphaleriet in splijtingsvlak op 45°, ook chalcopyriet.

143.70m – 146.80m (kisten 69 en 70)

Lengte 301cm, kernen sluiten aan behalve op 10cm. Zelfde gesteente overwegend
hellend in dezelfde richting als de splijting. Gelaagdheid vertikaal op 5 –
10cm, 70° op 35cm, 60° op 55cm, 45° op 80cm. Onregelmatige kwartsader 2mm
tussen 65 en 70cm, met wat pyriet. Zandige band met gekruiste gelaagdheid(?) op
95 – 102cm. Gelaagdheid 40° op 110cm, 40° op 150cm, 35° op 190cm. Enkele
laminaties met bruine ijzeroxiden tussen 186 en 191cm. Toegeknepen plooi op
195cm? Op 205cm en gelaagdheid en splijting vallen samen op 25°. Van 213 tot
230cm buigt de gelaagdheid af, naar 50° tegengesteld aan gelaagdheid. Daarna
vage subhorizontale banden, maar de splijting is hier dominerend.
(Chalcopyriet, sphaleriet)pyriet op 240cm, ook elders in diaklazen.

146,80m tot 149,80m (kisten 71 en 72)

Lengte 310cm, aansluitende kernen. Zelfde kwarsietische fylliet. Bovenaan vage
gelaagdheid subhorizontaal. Op 36cm enkele bruine ijzeroxidische banden op 30°,
van 36 tot 41cm een kwarts-lens met wat sphaleriet en pyriet. Gelaagdheid 35°
op 45cm, 40° op 60cm, 38° op 80cm, 34° op 100cm, 35° op 110cm. Op 110cm is een
klein breukje, daaronder een plooi, en overwegend gelaagdheid tegengesteld aan
de splijting, soms zones met gelaagdheid evenwijdig van de splijting, 20° op
135cm (tegengesteld), op 170cm subhorizontaal. Sulfiden in lensjes op 120cm,
130cm, 160cm gelaagdheid 20° op 200cm, met een strekking die loodrecht op de
splijtingsstrekking staat. Vanaf 210cm buigt de gelaagdheid om, subvertikaal
ondulerend van 220 tot 250cm. Pyriet in opvallende splijtingsvlakken tussen 224
en 233cm. Gelaagdheid op 20° op 250cm. Op 260cm gelaagdheid volgens splijting,
op 40°, op 270cm 70°, daarna ondulerend subvertikaal. Op 262cm pyriet in
splijtingsvlak.

149.80m – 152.85m (kisten 72,73,74)

Lengte 302m, aansluitende kernen. Zelfde kwartsietische donkergrijze fylliet,
met gelaagdheidsbanden die overwegend loodrecht op de splijting staan. 0,5cm
subhorizontaal ondulerend, op 30cm op 55°, op 65cm 70°, op 85cm 40°, op 100cm
subvertikaal met microlooitjes, 70° op 130cm, op 170cm 65°, op 198cm 40°, op
220cm 50°, tussen 40 en 30° van 250 tot 302cm. Pyriet in splijtingsvlakken op
25-30cm, op 70cm, op 80cm, op 110cm-112cm, op 205 – 204cm, op 205 – 207cm, op
240cm

152.85m – 155.90m (kisten 74 en 75)

Lengte 305cm. Aaneensluitende kernen. Grijze kwartsietische fylliet met
intercalaties van breukbreksie, die gerubefieerd en gemineraliseerd is.
Bovenaan is de helling van de gelaagdheid 40° tot 50°, niet constant. Er is
geen laminatie. Op 20cm 60° helling van de gelaagdheid, ondulerend,
tegengesteld aan de splijting op 20° tot 25°. In de splijtingsvlakken zijn
dunne sulfide-adertjes zichtbaar, met pyriet en sphaleriet. Op 50cm een adertje
(2 tot 5mm) met kwarts, pyriet, chalcopyriet en wat sphaleriet, volgens de
gelaagdheid, op 30°, tegengesteld aan splijting, gelaagdheid 30° op 71cm, op
117cm buigt de gelaagdheid om, tot vertikaal, brede banden met witte
gesilicifieerde lagen (?). De splijting is sterk uitgesproken tussen 80 en
152cm. Af en toe wat pyriet en ijzeroxiden in fijne adertjes, meestal volgens
splijting of stratificatie. Op 152-153cm een ader met pyriet en sphaleriet,
volgens de splijting (35°), vanaf 160cm een schuin breukje, dat vertikaal
wordt, als een schub aan de ene kant, aan de andere kant kwartsfylliet, het
breukvlak is opgevuld met pyriet, ijzeroxide en een groen mineraal, mogelijk
smitsmoriet. Op 170 – 175cm een schuine ader, 50°, met pyriet, chalcopyriet en
sphaleriet, ook enkele cm diepe, dikke sphaleriet-ader, 3 tot 8mm, dwars door
het breksieus en niet – breksieus gedeelte. Vanaf 190cm breuk-breksie,
gemineraliseerd en gerubefieerd, met pyriet hematiet, goethiet, chelcopyriet en
sphaleriet, naast kwarts. Breksie van 190 tot 210cm en van 220 tot 240 (minder
gemineraliseerd), daartussen en sterk gelaagde fylliet, ? op 15° tegen
splijting. Op 220 - 240 is calciet aanwezig in schuine adertjes. (154,70 –
155.30m). Op 242 tot 257cm een lensvormige calcietader op 70 tot 80°, met
geodische ontwikkeling van skalenoëdritsche kristallen, daarnaast in de breksie
pyriet. Vanaf 260cm wordt het gesteente terug normaal: gebande fylliet, met
regelmatige gelaagdheid op 25° (260cm) tegen de splijting, 30° op 280cm en 40°
op 300cm.

155,90m – 158,95m (kisten 75,76,77)

Lengte 298cm, aaneensluitende kernen. Gebande kwartsietische fylliet, de
laminaties zijn minder talrijk dan hogerop. Een subvertikale diaklaas van 25
tot 170cm met een dunne gemineraliseerde ader, met pyriet, sphaleriet, goethiet
(losse stukjes (156,70m). Ook elders adertjes met sphaleriet en/of pyriet, op
18-20cm, 25cm (volgens splijting), 70 – 75cm (adertje op 45°), 125-130cm
adertje op 65°, 135cm volgens de splijting op 25°, op 245cm volgens de
splijting, en op 275 tot 292cm adertje op 75°. Gelaagdheid wazig (kwartsitisch)
tot 29cm, subhorizontaal op 30cm, 40°op 45cm, 50° op 80cm, 50° op 105cm, 65°
op140cm, 55° op 200cm; 45° op 225cm, 70° op 260cm, 70° op 290cm, door de wazige
kwartsietische banden is de gelaagdheid niet altijd duidelijk toch zijn vaak
sterk ondulerene laagjes te herkennen. De splijting is meestal vaag, op 0cm
16°, op 200cm 30°, tegengesteld van de gelaagdheid.

158,95 – 162.00m (kisten 77,78)

lengte 305cm, aansluitende kernen, het gesteente is overwegend kwartsietisch,
met gelaagdheidsbanden, helling meestal steil. Pyriet, sphaleriet en goethiet
in dunne adertjes Pyriet heeft meestal een octaëdische habitus. Van 0 tot 10cm
lensjes met pyriet, sphaleriet en galeniet. Van 82 tot 94cm hobbelige ader met
pyriet (kubus en octaéder), goethiet en sideriet (ankeriet?) smithsoniet? in
rhomboëders. Op 125cm en 130cm lensjes volgens de splijting op 35°. Op 175cm
splijtingsvlak met ijzersulfiden. Op 195cm een kwartsadertje met pyriet,
sphaleriet en wat galeniet, op 20° lensvormig. Op 265 – 280cm een
kwartsietische band (niet volgens de gelaagdheid?) met verpreide pyriet in
lensjes en opeenhopingen. Gelaagdheid 50° op 30cm, 70° op 70cm, vertikaal op
85cm, ombuigend, 80° op 100cm in richting van splijting, vertikaal op 130cm,
vertikaal op 160cm, ombuigend tot parallel met splijting tussen 170 en 177cm,
wazig subvertikaal tot 260cm, dan subhorizontaal tot 285cm met dikke
kwartsietische band, daaronder weer subvertikaal, ombuigend in de richting van
de splijting, 70° op 295cm. Er zijn veel kleine breukjes die de gelaagdheid
versnijden volgens de splijtingsrichting, met kleinere verplaatsing.

162.00m – 165.05m (kisten 78,79,80)

Lengte 306cm, aansluitende kernen, gebande kwartsiet, met zichtbare splijting
op 30 tot 40°, de gelaagdheid is zwak uitgesproken. Pyriet en vaak sphaleriet
in adertjes of lensjes volgens de splijting, op 35cm, 80cm, volgens de
stratificatie op 85-90cm. Sulfide-ader op 115cm, op 35° volgens de splijting,
met py–sl-cp. Van 147 tot 160cm een schuine ader met pyriet (octaëders) en
sideriet (romboëders) of (smitsoniet? ankeriet). Adertjes op 230 en 270cm met
pyriet, langs splijting. Gelaagdheid 70° ondulerend tot 10cm, dan ombuigend,
sterk ondulerend en gebroken, subvertikaal, tegengesteld aan splijting, 80° op
50cm, 60° op 85cm. Dikke kwartsietische band van 45 tot 85cm, 60° tot 113cm.
Van 113 tot 122cm druksplijting overheersend, uitgerokken gesteente, op
25°.Daaronder opnieuw (sub)vertikale gelaagheid, vertikaal op 130, 70° op
140cm, 55° op 180cm sterk kronkelend, dikke kwartsietische band van 195 tot
220cm. Gelaagdheid 40° op 220cm, 15° op 240cm, opnieuw kwartsietische band 243
– 268cm. 45° op 270cm, 40°op 280cm, 40° op 295cm. Onderaan kwartsietisch zonder
zichtbare statificatie.





165.05m – 168.10m (kisten 80 en 81)

lengte 290cm, aaneensluitende kernen. Gebande kwartsietische fylliet. De
helling van de splijting is overal ongeveer 20°, maar de strekking is niet
constant. Naar onderen toe is de oriëntatie ongeveer 45° gedraaid in wijzerzin
(bovenaanzicht), dit is hier duidelijk omdat de kernen over 3m goed aansluiten.
Gelaagdheid bovenaan subhorizontaal, zwak zichtbaar, op 40cm 20° tegengesteld
aan splijting. Vanaf 54 cm weer subhorizontaal, gesilicifieerd van 61cm tot
76cm. Vanaf 87cm opnieuw regelmatige gelaagdheidsbanden op 20° tot 25°), tot
200cm, dan geleidelijk steiler, 30° op 235cm, 35° op 260cm, 40° op 280cm, 55°
op 290cm. In vergelijking zijn ze weinig ondulaties. Weinig sulfiden, fijne
adertjes rond 100cm, een adertje (1mm) op 125cm volgens de splijting, idem op
155,177 en 184cm. Op 193cm lens volgens gelaagdheid. Tussen 250 en 275cm
verschillende adertjes volgens de splijting, steeds zeer dun met wat pyriet en
ijzeroxiden.

168.10m – 171.15m (kisten 81,82,83)

Lengte 307cm, aansluitende kernen. Gebande kwartsiet tot kwartsietische
fylliet, gelaagdheid soms zeer duidelijk, soms niet. Splijting van wisselende
intensiteit. Pyriet en soms sphaleriet in lensjes adertjes volgens splijting;
op 30 – 35cm, op 60cm, 88cm, 105 en 210cm een limoniet adertje volgens
druksplijting op 45°. Tussen 225 en 245cm een hele reeks aders en lenzen in
kwartsietische zone, met pyriet en spaleriet. Op 260 – 270cm een schuine ader
(60°) met pyriet. Op 280 – 280cm fijne kronkelende aders, zeer onregelmatig,
met ijzeroxiden en pyriet. Gelaagdheid 40° op 30cm, 60° op 75cm, 80° op 105cm,
40° op 150cm. Van 176 tot 198cm een dikke kwartsietische band met
subhorizontale begrenzing; 20° op 250cm subparallel met splijting; 35° op
270cm, buigt om rond 275cm, 20° andere richting tot 285cm, gevolgd door een
plooi: vertikale gelaagdheid; 50° op 305cm volgens richting van druksplijting.
Ook laagjes volgens de splijting uitgerokken tussen 290 en 300cm.

