101E0974.txt
A F D E L I N G G E O T E C H N I E K
Opdracht: GEO-15/110
Plaats/site:
Gemeente:
Boring: B8
Uitgevoerd door: Geolab
Datum uitvoering: 17/12/2015
Lithologische beschrijving
Auteur: Dusar, Michiel Bedrijf/Dienst: Belgische Geologische Dienst
Datum: 27/04/2016
G1 0.08-0.50 donkergrijs heterogeen zand, licht kalkhoudend, stofferig door siltbijmenging, niet
kleihoudend, met fijn steengruis van cementsteen, baksteen (tot 2 mm) en brokjes
(0,50 cm) van stinkkalk (fijnkorrelige kalksteen uit de Blauwe Hardsteen groeves en
vooral als granulaat gebruikt) en zeldzaam lichtgrijze magnetiethoudende siltsteen uit
de sokkel
opmerking: donkergrijze kleur zonder bruin is niet van organische oorsprong, maar
industrieel stort afkomstig van hoogoven of smelterij)
G2 0.50-1.00 donkergrijs licht kleihoudend kalkrijk heterogeen zand, met fijn gruis van baksteen,
cementsteen, porfier, glazig versmolten sinter
G3 1.00-1.50 bleekgrijsgeel kalkhoudend matig grof doch goed gesorteerd hoekig kwartszand, licht
lemig, met wat steenbrokjes tot 2 cm van porfier
G4 1.50-2.00 bleekgrijs silteus tot lichter verkit cementpoeder, met steenbrokken tot 2 cm van
porfier, bleke fijnkorrelige kalksteen en cementsteen, reagerend met zuur
G5 2.00-2.50 licht kalkhoudende grijsbruine brokkelige zandige klei vermengs met verdroogde en
verharde klei en wat fijn steengruis
G6 2.50-3.00 geelbruin lemig tot kleiig zeer licht kalkhoudend heterogeen zand, voelt grof aan door
vermenging met fijn steengruis bevat ook grof steengruis van silex rolkei
(onverweerd), gebroken silex splinters, platte gerolde sokkelkeitjes, groenbruine
zachte zandsteen (steenbrokken tot 2 cm)
G7 3.00-3.50 gelijkaardig monster maar sterk vergrovend, zandrijk en talrijke (gebroken) rolkeien
van diverse oorsprong (silex, sokkel), kalkloos
(opmerking: lijkt depositie in waterig milieu, echter artificieel milieu ingevolge
onnatuurlijke vermenging van kleiig zand met grove zandkorrels, granule en keitjes
G8 3.50-4.00 facieswijziging: brokkelige mengeling van bruine kalkloze silteuze klei en
donkergrijze licht tot sterk venige humeuze, soms licht kalkhoudende zandhoudende
klei met weinig schelpengruis en verspreide zeer grove gerolde kwarts tot granule van
kwarts en silex, zeer licht doorworteld
G9 4.00-4.50 grijsbruine licht zandhoudende kalkloze plastische klei, vermengd met een weinig
donkere venige slappe maar kalkhoudende klei, en met rolkeien en gebroken grind
van vooral silex, maar ook kwarts en sokkelmateriaal, maar ook van grijze zandsteen
(tot 2 cm) die eruit ziet als steenslag (dus mogelijk nog anthropogene bijmenging)
G10 4.50-5.00 gemengde bruine, grijze tot donkergrijze, zandhoudende maar plastische kalkloze
klei, met silex rolkeien (tot > 5 cm), met brok van helgroene zandrijke klei (=
verweerde 'arkose')
G11 5.00-5.50 plastische donkergrijze venige, humeuze (stinkend bij verzuring) klei, bruin
oxiderend, met venige laminaties, maar ook met steengruis van silex rolkeien, fijn
baksteengruis en 2 cm brok porfier, blijft doorworteld
G12 5.50-6.00 grijze sterk silteuze en zandhoudende klei met venige strepen en ingespoelde
verteerde plantenresten (plantenhaksel), kalkloos, met geur bij verzuring, met
kakibruine oxidatierand,
(opmerking: dit is hetzelfde gesteente als monster 5.00-5.50 m waarin recente
anthropogene beïnvloeding is)
G13 6.00-6.50 meer homogene grijze silteuze klei met brede kakibruine oxidatierand, kalkloos,
zonder geur bij verzuring, niet venig of humeus
