Skip to content. | Skip to navigation

Personal tools

You are here: Home / arch / 106E / 106E0815.TXT

106E0815.TXT

ADMINISTRATIEVE & TECHNISCHE GEGEVENS
-----------------------------------------------------------------------------
Kaart nr.: 106 E
PLAAT: Borgloon
Nr.: 815 (IX,c)
Type Boring: ontsluiting Hinnisdael VI
Topografische kaart: 33/8
Uitgevoerd te: Vechmaal
Post nr.: 3870
Adres boorplaats: Mergelkuilen

Opdrachtgever:
Boorfirma:
Boordatum:
Topografie:
Stalen door:
Boormethode:
Lengte & doormeters:

Grondwaterstanden:
1ste maal:
Bij rust:
Tijdens pompen:
Debiet:
Waterzaak nr.:
Totale diepte:
Stalen bewaard: neen
Maaiveld / ref. peil: 94.47 m (dak noordelijke ingang)
X: 221609
Y: 160720
NIS code: 73087

-----------------------------------------------------------------------------
BOORBESCHRIJVING
---------------------------------------------------------------------------
meetpunt 74 van de GPS meting (3 van topometing Lagrou) = dak noordelijke ingang 45 cm boven top Caster
Hardground, die 20 cm dikte bereikt
aan de ingang is basis HG sterk hellend tot 12° grotinwaarts, maar wordt snel subhorizontaal (dus niet tektonisch) –
intrigerend is wel dat grotinwaartse helling bijna overal wordt waargenomen, het lijkt erop dat Mergelkuilen
volgens anticlinale opwelving verlopen (?)
fossielgruislaag boven Caster is fining upwards
berekening: top Caster HG onder meetpunt 74 = 45 cm
dikte Caster HG = 20 cm
niveau Kanne = 250 en 270 cm onder basis Caster HG, gemiddeld 260 cm
dus Kanne = 260+20+45 of 325 cm onder meetpunt 74

verschil in stijl: noordelijk deel: boogvormig profiel
zuidelijk deel rechtgezaagde wanden voor bouwsteen
maar mergelwinning komt na bouwsteenwinning ? omzetting wanden van recht naar boogvorm verbreding aan
basis (vorm van roofbouw)
grot heeft vlakke bodem en staat normaal onder water: bodem vol calcietplaatjes
grot gaat niet veel dieper dan Kanne, maar dit is waarschijnlijk omwille van waterstand
maximaal waterpeil 110 cm boven boden (gemeten bij diepste profiel)
langs de zuidgang staat er nog een diepe plas in lokale uitdieping (ca 5 m groot)

noordelijke hoofdgang eindigt op grote doline met rechte wand en gevuld met groengrijs (in buitenlucht met
oxidatiekleur) zeer fijn micarijk sterk kleiig zand
MONSTER GRANULOMETRIE (Fm. St.-Huibrechts-Hern): zie bijlage
Met tegen de basis tot 40 cm dikke breksie-achtige laag van fijnkorrelige Mergel van Gelinden, die van stijve
lenzen overgaat in hoekige brokjes op cm-schaal; het contatc is over 20 cm roestkleurig, waarschijnlijk door
volledige oxidatie van het glauconiet (Fig. 29)

dak: overal Caster (onderkant hardground) als topniveau van de exploitatie, zelden is lager deel blijven staan, soms
is dak ingestort tot boven Caster met zicht op deklagen

