Skip to content. | Skip to navigation

Personal tools

You are here: Home / arch / 105E / 105E0472.TXT

105E0472.TXT

***************************************************************************
ADMINISTRATIEVE & TECHNISCHE GEGEVENS
---------------------------------------------------------------------------
Kaart-Nr: 105E
PLAAT: Sint Truiden
Nr: 472 (II, d)
Type Boring: kernboring + pompput F2
Topografische kaart: 33/6
Uitgevoerd te: Sint Truiden
Postnr: 3700
Adres boorplaats: Montenakenweg 133
Opdrachtgever: Intradal / VITO
Boorfirma: Smet GWT - Dessel
Boordatum: 24 maart - 4 april 1998
Topografie: kaart 1/10000
Stalen door: de boormeester
Boringsmethode: 75m spoelboren d. 240mm*; kernboring PQ tot einddiepte
Lengte & doormeters: kerndoormeter 8.3 cm; stalen stijgbuis 168 mm gecemen-
teerd tot 75 m, PVC filter 110x4.5 mm 75-105m.**
Grondwaterstanden:
1ste maal: spoelingsverlies op 23 m
Bij rust : 19.90 m
Tijdens pompen: 29.25 m na 24 h pompen
Debiet: 12000 l/u of 288 m³/d
Waterzaaknr:
Totale diepte: 105 m
Stalen bewaard: ja (voorlopig bij VITO)
Maaiveld/ref. peil: + 60 m
X: 206590
Y: 166435
NIS-code: 71053
---------------------------------------------------------------------------
BOORBESCHRIJVING (0 m = maaiveld)
---------------------------------------------------------------------------
0 - 1 -
1 - 2 okerbruin, leem
2 - 3 okerbruin, leem
3 - 4 okerbruin, leem
4 - 5 okerbruin, leem
5 - 6 bruin, kleiige leem
6 - 7 grijsbruin, kleiige leem, leembrokken, grove, gele steenbrokken, glauc?, glimmer?
7 - 8 id
8 9 id, veel stenen
9 - 10 id, veel stenen
10 - 11 id
11 - 12 id
12 - 13 lichtbruin, leem, groen gespikkeld, steenbrokken
13 14 id
14 - 15 id
15 - 16 id
16 17 id
17 - 18 grijs, id
18 - 19 grijszwarte klei, steenbrokken (siltsteen)
19 - 20 zwarte klei, steenbrokken
20 - 21 zwarte klei
21 - 22 zwarte klei
22 - 23 id
23 24 id
24 - 25 id <verlies spoelwater>
25 - 26 zwarte klei
26 - 27 grijs-zwarte klei, zandhoudend?
27 - 28 grijs-zwarte klei
28 - 29 grijs-zwarte klei
29 - 30 grijs-zwarte klei, stijve, harde kleibrokken
30 - 31 id
31 - 32 id
32 - 33 id
33 - 34 id
34 - 35 id
35 - 36 id
36 - 37 id
37 - 38 id
38 - 39 id
39 - 40 grijswit, mergel
40 - 41 grijswit, vette mergel, grijze kleibrokken
41 - 42 id
42 - 43 id
43 - 44 id
44 - 45 id
45 - 46 id
46 - 47 id
47 - 48 witte vette mergel
48 - 49 grijswitte mergel
49 - 50 id
50 - 51 id <verlies spoelwater>
51 - 52 id
52 - 53 id
53 - 54 id
54 - 55 grijze mergel
55 - 56 id, duidelijke donkerder kleur
56 - 57 id
57 - 58 id
58 - 59 id
59 - 60 d
60 - 61 id
61 - 62 witgrijze, zeer vette mergel
62 - 63 witgrijze mergel, zeer fijn,siltueus donkergroen tot zwart (gl?) zand (brokken)
63 - 64 id maar witter met fijne, witte kalkbrokjes
64 - 65 id
65 : einde spoelboring
---------------------------------------------------------------------------
BESCHRIJVING van de boorkernen
---------------------------------------------------------------------------