G14 6.50-7.00 bruin sterk kleiig grof heterogeen zand, vol fijn steengruis, met silex rolkeien,
bleekgroene brokken van verweerde 'arkose' (opmerking: geen natuurlijke afzetting)
G15 7.00-7.50 bleekgrijsbruin kalkloos kleiig grof zand vol gruis en keien van paarse fijngebande
siltige zandsteen, donkergrijze siltige zandsteen en bleekgroengrijze kwartsiet
(sokkelmateriaal) (opmerking: = onnatuurlijke samenstelling)
G16 7.50-7.75 groenbruin matig fijn kwartsrijk kleiig zand, compact want vast ingebed in de klei,
naast zandfractie ook fijne granule van gerolde korrels en tot 1 cm grote brokken van
grijze tot bleekpaarsgrijze zachte (verweerde) zandsteen, vermoedelijk verweerde
sokkel
G17 7.75-8.00 bruingroen kleiig middelmatig kwartsrijk zand (van fluviatiele oorsprong), vermengd
met weinig platte (donker) grijze rolkeitjes van sokkelmateriaal
G18 8.00-8.50 zelfde kleiig zand, zonder keien, kalkloos, vochtophoudend
G19 8.50-9.00 ongeveer zelfde zand, wordt fijnkorreliger tot matig-fijn, blijft homogeen, brokkelig
door kleigehalte
G20 9.00-9.50 zelfde zand als monster 8.50-9.00 m, maar vermengd met grote brokken roestrood
matig-grof kleiig zand en met enkele platte donkergrijze keien (tot 4 cm) van
verweerde silex, kneedbaar maar niet plastisch (monster lithotheek)
G21 9.50-10.00 facieswijziging naar beigegele brokkelige zandhoudende klei, kalkloos, met brokken
van verweerde 'arkose' (in-situ verweringsklei)
G22 10.00-10.50 wordt bleekgele verweringsklei met oranje strepen, met hardere brokjes, en grote
splinters van hard grijsgroen sokkelgesteente
G23 10.50-11.00 bleekbeige verweringsklei met kleine hardere brokjes (die ook vergruizen omwille
van hun verweringsgraad maar geen kwartszand-fractie bevatten), en enkele splinters
tot 1 cm lang van lichtgrijze siltsteen (uit de lokale sokkel)
G24 11.00-11.50 bleekgeel kleiig verpulverd sokkelgesteente met mm-grote fijnkorrelige verweerde
zandsteenbrokjes van dezelfde kleur (monster lithotheek)
kernkist 1 11.50-14.50 lengte is 3.00 m, volledige kernrecuperatie
- van 11.50 tot 12.73 m:
Lithologie: bleekgroengrijze siltige zandsteen met regelmatige fijne donkere
straticulaties op mm-schaal, waarvan de dikkere graded bedding vertonen
(turbidietisch), straticulaties soms aangegeven door mangaanbruine neerslag wanner
ontwikkeld als splijtvlak;
in het fris gesteente komen zeer zwarte submillimetrische vierkante korrels voor,
vermoedelijk verweerde magnetietkristallen;
kern bovenaan iets gelig verweerd, in de grovere passages fijn micahoudendend en
met grotere (1 mm) donkere verweerde vlekken (geoxideerde sulfide?) (monster
lithotheek 11.70 m met sterk gestoorde en roestig verweerde straticulaties;
vanaf 12.00 m schijnbaar regelmatig gestraticuleerd;
samenhangende kern tussen 11.75 en 12.15 m pseudo-gelaagdheid (zo genoemd
omdat er te weinig argumenten zijn om macroscopische sedimentaire, diagenetische
en metamorfe processen te onderscheiden) vertoont slumps bovenaan, ca 55° hellend;
tussen 12.22 en 12.30 m: sterk vergruisde en verweerde siltsteen (structuur is intact en
cohesief, maar gesteente is zacht, door de boring geplet tot groengeel melig silt =
saproliet),hieronder terug kleihoudende zandsteen met slechts vaag afgetekende
stratificaties volgens dezelfde richting (helling 60°), naar de basis toe over 2 cm
geelgroen uitgeloogd, het gesteente in dit interval is in zijn geheel veel zachter dan
normaal en onder invloed van verwering.
