Skip to content. | Skip to navigation

Personal tools

You are here: Home / arch / 107W / 107W0226.TXT

107W0226.TXT

***********************************************************************
ADMINISTRATIEVE GEGEVENS & TECHNISCHE GEGEVENS
------------------------------------------------------------------------
Kaart-Nr: 107W
PLAAT: Tongeren
Nr: 226 (II, c)
Type Boring: groeve
Topografische kaart: 34/5
Uitgevoerd te: Berg
Postnr:
Adres boorplaats: groeve J. Swennen-Husson, Steenweg op Mopertingen

Opdrachtgever:
Boorfirma:
Boordatum: 13 juli 1973
Topografie: door A.C. Janse, Briell, dd.28-29 juli 1973
Stalen door:
Boringsmethode: ontsluiting
Lengte & doormeters:

Grondwaterstanden:
1ste maal:
Bij rust :
Tijdens pompen:
Debiet :
Waterzaaknr:
Totale diepte: 16 m
Stalen bewaard:
Maaiveld/ref. peil: 102.28 m
X:
Y:
NIS-code:

------------------------------------------------------------------------
BOORBESCHRIJVING
------------------------------------------------------------------------
Nr * Diepte Basis * AARD DER GRONDLAGEN
----------------------------------------------------------------------
0.40 sterk zandige, grijze klei, doorworteld, met grof grind, geroerd
1.75 lichtbruin, zandige klei, met grijze aders, sterk doorworteld, plaatselijk donkerbruin, vanaf 0.80 m donkerder
2.30 donkerbruin en lichtbruin gevlekte, sterk zandige klei, met zeer veel grof grind (silex, tot 10 cm, meest rond, soms gebroken)
3.49 groengrijs tot grijs matig fijn zand, glauconiethou- dend, met iets glimmer, met horizontale lichtbruine bandjes matig fijn, iets slibhoudend zand van 2.30-2.54; 2.59-2.64; 2.66-2.69; 2.79-2.85; 2.88-2.89; 2.97-2.98; 3.11-3.20; 3.34-3.37; 3.45-3.45 1/2, 3.46 1/2-3, 49 m. In de grijze lagen is plaatselijk een parallelle gelaagdheid zichtbaar
5.30 groengrijs matig fijn zand, glauconiethoudend, met iets glimmer, met afwisselend dunne bandjes licht- bruin matig fijn zand, iets slibhoudend, tot maximaal 2 cm dik. Bovenaan overwegend parallel gelaagd, naar onder tussen de bruine bandjes ook met scheve ge- laagdheid. In de bruine bandjes soms oranje vlekken. Vanaf 4 m grijzer en met meer glauconiet, iets fijne houtskool, meer glimmer. Vanaf 4.00 m de bruine bandjes minder opvallend door lichtere kleur. Vanaf 4.80 m geen bandjes meer. Op 5.13 m een gegolfde bruine band van 1/2 cm. Tussen 4.80 en 5.13 m enkele oranjebruine, conclave vlekken (holle zijde boven)
5.75 grijs matig fijn zand, sterk glauconiethoudend, scheef gelaagd, weinig glimmer, iets fijne houtskool, enkele oranjebruine horizontale vegen. Op 5.58 m een bruin golflijntje (1 mm - 1 cm dik)
5.85 grijsgroen met bruingroen gevlekt matig fijn zand, glauconiethoudend met iets glimmer, scheef gelaagd, met grovere houtskool, plaatselijk oranjebruine cirkels.
6.50 overwegend groengrijs matig fijn zand, glauconiethou- dend, iets glimmer, iets grover houtskool (tot 5 mm). Op 6.06 een slibhoudend bruin bandje (1/2 cm), volgens de scheve gelaagdheid verlopend. Tussen 6.15 en 6.25 veel oranje cirkelvlekken en dito laminatie. Tussen 6.30 en 6.35 m ovale oranje vlakken tot 20 cm. Van 6.30 tot 6.50 m steeds meer houtskool in horizon- tale laagjes, en oranje vlekken. Op 6.10 m begint een verticale donkerbruine kleurstreep, die in het opgenomen profiel doorloopt tot ca. 9 m.
6.80 groengrijs tot bruingrijs matig fijn zand met veel glauconiet, weinig houtskool en uiterst weinig glimmer, scheef gelaagd.
6.97 grijsgroen matig fijn zand als boven, en talrijke tot 1/2 cm dikke oranjebruine laagjes
6.971 1/2 zeer vette, donkergrijze steriele klei (dit laagje verloopt iets golvend door het profiel)
7.30 grijsgroen matig fijn zand, glauconiethoudend, met zeer dunne, groenachtige bandjes volgens de bovenaan parallelle en onderaan scheve gelaagdheid
8.25 matig fijn zand als boven, van 7.75 tot 7.90 m grijs, naar onder grijsbruin, aan de basis meer grijs. Op 7.70, 7.80 en 8.25 m een 1/2 cm dik bandje donker- grijze, zeer vette klei, aan onder en bovenzijde steeds begrensd door een dun bruin bandje. Deze kleilaagjes verlopen niet horizontaal door het profiel. Plaatselijk is te zien dat ze zich splitsen en samenvoegen. Vermoedelijk begeleiden ze de scheve gelaagdheid.
10.30 grijs tot groengrijs matig fijn zand als boven, plaatselijk tot bruingrijs tot bruin geoxideerd, in banden die bovenaan dikker zijn dan onderaan. Om- streeks 8.75 een variabel dikke, bruine band (plaat- selijk tot 0.30 m dik), iets slibhoudend, hard. Deze band vertoont op verweerde wanden sterke planten- groei. Opvallend veel houtskool tussen 9.10 en 10.30 In dit pakket plaatselijk scheve gelaagdheid.
11.50 grijs tot groengrijs zand als boven, van 10.30-11.15 m overwegend groengrijs met talrijke dunne bruine bandjes van enkele mm dik, af en toe 2 cm dik. Veel glauconiet, veel grove houtskool, gehele pakket scheef gelaagd.
13.17 matig fijn zand als boven, overwegend groengrijs, plaatselijk in vlekken en banden bruin tot roodbruin geoxideerd. Omstreeks 12 m vrij wel grove houtskool tot 5 cm verspreide cirkel - tot halfcirkel vormige oranjebruine vlekken. Gehele pakket met onduidelijke kleine graafgangen. Overwegend parallel gelaagd, plaatselijk scheve gelaagdheid. Aan de basis over 15 cm grijsgroen gekleurd met veel glauconiet in laag- jes.
13.21 wit tot zeer lichtgrijs, matig fijn zand, geel glauconiet, weinig glimmer, met dunne graafgangen, plaatselijk iets lichtbruin geoxideerd. Aan de basis een dun oranjebruin laagje (tot 5 mm) dat plaatselijk kan ontbreken.
16.00 als boven oxidatie niveau's op 16.00, 18.10, 18.60, 19.40, 19.90 en 20.30 m. Gehele pakket met zeer veel cirkelvormige, oranjebruine vlekken, soms in horizon- tale lagen, waarin dan vaak harde donkerbruine concreties binnen de vlekken voorkomen. Tussen sommige oxidatieniveau's is het sediment bruin tot roodbruin verkleurd. Vooral in de onderste 1.50 m is het sediment niet verkleurd en zijn alleen de graaf- gangen roodbruin.