Kern 1: 75.00-76.40 m Kernlengte 0.13 m (-1.27 m) Kernkist 1
enkele kernstukken cement en herboorde silex.
minimum 2 vuursteenniveaus, bestaande uit dichte grijze vuursteen met onregelmatige vorm; homogene fijnzandige witte calcareniet

Kern 2: 76.40-78.90 m Kernlengte 2.00 m (-0.50 m) Kernkisten 1-3
75 cm vergruisd, 125 cm vaste kern
bleekbeige-grijze fijnzandige homogene calcareniet, zeer zacht, gemakkelijk vergruisbaar, met hoge porositeit, met korte horizontale en verticale open barsten (drukontlasting); kleine (2-6 cm) donkergrijze
silexknollen op 80, 165 en 170 cm
in de calcareniet iets grovere passages, vooral rond 78.50 m, met steile sedimentaire hellingen, met herkenbare bioklasten (dunschalige echinidenresten 2 cm lang, lamellair opgebouwde oesterschalen 1 cm lang, 1 Thecida), ook verspreide blauwig grijze silexkernen 3 mm groot
regelmatige bioturbaties: ronde graafgangen 1 à 1.5 cm doormeter met dichte witte kalkslibwand 1 à 2 mm dik
opmerking (ook geldend voor overige deel van kernboring): fijne biogene en sedimentologische texturen zijn moeilijk waarneembaar op de kernoppervlakte door de lichte vergruizing van de boorkernwand in de calcareniet, of door uitsmering van mergelige klei in het onderliggend pakket Gulpens Krijt

Kern 3: 78.90-81.22 m Kernlengte 1.34 m (-0.98 m) Kernkisten 3-5
kern vergruisd tot 64 cm (met 1 silexknolletje 3 cm), nadien sterk gebroken
volgens korte horizontale en vertikale open barsten (drukontlasting)
ss (gelaagdheid) 2?;
zelfde calcareniet; kern gebroken op 79.20 m rond massieve silex, grijs, platte onderkant, 14 cm dik; naar onder toe massievere calcareniet met dofgrijze vaag afgelijnde verkiezelingen (mengeling verkiezelde en niet-verkiezelde calcareniet), in kernen van 2-3 cm laagvormig geconcentreerd

Kern 4: 81.22-83.16 m Kernlengte 1.32 m (-0.62 m) Kernkisten 5-6

goede kern, kernstukken van 5 tot 22 cm lang, vermoedelijk vergruisd
(kernverlies) rond silex.
zelfde calcareniet, meestal fijnzandig met ruwer aanvoelende passages in fijn bioklastengruis (1-2 mm) rond 81.35 m en 81.75 m (over 60 cm), met fijne serpulidenkokers, maar ook dunschalige schelpen en dikke calcietbrokjes (2-3 mm); fijn silexplaatje, grootte scheermes, in verticale positie op 81.30 m; onder 81.35 m vergruisde donkergrijze silexbrokken zowel knolvormig (7 cm) als plaatvormig (2 cm).
tussen 28-40 cm: grijze silexbank met onregelmatige bovenkant en vlakke basis, overlangs gespleten met calcarenietvulling; de silex vertoont barsten en bleke zones rijker aan kalk.
tussen 40-50 cm: in de calcareniet komen grijze meer kleiige klasten en witte mergelige klasten voor, 0.5 à 3 cm groot; ss 5? gemeten op fijne kleiige grijze intercalaties, maar is tegelijk regelmatig terugkerend splijtvlak
op 195 cm: bleekgrijze silex, 4 cm
op 110-115 cm: opnieuw witte mergelige klasten (3-10 mm)
tussen 115-132 cm: bleekgrijze silexband, duidelijk kalkrijk met bleke kernen; langs onderkant opvulling in losse calcareniet in holte van 7-8 cm doormeter

