097E0863.TXT
DG SERVICE GEOLOGIQUE DE BELGIQUE
PL. ZWEVEGEM 97 E
N° 863
Put
Uitgevoerd te: Kooigem-Driehoven
Door: Smet
Bij: N.M.W.
Datum: september 1984
Opeenvolgende doormeters: ø 680; buis ø 700 tot 21.60 m
Totale diepte:
Hoogte van het maaiveld:
Volgnummer Aard der grondlagen Diepte m
Grijsbruine leem, geroerd, zandig 4.00
Grijze kleiige leem, vermengd met geelbruin zand met schelpfragmenten 5.00
Homogeen grijze lemige klei wordt na 3m iets donkerder stevige klei
Op 12m heterogeen groenig lemig, met fijne zoetwaterschelpfragmentjes en fijn
zand, kleur blijft grijsgroen eronder, eerder lemige klei
16 Vanaf 16 zeer vaste groengrijze klei 16.00
Op 17 gemengd grijsgroene vaste klei met middelmatig zand vol gebroken silex-
keien ook chert en verkiezelde zandsteen ø 5cm en fijne schelpenresten; eronder
19 Grof tot middelmatig zand met gebroken silexkeien, grijsgroen 20.00
40 Grijze vaste klei, homogeen wat lemig vanaf 45 48.00
50 Blekergrijze meer waterige klei, silteus vanaf + 60 met hardere gesteentefrag-
menten en iets groener 61.00
63 Groene siltige klei met gesteentefragmenten en iets groener 63.00
65 Vanaf 64m vaalgrijs, kalkig?
Vanaf 68m harder vaalgrijze kalkige klei, met zachte gesteentebrokken 70.00
71 Vaalgrijze kalkige klei met bleek mergelig krijt, met glauconietkorrels
74 Vanaf 74 rijker aan glauconiet, massiever krijt
Vanaf 75 met bruine strepen, kleiiger 75.00
76 Bleek kwartsgrint met weinig middelmatig bruin zand, enkele baksteenrode
strepen in bruine modder tot 76; eronder donkergrijze modder met verkiezelde
kalksteen 79.00
Interpretatie volgens TNO log
Basis Kwartair: 21 m (+ 4)
Ieper: 30 m (- 13)
Landen: 70 m (- 53)
Campaan: 73 m (- 56)
Turoon: 76 m (- 59)
Weald: 78 m (- 61)
M. DUSAR
23.01.1985
DG SERVICE GEOLOGIQUE DE BELGIQUE
PL. ZWEVEGEM 97 E
N° 863 (VIII d)
Kernboring
Uitgevoerd te: Kooigem-Driehoven
Bij: N.M.W.
Volgnummer Aard der grondlagen
1 89.78 90.53 herboord: donkere grofverkiezelde kalksteen en kei met kwartskristallen (+
20cm)
2 90.53 91.50L 64 + wat herboord (-35) fijne grijze gebioturbeerde kalksteen, met ronde
graafgangen, weinig dunschalige schelpen, fijne vertikale laagvlakken, met chertlenzen, met
2 pyrietrijke kolige laagvlakken wat witgeëtst ii 5
3 91.50 92.07 20 cm herboord, 1 47 (-10 cm)
Grijze fijne kalksteen, gebioturbeerd met ronde graaf- en kruipgangen, met verspreide grote
vinoïden, met chertbanden gem om de 20cm. Vertikale calciet-aders (staal conodonten)
4 92.07 92.65 L 70 cm (+12)
+ Idem, iets donkerder grijze fijne kalksteen, gebioturbeerde met vinoïden verspreid, vermoe-
delijk met ostracoden. Ostracoden 92.25 + staal fossiel?
