Skip to content. | Skip to navigation

Personal tools

You are here: Home / arch / 096W / 096W0081.TXT

096W0081.TXT

Pl.WERVIK 96 W

Nr. 81 (III, d)

Uitgevoerd te Wervik, Oude Beslarestraat
Bij VMS, K12
Door Smet
Datum : oktober 1988
Topografische ligging opgetekend door VMW
Grondstalen verzameld door de boormeester
Boringsmethode : inspoeling
Opeenvolgende doormeters: 240 (buis 168,3) tot 163.50 buis 140 tot 195 m
Hoogte van het maaiveld : 18 m
X : 56.800
Y : 165.690

Vo1gnr. Aard der grondlagen (beschrijving der spoelmonsters) Diepte m

Fijn bleekgrijs rivierzand 3.00
ldem , zeer fijn zand, soms met schelpenresten 23.00
Zeer fijn zand, met schelpenresten keien,
en verharde leembrokken 25.00
Fijn grijs zand en groengrijze verharde leembrokken
(in Teite kompakte klei) 26.00
Kompakte blauwige siltige klei 27.00
Idem, zonder silt (tenzij bijmenging van boven) 34.00
36* Blekere licht kalkhoudende kleisteen 36.00
Verharde grijze klei tot kleisteen 40.00
Geleidelijk zeer kompakte klei 43.00
46* Opnieuw blekere kleisteen (of verdroogd kleiig
silt?) 47.00
Geleidelijk zeer kompakte klei 50.00
Opnieuw verhard, soms wat kleiiger 60.00
61* Zeer vaste plastische klei 61.00
Zeer harde donkergrijze klei tot kleisteen 63.00
Opnieuw verhard 66.00
Zeer vaste plastische klei 67.00
Opnieuw verhard 69.00
Wordt plastische vaste klei 71.00
72* Met gecacheloniseerde keien 72.00
Zeer vaste plastische grijze klei 73.00
Met geel lemig zand bijmenging 75.00
Donkere + gelige zachte kleisteen 78.0O
Wordt iets plastischer, met silt bijmenging 82.00
Hardere donkere + bleke kleibrokken, met bleek silt 84.00
86* Eerder groene zandige klei (gamma-piek) 86.00
87* Grijze siltige plastische klei met verweerde
schelpenresten 87.00
88* Donkergrijsgroen kleiig silt met zelfde schelpen 88.00
Groengrijze plastische klei met weinig schelpen 90.00
93* Wordt geleidelijk terug silt 93.00
Grijze plastische klei met donker siltbijmenging 95.00
Grijs kleiig silt 96.00
Opnieuw eerder klei met silt,af en toe schelpen 100.00
met vloeiend kleiig silt 102.00
104* siltrijke klei (formatie waarschijnlijk eerder
kleiig
115* silt) wat kleiiger naar onder toe 116.00
± idem, met sporen van bleek krijt 118.00
120* Bleek fijn krijt
129* Steeds met sporen van bijmenging van fijn groen
Landeniaan zand
141* Idem 141.00
143* Grijze mergel 143.00
146* Grijze mergel en hard wit korrelig krijt 147.O0
150* Overwegend hard grijs korrelig krijt
153* Idem
158* ± idem wordt harder (meer verkiezeld ?)
159* Terug zachter
161* Met donkere silex
Blijft hard korrelig grijs krijt, meer mergelig
aan de basis 164.OO
165* Groenig grijs vloeiend mergelig silt
174* Idem 178.OO
182* Fijn vermalen bleek tot bleekgroen fijn tot
middel matige zandsteen
186* Wordt geleidelijk fijner en mikarijk
189* Idem 19O.O0
192* Fijn bleekgroenig silt, blijft mikahoudend 195.0O
einde spoelboring


Monsters Nat. Hist. Museum Maastricht (overhandigd : 28.11.1988) :
121, 124, 127, 13O, 133, 136, 139, 142, 145, 148, 151, 154, 157,
16O, 163, 166, 169, 172, 175, 178, 181, 184, 187, 190, 193 m.