Structuur: kern sterk gebroken, van 11.50 tot 12.73 m in 9 kernstukken van 25 cm
lang, samenhangende kern tussen 11.75 en 12.15 m, bovenaan zeer steile (70°)
overlangse barst (hoofddiaklaas) met leemvulling tot 12.00 m die hellingshoek maakt
van 15° met de gelaagdheid en bijna dezelfde strekking heeft, andere meer
onregelmatige barst met leemvulling vertoont helling van 65° en maakt
strekkingshoek van 50° met hoofddiaklaas;
- van 12.73 tot 13.25 m: in-situ geheel verweerde en uitgeloogde geelgroene
micahoudende siltige fijne zandsteen, brekend volgens pseudo-gelaagdheidsvlakken
met helling 40° (monster lithotheek 13.14-13.22 m met gedeeltelijk rode verkleuring);
- van 13.25 tot 13.50: sterk verbrokkelde (op 10 cm kernstuk bovenaan na) geelgroen
verweerde siltsteen, fijn gefolieerd, met roestige en mangaanbruine laagvlakken;
- van 13.50 tot 13.80 m: dezelfde groene siltsteen in frissere staat, eveneens fijn
verbrokkeld, aanvankelijk fijn gefolieerd, naar onder toe massiever;
- van 13.80 tot 14.50 m: Lithologie: massieve en meer compacte (onverweerde)
groengrijze siltsteen, vaag gefolieerd (druksplijting), met fijne mica en magnetiet
maar niet opvallend veel; naar onder toe vergrovend, maar met duidelijk
onderscheiden fijnkorrelige (kleirijker) banden op cm-schaal (monster lithotheek
14.17-14.30 m).
Structuur: straticulatievlak met helling 35° naar onder toe oplopend tot 50°, bruin
onregelmatig splijtvlak (hoofddiaklaas) 67° met strekking loodrecht op
straticulatievlak, ondulerend naar zowel steiler als zwakhellend;
kern brekend in bruine diaklazen en pseudo-gelaagdheidsvlakken in kernstukken van
ca 10 cm lengte.
kernstuk 2 14.50-16.50 lengte is 2 m, volledige kernopbrengst
- van 14.50 tot 15.00 m: Lithologie: compacte bleekgrijze siltige zandsteen in 1
aansluitende kern.
Structuur: gebroken volgens 4 rechte bruine splijtvlakken met helling 55 tot 65°, geen
gelaagdheid te herkennen
- van 15.00 tot 15.05 m: bleekgeel verweerde zachte uitgeloogde siltsteen ten dele
vergruisd (monster lithotheek 15.00 m)
- van 15.05 tot 16.07 m: Lithologie: massieve groengrijze siltsteen zonder
gelaagdheid;
met zachtere, fijnkorreliger, iets donkerder grijze passages van enkele mm tot 8 cm
dik, de dunste gestoord, volgens pseudo-gelaagdheid 40°; op 15.80 m brekend op 2
cm dikke lens met grove kwarts (lijkt geen aderkwarts, afwijkend gesteente, monster
lithotheek).
Structuur: elkaar vallend in 34 kernstukken van 60-15-27 cm lang, brekend volgens
bruine splijtvlakken met gemiddelde helling 55°;
- van 16.07 tot 16.50 m: extreem harde bleekgrijze middelmatige kwartsietische
zandsteen in massieve kern (monster lithotheek 16.40-16.50 m).
Informele stratigrafie
Auteur: Dusar, Michiel
Datum: 27/04/2016
Bedrijf/Dienst: Belgische Geologische Dienst
Van(m) Tot(m) Beschrijving
0.00 2.00 Anthropogeen, ophoging droog stort
2.00 3.50 Anthropogeen, ophoging nat stort
3.50 5.00 Anthropogeen, ophoging nat stort in venige omgeving, semi-natuurlijk
5.00 6.50 Holoceen, recente aanslibbing door natuurlijke processen
6.50 7.50 Holoceen, oude ophoging (mogelijk onder menselijke invloed, in natuurlijke omgeving, eventueel
ontstaan als opvulling van vroegere uitgraving)
7.50 9.50 Pleistoceen, fluviatiele afzetting
9.50 11.50 'Alteration unit' (zie NCS website), in-situ verweerde sokkel (saproliet van Massief van Brabant)
11.50 16.50 Formatie van Tubize, Lid van Rogissart;
- van 11.50 tot 16.07 m: siltsteen facies;
- van 16.07 tot 16.50 m: kwartsiet facies.
Gesteente verweerd van 11.50 tot 13.50 m en zachter/geler gekleurd dan in frisse staat, maar geheel
uitgeloogd saprolietische passages; hieronder in frisse staat, aanvankelijk nog sterk gebroken; op 15.00
m dunne passage geheel verweerd en uitgeloogd (saproliet) vermoedelijk door watercirculatie via een
afzonderlijk splijtvlak.