Kern 171.15 tot 174.50m (kisten83 en 84)

lengte 301cm, aaneensluitende kernen. Diaklaas met ijzeroxiden, pyriet en
chalcopyriet op 255cm – 260cm (173,70m). Tussen 87 en 100cm kwartsaders met
veel chalcopyrit en pyriet, sphaleriet en ijzeroxiden. Elders vooral pyriet in
adertjes en lensjes, meestal volgens een splijting. Op 42cm subhorizontaal,
50cm ook, op 45-50cm volgens gelaagdheid op 50°, op 58cm adertjes op 40°,
adertjes rond 75cm, 115cm (splijting), op 158cm dikke ader (1cm) volgens
splijting 20°, op 215 – 220cm een kwarts-pyriet adertje op 45°, 240 - 247cm
subvertikale pyriet-lens, 267cm lens volgens splijtingsrichting. Gelaagdheid
35° op 3cm, vertikaal 10-15cm, 60° op 30cm tegengesteld aan gelaagdheid, 50cm
kronkelend 50° tot 60°, tussen 70 en 87cm subhorizontaal, ongebroken tot
breksie –uitzicht. 87 tot 96cm donkere band met veel chalcopyriet, van 96cm tot
150cm gebande kwartsiet, subhorizontaal onregelmatige banden met zwakke helling
volgens twee elkaar kruisende richtingen. Van 150 tot 250cm zwak hellende
banden op 20°, haaks op de splijtingsrichting. Tussen 263cm en 268cm een weg
met onregelmatige gelaagdheid, aderkwarts en pyriet (onregelmatig) gelaagdheid
op 270cm 25° tegengesteld aan splijting, 40° op 295cm.

174,20m tot 177.25m (kisten 85,86)

lengte ongeveer 303cm ,slechte aansluiting op 70-75cm, brokstukken (174,90m)
met Fe-oxiden. Gebande kwartsiet, met vage splijting, enkel zichtbaar als
kleine breukjes. Gelaagdheid 45) op 2cm, ombuigend maar vertikaal op 10 tot
30cm, 65° op 35cm, 35° op 50cm, 30° op 60cm, 50° op 80cm, 30° op 110cm, 65° op
120-125 met pyriet in zandig laagje. Tussen 130 en 145cm vertikale lagen met
plooi-scharnier daaronder erg wazig, opgebroken, in kwartsietische band, 10° op
220cm, 250cm subhorizontaal. Scharnier van plooi op 275cm, volgens plooi
tegengesteld op 295cm. Op 265 – 275cm textuur evenwijdig met splijting,
uitgerokken met mich-achtige mineralen opgebroken en georiënteerd (textuur
zoals onderaan in boring, 114E0092) Tussen beide plooitjes 280-290cm
horizontaal. Op 300°cm 45°. Pyriet op 65-70cm, 85cm (splijting 45°) 110cm, 120-
125 gelaagdheidsband, Van 140 tot 195cm een reeks vertikale kronkelige adertjes
(max 1mm) met pyriet en Fe-oxiden. Pyriet-band op 243cm op 30° volgens de
splijting.



177.25m tot 180.30.m (kisten 86,87,88)

Lengte 305cm, aansluitende stevige kernen. Het gesteente is kwartsietische met
fijn verdeelde georiënteerde mica's of mica-micahoundende fragmentjes. Er is
schijnbaar een metamofe foliatie die zich bij de splijting voegt. Het
splijtingsvlak zelf is ondulerend, tussen 25° en 40°, duidelijk te zien op een
stuk omstreeks 30cm. Van 0 tot 210cm valt de gelaagdheid samen met de foliatie.
Daarna verdwijnt de foliatie en zijn er terug gelaagdheidsbanden: ombuiging tot
20° tegengesteld aan splijting (foliatie), 10° op 255cm, wordt steiler in
kwartsietische band. 70° op 270cm, 60° op 290cm, 65° op 305cm. Pyriet in
adertjes en lensjes op 27cm, 51cm, 103cm (volgens foliatie), 140 – 145cm,
180cm, weinig sulfiden.

180.30m – 183.35m (kisten 88 en 89)

Lengte 305cm, aansluitende kernen. Zelfde gebande fyllietische kwartsiet, met
gelamineerde laagjes. Intense plooiing en breukjes. Splijting duidelijk op
ongeveer 30 – 40°, soms opgevuld met sulfiden. Gelaagdheid 60° ondulerend op 0
– 5cm, 60° op 15cm, 25° op 28cm, 60° op 45cm, 45° op 65cm, 42° op 110cm, 22°
130cm, 15° op 150cm, 30° op 191cm. Op 205cm een scharnier van een plooi,
daaronder subvertikale gelaagdheid, 75° op 211cm met zelfde oriëntatie als
splijting. Vanaf 215cm verander de textuur: er is een foliatie, met verspreide
mica's, op ongeveer 51°, er zijn wel banden, o.a. lichtbruin rond 290cm, met
muscoviet (?), en pyriet en chalcopyrier in kwartsadertje. Pyriet komt verspeid
voor, maar ook in adertjes volgens de splijting, opp 40 – 50cm, 60cm, 85 –
90cm, 120cm, 130 – 135cm ,sphaleriet(?) op 73cm in laagjes. Op 115cm een lens,
volgens de gelaagdheid, van een bruin mineraal (sphaleriet?) met Fe-oxiden. Op
169cm pyriet-lens volgens gelaagdheid. Pyriet op 185cm, 211cm. Op 280 –290cm
veel pyriet, en een kwartsadertje (5mm) met chalcopyriet, volgens de splijting
op 40°, dit is de orientatie van de foliatie. Het gesteente is uitgerokken in
die richting. Op 295 – 300cm pyriet –lens volgens splijting.


186.45m – 189.50m (kisten 91 en 92)

Lengte 301cm. Aaneensluitende kernen. Gebande kwartsiet met lichtbruine
muscoviethoudende laagjes, ook kwartsaders subparallel met de algemene
stuctuur. Zeer weinig sulfiden. Wat pyriet op 50cm en op 75-80cm, mogelijk met
hematiet. Bovenaan kwartsiet met wazige subhorizontale gelaagdheidsbanden, en
een splijting op 20° op 5cm, 35° op 10-20cm, 45° op 30cm. Vanaf 50cm mooier
afgelijnde banden van muscoviet, kwartsiet, kwarts, gelaagdheid 5° op 60cm, 0°
op 100cm, 5° op 140cm, 0° op 190cm. Splijting blijft op 30-35°. Gelaagdheid 15°
op 210cm. Op 230cm een schuine kwartsader (3cm dik) op 45°, zonder sulfiden,
iets steiler dan de gewone splijting, daarrond musconiet-houdende banden.
Gelaagdheid 10° op 250cm. Vanaf 270cm is er een gelaagdheid uitgerokken volgens
de splijting op 40°, met banden.


189.50m – 192.50m (kisten 92,93,94)

Lengte 308cm, aansluitende kernen. Gebrande kwartsiet met fyllietische laagjes,
deels lichtbruin muscoviet-houdend. Kwartsaders, meestal steriel, op 150-155cm
chalcopyriet, massief in een kwartsader, met pyriet, mogelijk ook
arsenopyriet (?) in slhaleriet. Splijting op 20° tot 30°. Gelaagdheid rond 15-
20° evenwijdig met splijting. Op 70cm een dun (1mm) kwartsadertje kronkelend op
ongeveer 50°. Idem op 80 – 85cm, gebroken kwartsadertjes. Van 113 tot 123cm
kwartslens, met geodische holten, 125-137cm dikke kwartsaders, steriel. 152 -
165cm kwartsader met bovenaan sulfiden, onderaan steriel. Op 240-247cm
kwartsader 5 - 7cm dik, steriel, op 10 - 20° kwartsaders op 254 (2cm dik) en
275cm (1 tot 3cm dik)

Kern 192.50m – 195.55m (kisten 94,95)

Lengte 304cm. Aansluitende kernen. Gebande fyllietische kwartsiet met
muscoviethoudende lichtbruine laagjes, en een goede splijting met variabele
strekking (waaiert uit over bijna 90°, rond een bepaalde gemiddelde richting).
Kwartsaders, maar zonder sulfiden. Gelaagdheid meestal volgens splijting, 30°
op 50cm, 35° op 100cm, 32° op 150cm, 40° op 200cm. Vanaf 185cm zijn er twee
richtingen voor de banden, ze doorsnijden elkaar. Op 185cm gelaagdheid 35,
tegengesteld aan splijting op 30°. 230 - 241cm gelaagdheid 30° ondulerend,
tegen splijtingsrichting, op 245cm kwartsietband op 35° volgdens de splijting,
naar onderen overgaand in een laminatie tegengesteld aan de splijting.
Gesteente uitgetrokken langs splijtingsrichting. Van 260 tot 304cm gelaagdheid
op 40° volgens splijting.

195.55 – 196.30m (kist 96)

lengte 77cm. Aansluitende kernen. Zelfde gebande kwartsiet, met wazige
gelaagdheidsbanden, meestal volgens de splijting op 30° tpt 20°. Rond 30 - 40cm
veel lichtbruine muscoviet. lensvormige kwartsader (2cm) op 72-74cm, volgens
splijting. Geen sulfiden. Op 196.30m sluit het gesteente niet goed aan. Brokjes
fylliet (196.30m)

196.30m – 198.60m (kisten 96 en 97)

Lengte 224cm. Kernen sluiten meestal aan, behalve bovenaan en op 174cm, waar
witte verbrijzelde mica zit (muscoviet? Pyrophylliet?). (198.04m)
Zelfde gebande kwartsiet met fyllietische lagen, geen sulfiden. 0-31cm
gelaagdheid volgens de splijting op 35°. Van 31 tot 44cm aan één zijde van de
kern laminaties wit(kwarts) en bruin(muscoviet), ondulerend op 20° tot 30°
tegen de splijting, aan de andere zijde van de kern een kwartsader of – lens.
Van 44 tot 55cm kwartsiet met sporen van splijting (?) op 50°, vanaf 55cm plots
splijting op 25-30°. Dikke kwartsietische banden, 3 tot 10cm dik, wisselen af
met gelaagde fyllietishe banden, op 30-40°, evenwijdig van de splijting

198.60m – 199.00m (kist 97)

Lengte 36cm. Aansluitende kernen, ook onderaan en bovenaan. Kwartsietisch
gesteente, bovenaan met fyllietische wazige banden op 35°, daarna meer
breksieus uitzicht. Gelaagdheid onduidelijk onderaan, geen sulfiden. Wel
verspreide muscoviet-lenzen.

199.00m – 201.60m (kisten 97,98,99)

lengte 257cm. Aansluitende kernen. Zelfde kwartsietische fylliet, met
gelaagdheidsbanden evenwijdig aan de splijting op 20 tot 30°. Op 225cm een
niveau met aaneengekit breukmateriaal, recente breksie? Subhorizontaal, de
splijting is lokaal gestoord. Van 225 tot 235cm is de druksplijting golvend,
met wisselende strekking, en helling tussen 5 en 30°, fyllietisch gesteente.
Rond 236-242cm een dikke subhorizontale kwartsader, 3 tot 6cm dik, zonder
sulfiden. Op 255cm gelaagdheid en splijting op 40°.

