100E0007.TXT

PL.DENDERWINDEKE 100E
F.HALET

7 (III)

Geturbeerde put
uitgevoerd ee GOOIK (Drie EGYPTEN°
bij M.Josef Walravens, (Tuinbouwkundige),
door de firme BEHIELS te WETTEREN.
Topographische ligging opgeteekend door E.Verdin, den 19-6-1944
Grondstalen verzameld door den boormeester
Aanvang en einde der werken: Juni 1944.
Boringsmethode: met inspoeling.
Opeenvolgende diamater: 152mm tot 15m.
114mm tot 40m.
90mm tot 80m
Benaderende hoogtye van den beganen grond boven den zeespiegel : 55

Volgnummer AARD DER GRONDLAGEN Diepte Basis

1* Kleiachtig grijs groen zand met eenige zeer klein
brokken grijze lei 10.00 80.00
2* Staal in stog vergaan, onbepaalbaar 120.00 126.00
3 Idem 126.00 128.00
4 Leiachtige rotsen tot stof verbrijzeld 127.00 130.00
5* Idem, met heel klein stukjes zandsteenachtig en
kwartsachtig gesteente 130.00 133.00


Vermoedelijke geologische verklaring (F.Halet,25-6-1944):

Landeniaan (?)
Landeniaan (?) Cambrium : van 70 tot 80m.
Cambrium : van 120 tot 133m.

Inlichtingen door den eigenaar verschaffen :

van 80 tot 87m : vasten vetten grond
87 tot 91m : roode steen
91 tot 95m : slechte zachte schaliën
95 tot 103m : (roodachtig) vette schaliën
103 tot 112m : (roodachtig) vette schaliën
112 tot 120m : (roodachtig) vette schaliën
120 tot 128m : altijd roodachtig vette schaliën maar veel harder
(zie hierboven nummeren 2 en 3.)

Geen water.