Kern 5: 83.16-85.36 m Kernlengte 2.10 m (-0.20 m) Kernkisten 7-9
kernstukken 4-25 cm lang met enkele vergruisde zones, vooral stuk uitgeklopt uit kernveer (onderkant kern over 15 cm)
calcareniet idem, lijkt iets kleiiger te worden; zichtbaar in interval 0-15 cm: verdeling tussen zuivere poreuze beige-grijze calcareniet en meer mergelige grijze calcareniet volgens bioturbatiestructuren.
tussen 35-45 cm: bleke verkiezelde kalksteen (in zelfde kleur als de calcareniet) subvertikaal gespleten; naar de basis toe meer poreuze kalkrijke zones; naar de top toe holtes op cm-schaal, oorspronkelijk gevuld met los kalkgruis
45-77 cm: calcareniet, verticaal gebarsten, iets grover en poreuzer (geen kleigehalte)
77-83 cm: bleke verkiezelde kalksteen, geleidelijke toename van verkiezeling naar onder toe met aan de basis grijze silex-achtige zoom (0.5 cm dik)
83-95 cm: calcareniet met sporadisch brede serpuliden en fijne kalkschaaltjes, als grof gruis afgezet
95-105 cm: bleke verkiezelde kalksteen, opnieuw overlangs gespleten, met 2 kalkbanden
105-140 cm: homogene fijne calcareniet
140-152 cm: bleke verkiezelde kalksteen, overlangs gespleten, en slierten vol losse calcareniet-insluitsels
152-177 cm: homogene fijne calcareniet
177-195 cm: bleke verkiezelde kalksteen, spectaculair voorbeeld vol cm-grote holtes, vooral van boven
195-210 cm: vergruisde calcareniet en siltige calcareniet pap met enkele brokken verkiezelde kalksteen

Kern 6: 85.36-87.15 m Kernlengte 1.70 m (-0.09 m) Kernkisten 9-11
kernstukken tot 32 cm, met verbrokkelde zones rond verkiezelingen
0-15 cm: verkiezeld met onregelmatig verdeeld kalkgehalte(top kern overdekt met ingespoelde leem)
15-28 cm: calcareniet, fijnzandig, homogeen
28-42 cm: verkiezeld, massief
42-74 cm: calcareniet, wordt meliger (afname korrelgrootte)
74-113 cm: brede verkiezelde band; vooral van boven vol onderling verbonden holtes; rond 100 cm grote holte, eronder compact, bleekgrijs en silex-achtig in massieve banden
113-145 cm: calcareniet, blijft melig
145-163 cm: lemig gruis
163-170 cm: verkiezeld, met wisselend kalkgehalte, verticaal gebarsten

Kern 7: 87.15-90.15 m Kernlengte 2.60 m (-0.40 m) Kernkisten 11-14
massieve kern, kernstukken tot 30 cm, gemiddeld 20 cm in de calcareniet
kernverlies vooral op 60 cm en 245 cm
0-60 cm: bleekbeigegrijze zeer fijnzandige zeer homogene calcareniet
naar de basis toe iets compacter met sporen van beginnende verkiezeling
60-75 cm: onregelmatig klievende bleekgrijze massief verkiezelde kalksteen, silex-achtig, met sporen van ronde bioturbaties
75-85 cm: calcareniet

85-117 cm: verkiezeling, met kleine holtes ten dele met calcareniet gevuld; rond 110 cm grote opvulling, boven- en onderkant glad
117-175 cm: calcareniet; op 140 cm groot fossiel, doormeter 6 op 1.5 cm samengeperst, met glad oppervlak (echinide?)
175-185 cm: licht verkiezelde kalksteen (blijft in zelfde kleur als de calcareniet), onregelmatig gebarsten; ondercontact volgens gelaagdheidsvlak, bovencontact getand
185-195 cm: calcareniet, geen bank, maar volgens brede krabbengangen ingedrongen in onderliggende eenheid
195-218 cm: verkiezelde kalksteen, wordt opnieuw licht blauwgrijs silex-achtig, vol kleine holtes
218-245 cm: calcareniet; laagje met schelpengruis, ook verspreid
bioklasten gruis; onderkant kernverlies
245-260 cm: bleek verkiezeld, vol holtes, met wisselende kalkgehaltes van silex-achtig tot kalkachtig, steil gebarsten