201.60m – 204.50m (kisten 99 en 100)

lengte 290cm, enkele verbrokkelde zones, op 40cm, met aderkwarts (202m) en op
60-70cm, met wat pyriet (202.25).
Het gesteente is gevarieerd. Van 0 tot 65cm gebande fylliet met veel
onregelmatige kwartsaders, brokkelig. Splijting op 30° tot 40° golvend. Rond
60cm subhorizontale banden met kwarts en pyriet (chalcopyriet?), brokkelig. Van
65 tot 130 regelmatig gelaagde gebande fylliet met veel lichtbruine muscoviet-
houdende laagjes, subhorizontaal, gelaadheid 15° op 100cm, 15° op 120cm. Pyriet
verspreid in laagjes, ook langs een diaklaas op 80-90cm op 65°. Rubefactie
langs deze diaklaas. Op 130-135cm meer pyriet in aggregaten. Hier begint een
gestoorde zone. Van 130 tot 190cm een breksie, met stukken lichtbruine fylliet,
kwartsiet, zelfde gesteente als gewoonlijk, maar opgebroken tot fragmenten van
enkele mm tot enkele cm, en is een oriëntatie zichtbaar (splijting) op ongeveer
20°, met een strekking ongeveer loodrecht op de gewone splijting. Van 190 tot
290cm weer regelmatig gelaagd, met zwakke helling, ongeveer 10°. Intercalatie
van breksie op 239-243cm. Pyriet in laagjes. Kleur van het gesteente is beige-
bruin tot witgrijs.

204.50m – 207.45m (kisten 100,101,102)

lengte 300cm. Geen goede aansluiting. Verbrokkeld rond 10,20 en 30cm met een
herboord stuk, brokstukken fyllietisch. (204,70m). Tweede verbrokkelde zone
rond 55-65cm (205.10 – 205.30cm) met rubefactie in diaklazen rond 80-90cm, met
pyriet. Bovenste 20cm gestoorde fylliet, splijting op ongeveer 40°. Daaronder
onverwegend kwartsietisch, fijn gelaagd, evenwijdig met splijting op 10-20°.
Veel sulfiden, in laagjes van diaklazen. Op 80-90cm, diaklaas met pyriet en
hematiet (rubefactie). Pyriet op 100cm, 110cm, 131-132cm, 145cm, (kwartslaag),
150-155cm in kwartslens, 165-166cm pyriet en hematiet. Van 180 tot 194cm
microplooitjes, bovenaan en onderaan zelfde gelaagdheid, helling ongeveer 15°,
strekking gedraaid (90°?) Van 200 tot 215cm meer microplooitjes in
kwartsietlaagjes. Op 225-227cm een subhorizontale kwartsrijke band met pyriet,
chalcopyriet, sphaleriet, assenopyriet? Op 265cm een adertje volgens de
splijting, met pyriet, chacopyriet,sphaleriet. Tussen 230 en 300cm ook veel
pyriet in adertjes volgens de splijting.

207.45m – 209.50m (kisten 102 en 103)

Lengte 202cm, aansluitende kernen. Splijting zwak uitgesproken, onregelmatige
met wisselende strekking. Van 0 tot 36cm grijze gebande kwartsietische fylliet,
gelaagdheid subhorizontaal. Van 36 tot 202cm lichtbruine tot witgrijze
fyllietische kwartiet met lichtbruine muscovietische banden. Tussen 95 en 120cm
geboundineerde kwartsietische laagjes met helling 25° tot 30°. Druksplijting
idem tussen 36cm en 202cm, maar het gesteente breekt willekeurig door. In
dialaasvlakken zit witte klei (pyrophylliet? Muscoviet?) Op 65cm een nodule met
pyriet. Op 15-18cm een schuine dialklaas met een donkergroen fijnkorrelig
mineraal, met twee tinten groen. Chloriet?

209.50m – 210.80m (kist 103)

lengte 130cm, aansluitende kernen. Gebande fyllietische kwartsiet, deels
breksie, met lichtbuine muscovietische laagjes. Geen sulfiden. Oriëntatie der
laagjes ongeveer 15° van 0 tot 35cm. Vanaf 35cm steiler, met een scharnier in
kwartsietisch gesteente op 47-48cm, daaronder breksieachtig tot 90cm.
Regelmatig gelaagd 90-100cm, dan weer breksie-laagjes, subhorizontaal op 20cm
een diaklaas op 30° met witte klei gevuld. Op 70 – 80cm idem, onregelmatige
steilere diaklaas met witte klei.

210.80m – 213.85m (kisten 103,104,105)

lengte 302cm. Aansluitende kernen. Van 0 tot 142cm gebande kwartsiet-fylliet
met witgrijze kleur tot 42cm, dan bruine tot grijze banden, regelmatig, op 20°
tot subhorizontaal. Pyriet in laagjes, volgens de splijting en in adertjes.
Splijting zwak, op ongeveer 25°. Tussen 65 en 75cm pyriet, chalcopyriet en
sphaleriet in een adertje op 50° dat de gelaagdheid snijdt. Pyriet op 110-120cm
en op 130° volgens de splijting. Vanaf 142cm is het gesteente geplooid, met een
scharnier op 157cm. Gelaagdheid 30° op 170cm, tegen de splijting. Nota: de
splijting heeft hier een andere strekking dan hoger, de kernen sluiten aan.
Gelaagdheid 80° op 190cm, 50° op 210cm, 60° op 225cm, 15° op 238cm, horizontaal
op 260cm, Vanaf 270cm weer regelmatig gelaagd, lichtbruin, op 15-20°, volgens
richting van de splijting. Tussen 180 en 200cm pyriet, verspreid en in fijne
adertjes op 55°, op 30° volgens splijting en ook volgens de steile gelaagdheid.

213.85m – 216.90m (kisten 105,106)

lengte 310cm, kernen sluiten aan, met ronddraaiende sporen op 72cm. Hoeveelheid
sulfiden neemt toe naar onderen. Geseriencitiseerde zone, witte en lichtbruine
muscoviet-kleur, en veel pyriet. Losse brokjes (214.50m) veel fijne seroriet.
Er is een goede splijting aanwezig. 0-90cm geen sulfiden, wazige gestoorde
gelaagdheidsbanden, subhorizontaal, witgrijs kwartsrijk tussen 20 en 30cm,
elders hoofdzakelijk lichtgeelbruin. Sterk gelamineerd tussen 45 en 70cm, op
10° tot 20°. Splijting 22° op 0cm, 20° op 45cm. Op 90-95cm pyriet in
cataclastisch gesteente (plooi?) met slijting op 30°. Rond 100-105cm sporen van
ondulerende gelaagdheid op 60° tegen de splijting. Gelaagdheid 15° op 130cm
tegen splijting, 60° op 150cm (brede banden), plooischarnieren rond 160-165cm
in bruin gelamineerd gesteente, 70° op 170cm uitgerokken, met foliatie
(georiënteerde mica's) op 25°. De gefolieerde textuur bestaat tussen 165 en
195cm, opnieuw 230 –270cm en 285 – 305cm. Gelaagdheid vertikaal 200 – 210cm,
50° tegen de splijting op 228cm, plots sub-evenwijdig met splijting van 232 tot
245cm, dan vertikaal en plooischarnier, vertikaal tot 260, dan brede
gepyrietische cataclastische band met gelaagdheid waarschijnlijk loodrecht op
splijting; tot 280cm; gelaagdheid 60° op 220cm, tegen foliatie-splijting op
25°. Gelaagdheid wordt steiler naar onderen. Pyriet in kwartslenzen en aders op
140 – 150cm, 210cm, 240cm, 270cm. Chalcopyriet? Markassiet? Bijna massief
pyriet 270 –290cm in gesteente.

216.90m – 219.95m (106,107,108)

lengte ongeveer 300cm, verbrokkelde zone op 100-110cm (218m), met wat
roodkleuring en pyriet. Gebande kwartsietische fylliet, met sericitisatie,
gelaagdheid steil tot vertikaal, duidelijke splijting, in zones met gefolieerde
textuur (niet-continue mica's). Lichtbruine zones 135 – 145cm en 185 – 200cm.
Splijting op ongeveer 25°. Gelaagdheid vertikaal op 30cm, 62° op 50cm (tegen
splijting), 78° op 70cm, vertikaal op 90cm, 85° op 100cm (zelfde richting als
splijting), 80° op 130cm, 75° op 160cm. Vanaf 170cm tegengesteld aan splijting
en sterk versneden: 60° op 180cm, 45° op 200cm, vertikaal op 230 – 250cm met
foliatie, en cataclastisch versneden. Vertikaal met ondulaties tot 275cm,
daaronder ongeveer loodrecht op splijting, maar wazig. Pyriet in vlekken, soms
met aderkwarts, op 16cm, 93cm, 134cm, 159cm. Veel minder sulfiden dan vorige
pas.

219.95m – 223.00m (kisten 108,109,110)

Lengte ongeveer 315cm. Kernen sluiten goed aan behalve op 140cm. Hier is een
breukje(?) met wit sericiet-poeder. De splijting is bovenaan op ongeveer 25°.
Vanaf 140cm is de strekking van de splijting ongeveer 45° naar rechts
gedraaid! (wijzerszin) t.o.v. hoger gedeelte. Gelaagdheidsband loopt echter
door (!) Weinig of geen sulfiden. Kwartsietische fylliet met duidelijke banden,
gesericitiseerd, met ondulerende plooitjes. Gelaagdheid 60° op 10cm (tegen
splijting op 25-30°) 60° op 25cm, vertikaal 40-60cm, 75° op 80cm, tussen 105 en
125cm kwartsiet ondulerend tussen horizontaal en vertikaal, op 140cm vertikaal.
Van 145 tot 215cm gelamineerd volgens de splijting op 25° (uitgerokken?)
Vanaf 215cm afwisselend vertikaal en versneden volgens de splijting. Op 240cm
een breukje(?) met veel wit sericiet-poeder. 240 – 260cm overwegend vertikaal.
De strekking van de gelaagdheid ondergaat hier een torsie in wijzerzin naar
onderen toe! Op 270cm gelaagdheidsbanden op 45° bijna evenwijzig aan de
spijting, 70° op 290cm, 40° op 305cm.

223.00m – 226.05m (kisten 110 – 111)

lengte 305cm. Slechte aansluiting op 55cm, op 115cm en op 270cm. Kwartsiet met
gelaagdheidsbanden. Opvallend veel pyriet, en wat Sphaleriet, rond 249-265cm in
banden volgens de uitgerokken gelaagdheid. Verbrokkelde zone 270 – 275cm
(225.70m). De splijting is hier minder duidelijk, en er is mogelijk een
wisselende strekking van de splijting. Ook de strekking van de gelaagheid, is
niet constant. Gelaagdheid ondulerend op 50° op 20cm, 35° op 40cm, 30° op 60cm,
50° op 80cm, 40° op 100, 40° op 130, 50° op 170. Rond 180cm een plooitje,
onduidelijk, met plotse verandering van strekking (breukje ?), hier begint een
splijting in tegengestelde richting, die een hoek maakt met de strekking van de
gelaagdheid, de intersectie helt 25°. Gelaagdheid 15° op 200-210cm splijting
tegengesteld op 20°. Op 220 – 240cm een bruine zone (muscoviet) met wat pyriet,
gelaagdheidsbanden hebben strekking 90° gedraaid t.o.v. hoger, helling 15-20°.
Dit blijft zo tot 305cm. De splijting is bijna evenwijdig met de helling, op
30°. Pyriet in het gesteente en in kwartslenzen, op 10cm, op 120cm, 140, 155cm,
200cm, 227cm en 249cm-265cm, met sphaleriet

Kern 226.05 tot 228.00m (kisten 111 en 112)

Lengte 188cm, aansluitende kernen, overwegend kwartsietische gesteente, met
fyllitische laagjes. Bovenaan 00 – 15cm duidelijk sericietishe laagjes,
ongeveer evenwijdig met de splijting op 15°. Naar onderen draait de strekking
van de splijting in wijzerszin. Op 17cm mogelijk een scharnier, daaronder is de
gelaagdheid 60° tegensteld aan de splijting. Scharnier op 32cm. Gelaagdheid 20°
op 41cm. Vanaf 50cm banden en cataclastische laminatie evenwijdig met foliatie,
op 40°, afwisselend met geplooide banden, erg gestoord! Pyriet-laagjes volgens
de splijting op 4 cm, 18cm, 36cm en 46cm. Wat sphaleriet? Op 75cm een
kronkelend adertje met kwarts, pyriet en sphaleriet, ook goethiet? Scharnieren
op 100 en 110cm. Van 110 tot 145cm regelmatige gelamineerde gelaagdheid op 45°à
40°, loodrecht op de splijting, op 40° Daaronder subhorizontale gelaagdheid tot
onderaan.