Interpretatie:

Kwartair Leiezand : 0.00 - 25.00 m
Tertiair leper klei : 25.00 - 74.00 m
Landen : 74.00 - 117.00 m
Lld : 74.00 - 86.00 m
Llc : 86.00 - 105.00 m
Llb : l05.00 - 117.00 m
Krijt Campaan Krijt, G2 : 117.00 - 143.00 m
Turoon Krijt, Tr2c : 143.00 - 159.00 m
Rabots, Tr 2b : 159.00 - 164.00 m
Turoon silt, Tr la : 164.00 - (173.00 ?) 178.00 m
Paleozoïcum Famenniaan : (173.00?) 178.00 - (195.00 m)

M. DUSAR - 21.11.19899

-----------------------------------------------------------------------

Pl.WERVIK 96 W


Nr. 81 (III, d)

Uitgevoerd te : Wervik, Oude Beselarestraat
Bij : VMW, K12
Door : Smet
Topografische ligging opgetekend door VMW
Grondstalen verzameld door de boormeester
Boringsmethode : wireline kernen
Opeenvolgende doormeters : kernen PQ (85 mm)
Hoogte van het maaiveld : 18 m


BESCHRIJVING DER KERNEN

Kist 1 : 195 - 196 m; L : 87
Aan top bruine kleibrok: kern massief, i : 9-10 , amx. 14, aan basis i: 22
op micarijk laagvlak.
Bleekgroengrijze overwegend fijne zandsteen, licht poreus zeer regelmatig
gelamineerd met bandjes van enkele mm tot cm dikte
Naar onder toe helling wat onregelmatiger,steeds in zelfde richting.

Kist 2 : 196 - 196.83 m ; L : 90
Massieve kern :i = 25-30-13 op micarijke laagvlakken gesteente idem : over-
wegend gelamineerd fijne bleekgroengrijze zandsteen; passages in middelmatige
zandsteen tot 2-3 cm dik.
i = in zelfde richting, maar wisselende hellingen.


Kist 3 : 196,83 - 197,75; L : 85
Gesteente massief, vanaf 10 tot 78 met zeer steile onregelmatige overlangse
barsten i = 16 aan top, tot 23 op micarijke laagvlakken.
Blijft overwegend fijne bleekgroengrijze zandsteen, fijn gestratikuleerd
tussen 45 en 60 middelmatig, met sterkere onregelmatige hellingen en bleek
carbonaatcement waarin kleine geoden voorkomen (D = 2 - 3 mm)


Kist 4 : 197,75 - 198,50; L : 94
Massieve kern, op 50 barst i 60
i 29 op laagvlakken met grove mica's, naar onder toe meer zwakhellend,
i = 16
Overwegend fijne bleekgroengrijze zandsteen, blijft gelamineerd tot gestra-
tikuleerd, met dunne middelmatige bandjes, vanaf 80 overwegend middelmatig.


Kist 5 : 198,5 - 199,5; L : 89
Massieve kern: 14 à 15; barst op 85, i = 70 , helling blijft zeer regel-
matig overwegend fijne bleke groengrijze zandsteen
enkele middematige sequenties tussen en 9, 17-23, 27-29, 32-35, 43-45
(globaal 0-45), 64-66, 71-72, 80-89.


Kist 6 : 199.50 - 200.50; L : 93
Tussen 0 en 10 enkele dichte barsten, i = 55
Gebroken tussen 10 en 25 volgens zeer steile barsten, vergruisd op 85,
verder massieve kern, i = 28 aan top, i = 8 op 10, overwegend geringe
hellingen overwegend fijne bleekgrijze zandsteen, vaag gelamineerd.
Tussen 5 en 55 eerder middelmatig.


Kist 7 : 200.50 - 200.95; L : 89
Tussen 20 en 45 schuine half open barsten met 3 cm tussenafstand, i = 65
Vanaf 25 tot einde kern halfopen subvertikale barsten
i = 20 regelmatig, vaag gestratifieerd in overwegend bleekgroengrijze
middelmatige zandsteen. Aan de basis over 2 cm fijner met halfopen
laminaties; steeds micarijke laagvlakken.
ln de bleke zandsteen talrijke afgeronde eerder donkergroene vlakken met
geringe porositeit (of bioturbaties ?)