Kern 8: 90.15-92.00 m Kernlengte 1.70 m (-0.15 m) Kernkisten 14-16
kern massief in stukken tot 25 cm, gebroken op contact
0-18 cm: zelfde calcareniet, zeer fijnzandig en homogeen
18-38 cm: witgrijs verkiezeld vol holtes op cm-schaal en overlangs steil gespleten ('tauw')
38-53 cm: calcareniet, verticaal gespleten, siltig
53-75 cm: witgrijs verkiezeld, zeer kleine holtes (mm-schaal) vooral naar onder
75-84 cm: calcareniet wordt mergeliger, bleekgrijs, met kleine
verkiezelde kernen (cm-schaal); ss 7?
84-92 cm: bleekgrijs massief verkiezeld, wordt terug silex-achtig
geleidelijke overgang naar onder
92-96 cm: licht verkiezelde kalksteen, blijft uitzicht houden van licht mergelige calcareniet
96-122 cm: calcareniet in massieve kern, zeer licht verkiezeld behalve aan de basis; licht mergelig met sporen van verstoorde gelaagdheid [afzetting in kalmer water dan calcarenieten in het bovenste deel van de kernboring]
122-131 cm: bleekgrijs massief verkiezeld, sporen van horizontale banding, steil gebarsten
131-140 cm: calcareniet; grof gebioturbeerde contacten tussen bleke (met donkere flaserige straticulaties) en grijs licht kleiig en dan meer verkiezeld; weinig bioklasten (zeer fijne serpuliden en schelpengruis) waarvan de verdeling in het sediment zich niets van de kleurverdeling bleek-grijs lijkt aan te trekken [= diagenetisch verschijnsel]
140-170 cm: bleekgrijs verkiezeld, onregelmatig overlangs gebarsten, vooral naar onder toe; in de massieve verkiezeling zijn zowel liesegangringen als fijn gebioturbeerde structuren te zien; in holtes
onderaan fijn wit calcareniet poeder

Kern 9: 92.00-93.80 m Kernlengte 1.65 m (-0.15 m) Kernkisten 16-18
kernstukken max. 15 cm, meestal rond 10 cm
0-8 cm: grijze kleiige calcareniet[kleur wordt duidelijk donkerder en kleigehalte neemt toe]
8-18 cm: grijs massief verkiezeld steil gebarsten, blijft korrelig van textuur (tauw)
18-70 cm: grijze kleiige calcareniet, naar onder toe zeer licht verkiezeld, met grijs massief verkiezeld bandje 1 cm dik op 60 cm; slierten met dunschalige schelpenresten, 1 cidarisstekel
ss 7?; splijtvlak 40?
70-135 cm: grijs verkiezeld, met liesegang kleurringen, heterogeen, met vooral van boven veel witte kalkige zones; diepe cm-grote holtes gevuld met wit korrelig krijt [nieuw facies], doorlopend steil gebarsten
135-150 cm: bleek vettig krijt met grijze zones die meer klerijk-verkiezeld zijn, en echte grijze verkiezelingen in bioturbaat-gestoorde banden (structuur maar nog niet het uitzicht van silex)
150-165 cm: wit krijt, zeer fijn siltig, vol onregelmatige bleekgrijze verkiezelingen, vol grote holtes [terug een silex-uitzicht]

Kern 10: 93.80-95.41 m Kernlengte 1.12 m (-0.49 m) Kernkisten 18-19
1 kernstuk tot 18 cm, silexkernen tot 15 cm
top herboord, vergruizingszone tussen 63 en 70 cm; kernverlies vermoedelijk tussen silexbanken