5 92.65 92.80 herboord materiaal + 12 cm
Gedeeltelijk donkere verkiezelde kalksteen met kleine geodes gedeeltelijk bleekgrijze
Kwartsietische zandsteen met plantenresten. 92.70: staal
6 92.80 92.92 herboorde naval;
kalksteen, poreus verkiezeld, bleek bruingrijze molensteen, pyrietknollen uit Wealdien (mo-
lensteen en pyriet)
7 92.92 93.02 L 18 +
+ grote brokken herboorde naval in verkiezelde kalksteen, deels geboord en bruine molen-
steen, hard en zwaar. Kern: fijne grijze kalksteen
8 93.02 93.93 Kern L 19
+ brokjes herboorde naval. Bleekgrijze fijne kalksteen met chertlenzen, vaag gebioturbeerd
met verspreide vinoïden, en zwarte pyrietrijke laagvlakken
8bis geboord met rock-bite 92.93 tot 94.20
9 94.20 94.70 17°
st. 94.50 ostracoden
Donkergrijze fijne kalksteen met verspreide crinoïden en ostracoden, gebioturbeerd met onre-
gelmatige chertbanden en pyrietrijke zwarte vlekken
10 94.70 96.00 145 (+15)
Grijze fijn gebioturbeerde kalksteen met zwarte pyrietrijke laagvlakken met vertikale calciet
-adertjes, kleine chert-lenzen en knollen in bovenste helft, in onderste helft dik (5 cm) en on-
regelmatige st. collectie 95 cm + St. Ostracoden
11 96.00 97.65 L 182 (+17)
donkergrijze fijne kalksteen, gebioturbeerd, niveaus met talrijke crinoïden, gem om de 25cm
niveau met chertknollen. St. 96.50 staal voor NMDW op 150 cm grote gastropode ook crinoï-
den, ostracoden verspreid. 1 meter staal bewaard uit deze kern
12 97.65 100.66 L 173 (- 128) i5
n.b. op 98.79 volledig waterverlies
0 tot 69 + idem, grijze gebioturbeerde kalksteen, met ontwatersw, gepyritiseerde zwarte laag-
vlakken, een glijvlak, enkele grote chertknollen, verspreide ostracoden en crinoïden st. 98.50
ostracoden en visresten? verkleurd aan basis. 96 173 cm: poreuze bruin ontkalkte kalksteen
vol grote ostracoden; oplossing is langs vertikale barst opgetreden; verkiezelde lagen zijn har-
der gebleven: 100 cm
einde van de kern: splijtvlak met pyriet
13 100.66 103.66 L 147 (-153)
Opening van 100.89 tot 109.95 m
0-25: losse blokken in bruine poreuze ontkalkte kalksteen, met ostracoden, met holten op
plaatsen van chertknollen: 100.80
25-147: top van massieve kalksteen met bruine oplossingszak. Fijne grijze kalksteen met chert
-knollen, met één fijn stylohietisch vlak; met grote platte gastropoden, verspreide crinoïden,
fragmenten van plattebrachiopoden (producties), ook Spiriferachtigen, zeer klein
14 103.66 104.35 L 54 (-14)
Vrij donkergrijze gebioturbeerde kalksteen met kleine chertknollen, verspreide crinoïden,
zarte pyrietrijke lagen; sterk gebioturbeerd in onderste helft, in het midden fijn gestraticuleerd.
Dtaal voor collectie 104 tot 104.34
15 104.34 106.62 L 240 (+ 12) i subhorizontaal
Op 50 cm en op 120 stijle splijtvlakken i 65-75°. Grijze gebioturbeerde kalksteen met onregel-
mtige chert-lenzen en knollen, enkele licht stylolitische laagvlakjes, met verspreide groteccri-
noïden en kleine brachiopoden en veel minder ostracoden; stervormige calcietconcreties.