Kist 8 : 200.95 - 201.80; L : 72
Doorlopend halfopen subvertikale barsten (één grote met verikale ver-
spring 2 cm)
0-25 : onregelmatig dik gestratikaleerde bleke eerder grove zandsteen;
i : 17, basis kontakt scherp maar onregelmatig; naar boven toe
gestoorde sedimenten tussen 0 - 8 cm met kleiige lenzen
25-72 : i = 17 bleekgrijze afwisselende fijne tot middelmatige zandsteen
op 40 contact met siltige klasten, meer verweerd;
vanaf 75 geen zandsteen meer, eerder fijn kleiige siltsteen, erboven
geleidelijk fijner gestratikuleerd over 6 cm.


Kist 9 : 201.80 - 202.90; L : 89
Vaste kern tot 30 ts 30 en 47 sterker gebroken volgens steile barsten, maar
nog onverweerd gesteente, tussen 47 en 80 verweerd gesteente;
tussen 80 en 89 vast maar overlangs gebroken gesteente
Op 30 : i = 7
0- 3 : breksie in grijze kleisteen tot siltsteen
3-14 : breksie met naar onder afnemende intensiteit, aanvankelijk in rozige
kwartsietschil (?) fijne zandsteen naar onder bleekgrijze fijne
zandsteen met sporen van stratikulaties
14-47 : fijne grijze zandsteen met enkele dunne en dikke bleke
vanaf 30 gebroken volgens onregelmatige gestrieerde glijvlakken;
doortrokken door fijne barsten, soms wat geoden
47-55 : donkere kleiig siltsteen met scherpe basis, i = 50 vooral naar onder
toe fijn gebarsten (breccieus uitzicht) monster R + pal 202.35
(steriel)
55-80 : groene breksie met bleekgrijze zeer fijne brokken in siltige zwak
geconsolideerde matrix
80-89 : massieve bleke fijne kwartsiet


Kist 10 : 202.90 - 203.60; L : 57
tot 44 steen eronder boorbreksie
0-44: bleekgroene kwartsietische zandsteen - gebarsten in richtingen
loodrecht op elkaar, i = 75 en i = 65 + i subvertikaal op 0, i = 40
44-57: boorbreksie, vermoedelijk inzelfde materiaal.


Kist 11 : 203.60 - 204.50; L : 87
0 -55 : print, uit elkaar gevallen zandsteenkorrels, met boormodder verhard
55 -87 : (overgang onregelmatig) zeer fijne bleke zandsteen (slechts vage
sporen van stratificaties in donkergroene dichte korte lenzen,
niet goed afgelijnd top kontakt langs barst : i = 75(siltfractie ?)


Kist 12: 204.50 - 205.45; L : 95
Massieve kern
0-32 : zeer fijne (silt fractie ?) massieve zandsteen
32-48 : top kontakt
zeer fijne bleke zandsteen met harde donkergroene kleisteenklasten,
vermoedelijk uit intens gebioturbeerde passages; op 34 en 47
gestraticuleerde passage, vooral naar onder met fijne schelpen
(stormafzetting ?)
48-55 : (top geleidelijk, basis scherp)
aanvankelijk nog vol schelpen
donkerbruine pyrietrijke laag (equivalent van ijzeroolietniveaus ?)
met groene siltige schalie tussenschakelingen; i : 6
st. mineralogie (Thorez) + acritarchen (Vanguestaine) 205 (steriel)
55-63 : donkergroene zeer fijne gelamineerde kleirijke siltsteen i : 6
63-68 : opnieuw donkerbruine pyrietrijke band : bijft zwak hellend
68-76 : (scherpe kontakte) bleke fijne zandsteen, vergrovend naar onder;
i = 6
76-82 : sequentie fijn gestratikuleerde siltsteen maar grovere zandsteen met
kleine onregelmatige vertikale barsten
82-95 : meer porues, maar zware kern (nog pyrietrijk ?) oolietniveau, grover
van boven, naar onder toe met fijnere tussenschakelingen, i = 9
st. slijpplaatjes 205,32; 204,90; 205,15