0-5 cm: herboord compact wit siltig krijt
5-16 cm: zelfde krijt met fijne grijze verkiezelingen
16-18 cm: gladde grijze silexknol, min. 9 cm dik (kernverlies); onregelmatig overlangs gebarsten
18-36 cm: grijswit verkiezeld krijt met grijze silexknol 4 cm dik; bij de top: platte gestoorde klast in grijze mergelige klei
36-63 cm: grijze gladde silex met holtes (gemiddeld 5 cm) gevuld met siltig wit krijtgruis
63-70 cm: grijs mergelig krijt, vergruisd
70-86 cm: eveneens vergruisd bleek krijt; aan de onderkant vol ingedrukte silexbrokken
86-112 cm: grijze silex, aanvankelijk vol holtes gevuld met hard wit kiezelig krijt zowel als zachter wit mergelig krijt; naar onder toe krijgt silex gebankt uitzicht

Kern 11: 95.41-96.28 m Kernlengte 0.83 m (-0.04 m) Kernkisten 19-20
kernverlies enkel aan top, gebroken tot 15 cm; nadien massieve kern in 1 enkel kernstuk
0-25 cm: grijze silex bank, aan de basis opvulling met hard wit krijt
25-83 cm: grijswit licht kleiig-fijn siltig krijt, vage bioturbaties
belemniet op 65 cm

Kern 12: 96.28-96.95 m Kernlengte 0.45 m (-0.22 m) Kernkist 20
kernstukken 25 - 5 - 8 cm + silexknol
0-25 cm: bleekgrijs vettig krijt, compact, zeer licht verkiezeld, vaag gebioturbeerd
25-40 cm: zelfde krijt, iets zachter
40-45 cm: silexknol, grijs onregelmatig

Kern 13: 96.95-99.70 m Kernlengte 2.60 m (-0.15 m) Kernkisten 21-23
kernstukken 12 tot 35 cm, gebroken silex, fijngebroken tussen 30 en 75 cm, tussen 140 en 150 cm, vanaf 220 cm
0-17 cm: compact wit krijt, vaag gebioturbeerd, licht vettig
17-32 cm: knolvormige donkergrijze silex
32-125 cm: zelfde krijt, iets vettiger aanvoelend, maar fijnzandiger naar onder toe
125-140 cm: plaatvormige donkergrijze silex, met cm-grote gaten
140-162 cm: hard wit krijt, fijnzandig, moeilijk te klieven (iets verkiezeld?)
162-237 cm: hard wit krijt, vettiger, vooral in het midden van de laag
op 185 cm: plat donkerbruin verkiezeld spoor (ichnofossiel? 1 cm breed en 6 cm lang)
ss 2?
327-260 cm: donkergrijze deels gebroken, deels gekernde silex vol holtes met bleek licht mergelig krijt

Kern 14: 99.70-102.16 m Kernlengte 2.50 m (+0.04 m) Kernkisten 23-26
kernstukken tot 30 cm, verbrokkeld in en om silex
0-6 cm: onregelmatige silexknol (groter dan kerndoormeter)
6-15 cm: brokken van krijt en silex
15-30 cm: grijswit licht mergelig siltig krijt, overlangs gebarsten
30-35 cm: kleine silexknol
35-68 cm: grijswit mergelig krijt, vrij hard en zandig, vooral naar onder toe; ss 7-18?
68-95 cm: brokken van donkergrijze silexbank vol holtes (zowel ca. 5 cm als 1 cm groot) gevuld met mergelig krijt
95-134 cm: zelfde mergelig krijt met hardere (deels verkiezelde?) passages
134-165 cm: grote silexknollen; tussenruimtes en holtes gevuld met hard of vettig krijt
165-215 cm: zelfde vettig krijt, sterk gebioturbeerd [bioturbaties aangegeven door kleurverschil wit-grijs]
215-225 cm: silexbank vol holtes
225-250 cm: zelfde krijt, hard en bros maar ook vettig, vooral in midden, blijft duidelijk gebioturbeerd