Kern 228.00 tot 229.00m (kisten 112 en 113)

Lengte 120cm, aansluitende kernen. Over heel de lengte kwartsietische fylliet
met regelmatige gelaagdheid, subhorizontaal. Splijting slechts zichtbaar, soms
"foliatie" textuur met mica's georienteerd op 20 – 25°. Op 45 – 50cm veel
musconiet, glijzone (?) op 15°, tussen gelaagdheid en splijting. Geen sulfiden

Kern 229.10 tot 132.15m (kisten 113 en 114)

Lengte 307cm. Aansluitende kernen. Gebande fyllietishe kwartsiet, gelaagdheid
zwak hellend, maar soms verstoord en versneden. Er zijn drie kwartadertjes met
sphaleriet, (honingblende), siltniet stiliet en wat pyriet, op 69 - 71cm
breedte 15mm helling ongeveer 30°, op 80cm breedte 10 tot 12mm, helling 20°, en
op 160cm breedte 10 tot 12mm, helling 20°. De kwartsaders staan volgens de
splijting – te analyseren voor Au, Ag en Z. Van 0 tot 55cm gelaagdheid woelig,
meestal volgens de splijting op 30° of subhorizontaal. Gelaagdheid op 65cm 50°
juist boven de kwartsader. Tussen beide kwartsaders ongeveer 20° hellend
(tegengesteld aan aders) Van 85 tot 120cm gelaagdheid zoals de splijting op 20°
tot 30°. Mogelijk een isoklinale plooi met scharnier op 120cm; Sericietlaagje
op 112cm. Vanaf 170cm gelaagdheid op 20 tot 40°, niet volgens de splijting,
maar vaak opgebroken Lataclasiet? Textuur eigenaardig gelamineerde strekking
met constant weinig sulfidem.

Kern 232.15 – 235.15 (Kisten 114,115 en 116)

Lengte 298cm, kernen sluiten meestal aan, behalve op 192cm. Zelfde
kwartsietische fylliet met sericitisatie, sterk geband. Opnieuw enkele
kwartsadertjes met stillniet, naast wat pyriet en sphaleriet, op 139cm, op
255cm en op 263cm. Adertjes volgens de splijting. Gelaagdheid: plooi tussen 0
en 10° (scharnier vertikaal), daarna overwegend subhorizontaal, vaak versneden
en met microplooitjes. Tussen 40 en 130cm zwak hellend tegengesteld aan
splijting, strekking niet helemaal dezefde. Vanaf 150cm overwegend evenwijdig
met splijting op 20°, kwartslaagjes worden dikker, veel muscoviet.

Kern 235.15 tot 237.75 (Kisten 116 – 117)

Lengte 267cm. Kernen sluiten niet goed aan op 25 – 40cm, er zit veel sericiet
in splijtingvlekken, waardoor de kernen draaien bij het boren. Gelaagdheid
overwegend subhorizontaal, met enkele duidelijke storingen. Kwartsietische
fylliet, geen subfidem. Sterke sericitisatie. Van 10 tot 16cm vermoedelijk
klein breukje opgevuld met muscoviet en breksieuse kwarts, druksplijting der
micas ongeveer 20°. Van 39 tot 43cm gelijkaardige mucovietrijke zone.
Gelaagdheid subhorizontaal 0 tot 175cm. Van 175 tot 200cm een plooi:
gelaagdheid 60° op 180cm, scharnier op 190cm, horizontaal op 193 – 194cm, buigt
weerom naar andere kant, rond 199 – 200cm. Van 200 tot 227cm laminatie en
banden evenwijdig met splijting op 20°. Daaronder verandert de strekking van de
gelaagdheid in wijzerzin, ongeveer 90°, de helling blijft 20°.

Kern 237.75 tot 240.75 (Kisten 117, 118 en 119)

Lengte 307cm, kernen sluiten goed aan, behalve op 105cm, daar is een
verbrokkelde kwartsietische zone. Fyllietische kwartsiet, iets steviger dan
erboven, met duidelijk plooien. De druksplijting schijnt hier geplooid te zijn
(aaneensluitende kernen!);? Op 45cm is er een kwartsader in de helft van de
kern, waaronder het gesteente geplooid is en de splijting ook.
Gelaagdheid boven op ongeveer 20°, maakt een hoek met de splijting (delta op 15
à 20° inclinaté) Gtelaagdheid wordt steiler naar kwartsader toe, 40° op 37cm,
plooi aan de ader (minimum 5cm) 70° op 50cm (gelaagdheid), splijting draait in
tegen wijzerszin minstens 90° (bovenaanzicht), nauwkeuriger niet te bepalen.
Van 60 tot 70cm laminatie volgens splijting (cataclasiet), op 73cm een
scharnier, op 80cm 40°, op 90cm scharnier in andere richting. Vanaf 95cm
gelaagdheid overwegend subhorizontaal, met wisselende strekking.Vanaf 160cm
overwegend volgens de splijting 20°. Isoclinale plooi op 185cm. Van 190 tot
200cm steiler gelaagd, met kwartsietlaagje 1cm dik op 40°. Op 200cm een
scharnier, daaronder zwak hellend, tegengesteld aan splijting. Op 220cm een
kwartsadertje (4mm dik) op 25°, met sphaleriet (honingblende) en stibniet, en
pyriet. Van 230 tot 240cm microplooitje met assenvlek loodrecht op de gewone
splijtingsrichting. Tussen 250 en 260 gelijkaardige maar afgesneden plooitjes.
Naar onderen toe overwegend subhorizontale, maar gestoorde gelaagdheid.




Kern 240.75 tot 243.75 (Kisten 119 en 120)

Lengte 300cm. Kernen sluiten niet aan op 65cm, 150 - 155cm en 230 – 240cm
wegens verbrokkelde zones. Ook onderaan verbrokkelde kwartszone (243.00 –
243.75m). Gebande Kwartsietische fylliet. Splijting niet eenvormig. Van 0 –
180cm sterk geband gesteente met subhorizontale gelaagdheid. Er komen
donkergrijze laagjes voor met verspreide witte vlekjes. Van ongeveer 1mm:
opvallende textuur mogelijk ontstaan door (?) koalinisatie van veldspaat, in
dit geval zijn het vulkanische laagjes, vooral 20 – 33cm, 70 - 77cm, 100 -
115cm, 130 - 136cm en tot 175cm. Van 190 tot 200cm dikke kwartsietische laag.
200 – 212cm horizontaal gelaagd, daaronder 20° hellend, tot 235cm. Kwartsader 2
tot 3cm dik, van 230 tot 255cm, op 65° door het gesteente. De kwartsader bevat
Sphaleriet (honingblende) en mogelijk stilniet, met wat pyriet, en chloriet aan
de rand. Ook chalcopyriet. Van 245 tot 260cm plooischarnier. Op 260-262cm een
subhorizontale kwartsietband. 262 – 282cm wazige subvertikale gelaagdheid in
donkere kwartsiet. 280 – 286cm steriele kwartslens. Van 291 tot 300cm dikke
kwartsader, met holten, aan de rand wat chloriet en pyriet. Losse stukjes van
gesteente en kwartsader afzonderlijk bewaard (243.00 – 243.75)

Kern 243.75 – 246.75m (kisten 120,121 en 122)

Lengte ongeveer 3m. Bovenaan sterk verbrokkeld aderkwarts en chorietschist.
Naar onderen toe duidelijk gelaagd, met kwartsietische en schisteuze laagjes.
Geplooid en gebroken. 0 – 40cm overwegend aderkwarts, met holten, met wat
pyriet en chloriet. Intercalaties van chlorietschist breksieus. Van 40 tot 60cm
overwegend sterk gestoorde chlorietschist. Van 60 tot 88cm aderkwarts met
geodische holten en prismataire kwartskristallen. Van 88 tot 100
chlorietichist, 100-107cm aderkwarts, van 107 – 128cm chorietschist met bruine
slierten en gesenriteerd gesteente, en kwartslenzen. Geen sulfiden. Vanaf 128cm
overwegend chloriet – fyllictisch gesteente, verwarde structuur met kwartslezen
tot 155cm daaronder duidelijke subhorizontale gelaagdheid. Pyriethoudende
kwarts, subhorizontaal, op 157 - 158cm. Gelaagheid 0° op 170cm, 15° op 190cm,
druksplijting onduidelijk. Van 210 tot 228 een plooi, die plots begint,
waarschijnlijk isoclinaal. Gelaagheid 120 op 230cm, strekking is meer naar
rechts (wijzerzin ongeveer 60°?) dan hogerop rond 200cm. Tussen 238 en 270cm
onduidelijke structuren met plooien en breukjes. Van 270 tot 300cm regelmatige
gelaagdheid op 10° tot 15°. Donkere fyllietische laagjes, met chloriet en soms
bruine sericiet, wisselen of met grijze kwartsiet. Weinig of geen pyriet.

Kern 246.75 – 249.75 (kisten 122 en 123)

Lengte 283cm. Aansluitedne kernen. Donkergrijze groenachtige kwartsiet met
duidelijke fyllietische banden, zwak hollend met micro-ondulaties. Splijting
onduidelijk, er zijn barsten en adertjes met wissendende strekking. Gelaagdheid
10° op 30cm, 10° op 100cm, 5° op 140cm. Kronkelende fijne subvertikale
kwartsaders van 70 tot 140cm. Gelaagdheid 0° horizontaal van 160 tot 180cm. Op
180cm. Op 195 – 202cm een brede kwartsader (5-6cm) op 30° volgens een
splijtingsrichting (?), met pyriet en sphaleriet. Tussen 185 en 225cm komt
verspreid pyriet voor. Ook op 242cm wat pyriet. Gelaagdheid op 230cm 20° op
250cm 25°, op 260cm 5°, op 280cm 5°. Splijting onderaan op 273cm, op 273cm, op
25-30° (ondulerend).

Kern 249.75 tot 249.95m (kist 123)

Lengte 28cm. Aansluitende kernen. Fyllietich gesteente met duidelijke splijting
op 25°. Gelaagdheid zeer zwak hellend op 5°



Kern 249.95 tot 252.75m (kisten 124 en 125)

Lengte 267cm. Aansluitende kernen, behalve op 185cm. Gebande fyllietische
kwartsiet met zwak hellende gelaagdheid en weinig uitgesproken splijting. Geen
sulfiden. Gelaagheid 5° tot 15°. Dikke kwartsietische band rond 80 – 90cm, en
opnieuw 208 tot 220cm. Splijtingsvlak gevuld met sericiet (wit poeder) op 123cm
(20°) en op 205cm (20°)

Kern 252.75 tot 255.75m (kisten 125 en 126)

Lengte 300cm. Aaneensluitende kernen, behalve op 120cm en op 210cm. Van 80 tot
95cm kwartsaders met sulfiden, een ader van 15mm dik op 25° rond 84cm, met
pyriet en wat sphaleriet, een tweede ader op ongeveer 30°, 1 à 2 cm dik, rond
92cm, ook met sphaleriet en veel pyriet (idiomorfe kristallen). Rond 170cm nog
een kwartsader, 1 à 2cm dik op 30°. Kwartsietisch gesteente, geband, met
donkere fyllietische lagen. Helling zwak en regelmatig, 15° op 20cm, 10° op
60cm, 15° op 100cm, doorsneden met kwartsitische bandjes volgens de splijting
(20° tegengestelde helling) en de kwartsadertjes met sulfiden. Gelaagdheid 20°
op 150cm, 20° op 210cm, wordt steiler, 45° op 230cm, 50° op 260cm, 60° op
270cm, terug vlakken van 275 tot 284cm een lichtgrijs buinachtige sericietrijke
band volgens de splijting op 20°. Van 290 tot 300cm staat de gelaagdheid op
70°.