Staal 105.50 met veel brachiopoden
Staal 106.50 meer collectie
16 106.62 109.68 L 310 (+4)
Fijne grijze gebioturbeerde kalksteen, met verspreide kleine brachiopodenschalen, myrietrijke
lagvlakken, verspreide chertknollen, enkele gestoorde gestratunleerde laagjes, iets zandiger +
1cm dik, en stervormige galciet-concreties; 13° verspreide crinoïden
con: 108.50; coll 108.75; brach: 108 (Producties)
Vanaf 150 cm iets grofkorreliger fijne dolomitisatie ? met bleke krinoïdenrijke bandjes staal
Slijpplaatjes 109cm coll 106.50 m
17 109.68 111.92 L 228 (+4)
Grijze gebioturbeerde kalksteen met zandige straticulaties, getoond door ontwateringsbarsten,
gote chert-knollen en stervormige calcietconcreties, vaak samen, met wat zwarte organisch
rijke laagvlakjes; verspreide crinoïden en brachiopoden. St. con. 112.50 afgewisseld met fijn-
korrelige donkere homogene lagen, suikerige glans (dolomiet, niet bruisend)
18 111.92 115.00 L 305 (-3) i4
Grijze fijne kalksteen met dunschalige brachipoden en crinoïden, met chert-knollen, enkele
dunnere chertlagen en fijn zwart gelaminiseerd in onderste 25cm, met donkergrijze homogene
banden, met ontwateringsstrukturen, rel weinig gebioturbeerd; waarschijnlijk dolomiet; met
niet-stylolitisatie in beginfase. Coll 113.75
Staal: 115.00m met chertlens en glijvlak; St Sl 115 bovenste helft zeer fijnkorrelige kalksteen,
Homogeen calcietisch grote donkere graafgangen
19 115 115.30 L 36 (+6)
Bijne grijze kalksteen, gebioturbeerd, fijn zandig, met fijne brachiopoden en grote onregelma-
tige chertknollen.
20 115.30 115.70 L 35 (-5)
Grijze fijne zandige kalksteen met ontwateringsstruktuur, onder fijne gebioturbeerde kalk +
crinoïden en brachiopoden en chert-lenzen met styloliet
21 115.70 118.71 L 315 (+14)
fijne grijze gebioturbeerde kalksteen, met veel crinoïden, minder brachiopoden; afgewisseld
met fijnzandige kalksteen met ontwateringsstruktuur; grote chertknollen om de 25 cm, soms
stervormige calcietconcreties, met aanvangende stilolietvlakjes. Heel massief.
Staal concodonten 117.25
Op 116.25 zwart laagje, staal voor reflectiviteit
22 118.71 121.71 L 3.25 (+25)
Grijze fijne kalksteen met chertlenzen, weinig brachiopoden en crinoïden, afgewisseld met
dunne intercalaties van fijnzandige kalksteen met grote graafgangen (ontwateringsstruktuur ?)
i 7° + fijne vertikale calcietaders
St coll 120.50; st 119.50; con 121; brach 119.50
23 121.71 124.75 L 303 (-2)
Donkergrijze zeer fijn en erg homogene kalksteen met onregelmatige chertknollen, weinig cal-
cietconcreties, net als in vorige kern kleine stervormige knolletjes in fijne kalksteen brachio-
poden en crinoïden, en enkele blekere dunne fijnzandige intercalaties 13°
24 124.76 127.82 L 302 (-4)
Idem, homogeen donkergrijs, wat chertlenzen, dunne fijnzandige intercalaties met graafgang-
en; licht gestylolitiseerde contacten i 6° fijne brachiopoden
st con 126.50
25 127.82 130.83 L 311 (+10)
+ Idem, minder brachipoden meer crinoïden, en minder fijn zandige gebioturbeerde kalksteen;
onderste helft laagjes met crinoïdenstengels in wackestone. Soms brachiopoden geconcen-
treerd in laagjes. St coll 129.50 st 128.75) fossiel gastropod? fijnzandige homogene kalksteen
gaat soms over in crinoïde peckstone. Naar onder toe overweegt de kalkareniet st. conodonten
130m; org mat 130m (fijnzandige kalksteen)
26 130.83 133.89 L 312 (-6)
Zeer homogeen, grijs fijnzandig met weinig onregelmatige chertknollen, sporen van bioturba-
ties, geen fossielen st 131.25 slijppl.
