Skip to content. | Skip to navigation

Personal tools

You are here: Home / arch / 107E / 107E0477.txt

107E0477.txt

107E0477 (VId)
X 241525
Y 162935
Z 110-117 m
Google: 50,7693 – 5,6670

‘Groeve Dierckx, Lixhe
Met zichtbare kalksteenwand aan de bovenkant van voormalige groeve (steilhelling in natuurontwikkeling, beheer door Natagora)
Parking: langs N671, in/uitrit Rue d’Eben (+ 20 minuten wandelen)
(archiefnr. 33, Werkgroep Krijt en Vuursteeneluvium)

Stratigrafie: Formatie van Gulpen, Lid van Lanaye

Bemonstering vuursteenlaag 16/17, die hier het normaal vuursteenfacies bezit, met een blok afwijkend vuursteenfacies in vuursteenlaag 17 (onder begeleiding van Ludo Indeeherberge en Victor Strijbos).
.

Vuursteenlaag 17 (niet 18) onderaan de wand die op minder dan 1 m afstand de overgang toont van donkerder grijs naar bleker grijs, met 2 monsters slijpplaatjes: Dierckx 17 f (donker) en Dierckx 17 c (bleek)

1. Donkerder grijs (gewoon facies): sterk matig-korrelige vuursteen met soms holle buisjes,
met verschillende breukvlakken in zelfe lithologie, van ruw en korrelig tot glad schelpachtig; langs de buitenrand dun (enkel mm max) witachtig verweerd maar nog verkiezeld; buitenkant donkergrijs tot dofzwart door neerslag 1 mm dik met lokaal en nauwelijks dikker gips-bloemkooltextuur
2. Bleekbeige-grijze eveneens matig-korrelige vuursteen met schelpgeesten en dofwitte ontkiezelde (?) meer poederige vlekken en nog grofkristallijne calciet bioklasten; licht roestverkleuring langs splijtvlakken
Onder de bleke rand (enkele mm) komt een grijzere meer fijne vuursteenachtige verdichtingsrand voor. Talrijke zwarte vlekjes, vermoedelijk opervlakkig en door recente organismen bevorderd

Monsterbeschrijving
Dierckx 17F [107E0477]
Macroscopisch: vage bioturbate structuur en diagenetische fronten tussen bleker en donker gekleurde zones.
Microscopisch: Fijnverkiezeld maar van oorsprong biopelmicriet, met sterk gemicritiseerde peloiden, sporen van vermoedelijk naaldvormige kiezelskeletdeeltjes (spicula?). Oorspronkelijke allochems ca 100µ groot, maar uitwendige vorm slechts gedeeltelijk bewaard door latere aantasting en oplossing; hierdoor boogvormige elementen (halvemaanvormige korrels die toch geen schelpen lijken te zijn).
Naar de rand van het slijpplaatje meer gekleurd en met donkere banden 250-500µ breed, bestaande uit als fijn zand gestapelde kleine (25µ) ronde donkere pellets (?) omgeven door helderder microkwarts (omwille van de donkerder rand van deze structuren doen ze aan Girvanella, dus aan een bio-korst denken maar vermoedelijk is deze structuur toch diagenetisch beïnvloed (in andere slijpplaatjes komt eerder een beeld van pyritisatie van de korrelwanden tevoorschijn). Ook met microporiën en grotere oplossingsholtes.
Matrix totaal verkiezeld en opgebouwd uit zeer fijne microkwarts <15µ, juist afmeting niet te schatten, lijkt grover door voorkomen van microbarsten. De grens tussen de microkwarts matrix en de allochems is scherp, maar wordt vaag wanneer de korrels geheel zijn gemicritiseerd (en dan later verkiezeld op dezelfde wijze als de oorspronkelijke micrietmatrix). In de matrix tussen de grotere allochems kleinere pellets(?) van 10-30µ groot.

Dierckx 17-c [107E0477]
Macroscopisch: verstoord sediment met enkele ronde vlekken als sporen van graafgangen; matrix met fijnkorrelig uitzicht.
Microscopisch: verkiezelde oorspronkelijk dichtgestapelde biopelmicriet (packstone) met bioklasten van wisselende vorm 100-200µ groot. Door verkiezeling worden de bioklasten donker (zeer fijnkorrelig verliezeld en mogelijk ijzerrijk) en de matrix lichtbruine microkwarts.
Voorkomend in agglomeraten omgeven door heldere microkwarts, tot 25 vol.%. Duidelijk diagenetisch verschil met de microkwarts in de ronde vlekken (gebioturbeerde graafgangen?).

MD

Insert the GSB number to search all associated content