Kern 255.75 – 258.75m (kisten 126, 127, 128)

Lengte 309cm, aansluitende kernen. Kwartsietisch gesteente met fyllietische
gelaagdheid banden en plooien. Splijting weinig uitgesproken. Bovenaan
geplooide kwartsader zonder sulfiden. Kwartsaders met sulfiden: 116 – 128cm
dunne onregelmatige ader met sphaleriet van 3 tot 5cm, met chloriet en
muscoviet, veel sphaleriet en galeniet (?) misschien een sulfozout of
stilniet (?), en weing pyriet. De ader volgt de gelaagdheid op ongeveer 40°
ondulerend. Daaronder bruine kleur van sericitisatie. Rond 280 – 285cm wolkige
kwartsader met een weinig verspreide pyriet en galemiet (?), en chloriet.
gelaagdheid 30° op 30cm, plooi op 52cm, plijting op 30 – 40° op 57cm met
parallelle banden. Gelaagdheid 70° op 70cm, 50° op 85cm, plooitjes rond 100 –
110cm. Gelaagdheid 15° op 110cm, 25° op 140cm, 25° op 170cm, 15° op 200cm, 10°
op 240cm, 20° op 300cm

Kern 258.75 – 261.75m (kisten 128; 129,130)

Lengte 315cm. Aansluitende kernen. Lange subvertikale diaklaas van 90 tot
165cm, wat pyriet. Op 147cm een adertje met pyriet en sphaleriet, op 30°
volgens een splijting. Op 175 – 180cm een kwartsader met sphaleriet en pyriet,
volgens de gelaagdheid, op 25°gesteente idem, kwartsietische gebande fylliet,
met zwakke splijting. Gelaagdheid 10° op 5cm. Wazige kwartsietische band met
chloriet en sececiet, van 10 tot 55cm. Gelaagdheid 25° op 53cm, 20° op 80cm,
30° op 115cm, van 145 tot 165cm kwartsietische band met sericitisatie, op 30°,
op 190cm 25°, gelaagdheid 30° op 230cm, 50° op 280cm. Microplooitjes tussen 265
en 275cm. Op 310 cm helling van de gelaagdheid 20°. Op 315cm een weinig
verspreide pyriet.

Kern 261.75 tot 264.75m (kisten 130 en 131)

Lengte 295cm. Aansluitende kernen, behalve op 200cm. Zelfde gesteente.
Strekking van druksplijting en strekking van gelaagdheid zijn verschillend,
hoek bedraagt 60°. De gelaagdheid (so) is in wijzerzin gedraaid t.o.v. S1 (op
75-80cm). De intesectie helt ongeveer 30°. Helling gelaagdheid op deze plaats
25 à 30° ondulerende helling splijting 25° tegengesteld. Schuine ondulerende
diaklasten van 180 tot 190 en van 200 tot 220cm. Gelaagdheid 40° op 10cm,40° op
30cm, 45° op 100cm, 50° op 135cm, 55°op 150cm, 60° op 200cm, 60° op 250cm, 55°
op 290cm. Weinig verspreide pyriet, vooral rond 250cm. Onderaan 290-295cm meer
pyriet, gedissemineerd in grotere hoeveelheid.

Kern 264.75 tot 267.75m (kisten 131, 132, 133)

Lengte 295cm, kernen sluiten aaneen, behalve 15cm. Verbrokkeld rond 15cm, met
aderkwarts en pyriet (264.90m). Ook pyriet in subhorizontaal kwartsadertje op
7cm, met sphaleriet. Chalcoryniet in adertje op 200cm. Op 275 – 277cm
kwartsader volgens splijting, met grote pyriet-kristallen, haaks op
gelaagdheid. Op 285 - 286cm kwartsader met sphaleriet en pyriet, volgens de
splijting.
Gesteente kwartsietisch, duidelijk geband met fylietische laagjes
(centrimetrisch), splijting af en toe zichtbaar volgens verschillede strekking
en met helling 20° tot 30°. Gelaagdheid 50° op 10cm, 70° op 50cm, 50° op 80cm,
50° op 125cm, 50° op 190cm, 40° op 240cm, 50° op 280cm. Af en toe zijn er fijn
gelamineerde banden, zoals rond 250 – 255cm, ook komen nog geseritiseerde
laagjes voor, meestal echter dronkergroengrijs chlorietkleurig.

Kern 267.75 tot 270.75 (kisten 133 en 134)

Lengte 306cm, aansluitende kernen
De strekking van de gelaagdheid bevindt zich nog steeds naar rechts (wijzerszin
in bovenaanzicht) t.o.v. de strekking van de druksplijting. Evenwijdig met de
spijting, zijn er aders met sulfiden. Er is tamelijk veel pyriet, en ook andere
sulfiden, sphaleriet, galeniet en chalcopyriet. 5 – 10cm, adertje met pyriet,
18 - 20cm fijnkorrelige kwarts met fijne pyriet, volgens splijtign op 20°. Op
145 – 148cm kwartsadertje met pyriet, volgens de gelaagdheid op 50°. Op 195cm
een onregelmatig kwartsadertje met pyriet, chalcopyriet, galeniet en
sphaleriet. Rond 225cm een brede onregelmatige kwartsader 40° met chloriet,
sphalerniet, galeniet en chalcopyriet. Rond 245cm opnieuw brede kwartsader met
zelfde mineralen (py, cp, gal, sl). Nog dieper zitten er alleen steriele
kwartsaders. Gelaagdheid blijft tegengesteld aan de splijting, op 15cm 50°, op
50cm 40°, op 100cm 55°, op 135cm 45°, op 160cm 55°, op 210cm 55°, op 240cm 25°,
vanaf 245cm gestoord door brede steriele kwartsaders, afwissend met wazige
breksie-achtige chlorietschist, zonder duidelijke gelaagdheid.

Kern 270.75 – 273.75 (kisten 134, 135, 136)

Lengte 286cm Kernen sluiten aan behalve op 175cm. Zelfde gesteente, erg
kwartsietisch. Opvallend veel sulfides, vooral sphaleriet, in kwartsaders, het
is bruine honigblende. Op 24cm verspreid pyriet, op 35cm pyriet in een
gelaagdheidsbandje op 35°. Op 52 – 58cm kwartsadertjes met diffuze legenzing,
met sphaleriet gelaniet, chalcopyriet en pyriet. Kronkelende sterile
kwartsaders van 58 tot 80cm. Rond 95-100cm opnieuw kwarts met sphaleriet,
chalcopyriet, gelaniet, kronkelend volgens de gelaagdheid. Idem op 105cm met
splijting volgens de gelaagdheid. Van 115 tot 135cm een schuine kwartsader (6cm
breed) op ongeveer 50°, loodrecht op de gelaagdheid. Bevat veel sphaleriet, met
wat galeniet en chalcopyriet. Op 166cm subhorizontale kwartsader (1cm) met wat
sphaleriet. Gedissimineerde pyriet rond 175-177cm. Pyriet is weinig aanwezig in
de kwartsaders, maar in het nevengesteente. Van 216 tot 275cm is het gesteente
zeer kwartsrijk, meer bevat toch chloniet, gelaagdheid wazig. Gelaagdheid 40°
op 10cm, 30° op 80cm, 20° op 120cm, 20° op 150cm, 35° op 200cm, 25° op 280cm.

Kern 273.75 tot 276.75 (kisten 136 en 137)

Lengte 307cm, aansluitende stevige kernen. Zelfde gebande kwartsiet met
donkergrijsgroene chloriethoudende laagjes. Splijting vaak zichtbaar.
Gelaagheid regelmatig hellend, 30° op 20cm, 25° op 100cm, 30° op 160cm, 20° op
200cm, 15° op 280cm, 10° op 305cm. Weinig sulfiden. Wat verspreid pyriet rond
110-115cm, rond 140cm, en rond 205-215cm in een dunne kronkelende kwartsader.
Van 248 tot 264cm een kwartsietische band met verspreide pyriet. Op 277cm
pyriet in kwartsadertjes (3mm) op 30°, volgens de splijting, die tegengesteld
is aan de gelaagheid en nog steeds een andere strekking heeft.

Kern 276.75 tot 279.75m (Kisten 137, 138, 139)

Lengte 306cm. Aansluitende kernen, behalve aan een schuine diaklaas met
geodische kwarts rond 120 – 125cm. Losse brokstrukken met kwartskristallen
(278m). In feite zijn het twee bijna evenwijdige diaklazen op 70° tot 80°,
tussen 110 en 148cm, met kwarts en pyriet.
Tussen 140 en 180cm komen drie families van kwartsaders voor die elkaar
snijden, één ervan is waarschijnlijk de gelaagdheid. Rond 175cm is er
sphaleriet en chalcopyriet in een ader op ongeveer 40°, waarschijnlijk volgens
de splijting. Het gesteente is sterk kwartsietisch met donkdergroengrijze
fyllietische banden. Diverse kwartsaders, al of niet geplooid. Splijting
slechts zichtbaar, gelaagdheid soms duidelijk, soms wazig. Gelaagdheid 10° op
76cm, 15° op 105cm, 60° op 140cm. Plooi op 190cm? Of kruisende kwartsaders?
Gelaagdheid 70° op 220cm, vertikaal op 250cm, de strekking van de gelaagdheid
is niet contant. Dikke kwartsietische bank van 250 tot 285cm, met georiénteende
choriet – foliatie op 25°. Gelaagdheid 20° op 295cm, strekking ongeveer
loodrecht op de foliatie-strekking.

Kern 279 tot 282.75m (kisten 139, 140)

Lengte ongeveer 305cm. Geen goede aansluiting op 30cm (kwartsader, verbrokkeld)
en op 275cm. Gebande kwartsiet met onregematige stucturen, veel breukjes. Geen
duidelijke splijting, dus geen referentierichting. Subhorizontale kwartsader
van 4 – 11cm, met een vorm van chloriet (lichtgroen), wat pyriet en sphaleriet.
Ader op 70°, wigvormig breder naar onderen, tot 3cm breed. Op 15cm plooi in het
gesteente (liggende isoclinale plooi). Van 23 tot 34cm een dikke kwartader in
het gesteente, met melkwitte kristallen van een carbonaat, ook sphaleriet, en
een vorm van chloriet en muscoviet, ook pyriet in het chloriethoudend
donkergroen nevengesteente. Losse stukken van deze ader op diepte (280m). Het
witte tot lichtroze mineraal vertoont romboëders maar reageert niet met koude
HCl. (ankeriet, dolomiet?), plus kleine pyriet-kristalletjes. Onder de ader zit
veel verspreid pyriet in het chloriethoudend gesteente, vooral rond 45-50cm,
ook adertjes met pyriet, op 35°. De gebande structuur van het gesteente is hier
erg gestoord. 70 – 90cm kronkelende steriele kwartsaders, vertikaal. Rond 93cm
subhorizontaal adertje met pyriet. Gelaagdheidsbanden overwegend subhorziontaal
van 105 tot 165, onderscheid tussen witte kwartsietische banden en kwartsaders
niet duidelijk. Liggende plooi tussen 165 en 185cm. Van 180 tot 215cm veel
verspreide pyriet, met accessorisch chalcopyriet. Structuur van het gesteente
is verward, mogelijk breccie. Vanaf 215cm overwegend subhorizontale
gelaagdheid, zonder sulfiden, gelaagdheid 20° op 250cm, 25° op 280cm, 30° op
290cm. Rond 275cm is een verbrokkelde zone met wit poeder (sericiet?) Vanaf
300cm gedisemineerde pyriet.