27 133.89 136.85 L 305 (+9)
+ Idem, geen fossielen. St conodonten 135.25. Blijft grijze zandige kalksteen, sporadisch sty-
lolietische vlakken. i 7°
28 136.85 139.91 L 305 (+9)
Gesteente idem over 25 cm door opnieuw fijnere wackestone met verspreide crinoïden, donke-
re kruipsporen, donkere banden met crinoïden en organisch materiaal, onregelmatige chertban-
den, fijne stylolieten, intercalaties van fijn zandige gebioturbeerde kalksteen op 137.20 staal
voor koolpetrografie. St 137 ostrocoden en st 137 slijpplaatjes. Veel crinoïden, wat brachiopo-
den en ostracoden; calciet adertjes vertikaal
Coll 139.91
29 139.91 140.22 L = 27 (-4)
Grijze fijnzandige kalksteen met onregelmatige chertbanden, vrij sterk gebioturbeerd, weinig
crinoïden
30 140.22 142.73 Fijne grijze kalksteen met verspreide bioklasten, stylolietische laagjes, chert-
banden; bleke intercalaties, sterk gebioturbeerd i3° st coll 142 wat crinoïden, fijne donkere
kruipsporen
31 142.73 145.77 L 301 (-3)
Tot 10cm nog bleek grijze kalkareniet met donkere graafgangen daaronder bleekgrijze fijnzan-
dige passages, sterk gebioturbeerd, weinig crinoïden. St con 145m. Op 145.50 niveau met gro-
tere (crinoïden, brachiopoden) bioklasten, staalkoralen, aan de basis zeer sterk gebioturbeerd,
met dunne kleirijke laminae
32 145.77 148.85 314 (+6)
Zelfde afwisseling van bleke fijne gestraticuleerde kalksteen met graafgangen van grijze fijn-
zandige kalksteen, minder gebioturbeerd met verspreide bioklasten (crin, brach, koralen), on-
regelmatige chertlenzen, fijn-stylolietische kontakten. Enkele zwarte kleiige laagvlakken i 15°
33 148.85 149.10 L 26 (+1)
fijne donkergrijze gebioturbeerde kalksteen, dikke onregelmatige chertbanden, met onregel-
matige calcietbanden
34 149.10 151.90 L 282 (+2) i3°
+ Idem, grijze fijne kalksteen sterk gebioturbeerd, grote onregelmatige chertlenzen en knollen,
zowel stylolatische als kleiige contacten; verspreide bioklasten
St coll 151.00
St coll 151.75
35 151.90 152.10 L 10 (-10)
Idem, donkergrijs fijne kalksteen met ronde graafgangen
36 152.10 154.95 L 300 (-15)
+ idem op 153.00 st koraal. Donkergrijze gebioturbeerde fijn kalksteen + graafgangen zeer
veel onregelm. Chertknollen dooraderd met calcietconcreties, enkele niveaus met bioklasten,
verspreid. Op 154 m fijn gelamineerde zwarte kalk. 1cm dik. St palylologie 154m verkieze-
ling duidelijk later dan graffgangen st coll 154m
37 154.95 157.87 L 300 (+8)
+ Idem, grijze gebioturbeerde kalksteen met enkele niveaus met verspreide grote bioklasten,
(crinoïden fijn verdeeld) met veel dikke onregelmatige chertbanden, vaak slechts gedeeltelijk
verkiezeld, donkere laagvlakken, fijne stylolieten i 3°. N.b. bioturbaties: donkere kern, bleke
kalk, zeer schuin door sediment (sectie afgeplat) (boven ovezicht ovaal). St rond 157.50 twee
dunne zandige kalkschiefer bandjes, fijn gelamineerd, staal palynol 157.50: st con 155 vrijwel
doorlopend gebarsten, barsten kalkig + 80°, pyriet en calciet op splijtvlak, half open.
38 157.87 160.00 L 200 (-13)
+ Idem. St collectie 159.00. Grijze fijnzandige kalksteen, fijne onregelmatige chertknollen,
soms mooie compactieverschijnselen aan onderkant chert. gebioturbeerd; met stylolietische
laagjes; soms fijne steile calcietaders. St 159 slijppl.
W. DE VOS M. DUSAR