106W0411.TXT

PL. HEERS 106W

411 (III d)

HANDBORING H5
uitgevoerd te: BORGLOON
door: R.G.M.
datum: 9/10-8-77
Topografische ligging opgetekend: VOLGENS PLAN
Boringsmethode: EDELMANBORING doorsnede 7 cm
Totale diepte: 7.75 m


Beschrijving volgens E.C. Kruissink en A.W. Janssen
Rijksmuseum voor Geologie en Mineralogie, LEIDEN-Nederland

0,00 - 0,40 m donker grijsbruin kleiig zand, met iets grind en
houtskool, naar onder lichter wordend. Op 0,35 m
baksteenresten.

0,40 - 0,90 m grijsbruin, sterk kleiig, fijn zand. Op 0,60 m een
gerolde vuursteen, op 0,70 m baksteengruis.

0,90 - 1,30 m grijsbruin, sterk kleiig, fijn zand met enkele
humusresten en een enkele gebroken silex. Vanaf 1,20 m
kleiiger en met meer silex.

1,30 - 2,30 m sterk zandige, geelbruine klei met veel schelpen (Pire-
nella, Tympanotonos). Vanaf 1,60 m met dunne grijze,
zandige laagjes. Vanaf 1,80 m sterk zandige, geelbruine
klei met veel silex.

2,30 - 2,50 m geelbruin zand, matig fijn, iets slibhoudend, onderaan
een silex en iets schelpgruis.

2,50 - 3,45 m vette, harde, grijsgroen en bruingroen gevlekte klei, aan
de top over enkele cm vrijwel zwart en koolachtig. Vanaf
2,65 m met helderoranje, limonitische zandnesten die naar
onder overgaan in gele vlekken.
Vanaf 3,05 m groengrijs met geelachtige (HCl neg.) en
enkele witte vlekken, naar onder met vele gele en roest-
bruine vlekken (op dergelijke plaatsen is het sediment
droog en korrelig). Op 3,25 m bestaan de gele vlekken uit
grote nesten kleine concreties (HCl neg.). Op 3,40 m
klei zeer korrelig en droog, en met een laagje harde,
zwarte concreties.

3,45 - 6,25 m (scherpe grens) bruingroene tot groenbruine, vette, zeer
harde klei, met zeer veel kleine, witte, zachte con-
creties (HCl pos.) en vrij veel donker bruinzwarte aders.
Vanaf 3,65 m uiterst veel witte, poederachtige con-
creties. Op 4,25 m een nest witte schelpen. Vanaf 4,25m
poederachtige nesten lichtgrijs en de klei groengrijs.
Op 4,65 m met nesten fijne witte schelpen, weinig of
geen concreties meer. Klei overgaand in grijsgroen tot
geelgroen. Op 4,70 m een ongeveer 1 cm dik laagje matig
fijn geelgroen zand. Vanaf 4,95 m met bruingele vlekken.
Op 5,05 m een zandlaagje, naar onder nog met bruingele
vlekken. Op 5,20 m een laagje lichtgrijs fijn zand, naar
onder met dunne lichtgrijze zandlaagjes (HCl neg.).
Op 5,25 m een witte halfharde concretie. Vanaf 5,45m gele
tot roestbruine zandlaagjes. Vanaf 5,50 m schelpgruis in
roestbruine zandlaagjes. Vanaf 5,65 m zeer veel schelpen
en schelpgruis in zandige laagjes. Een zachte concretie
(HCl pos.) op 6,10 m, naar onder iets minder schelpen.
Vanaf 6,20 met laagjes groenachtig zand

6,25 - 7,00 m licht grijsgroen, fijn zand, vooral met schelpgruis.
Bovenin kleihoudend, naar onder geleidelijk minder
kleihoudend. Vanaf 6,40 m bandjes groengrijze klei.
Vanaf 6,45 m licht grijsgroen fijn zand met vrij veel
schelpgruis. Op 6,60 m grijsgroen met roestbruin
gelamineerde klei met een gastropode (Melanoides),
naar onder bruingrijs matig fijn zand met schelpgruis,
vrij veel grijsgroene kleibrokjes, soms met een
roestbruin huidje erom. Naar onder steeds meer klei-
brokken en overgaand in grijsgroene klei met nesten zand,
schelphoudend.

7,00 - 7,04 m grijsbruin, zeer kleiig zand, met bruine bandjes,
steriel.

7,04 - 7,75 m donker bruingroene, iets zandige, taaie klei, met
roestbruine aders, iets schelpfragmenten (naval ?). Op
7,10 m geleidelijk overgaand in kleiig zand, matig fijn
tot matig grof, donker grijsbruin, met weinig of geen
schelpgruis. Op 7,15 m geleidelijk maar snel overgaand
in licht bruingrijs, fijn tot matig fijn zand, bovenaan
met donkerder vlekken, naar onder met enkele roestbruine
aders. Vanaf 7,60 m iets meer bruinachtig.



Interpretatie: 0,00 - 0,90 m geroerde grond
0,90 - 2,50 m Kwartaire afzettingen
2,50 - 6,25 m Oligoceen, Rupelien, Klei van Henis
6,25 - 7,00 m Oligoceen, Rupelien, ?
Zanden van Boutersem
7,00 - 7,75 m Oligoceen, Lattorfien,
Zanden van Neerrepen


Grondmonsters: 3.25 - 3.35
3.50 - 3.60
6.90 - 6.95
6.95 - 7.00
7.25 - 7.35
7.45 - 7.50