101E0449.TXT

Pl. HALLE 101E

M. GULINCK.

Nr 449(IX)BORING no 27 uitgevoerd te HUIZINGEN,
voor de Autosnelweg Brussel-Paris, Bruggen en Wegen,
door de Firma van Heugten van Hamont.
Topographische ligging opgetekend volgens plan van
Bruggen en Wegen.
Grondstalen verzameld door de boormeester.
Aanvang der werken : 2.9.1952.
Einde der werken : 5.9.1952.
Boringsmethode : zonder inspoeling.
Diepte van het water, bij ruststand : -
Diepte waarop het water voor de eerste maal waargenomen werd : 3 m.
Benaderende hoogte van de begane grond, boven de zeespiegel : 33.462

Volgnr AARD DER GRONDLAGEN Diepte m.

1 Terre noirâtre 0.50
2 Limon brun avec briquaillons 1.00
3 Limon brun-grisâtre 1.50
4 - 5 - 6 Limon gris cendré - finement sableux 2.00- 3.00
7*- 8 Sable gris très fin, limoneux 3.50 4.00
9 Sable gris et limon gris cendré 4.50
10 Sable gris meuble - petits noyaux calcaires 5.00
11* Limon brun clair très calcarifère - homogène 5.50
12 -13 -14 Limon brun clair avec taches de rouille 6.00 - 6.50 - 7.00
15 -16 Limon brun jaunâtre clair, très calcarifère 7.50
16 Idem, sableux, très calcarifère 8.00
17 Cailloux roulés de silex altérés 8.50
18 Idem, gris vert, grès limonitique 9.00
19 Débris de phyllades verts à magnétite
et sable grossier 9.50
20* Phyllades verts à magnétite 10.25



INTERPRETATION GEOLOGIQUE : M. GULINCK, 29.3.1954

HOLOCENE : ( 0.00 - 9.50 m.
PLEISTOCENE : (

DEVILLIEN : 9.50 - 10.25 m.
(sommet à +24).

--------------------------------------------------------------------------

Pl. HALLE 101E

M.GULINCK

Nr 449 (IX) suite

BORING no 28 uitgevoerd te HUIZINGEN,
voor de Autosnelweg Brussel-Paris, Bruggen en Wegen
door de Firma Van Heugten van Hamont.
Topographische ligging opgetekens volgens plan van
Bruggen en Wegen.
Grondstalen verzameld door de boormeester.
Aanvang der werken : 4.9.1952
Einde der werken : 9.9.1952.
Boringsmethode : zonder inspoeling.
Diepte waarop het water voor de eerste maal waargenomen werd : 3 m.
Benaderende hoogte van de begane grond, boven de zeespiegel : 34.547

Volgnr AARD DER GRONDLAGEN Diepte m.

1 Terre noirâtre 0.50
2 Limon brun 1.00
3 Limon gris brunâtre 1.50
4 - 5 Limon gris cendré - traces de radicelles -
assez hétérogène 1.80- 2.50
6 Idem, petits débris charbonneux avec limon
jaunâtre calcarifère 3.00
7 - 8 - 9 Limon ocreux très calcarifère 3.40- 4.00 4.50
10 -11 idem 5.00- 5.50
12 idem, avec petits cailloux 6.00
13 Sable brunâtre grossier calcarifère, petits
cailloux 6.50
14*-18 Sable brunâtre grossier, calcarifère, petits
cailloux (grès bruxellien silex,) 7.00- 9.00
19 -20 Sable jaunâtre clair, grossier, gros débris
de grès bruxelliens, silex 9.50-10.00
21*-22 Limon jaune, orangé, clair, doux, à taches
un peu kaolineux - petits concrétions
ferrugineuses 10.50-11.00
23*-24 idem, jaune clair, avec nombreux fragments
altérés de schistes gris-verdâtre 11.50-12.00
25 -26* idem 12.50-13.00
27 -28 idem, avec taches de rouille 13.50-14.00
29 -30* Argile kaolineuse, jaune, avec petits
concrétions rougeâtres, siliceuses à forme
tuberculeuse 14.50-15.00




INTERPRETATION GEOLOGIQUE : M.GULINCK, 29.3.1954.