Kern 15: 102.16-103.86 m Kernlengte 1.45 m (-0.25 m) Kernkisten 26-28
top herboord (5 cm); een kernstuk van 25 cm op 55-80 cm, rest fijn gebroken
0-20 cm: zeer hard grijswit krijt, kiezelig, licht vettig;
20-25 cm: donkergrijze silexknol

25-35 cm: zelfde krijt, iets mergeliger en zachter aan de top, rest hard [gedeeltelijke verkiezeling volgens sponsstructuren?]; Met belemniet
35-55 cm: zeer onregelmatige zwarte silexknollen vol wit krijt
55-90 cm: grijswit mergelig krijt, iets harder en vertikaal klievend naar onder.
90-115 cm: donkere zeer onregelmatige silexknollen vol grijswit krijt
115-130 cm: vergruisd grijswit mergelig krijt
130-135 cm: vergruisd wit krijt [wit krijt lijkt geassocieerd met silex, in dit geval met onderliggende silexknol?]
135-145 cm: donkergrijze tot zwarte silexknol

Kern 16: 103.86-105.00 m Kernlengte 0.15 m (-1.01 m) Kernkist 28
brokken van zwarte silexknollen met wit krijt


slijpplaatjes beeldanalyse VITO: intergranulaire porositeit (x10 vergr.)
1. 81.30-81.35 m 12.48%
2. 85.10 m 20.85%
3. 89 m 20.61%
4. 92.70-92.80 m 1.95% (verkiezeld)
5. 94.05 m 8.87%
6. 96.35 m 9.99%
7. 102.35 m 8.32%

monster fossielen 'Thecida': 77.75 m
monster petrografie (verkiezeling met holtes): 85 m

bioklastenonderzoek Felder:
1. 76.40-77.50 m Ecozone Ivb piek T3, Kalksteen van Lanaye
2. 81.22-81.50 m Ecozone Ivb piek CR7, Kalksteen van Lanaye
3. 92.00-92.70 m Ecozone Ivb piek PIVb4, Kalksteen van Lanaye
4. 97.00-99.50 m Ecozone Ivb piek CR5, Kalksteen van Lixhe 3
5. 102.00-104.00 m Ecozone Iva piek CR4, Kalksteen van Lixhe 2

Petrofysica Core Laboratories
1. 78.35-78.47 m (grof bioklastische calcareniet)
2. 78.75-78.90 m (fijn bioklastische calcareniet)
3. 88.75-88.90 m (fijne calcareniet)
4. 95.75-95.90 m (grijswit vettig krijt)
5. 98.05-98.20 m (vettig fijnzandig krijt)
---------------------------------------------------------------------------
STRATIGRAFISCHE INTERPRETATIE
---------------------------------------------------------------------------
Top * basis * STRATIGRAFISCHE EENHEDEN
---------------------------------------------------------------------------
0 7 Kwartair leem
7 34 Formatie van Hannut, Lid van Lincent (L1c)
34 39 Formatie van Hannut, Lid van Waterschei (L1b)
39 45 Formatie van Hannut, Lid van Waterschei kalkige basis
45 63 Formatie van Heers, Gelinden Mergel
63 64 Formatie van Heers, Zand van Orp
64 75 Formatie van Maastricht?
75.00 91.55 Formatie van Gulpen, Lanaye Member (Opmerking 1)
91.55 105 Formatie van Gulpen, Lixhe Member (Opmerking 2)

---------------------------------------------------------------------------
AUTEUR M. Dusar, 23.4.1998
---------------------------------------------------------------------------
OPMERKINGEN
---------------------------------------------------------------------------
1. Lithologische kenmerken van de Formatie van Gulpen, Lanaye Member :
- Bleek beige-grijze calcareniet, meest fijnzandig, lenzen en slierten met grover bioklastengruis volgens schuine gelaagdheid, ook fijne silexscherven in het sediment; met bioturbaties (graafgangen van krabben)
- Grijze silexbanken en knollen
- Verharde calcarenietbanken met beginnende verkiezeling vanaf 81 m
- Kleine mergelige en kleiige klasten vanaf 81.50 m