profiel zuidelijke ingang van boven naar beneden vanaf onderkant Caster Hardground
weggebeitel als bovenste hui 35 cm in meerdere parallelle beitelsporen
deze afgestoken zone is harder dan de onderliggende bouwsteenzone met onregelmatige uitbreiding onderkant HG
(geleidelijke maar wisselende overgangen)
als bouwsteen volgens verticale wanden gezaagd min. 2,90 m (onderkant dichtgeslibd)
breedte blokken 72-80 cm met voegen 7 cm, hoogte blokken tot 1,80 m
profiel vanaf onderkant Caster, aanvankelijk op zuidwand:
10 cm echinidenbrokken laag (in gebeitelde zone); lateraal nog kenmerken HG met eveneens grove echinidenresten
maar ook turritella
40 cm complete Hemipneustes zeeëgels op zone rijk aan echinidengruis met maximum op 48 cm, verminderend
hieronder (deze zitten in de top van de bouwsteenzone)
70, 80, 95 cm nog laagvormige concentraties echinidengruis (ertussen eveneens doch minder en verspreid)
tot hier gemeten op zuidwand
verder op noordwand waar Caster HG dikker is (of alleszins lager komt)en onderliggend profiel naar onder duwt
(!) ? dus toch tektonische helling maar niet herkenbaar omwille van onregelmatig sedimentair contact ?
70, 80 cm opnieuw de complete zeeëgels (overeenkomstig niveau als op 40 cm aan de overzijde)
120 (overeenkomstig met 95), 175, 190 cm laagvormig echinidengruis
enkele meters grotinwaarts verschoven op dezelfde wand:
125 cm: complete zeeëgel
135-140, 165 cm echinidengruisbank en –laag, en veel verspreid gruis ertussen
vanaf 200 cm verspreide schaarse serpula
265-270 cm: serpulabank = Kanne

profiel in de grot langs de noordelijke hoofdgang ter hoogte van voorlaatste dwarsgang, Caster HG in dak
goed te volgen – zij het lokaal onderbroken maar gelegen in rode verkleuringsband met erratische verspreiding en
lokaal verdiepend - en Kanne nog te herkennen, zij het minder fossielrijk dan in andere grotten:
complete zeeëgel 35 cm onder HG
geïsoleerde silex 105 cm onder HG (dus boven Kanne, dit is een erratisch voorkomen)
groot vuursteenniveau 290 cm onder HG; bleekgrijs, korrelig, zelfde oorsprong als fossielrijke tauw; onderkant
grof hemipneustes niveau waarvan de schalen nog als calciet in de silex zitten (dus ten dele in de silex en ten dele
eronder)-(monster); silexknollen tot 90x10 cm, soms gestackt tot 25 cm dik met verdikkingen mogelijk ziwel naar
boven als naar onder tot 25 cm totaal (dus niet wisselend zoals in Champignonskuil), bijna doorlopend niveau
verder gemeten t.o.v. dit vuursteenniveau dat uitsteekt in de wand:
vlak onder vuursteen veel grove echinidenschalen, ook complete hemipneustes = lokaal en vlak onder verdikkingen
van de silexknollen zakvormige opstapelingen van grof fossielgruis, vnl echiniden, maar ook schelpen en soms
serpula; in dit fossielgruisniveau en gekoppeld aan de bovenliggende silexvormig komen kleine (5 cm dik) witte
tauw-verkalkingen voor (MONSTER LITHOTHEEK);
naar onder (in richting tauwniveau) minder echiniden en meer verspreide serpula
dunner (8 cm) bleker sterk fossielhoudend (turritella) tauwniveau in geïsoleerde knolvormige lenzen, 55 cm onder
as vuursteen (tauw kan al onder silex voorkomen)-(monster met turritella)
bodem sequentie 80 cm onder silex

Kanne horizont als serpulalaag 10-12 cm dik in deze grot, maar verdunnend tot enkele cm over enkele m afstand;
basis 40 cm boven as vuursteen (dus 250 cm onder basis Caster HG)
25 cm boven Kanne lens van 5 cm dikte met losgestapelde serpula en grotere echhinidenschalen (vermoedelijk
afsplitsing van Kanne)
boven Kanne verspreide grote echinidenschalen en zeldzamere serpula, vnl 45 (verspreide dikke schalen), 80 en
100 (laagvormige kleinere fragmenten)cm boven Kanne
150 cm boven Kanne band met bolle oesterschalen



-----------------------------------------------------------------------------
STRATIGRAFISCHE INTERPRETATIE
-----------------------------------------------------------------------------
Top * Basis * STRATIGRAFISCHE EENHEDEN
-----------------------------------------------------------------------------
Formatie van Maastricht
93.52 Caster Hardground, basis kalksteen van Meerssen
90.72 Kanne Horizont, in kalksteen van Nekum
-----------------------------------------------------------------------------
AUTEUR M. Dusar, 16.3.2005
-----------------------------------------------------------------------------
OPMERKINGEN
-----------------------------------------------------------------------------
Dusar, M.; Lagrou, D.; Willems, L.; Felder, P.J. & Matthijs, J., 2005. De mergelgrotten van Hinnisdael te
Vechmaal (gemeente Heers, Limburgs Haspengouw), een geologische bijdrage tot de studie van het Krijt.
Geological Survey of Belgium Professional Paper 2005/1 N. 301, 89 p.


