106E0311.TXT

PL. LOOZ 106E Service Géologique
E.Van den Broeck de Belgique

1895

311 (I) = No 20076

A l'W de Looz-Ville (Sud), peu après le tournant du chemin
de retour Sud dans Looz centrale ville, affleurement de
glaise verte plastique Tg2n puis grand affleurement de sable
et d'argile à Cerithes Tg2o occupant tout le talus dont la
rigole de base et le mètre inférieur montrent un riche niveau
coquillier Tg2o.

Un banc massif de marne recouvre ces sables à Cerithes
et remonte à la base du chemin dans le fossé jusqu'au
chemin tournant de droite, au point faisant face à une
maison isolée.

Le sable rupélien Rlb doit venir immédiatement au-dessus et
il est sans doute recouvert de Rlc argilo-sableux dans la
colline derrière l'église, laquelle est cependant du remblai.


-----------------------------------------------------------------------------

PL. BORGLOON BELGISCHE GEOLOGISCHE DIENST
E.C. Kruissink

311 (1e verv.) (Ic)

HANDBORING BL9
uitgevoerd te: BORGLOON
door: R.G.M.
datum: 7 AUGUSTUS 1977
Topografische ligging opgetekend: VOLGENS PLAN
Geen grondstalen verzameld
Boringsmethode: EDELMANBORING - D 7 cm
Totale diepte: 2.25 m


Beschrijving door E.C. Kruissink
Rijksmuseum voor Geologie en Mineralogie
LEIDEN, Nederland

0,00 - 0,65m donkergrijs iets silbhoudend matig fijn zand met vuurstenen
en wat baksteenpuin, naar onder lichter wordend

0,65 - 1,00m kleihoudend licht bruingrijs matig fijn zand met wat
vuursteen en schelpfragmenten

1,00 - 1,75m lichtbruine kleihoudende silt met schelpfragmenten
(Tympanotonos, polymesoda), een enkele silexkei en enkele
humeuze bandjes.

1,75 - 1,90m harde, grijsgroene matig zandige klei met witte en gele
kleine harde concreties. Vanaf 1,90m geleidelijk overgaand
in roestbruine bandjes, naar onder geelgrijs zonder slib.


Interpretatie:

0,00 - 0,65m geroerde grond
0,65 - 1,75m verplaatste sedimenten
1,75 - 1,90m Oligoceen, Rupelien, Klei van Henis of Oligoceen,
Lattorfien, Zanden van Neerrepen
1,90 - 2,25m Oligoceen, Lattorfien, Zanden van Neerrepen


---------------------------------------------------------------------------

PL. BORGLOON 106E BELGISCHE GEOLOGISCHE DIENST
E.C. Kruissink

311 (2e verv.) (Ic)

HANDBORING BLII
uitgevoerd te: BORGLOON
door: R.G.M.
Datum: 10 en 11 AUGUSTUS 1977
Topografische ligging opgetekend door: VOLGENS PLAN
Boringsmethode: EDELMANBORING - D 7 cm
Totale diepte: 8.20 m


Beschrijving dorr E.C. Kuissink
Rijksmuseum voor Geologie en Mineralogie
LEIDEN, Nederland

0,00 - 0,75m blauwgroene, vette klei, met roestbruine vegen, met iets
schelpen en enkele harde grijswitte concreties.
Van 0,45 tot 0,50 m zeer veel harde kalkconcreties.
Van 0,55 - 0,65 m zeer veel schelpgruis, vooral Plymesoda.
Van 0,65 tot 0,75 m zeer veel kalkconcreties, naar onder
minder, sediment zandiger wordend en overgaand in

0,75 - 1,15m grijsgroene, sterk zandige klei met roestbruine vlekken
en harde grijswitte concreties, ook enkele humeuze vegen.
Van 0,95 tot 1,00 m zeer veel concreties. Op 1,00 m een
laagje roestbruin, matig fijn zand, op 1,15 m een laagje
roestbruin, matig fijn zand.

1,15 - 1,25m afwisselig van dunne klei en zandbandjes

1,25 - 2,00m groengrijze, harde klei. Bovenin met roestbruine bandjes
en enkele concreties. Op 1,35 tot 1,45 m zeer veel
concreties. Vanaf 1,45 m laagjes grijs, matig fijn zand,
naar onder wordt het sediment zandiger en gaar over in
groengrijze sterk zandige klei. Op 1,65 m een laagje
schelpgruis (Polymesoda), naar onder groengrijze klei met
laagjes lichtgrijs fijn zand en af en toe een
schelpfragmentje, snel overgaand in

2,00 - 2,55m donkergroenbruine, zandige klei met enkele dunne
zandlaagjes, bovenaan met een enkel schelpfragmentje.

2,55 - 2,70m grijze klei met dunne grijsgele zandlaagjes, naar onder
meer zandlaagjes roestbruin van kleur.

2,70 - 2,75m grijs, matig fijn zand

2,75 - 3,15m donkergrijze tot zwarte, harde klei, op 2,80 m overgaand in
blauwgrijze klei met roestbruine vlekken en vanaf 2,90 m
gelamineerde klei met roestbruine vlekken en vanaf 2,90 m
gelamineerde klei, grijszwart met blauwgrijs, tevens
roestbandjes.

315, - 4,15m geelbruin, matig fijn zand met kleibandjes, naar onder
sediment grijswit.
Vanaf 3,60 m overgaand in lichtbruingrijs.
Vanaf 4,00 m geler, overgaand in

4,15 - 4,25m bruingeel, matig fijn zand

4,25 - 4,45m grijsbruin, matig fijn zand, met donkergrijze kleibandjes,
naar onder roestbandjes

4,45 - 4,60m blauwgrijze klei met grijswitte bandjes fijn zand en
roestbruine bandjes

4,60 - 5,60m lichtgrijze tot groengrijze, sterk zandige klei met
zandlaagjes, naar onder zandige grijze, harde klei.
Vanaf 5,25 m sediment overgaand in groengrijs, met enkele
bruingele bandjes, naar onder zandiger, overgaand in

5,60 - 5,65m bruingroen, met oranjebruin gevlekt kleihoudend, matig
fijn zand

5,65 - 6,30m lichtgroengrijs, matig fijn zand, naar onder lichter,
overgaand in grijswit, met groenbruine vlekken

6,30 - 6,75m violetbruin, matig fijn zand, naar onder donkerder.
Vanaf 6,60 m bruiner, overgaand in

6,75 - 7,30m grijsbruin, matig fijn, kleihoudend zand, naar onder
kleigehalte afnemend, tot zeer gering.
Vanaf 7,05 m met lichtgrijze bandjes, naar onder sediment
overgaand in bruingroen

7,30 - 7,75m bruingroen, iets kleihoudend, matig fijn zand, vanaf 7,40 m
geelgroen.

7,75 - 8,20m grijsgroen, matig fijn zand, met enkele kleibrokjes.



Interpretatie:

0,00 - 5,60 m Oligoceen, Rupelien, Klei van Henis
5,60 - 8,20 m Oligoceen, Lattorfien, Zanden van Neerrepen

In dit profiel kon met zekerheid de aanwezigheid van de
Neerrepen Bodem worden aangetoond (6,30 - 6,75 m).

Tevens bestaat de sterke indruk dat in het profielgedeelte
van 5,60 - 5,65 m een sediment werd aangeboord, overeenkomend
met het niveau met krimpscheuren in de top van de Zanden van
Neerrepen in de groeve Francart te Tongeren


Grondmonsters: 1,80-1,90
4,70-4,80
6,40-6,50
6,95-7,05
7,40-7,50
7,50-7,60