Grondwater op 21.10 m


------------------------------------------------------------------------
STRATIGRAFISCHE INTERPRETATIE
------------------------------------------------------------------------
Top * basis *STRATIGRAFISCHE EENHEDEN
------------------------------------------------------------------------
0.00 - 0.40 geroerde grond
0.40 - 2.30 rivierterras
2.30 - 13.21 Oligoceen, Tongrien, Zanden van Neerrepen
13.21 - 21.30 Oligoceen, Tongrien, Zanden van Grimmertingen


----------------------------------------------------------------------
AUTEURS
------------------------------------------------------------------------
A.W.Janssen en L.B.M. Vaessen
------------------------------------------------------------------------
OPMERKINGEN EN ANALYSES
------------------------------------------------------------------------
In het onderste deel van de Zanden van Neerrepen werd op andere plaatsen meerdere vertikaal verlopende roodbruin kleurvlekken waargenomen, tot 1 cm dik (diaklaasvormig ?)

Dit profiel werd geheel bemonster, meestal in afstanden van 0.25 m, soms per laagwisseling (grens Neerrepen/Grimmertingen). Monsters Rijksmuseum van Geologie en Mineralogie, Leiden.
In de ongeveer NO-ZW verlopende langste groevewand is te zien, dat de dalopvulling in NO richting sterk in dikte toeneemt.

Insert the GSB number to search all associated content