Figuur 35. Correlatieschema stratigrafische profielen in de Kalksteen van Nekum. Lokalisatie: zie figs. 61, 62, 10,
11. De horizontale lijn verbindt de Horizont van Kanne, die als gidshorizont optreedt. Bouwsteenontginning ter
hoogte van het profiel is aangegeven door een gele band aan de linkerzijde van het profiel, rode verkleuring door
een rode band aan de rechterzijde. Sommige profielen reiken tot in de overdekkende Tertiaire zanden (groene top
van het profiel).


Figuur 11. Hinnisdael VI, topografie overgenomen van Olefs & Dahlen (juli 1990).


Figuur 27. Korrelgrootteverdeling van zandmonster uit de basis van het tongeriaanzand (Formatie van St.-
Huibrechts-Hern) in doline aangesneden in Hinnisdael VI (Fig. 11 oost, afbeelding op fig. 29): gewichtsklassen
(staven) en cumulatieve gewichtsverdeling (ruitjes) van de zand- en siltfractie volgens meting met zeef en sedigraaf
(SEDAN 2001 grain size analysis, KBIN, naar Folk, 1966, horizontale as volgens PHI logaritmische
korrelgrootteklassen: ? 2 = 250 µm; 3 = 125 µm; 4 = 62,5 µm; 5 = 31 µm; 6 = 16 µm; 7 = 8 µm; 8 = 4 µm; 9 =
2 µm).

Hinn. VI
Lithologische fracties
Zand 36 %
Silt 29 %
Klei 34 %

Percentielen (µm)
1st percentiel 177
16th percentiel 85
50th percentiel (M) 37
84th percentiel (klei)

Moment parameters
Mediaan (?) 7.57
Mediaan (µm) 27.99 5.26
? 4.74
Skewness 0.8
Kurtosis 2.15

Tabel 5. Granulometrische parameters (naar Folk, 1966) voor zandmonster uit de basis van de Formatie van St.-
Huibrechts-Hern in doline in Hinnisdael VI (zie fig. 27 voor de korrelgrootteverdeling).


BELGISCHE GEOLOGISCHE DIENST

106E/0815 (IX, c) KAARTBLAD: BORGLOON
p. 1/1
******************************************************************************
SERVICE PUBLIC DE WALLONIE
Service géologique de Wallonie (SGW)
URL : geologie.wallonie.be

CARTE GEOLOGIQUE DE WALLONIE
____________________________________________________________________________________________________
Description d' affleurement
Numéro : 3380815
____________________________________________________________________________________________________
Date : 09-02-2011
Commune : Vechmaal (Heers)
Décrit par : J.L. Pingot
Roche(s) : Tuffeau
Formation(s) : Maastricht

Localisation : Entrées de galeries au flanc est de la dépression appelée “Grotten Henisdaal”.
____________________________________________________________________________________________________

DESCRIPTION :
k. Cette entrée de grotte serait Ingang VI. La paroi renferme un niveau plus dur, plus grossier et coquillé
qui est probablement un hardground. En-dessous, tuffeau très altéré pulvérulant comme vu précédemment.
Formation de Maastricht
Coordonnées Lambert: 221.603 - 160.715 (+/- 7 m)
l. Latéralement, autre entrée de grotte surmontée d’un banc très massif plurimétrique, tendre, puis de ce banc
dur (hardground) que je n’ai pu atteindre parce qu’il se trouvait en hauteur.
Formation de Maastricht
Coordonnées Lambert 221.609 - 160.723 (+/- 7 m)
m. Latéralement encore, autre entrée de grotte surmontée d’un banc paraissant plus fin. Au nord de l’entrée,
deux diaclases conjuguées forment un V à l’envers. Le niveau durci (hardground) se trouve immédiatement sous
les racines d’un arbre. En-dessous, présence de tuffeau jaunâtre, plus tendre et pulvérulent.
Formation de Maastricht
Coordonnées Lambert: 221.614 - 160.726 (+/- 8 m)
____________________________________________________________________________________________________

Insert the GSB number to search all associated content