Kern 282.72 tot 285.75m (kisten 140, 141, 142)

Lengte 294. Gebande fyllietische kwartsiet. Er is een vage splijting zichtbaar,
met strekking ongeveer loodrecht op de strekking van talrijke plooitjes in het
gesteente. Pyriet in vertakte adertjes en verspreid in het gesteente, op 58 -
72cm, op 105cm, op 155 - 165cm in en naast kwartsaders op 60°, verder verspreid
tussen 165 en 185cm. Veel verspreidde pyriet tussen 200 en 240cm, met
chalcopyriet en kwartsadertje rond 207cm, en chalcopyriet - sphaleriet galeniet
in kwartsadertje van 3 - 5mm op 20° op 236cm. De sphaleriet is honingblende.
Verspreide pyriet tussen 280 en 294cm. Gelaagdheid 60° op 5cm, vertikaal op 17
- 30cm, 15° op 40cm, 10° op 70cm, liggende plooi 75 tot 85cm, 20° soms bijna
massief. Naar onderen toe chalcopyriet en ook sphaleriet en galeniet, rond 295
– 300cm. op 215cm, 30° op 255cm, 30° op 280cm. De splijting is slechts zelden
duidelijk, het gaat meer om fijne adertjes of breukjes

Kern 285.75 tot 288.75m (kisten 142, 143)

Lengte ongeveer 304cm. Zelfde gesteente, met kwartsadertjes en verspreide
pyriet. Chalcopyriet op 48 – 52cm in kwartsaders met pyriet, ook op 70 – 75cm,
en rond 245 - 255cm in vertikale ader.
Wat sphaleriet rond 120 – 125cm met pyriet en kwarts. Pyriet vooral
gedissenmineerd op 65 – 80cm, op 170 – 195cm en van 230-304cm. Splijting niet
goed zichtbaar. Gelaagheidsbanden op 20° tot 30° van 0 tot 120cm. Massief
kwartsietisch met soricitisatie 120 – 140cm, daaronder overwegend 20° tot
horizontaal, maar onregelmatige zones met kwartsietische lensjes en kronkelende
kwartsader. Regelmatige kwartsader (10mm dik) op 35° op 170cm.

Kern 288.72 tot 291.75m (kisten 143,144,145)

Lengte 304cm, aansluitende kernen. Zelfde gesteente, met veel verspreide pyriet
en kwartsadertjes. Splijting slechts zichbaar. Pyriet op 3-4, 45-48cm, rond 60-
64cm met wat chalcopyriet, in kronkelende kwartsader op 50°, verspreid tussen
70 en 90cm, rond 120cm, rond 160 – 170cm met chaliepyriet, 175cm in ader, 185 –
195cm met wat chaliepyriet. Pyriet verspreid 210 – 220cm en 235 – 250cm.
Kwartsader op 245cm, lensvormig, met chalcopyriet. Steriele kwartsaders op 200
tot 220cm, elkaar kruisend op 210cm, allerlei 1-2cm breed, en op 75° - 80°.
Ankeriet (?) rond 200 – 210cm. Veel verspreide pyriet tussen 265 en 304cm.
Gelaagdheidsbanden van 0 – 275cm met zelfde strekking en zwakke helling, 20° op
30cm, 25° op 120cm, 30° op 170cm, kwartsietische band 231 – 241cm, op 30°, 35°
op 270cm. Van 275 tot 304cm breksieuse structuur met steile en subvertikale
sulfidische aders, en bruine sericietische kleur, ook aderkwarts. Losse
brokstukken van sulfidische zone (291.75)

Kern 291,75 tot 294,75m (kisten 145, 146, 147)

Lengte 290cm. Aansluitend kernen (behalve op 13cm). Bovenste deel tot 25cm zeer
rijk aan sulfidem, chalcopyriet, pyriet, sphaleriet en galeniet. Ook sideriet?
De sphaleriet is geelbruine honingblende. Over heel de lengte is verspreide
pyriet aanwezig chalcopyriet is aanwezig in kwartsaders op 18 - 24cm, op 80cm,
105cm, 225cm,225cm, 257 – 270cm. De sulfide – en kwartsadertjes hebben
uiteenlopende oriëntatie en zijn vaak gebogen of kronkelend. Structuur van het
gesteente: van 0 tot 25cm een kwartsietische sterk gemineraliseerd breksies
gesteente, van 25 tot 75cm, erg kwartsietisch met wazige foliatie op 30° (?).
Van 75 tot 160cm duidelijk geband, gelaagdheid 30° op 95cm tegengesteld aan
splijting (?), 18° op 125cm, 20° op 155cm. Van 160 tot 280cm kwartsietisch met
wazige foliatie op 30° en veel verspreide pyriet en kwartsadertjes. Helemaal
onderaan ( met schuin contact op 80°), opnieuw een gebande zone met gelaagdheid
op 35°.

Kern 294.75 tot 297.75m (kisten 147 en 148)

Lengte 306cm. Sluit niet aan op 33cm en op 150cm. Zelfde kwartsiet met
ontelbare fijne kwartsadertjes, kronkelende. Verspreid pyriet, soms meer
geconcentreerd, zowel in het gesteente als in adertjes. Chalcopyriet in
kwartsadertjes op 165cm. Pyriet- aders 145 – 165cm. Gelaagdheid 35° op 10cm,
25° op 75cm; 30° op 110 cm, horizontaal (?) op 140cm. Van 200 tot 225cm een
plooi, met vertikale gelaagdheid 210 – 216. Op 265 – 275cm opnieuw een plooi.
Tussenin veel kwartsadertjes die gelijken op de kwartsitische bandjes, in
verschillende richtingen op 30°, 50°,60° en 70° met gelijkaardige strekking;
Schuine diaklaas met verbrokkeld gesteente, op 75°, van 276 tot 290cm. Bevat
lokaal wat calciet.

Kern 297.75 tot 300.75m (kisten 148,149,150)

Lengte 307cm, aaneensluitende kernen. Zelfde kwartsietisch gesteente met
chlorietische banden en veel kronkelende kwartsadertjes. De gelaagdheidsbanden
zijn moeilijk te onderscheiden. Het gesteente heeft een verwarde stuctuur.
Splijting niet uitgesproken. Van 36 tot 44cm een dikke kwartsader, met calciet,
en aan de bovenkant veel sulfiden, vooral bruine honingblende, massieve
sphaleriet en chalcopyriet, een band van verschillende mm dik, ook wat pyriet
en galaniet. Calciet is witter dan de kwarts. Ook andere carbonaten? Tussen 52
en 62cm adertjes met pyriet en chalcopyriet, rond 175-185cm pyriet, rond 305cm
pyriet, gelaagdheidsbanden subhorizontaal, elkaar kruisend? Kwartsadertjes
subhorizontaal en steiler, kronkelend. Op 220 – 230cm kwartsader (ongeveer 6mm)
op 50°, ondulerend. Op 280 – 300cm gebogen kwartsaders van 1 – 2cm dik. Wat
pyriet in het nevengesteente

Kern 300.75 tot 303.75m (kisten 150 en 151)

Lengte 287cm ,aansluitende kernen. Schuine diaklaas 180 - 206cm.
0 – 37cm kwartsiet met veel kwartsadertjes, vooal op 30 - 40°, en een vage
laminatie op 30° met tegengestelde helling. 37 - 42cm een schuine (40°)
gesilicifieerde zonde met licht grijze bruinachtige kleur. Pyriet in het
nevengesteente boven en onder deze zone. Van 42 tot 75cm zelfde kwartsiet met
veel kronkelende kwartsadertjes. Mogelijk een vertikale ondulerende
gelaagdheid. Veel verspreide pyriet. Van 75 tot 105cm een kwartsader (?) met
sericiet en chloriet (?), of gesilicifieerd gesteente met een netwerk van
sericitisatie (bruinachtig). Wat pyriet boven en onder deze zone, niet erin.
Van 105 tot 180cm opnieuw kwartsiet met kronkelige adertjes. Op 135 – 137cm een
rijke gemineraliseerde band met sphaleriet, galeniet, pyriet en chalcopyriet,
deze band is onnauwkeurig begrensd maar ongeveer horizontaal. In het
nevengesteente verspreide pyriet. Van 180 tot 206cm dikke kwartsietische laag
met wolkig uitzicht, er loopt een diaklaas door op 75°. Van 206 tot 287cm
donkere kwartsiet met witgrijze bandjes, waarschijnlijk gelaagdheid, op 40° tot
50°, ook kwartsadertjes met zwakkere en sterkere helling, soms kronkelend.

Kern 303.75 tot 306.75m (kisten 151, 152, 153)

Lengte 300cm. Verbrokkelde zone van 40 tot 70cm, met witte sericiet, en
verspreide sulfiden, waarschijnlijk alleen pyriet. Zelfde donkere
chloriethoudende kwartsiet, soms geband, met lichter grijze laagjes, en veel
kwartsadertjes, in veel verschillende oriëntaties. Mogelijk porfierische
textuur vanaf 150cm. Er is een mooie gemineraliseerde kwartsader van 135 tot
140cm, op 30°, 4 à 5cm breed, met calciet, chalcopyriet, sphaleriet, galeniet.
Pyriet is in het kwartsgedeelte, de Cu, Zn,Pb mineralen zijn duidelijk
geassocieerd met carbonaat. Rond 160cm wat chalcopyriet en galeniet in een
kwartsadertje. Pyriet op 65 – 70cm, op 115, op 145 – 165cm verspreid, op 170 –
175cm in kwartsader 5 mm op 35° en op 270 – 280cm in schuine aders.
Gelaagdheid, voor zover herkenbaar: 60° op 20cm. Vanaf 70cm geen duidelijke
gelaagdheidsbanden. Wittere band rond 240 – 246cm op 30°, volgens dezelfde
richting als verschillende kwartsadertjes waaronder de kwarts-calciet-ader op
135 – 140cm.

Nota: op 306.4m diepte: "acid volcanic – derived glossy or pumaceous lapilli
tuff" (Pontifex 8GF consult, 1998)

Kern 306.75 tot 309.40m (kisten 153, 154)

Lengte 267cm. Aansluitend, behalve bovenste 8cm, verbrokkelde kwartsiet met
veel gedissemineerde pyriet. Chalcopyriet op 103cm, op 115-125cm in pyriet-ader
op 40°, op 150cm in kwartsader op 30°. Sphaleriet op 165 – 170cm in kwarts-
pyrietader op 50°. Gesteente verzwaard door pyriet onderaan 250° - 267°. Er
zijn geen gelaagheidsbanden te herkennen. Wel kwartsadertjes. De textuur is
kwartsietisch tot porfierisch. Van 18 tot 30cm een bleekgrijze gesilicifieerde
(?) band. Opnieuw van 60 tot 95cm een lichtere bruinige band met sericiet.
Elders, namelijk 00 – 18cm, 30 - 65cm en 95 – 267cm kwartsiet, lichtgrijs tot
donkergrijs met vage foliatie van donkere mica's, op ongeveer 20° tot 25°. Veel
kwartsadertjes parallel met deze richting, soms met grotere helling.
Subparallelle kwartsaders van 125 tot 155cm, op ongeveer 30 tot 40°, volgens
dezelfde strekking als de foliatie.