Kist 13 : 205.45 - 206.40; L : 96
Massieve kern
1-10 : donkergroene poreuze siltsteen
10-96 : volgende sequentie
10-15 : zeer fijne zandsteen met ondulerende siltsteen bandjes,
in evenwicht
15-53 : overwegend bleke zandsteen met onregelmatige siltsteenstra-
ticulties; met harde kwartietische banden 3-4 cm dik; i = 7
53-96 : overwegend donkergroene siltsteen tot zeer fijne zandsteen, met
fijner gebioturbeerd ehorizonten en bleke zandsteenbanden met
schuine ontwateringsbarsten;
aan de top lensvormige band vol ge pyriet


Kist 14 : 206,40 - 207,40; L : 95
Kern redelijk massief
op 8 : vergruisde horizon
op 57 halfopen contactvlak, i = 25
op 75 zwakhellende barst, open met rozige dolomietkristallen op pyriet
vanaf 75 tot einde kern subvertikaal ondulerende barsten
Op 95 idem 75
Op 66 styloliet, soms open met dolomietkristallen
vanaf 57 steile (65 in wisselende richtingen) geheelde barsten
0- 6 : onregelmatig gestraticuleerde groene zeer fijne zandsteen tot
siltsteen, micahoudend mogelijk met pyrietrijker banden
6-11 : groene schalie, siltig, met pyrietlens 1 cm dik; i = 6 st.
aeritarchen 206.46 (steriel)
11-37 : (overgang naar onder geleidelijk) opnieuw sterk gestraticuleerde zand-
steen siltsteen met gebioturbeerde passages, groen gekleurd. Op 33
pyrietlens, i = 12
37-54 : bleke naar onder vergrovende zeer fijne zandsteen, van onder met
fijne afgeronde donkere klasten (fosfaat !) en fosfatisch ogende
olieten van boven onregelmatiger klasten (in wormgangen ?) met
carbonaatcement generatie eromheen en pyrietopvulling erin; enkele
geoden met geopetale struktuur, van onder zwart gevuld; met
pyrietvlakken. St. Slijpplaatje 206.90.
54-57 : grijze schalie nog met bleke fijne zandsteenlenzen : eronder donker-
bruin korrelig maar zacht niveau, 1 cm dik met pyrietlenzen -
st. mineralogie (Thorez) 206.97
57-95 : eerder fijnkorrelige grijze dolomiet met grote omgezette fossielen, nu
geoden, dikwijls met roze dolomiet gevuld of bezet f = koralen en/of
gastropoden. Te samen met dolomitisatie in geoden ook korte brede
aders; deze worden doorsneden door latere barsten, geassocieerd met
grote maar vrij afgeronde stylolieten.


Kist 15 : 207.40 - 208.35; L : 92
Lithologie idem : gedolomitiseerde kalksteen met koralen (?), nu geoden
fijne geoden in f: grote geodes met bleekroze dolomiet en pyrietaflijning tot
20 cm, onderling verbonden langs steile barsten.
St. Lithotheek 207.50 m
Grote geode eveneens op 56, in contact met steile barst; naast pyriet, soms
radiaal vezelig, ook chalco-pyriet.
Op 47 beginnende styloliet tot halfopen barst zonder kristallisatie.


Kist 16 : 208.35 - 209.35; L : 95
Massieve kern in zelfde lithologie in fijne grijze dolomiet,
dolomietkristallen
in geoden bleek, niet meer rozig.
Vanaf 50 geen geodes meer, tussen 15 en 35 ook minder
Op einde steile barst i = 75
Tussen 80 en 87 vooral kleinere koralen. Op 65 beginnende styloliet tot
halfopen barst. Op 40 iets grotere geode met galeniet op dolomiet, geen
pyriet - vanaf 25 dichte steile barst, i = 65.