HOLOCENE (0.00 - 10.50 m.
PLEISTOCENE (

PRIMAIRE (altéré) 10.50 - 15.00m.
(sommet à + 24)

------------------------------------------------------------------------------

Pl. HALLE 101E

M.GULINCK

Nr 449 (IX) 2e suite

BORING no 29 uitgevoerd te HUIZINGEN,
voor de Autosnelweg Bruxelles-Paris, Bruggen en Wegen,
door de Firma Van Heugten van Hamont.
Topographische ligging opgetekend volgens plan van
Bruggen en Wegen.
Grondstalen verzameld door de boormeester.
Aanvang der werken : 8.9.1952.
Einde der werken : 16.9.1952.
Boringsmethode : zonder inspoeling.
Diepte waarop het water voor de eerste maal waargenomen werd : 4 m.
Benaderende hoogte van de begane grond, boven de zeespiegel : 36.137

Volgnr AARD DER GRONDLAGEN Diepte m

1 Terre noirâtre 0.50
2 Limon brun, un peu argileux 1.00
3 Limon brun avec petits débris de briques 1.50
4 Limon gris cendré, petits débris tourbeux;
1 gros cailloux roulé de grès schisteux vert 2.00
5 Terre limoneuse - petits débris de bois tourbeux
grès calcareux (mortier) 2.50
6 Limon grisâtre très calcarifère 3.00
7 -12 Limon brun jaunâtre 3.50- 6.00
13 Sable brunâtre, mi-fin, un peu cohérent,
calcarifère 6.50
14 Sable brunâtre, mi-fin, un peu cohérent avec
débris de grès siliceux 7.00
15 Sable brunâtre très fin, avec grès siliceux 7.50
16 Sable brun clair grossier avec débris de roches
grès siliceux, grèslimonitiques, silex,
galets de phyllade vert 8.00
17 -18 Même sable grossier : quelques fragments roulés
de grès siliceux, un peu calcarifère 8.50- 9.00
19 -20 Fragments de grès siliceux - silex altérés-
sable grossier - schistes altérés 9.50-10.00
21 Grès siliceux roulés et sable grossier 10.50
22* Grès et schistes verdâtres micacés 11.00



INTERPRETATION GEOLOGIQUE : M.GULINCK, 29.3.1954

REMANIE : 0.00 - 3.00M.
PLEISTOCENE ET
colluvions : 3.00 -11.00m.
DEVILLIEN :11.00
(-Sommet à +25)

----------------------------------------------------------------------------

Pl. HALLE 101E

M.GULINCK

Nr 449 (IX) 3e suite

BORING No 30 uitgevoerd te HUIZINGEN,
voor de Autosnelweg Brussel-Paris, Bruggen en Wegen,
door de Firma Van Heugten van Hamont.
Topographische ligging opgetekend volgens plan van
Bruggen en Wegen.
Grondstalen verzameld door de boormeester.
Aanvang der werken : 9.9.1952.
Einde der werken: 10.9.1952.
Boringsmethode : zonder inspoeling.
Diepte waarop het water voor de eerste maal waargenomen werd : 4 m.
Benaderende hoogte van de begane grond, boven de zeespiegel : 37.901

Volgnr. AARD DER GRONDLAGEN Diepte (m.)

1 - 2 - 3 Limon brunâtre 0.50 - 1.50
4 Limon brunâtre calcarifère 2.00
5 -10* Limon brun, jaunâtre, très calcarifère 2.50 - 5.00
11*-12 idem très sableux 5.50 - 6.00
13 -14 Limon brun-jaunâtre, très sableux,
calcarifère rares petits cailloux 6.50 - 7.00
15 -18 Limon brun-jaunâtre, sableux 7.50 - 9.00
19 Sable assez grossier, brun-jaunâtre,
avec petits cailloux 9.50
20 -21 Sable mi-fin, brunâtre, peu glauconifère,
cohérent, rares petits cailloux 10.00 -10.50
22* Sable fin, brun-verdâtre - glauconifère 11.00
23 -24 -25 idem, petits éclats de silex 11.50 -12.50
26 Sable brunâtre plus grossier 13.00
27 Sable brunâtre plus grossier,
petits éclats de silex 13.50
28 Sable verdâtre mi-fin, glauconifère 14.00
29 -30 Sable verdâtre mi-fin, glauconifère 14.50 -15.00



INTERPRETATION GEOLOGIQUE : M.GULINCK, 29.3.1954.

PLEISTOCENE : 0.00 - 11.50m
LANDENIEN :11.50 - 15.00m