Kern 309.40 tot 312.50 (kisten 154, 155,156)

Lengte 313cm. Zeer stevige kwartsietische, goed aansluitend. Veel pyriet, zowel
in gesteente als in aders, deels met kwarts gelaagheid, niet duidelijk. Het
gesteente is kwartsietische, met wolkig uitzicht, zou zelfs profierisch kunnen
zijn (te onderzoeken!)
Er is wel een splijting te herkennen, op ongeveer 30° tot 25°, vaak opgevuld
met zeer fijne adertjes. Op 20 – 24cm is een kwartsader met pyriet, ook op 28-
30cm en 33-37cm, oriëntatie en breedte van de aders niet constant,soms
vertakkingen. Veel pyriet tussen 50 en 95cm, in enkele zwakhellende aders, maar
ook steile en vertikale lenzen of slierten. Onregelmatige patim. Tussen 90 en
150cm verschillende adertjes volgens de splijting, met kwarts en/of pyriet. op
140cm een adertje op 40° tegengesteld aan de splijting met pyriet en wat
chalcopyriet en sphaleriet. Van 180 – 210cm opnieuw vertakte pyrietaders.
Daaronder veel verspreide pyriet en onregelmatige adertjes met pyriet.
Kristalletjes tot 3mm komen voor




Kern 312.50 tot 315.60m (kisten 156 en 157)

Lengte 312cm. Stevige aansluitende kernen. Kwartsiet of porfier (te onderzoeken
in slijpplaatje) geen gelaagdheidsbanden zichtbaar
Veel pyriet, verspreid en in adertjes, maar toch minder dan hogerop.
Er is een splijting zichtbaar, onderlijnd door adertjes, op ongeveer 30° tot
20°, met pyriet en kwarts, ook chloriet. 25 – 33cm een kronkelende
kwartsadertje, op ongeveer 40 – 50°, enkele mm breed. Zelfde uitzicht tussen 50
en 60cm, kronkelende kwartsader 145 – 153cm een dikkere kwartsader; 6 – 8mm,
kronkelend Vanaf 220cm toename van het aantal fijnere kwartsadertjes regelmatig
op 30° tot 40° in de richting van de splijting.

Kern 315.60 tot 318.45m (kisten 157, 157, 159)

Lengte 283cm. Aansluitende kernen, behalve op 258cm waar mogelijk een stukje
ontbreekt. Kwartsietisch tot profierisch gesteente, afwisseling van
grofkorrelige en fijnkorrelige gedeelten, zonder scherpe overgangen. Vanaf
235cm is het faciës heel anders: fijnkorrelige kwartsiet, duidelijk geband met
witte en grijze banden en ingewikkelde plooien. Bovenste 0 – 45cm veel fijne
kwartsadertjes op 25° tot 30°, ongeveer evenwijdig, volgens de splijting.
Verspreide pyriet. Van 47 tot 65cm een brede kwartsader (4cm) op 60°, met aan
de rand wat pyriet, chaleopyriet en sphaleriet. Op 72 – 75cm verschillende
parellelle kwartsaders op 30° (1 à 2mm dik), in richting van de splijting. Op
78cm een subhorizontale pyrietader (2mm). Van 80 tot 160cm veel verspreide
pyriet, in kristalletjes tot 2 à 3mm groot. Tussen 115 en 125cm nog enkele
fijne kwartsadertjes (2mm) volgens de splijting op 30°. Vanaf 135cm een
subvertikale kronkelende kwartsader (2 tot 3mm) Rond 160 – 165cm een kwartsader
(of kwartsiet?) lensvormig, tot 1cm breed, op 30°. Een tweede gelijkaardige
ader, kronkelend, van 165 tot 172cm, doorsneden door een nog wittere
kwartsader, lensvormig subhorizontaal, op 15 – 25°. Pyriet rond de aders. Onder
de kwarsaders, vanaf 175cm, grofkorrelig porfierisch faciës tot 235cm.
Verspreide pyriet. Chalcopyriet op 185cm. Chalcopyriet en sphaleriet rond 235 –
255cm, samen met pyriet, in het gebande deel van het gesteente. Vanaf 260cm
elkaar snijdende kwartsadertjes en witte kwartsietische banden die geplooid
zijn. Scharnier rond 265 – 270cm.

Kern 318.45 tot 319.75cm (kist 159)

Lengte 130cm. Aansluitende kernen. Minder pyriet. Het gesteente heeft een sterk
wisselend uitzicht 0 – 13cm gebande kwartsiet, subvertikaal geplooid. 13 – 28°
fijnkorrelige porfier, foliatie op ongeveer 30°. 28 - 38cm gesericitiseerd
gesilificieerde kwartsrijke gesteente met breksie-structuur. 38 - 61cm
fijnkorrelige porfier met verspreide pyriet, vooral onderaan. 61 tot 79cm
kwartsietisch uitzicht met breksie-stuctuur, deels geband. 79-114cm
fijnkorrelige heterogene porfier. Van 114 tot 130cm iets blekere en meer
grofkorrelige parfier, met vage banden op 25°, en verspreide pyriet. Onderaan
is het gesteente bruinverweerd, waar de kroon van het boortoestel sporen
naliet.

Kern 319.75 tot 321.80m (kisten 159 en 160)

Lengte 200cm. Aansluitende kernen. Splijting tussen 25 en 30°, niet zeer
scherp, 28° op 73cm. Verspreide pyriet, ook lensjes. Gesteente bovenaan met
verwarde textuur, deels grofkorrelig porfierisch tussen 15 en 35cm. Kwartader
op 25 - 27cm, op 35°, ongeveer 1cm dik, met pyriet. Op 50cm dubbele kwartsader,
ongeveer 15mm, op 22°. Op 60cm pyriet-adertjes volgens splijting. Vanaf 62cm
tot onderaan is het gesteente fijnkorrelig, kwartsietisch of porfierisch.
Pyrietconcentratie op 85cm, subvertikale pyrietader van 100 tot 150cm, soms met
chalcopyriet, opnieuw van 165 – 180cm. Van 175 tot 183cm een schuine gebogen
kwartsader, met wat pyriet, sphaleriet en galeniet.

Kern 321.80 tot 324.80m (kisten 160,161,162)

Lengte 301cm. Aansluitende kernen, gesteente opnieuw sterk wisselend, veel
sulfiden, voor een deel in ader. Van 0 tot 80cm porfierische textuur. Veel
pyriet rond 40 – 50cm en rond 70 – 80cm. Kwartsader (3 – 5cm) rond 45cm op 30°.
Van 64 tot 73cm kwartsader op 50° met in het centrum een pyriet-lens.
Chalcopyriet rond 80cm. Van 80 tot 150cm heterogene gesteentestructuur, met
kronkelende kwartsader in een matrix van fijnkorrig kwartsietisch of
porfierisch gesteente, met veel pyriet, verspreid en in aders.
Van 119 tot 125cm helderwitte kwartsader (10mm) op 40° tot 50°, ontdubbeld, met
sulfiden – gesteente bleker, met banden, tussen 140 en 150cm. Van 150 tot 230cm
overwegend regelmatig porfierisch gesteente, fijnkorrelig, naar onderen toe
meer wazige donkere kwartsietische of kwarts-ader, kronkelend. Op 160cm een
wit-groene kwartsader met chloriet 2 tot 3cm breed, op ongeveer 20°. Rond 220cm
chalcopyriet en sphaleriet in kwartsader, samen met pyriet. Vanaf 230cm
verwarde textuur met kriskras kwatsietische bandjes, kronkelend en elkaar
kruisend. Van 285 tot 290cm kwarts en pyriet in samengestelde subhorizontale
ader. Van 297 tot 300cm kwartsader met pyriet en chalcopyriet. Losse stukjes
van de ader (324.80m)

Kern 324.80 tot 327.80m (kisten 162 en 163)

Lengte 300cm, aansluitend. Gesteente overwegend met complete structuur,
schijnbaar gebande kwartsiet met bleke bandjes die dezelfde kleur hebben als
kruisende kwartsaders, resulterend in een kriskras patroon van kwarts-of
kwartsiet-aders. Vaak veldspaat-slierten. Porfierisch? Bovenaan kwartsader
(324.80m) met pyriet en chalcolypiet en wat galeniet. Op 10cm splijting op 30°.
Daaronder pyriet-ader georiënteerd volgens de splijting. Nog een pyrietader op
27cm. Rond 205cm een gesericitiseerde zone van enkele cm breed, geelbruin.
Vanaf 280cm rustige structuur met minder kwarsaders en /of kwartsietbandjes
porfierisch? Pyriet zeer frekwent in adertjes, lenzen of verspreid.

Kern 327,80 tot 330.80m (kisten 163, 164 en 165)

Lengte 298cm. Aansluitende kernen. Gesteente met wisselend uitzicht. Pyriet in
aders en verspreid. Bovenaan 00 – 22cm fijnkorrelige porfier. Van 22 tot
onderaan overwegend verwarde textuur met kriskras kwartsadertjes en /of
kwartsietische bandjes. Rond 70cm pyrietader met kwarts, op 35 – 40°, gebogen.
Op 125cm pyriet-ader op 35° met andere strekking. Tussen 145 en 155cm zeer fijn
laminaties op 25° tot 30°. Rond 180cm kwartsadertjes, wit, met wat
chalcopyriet, op 10°, breedte 3mm. Rond 208 – 216cm plots veel verspreide
pyriet, juist boven een concentratie van witte kwarts. Rond 272cm een pyriet-
band.

Kern 330.80 tot 333.80m (kisten 165 en 166)

Lengte 300cm, aansluitende kernen. Textuur kwartsietisch met vaak kriskras
patroon van bleke kwartsietische bandjes en kwarts-adertjes. Van 30 tot 40cm
fijne porfierische band met regelmatige textuur. Rond 105 – 115cm veel pyriet,
in en rond een kwartsader. Van 120 tot 190cm zijn er herkenbare
gelaagdheidsbanden op 40° tot 50°, met helling tegengesteld aan een zichtbare
splijting op ongeveer 35°. Van 193 tot 202cm een brede kwartsader, op 35)
volgens de splijting. 7 tot 8cm breed, met mooie sphaleriet-chalcopyriet
minealisatie; Rond de ader veel pyriet, minder in de kwartsader zelf. Van 214
tot 265cm mooie gebande textuur, gelaagheid op 40° tot 50°, andulerend. Van 265
tot 300cm kwartsietisch uitzicht met wolkige structuren en adertjes.

Kern 333.80 tot 336.80m (kisten 166,167, 168)

Lengte 308cm, aansluitende kernen. Gesteente met wissende textuur. Aders met
kwarts, een carbonaat(wit ankeriet?), chalcopyriet, galeriet sphaleriet, en
chloriet. Tussen 85 en 95cm onregelmatige ader kwarts-ankeriet met weinig
alciet (bruist niet veel op), melkwit. Rond 102cm een kwartsader met
chalocopyriet en sphaleriet. Op 134 – 138cm een ader met een mozaiëk van
kwarts, choriet en carbonaat, waarschijnlijk ankeriet. Tussen 146cm en 160cm
schuine slierten met witte veldspatten, waarschijnlijk gelaagdheidsbanden op
50°. Rond 200 – 205cm opnieuw kwarts-carbonaat. Rond 225 – 233cm verspreide
sphaleriet, chalcopyriet en galeriet, naast onregelmatige kwartsaders. Van 232
– 244cm samengestelde kwarts-chloriet carbonaat-ader met bovenaan en onderaan
wat sphaleriet. Gelaagdheidsbanden te zien op 40cm (60°), 190cm (60° andere
strekking), 280cm (65° andere strekking), 300cm (60°). Geen duidelijke
splijting. Kwartsiet.

Kern 336.80 tot 339.80m (kisten 168, 169, 170)

Lengte 299cm. Aansluitende kernen, behalve op 70-80cm waar het gesteente zeer
rijk is aan pyriet, en verbrokkelt (337.6m). Overal is wat verspreide pyriet
aanwezig. Chalcopyriet is aanwezig op 135cm en 170cm, steeds vergezeld van
pyriet. Texturen overwegend erg verwend, kwartsietisch met gelaagheidsbanden en
kwartsietische adertjes in een kriskras patroon. Gelaagdheid subvertikaal
ondulerend rond 90 – 100cm. Geleidelijk minder steil, tot ongeveer 50°
onderaan, ondurelend.