- Calcareniet bevat licht mergelige banken vanaf 83.16 m, met duidelijke toename verkiezelingen en talrijke verkiezelde banden (verkiezelde banden maken eenderde van totaal volume uit)

2. Lithologische kenmerken van de Formatie van Gulpen, Lixhe Member:
- Grijze kleiige calcareniet met verkiezelde kalksteen (tauw facies) en silexbanken
- Snel overgaand in hard wit vettig krijt, vaag gebioturbeerd, intern verkiezeld, met grijze silexbanken en knollen (tot een vierde van totaal volume)
- Vanaf 102.16 m wit krijt met zwarte silexknollen (Lixhe 2)

3. Stratigrafische interpretatie tot 65 m op basis van boorbeschrijving J. Patyn, VITO (cf. Boring 105E0473) en boorgatmetingen EGS, vanaf 75 m op
basis van kernbeschrijving.

4. Geofysische boorgatmetingen door EGS (European Geophysical Services):
uitgevoerde metingen van 75 tot 105 m op 03.04.1998
- diameter (mm)
- spontaan potentiaal
- gamma ray (API)
- resistiviteit (Ohm/m)
- full wave sonic (m/sec)
- flowmeter (meting % debiet)

5. Flowmeting:
productieve zone ligt tussen 76.60 en 82 m; omwille van het lage debiet en de gevoeligheid van de apparatuur is het niet uitgesloten dat de
productieve zone zich dieper uitstrekt dan 82 m.

6. Permeabiliteitsmetingen op boorkernen

Sample Permeability Permeability Helium Grain
to air to brine porosity density
200 psi
N. mD mD % gm/cc
1 435 50.4 48.2 2.72
2 327 106 48.3 2.72
3 85 20.8 49.2 2.71
4 21 0.309 45.0 2.71
5 22 8.25 42.5 2.70

Sample K K K K
water 10°C water 20°C 10°C 20°C
N. m/s m/s m/d m/d
1 3.723e-07 4.860e-07 0.0322 0.0420
2 7.830e-07 1.022e-06 0.0677 0.0883
3 1.536e-07 2.006e-07 0.0133 0.0173
4 2.282e-09 2.980e-09 0.0002 0.0003
5 6.094e-08 7.955e-08 0.0053 0.0069
controle 9.642e-09 8.331e-04

brine µ(10°C) 1.31 cP µ(20°C) 1.002 cP
R(10°C) 9.804 kN/m³ R(20°C) 9.789 kN/m³

(dieptes in m -MV)
1 : 78,35 - 78,47 m : grof bioklastisch calcareniet
2 : 78,75 - 78,90 m : fijn bioklastisch calcareniet
3 : 88,75 - 88,90 m : fijn calcareniet
4 : 95,75 - 95,90 m : grijswit vettig krijt
5 : 98,05 - 98,20 m : vettig fijnzandig krijt

T (Intradal) : (pompproef) 60 m²/d
Maart-april 1998
Kernen : 8,3 cm (PQ)
Analyses : Core Laboratories Aberdeen
Boorbeschrijving : M. Dusar (BGD)

7. Pompproef: uitgevoerd van 27.04. tot 30.04.1998, berekend door J. PATYN, VITO

de bekomen transmissiviteitswaarden en bergingscoëfficiënten zijn erg laag in vergelijking met de gekende waarden voor het Maastrichtiaan-aquifer. Vermoedelijk houdt dit verband met de boormethode: tijdens het kernboren kon de boormodder (spoeling) in de spleten van het krijt doordringen.
een bijkomende verklaring is dat het meest productieve, bovenste gedeelte van het krijt niet rechtstreeks in contact stond met de pompput.

* totaal spoelingsverlies op 50 m diepte

** PVC filter heeft een sleufbreedte van 2mm; boven de filter is er een
blinde PVC buis van 70 tot 75 m met dezelfde diameter als de filter.

Insert the GSB number to search all associated content