105W0052.TXT

PL. LANDEN 105W
A. Rutot

52 - 53 (I) = No 16054 - Sablières.

11 juin 1881


53 (I) = No 16055

Sablière supérieure

Les deux carrières réunies donnent une coupe de
6 à 7 mètres de landenien visible.

Sablière inférieure

19 juillet 1883

Sablière inférieure

Sous 2m50 limon avec lits sableux et cailloux à la base
on voit 3 m. de sable landenien demi fin, gris verdâtre
peu stratifié avec niveaux de petites tubulations
d'annélides.
Il y a des lignes de sable plus blanc.
Je sonde au bas du talus et trouve sable verdâtre,
micacé, pointillé de glauconie, semblable au sable du
talus, jusque 3m30 où on s'arrête. On a donc ici 6m30
de sable landenien.

Sablière supérieure

Sous le limon d'épaisseur très irrégulière, on voit le
sable landenien blanchâtre avec petits lits lenticulaires d'argile
grise, passant vers le bas au sable gris glauconifère avec lits de
tubulations d'annélides. L'épaisseur du Landenien visible est
4 à 5 mètres.
En tout, dans les deux sablières, sondage compris, on voit de
9 à 10m. de sable landenien.


----------------------------------------------------------------------------

PL. LANDEN 105W
M. GULINCK

Nrs 52 - 53 vervolg

HAKENDOVER - Oude groeve - Noordelijke wand

1. PLEISTOCEEN

Kalkhoudende leem - met grote kwartsietblokken aan de basis
(verschillende met gerubefieerde korst).
Sterk heterogene en kryoturbaat gestoorde zone (zie fig.).

2. LANDENIAAN (lagunair)

Complex van zwarte ligniethoudende klei, groene klei en
leemachtig zand.
Plaatselijk enkele lensjes van witte mergel.

Hoofdzakelijk fijn, leemachtig, verhard zand, met los witachtig
fijn zand, of met "chocolade" kleur, dunne lignietachtige of
zuivere klei.

Alles fijn en regelmatig gelaagd.
Verschillende roestzones of roestlijnen.

Geleidelijke overgang naar de onderliggende formatie.

3. LANDENIAAN (marien)

Groenachtig, glauconiethoudend zand, min of meer gelaagd.
Zones met talrijke, fijne tubulaties.

In de O. en Z. wand van de groeve schijnt er geen lagunair
Landeniaan aanwezig te zijn.