Kern 339.80 tot 342,80m (kisten 170, 171)

Lengte ongeveer 295cm. Vaak verbrokkelde, slechte aansluiting op 40cm, en 190-
200cm donkergroengrijze kwartsietische fylliet, vanaf 40cm duidelijk geband,
daarboven erg verward met kwartsietische adertjes. Er is een splijting met
licht waaiende helling op 25 – 40°. Op 20 – 30cm veel gedissemineerde pyriet,
fijnkorrelig, in splijtingsvlakken en een kleine schuifzonde (35°). Brokstukjes
tussen 339.80 en 340.20 bewaard (340.00m). Gelaagdheid op 50cm 55° tegengesteld
aan splijting op 70cm 60°, op 100cm 70°, 110cm 85°, 140cm 60°, 150cm 60°. Er
lopen veel kwartsadertjes door het gesteente, meestal (niet altijd) volgens de
splijting. Tussen 145 en 210cm domineert de splijtingsrichting op de
gelaagdheidsrichting, met adertjes en breukjes op 20 – 30°. Veel fijne
gedissemineerde pyriet. Tussen 202 en 248cm is opnieuw duidelijk de gelaagdheid
zichtbaar, op 205cm 40°, op 225cm 45°, op 240cm 45°. Van 240 tot 253cm een
steile sterk geplooide kwartsader (kronkelend verloop), 5mm dik. Vanaf 248cm
kwartsietisch, mogelijk gesilicifieerd met vage banden (gelaagdheid?) op
ongeveer 50°. Op 275cm ongeveer een breksieuse kwartsader met wit carbonaat,
enkele cm breed, onregelmatig opgebroken op ongeveer 50°. Het carbonaat bruist
niet op met koude HCL: antaciet? Of is het witte kwarts? Onderaan is het
kwartsietisch gesteente sterk verbrokkeld.




Kern 342.80 tot 345,80m (kisten 171,172,173)

Lengte 295cm. Aansluitende kernen, maar wel grote steile diaklazen. Het
gesteente is meer kwartsietisch, zonder duidelijke splijting. Vanaf 170cm
treedt wel een voorkeur-richting op voor aders en schuifzones, op 20° tot 35°.
Minder pyriet, ongeveer afwezig. Maar wel sphaleriet, al of niet met
chalcopyriet, op 35cm, op 110cm, op 140 – 150cm ,en op 160 – 165cm. Tussen 145
en 160cm een steile lensvormige kwartsader met melkwitte vlekken van ofwel
ankeriet ofwel een andere generatie kwarts. (niet opbuisend, hard).
Vage gelaagdheidsbanden in de kwartsiet, 60° op 25cm (tegengesteld aan de
vemoedlijke helling van de splijting). Van 25 tot 45cm een kwartsader ongeveer
1cm dik op 70° subparallel met gelaagdheid. Gelaagdheid 70° op 55cm, 65° op
80cm. Tussen 60 en 80cm mogelijk veldspaat, in lenzen en onregelmatige vlekken,
zou kunnen wijzen op (gestoorde) vulkanische laagjes.
Gelaagdheid 75° op 100cm, 70° op 140cm, 70° op 195cm, 60° op 215cm, 40° op
230cm, 35° op 250cm, 45° op 270cm, 30° op 280cm. Tussen 160 en 290cm komen vaak
banden voor volgens de splijtingsrichting op 20 – 35°, ongeveer loodrecht op de
gelaagdheidsbanden, die hierdoor slecht zichtbaar zijn.

Kern 345-80 – 348.80m (kisten 173, 174)

Lengte 310cm. Slechte aansluiting op 115cm, en op 210 – 220cm. Kwartsietisch
gesteente, soms duidelijk geband, soms niet, vaak adertjes, en sphaleriet soms
onregelmatig, soms gebonden aan kwartsaders. Op 20cm verspreide pyriet, op 90 –
95cm pyriet. op 145 – 150cm sphaleriet en galeniet, in een kwarstader (vertakt)
tot 4cm breed, op 70°, tot 170cm. Sphaleriet en melkwitte kwarts of ankeriet
(?) Sphaleriet op 195 – 200cm, chalcopyriet met sphalniet op 255cm, en een
ader met kwarts, sphaleriet, chalcopyriet, galeniet en pyriet, op 270 – 280cm,
met chloriet in kwartsader, pyriet rond 295cm. Structuren: 0 – tot 18cm veel
adertjes, op ongeveer 30° tot 40°, waarschijnlijk volgens de
splijtingsrichting. Van 18 tot 57cm duidelijke gelaagdheidsbanden zelfs
laminaties, (30cm) op 20° tegengesteld aan de splijtingsrichting. Wordt
langzaam steiler, 30° op 50cm, 40° op 55cm, dan op 57cm onderbroken: de helling
van de gelaagdheid is plots subhorizontaal. Wazige kwartsadertjes of geplooide
gelaagheid tussen 60cm en 72cm. gelaagheid zichtbaar op 74cm 17°.
Kwartsietische of gesilicifieerde zone. Tussen 75 en 90cm, opnieuw tussen 102
en 107cm. Gelaagdheid 16° op 100cm, 20° op 120cm, 32° op 140cm, 50° op 160cm
(doorsneden door gemineraliseerde ader). 40° op 185cm, ongeveer 35° op 215cm
(verbrokkelde zone), 60° op 230cm, ongeveer vertikaal op 255cm. Van 260 tot
290cm is de gelaagdheid niet zichtbaar: gesteente gestoord, in gemineraliseerd
met kwartsaders ln sulfiden. Rond 300 – 310cm is een vage subvertikale
gelaagheid te zien, doorsneden door subhorizontale steriele kwartsadertjes.

Kern 348.80 – 351.80m (kisten 174, 175, 176)

Lengte 302cm. Gesteente erg verbrokkeld in bovenste helft. Geen goede
aansluiting tussen 10 en 20cm, met losse brokstukken (349.00m). Verbrokkeld
tussen 70 en 80cm (349.50m) met slechte aansluiting en ook tussen 145 en 155cm.
Tussen 165 en 185cm aaneengekitte opvulling van een breukje, met
gedissemineerde pyriet. Vanaf 185cm stevige kwartsietische kernen. Sphaleriet
en chalcopyriet rond 20-25cm, rond 45cm in kronkelende kwartsader. Ook
sphaleriet en chalcopyriet rond 95cm, 120cm , rond 185 – 195cm adertjes met
chalcopyriet, sphaleriet en pyriet. Rond 270cm pyriet met framboïden textuur
(?), of in een soort "nest" Stucturen bovenaan erg verward, veel aderkwarts tot
60cm, tussen 45 en 50cm ook chloriet in brede slecht begrensde kwartsader
(+sulfiden). Rond 80 – 90cm subvertikale gelaagdheidsbanden. Van 100 tot 160cm
kwartsiet met wazige structuren en onregelmatige kwartsadertjes, splijting op
ongeveer 30°. Onder de breukzone, vanaf 185cm, zijn soms gelaagdheidsbanden
zichtbaar, 57° op 200cm, 70° op 220cm, subvertikaal rond 230 – 240cm, vanaf
250cm zijn banden en adertjes te zien, onduideljk of het gelaagdheid is.
Splijting soms zichtbaar als gestoorde shear-zone op 30° rond 220cm, ongeveer
loodrecht op gelaagdheid, op 20 – 25° tussen 260 – 270cm breksie-uitzicht).
Op 285cm splijting op 30°, op 296cm 25°. Een schuine steilere shear-band rond
60° tussen 280 en 302cm.

Kern 351.80 tot 354.80m (kisten 176 en 177)

Lengte 300cm, aansluitende kernen. Overwegend kwartsietisch gesteente, soms
geband. Veel sporen van sphaleriet, in kleine vlekjes op 14cm, 153, 170 –175cm,
183,193cm pyriet in steile diaklaas rond 230cm. Sphaleriet op 230cm en op 270cm
samen met galeniet en pyriet. Ook losse brokjes (ongeveer 354.00m)
Sporadisch ook wat chalcopyriet geassocieerd met sl. Stucturen: splijting 30°
op 5cm,20° op 100cm. Gelaagheid 70° ondulerend op 20cm, 80° op 50cm (zelfde
hellingsrichting als spl.) Fijne kronkelende kwartsaders, vooral tussen 80 en
160cm, in verscheidenen richtingen. Gelaagdheid 25° op 150cm (tegengesteld aan
splijting), 40° op 200cm, 25° op 225cm. Van 200 tot 300cm veel kwarts of
kwartsiet-adertjes onduidelijk of het soms gelaagdheid is. Splijting 20° op
229.00cm

Kern 354.80 tot 357.80m (kisten 178 en 179)

Lengte 298cm, stevige aansluitende kerven. Zelfde kwartsietisch gesteente, af
en toe gemineraliseerd. Splijting, met gemineraliseerde adertjes, op 32° (20cm)
30° (60cm), 18° op 285cm. Tussen 28 en 40cm sterk gemineraliseerd, met pyriet,
sphaleriet en wat chalcopyriet. Losse brokstukken op (355.15) met sulfiden.
Kwartsader met veel chalcopyriet en minder sphaleriet op 45cm. Daaronder: veel
pyriet rond 50cm. Wat sphaleriet op 106cm, gedissenineerde pyriet 120 – 190cm.
Chalcopyriet in kwartsadertje op 174cm, sphaleriet op 215cm, en 285 – 290cm.
Structuren: Van 15 tot 30cm een soort laminatie op 30°, evenwijdig met
splijting, en doorsneden door fijne kronkelige kwartsadertjes. Tussen 50 en
60cm vage laminatie (gelaagdheid?) op 40°. Van 60 tot 130cm eerder homogene
kwartsiet, lichtgrijs met wazige structuren. Gelaagdheid zichtbaar op 45° op
135cm (tegengesteld aan splijtingsrichting). Op 155cm een scharnier van een
plooi, op 160cm 60° hellend in richting van splijting, 60° op 170cm.
Gelaagdheid onderbroken (geen banden of laminaties) tussen 175 en 184cm.
daaronder subvertikaal, 70° op 200cm, 50° op 250cm, 30° op 270cm, 40° op 295cm
splijting onderaan 30°, ongeveer loodrecht op gelaagdheidsbanden.

Kern 357.80 tot 360.80m (kisten 179,180 en 181)

Lengte ongeveer 310cm. Stevige kwartsietische kernen, behalve op 90cm, waar een
slechte aansluiting is, met wit kleiïg materiaal. Zelfde gesteente, soms met
duidelijke gelaagdheidsbanden. Verspreide sulfiden, pyriet, maar ook sphaleniet
en wat chalcopyriet.
Sphaleriet (en chalcopyriet) op 55cm, 60cm, 75cm 150cm, 210cm in subhorizontale
lensjes, 265 – 270cm, en 280cm. Structuren: van 0 – 80cm zichtbare
gelaagdheidsbanden op 25° (15cm), 35° (55cm), 25° (80cm), af en toe doorsneden
door vage adertjes op 20 – 25°, waarschijnlijk volgens de splijtingsrichting.
Van 80 tot 135cm geen gelaagdheid zichtbaar. Van 135 tot 275cm regelmatige
gelaagdheid op 35° (170cm), 25° (250cm), 35° (275cm). Van 275 tot 310 in bleke
kwartiet zonder duidelijke gelaagdheid. Er is een zekere zonering zichtbaar op
50° subparallel met de splijting hogerop, en tegengesteld aan de splijting
hogerop.
------------------------------------------------------------------------------
STRATIGRAFISCHE INTERPRETATIE
------------------------------------------------------------------------------
Top * basis * STRATIGRAFISCHE EENHEDEN
------------------------------------------------------------------------------

------------------------------------------------------------------------------
AUTEUR. W. De Vos, 17 /12/1997
------------------------------------------------------------------------------
Referentie: Piessens K.(2001) Metallogene van de gemineraliseerde schuifzone
te Sint-Pieters-Kapelle (Brabantmassief, België). Doctoraatsverhandeling KU
Leuven.
BELGISCHE GEOLOGISCHE DIENST

114E/0099 (V, a) KAARTBLAD: Sint-Pieters Kapelle
p. 1/35
******************************************************************************

Insert the GSB number to search all associated content