Kist 17 : 209.35-210.10; L : 90
Kern tot 30 gebroken, eronder massief
Aan top geode met roze dolomiet, op 30 idem, met galeniet in kleine geode
op 25 witte dolomiet in grote onregelmatige geode dolomiet zonder koralen
behalve tabulatie gedeeltelijk gebroken. Vanaf 65 eerder brachiopoden;
overigens veel onregelmatige aders, ontwateringsaders
aan basis beginnende styloliet, i = 50 + i = 30 haaks
op 80 gelijkaardig laagvlak.


Kist 18 : 210.10 - 211.00; L : 92
Massieve kern
Op 20 geode met dolomiet aan top van sparietische breksie opvulling
met pyriet (synsedimentaire lithoklasten !)
0.10 nog grote bioklasten w.o. koralen : idem in de onderste 5 cm
bijft grijze fijne dolomiet, oorspronkelijk fijn bioklastische wackestone
op 35 i = 15


Kist 19: 211.00 - 212.00; L = 96
Massieve kern
Blijft grijze dolomiet, oorspronkelijk wackestone met zeer fijne bioklasten
op 5 cm schalielaminatie met pyriet tubulaties
Op 40 eveneens (1 cm dik); i = 10
Op 70 siltsteenlens tot 2 cm dik
Tussen 40 en 55 enkele grotere bioklasten (sporen van tabulaten)
rond 80 eerder brachiopoden
op 80 i = 30 (beginnende styloliet)


Kist 20 : 212.00 - 213.00; L = 96
Massieve kern
Zelfde dolomiet wackestone
Tussen 10 en 50 meer verspreide uitgerafelde tabulaten en brachiopoden,
op 30 i = 8


Kist 21 : 213.00 - 214.00; L = 97
Massief' zelfde lithologie
weinig grotere bioklasten tot 0.5 cm gemiddeld, vooral rond 10
(tabularen + brachiopoden)
rond 80 wat meer striaties.


Kist 22 : 214-215; L : 93
Massief, zelfde lithologie, wordt iets grofkoreliger naar onder
op 37 siltsteen straticulatie, onregelmatig
Op 60 bredere siltsteen straticulatie, 2 cm dik
Op 80 opgebroken siltsteenlens tot 2 cm dik
enkele verspreide bioklasten (2 mm à 1 cm, afgeplat)
sporen van tabulaten.


Kist 23 : 215-215.90; L = 87
Massief; op 55 dichte barst, i = 50 , tegengesteld aan 55 i = 20
Litho idem, meer rafelige bioklasten, 1 cm groot, blijft vnl. tubulten
gem. om de 15 cm gestoorde straticulatie.
Vanaf 55 meer microadertjes naar onder wat grotere bioklasten.


Kist 24 : 215.90-216.70; L = 77
Massief
Grijze fijne dolomiet met fijne straticulaties (om de 10 cm)
veel onregelmatige microadertjes, rond 35 eerder breksie-achtig met
beginnende geoden in roze dolomiet.
Enkele grote (+ 1 cm) bioklasten
tot 40 oorspronkelijk wackestone
eronder oorspronkelijk biosparit packstone, geleidelijk meer boundstone met
grote koraalstruktuur vanaf 57
enkele halfopen subvertikale barsten in verbinding met straticulaties.


Kist 25 : 216.70-217.50; L : 90
± massief
op 33 substyloliet
Op 52 en 57 idem, ertussen oorspronkelijk meer spariet
op 74 idem
vanaf 64 zeer steile barst met witte verdroogde cement
Op 90 dolomietgeodes
Pyrietlens op 56
0-24 : koraal boundstone
24-47 : bioklastische wackestone - packstone gedolomitiseerd
47-52 : oorspronkelijk wackestone
52-60 : oorspronkelijk buisparit packstone
60-90 : oorspronkelijk wackestone
Rond 80 enkele geodes en inzakking met sparietvulling en ingestorte klasten.


Kist 26 : 217.50-218.20; L : 68
Tot 17 kern gebroken langs geoden en brede aders (ook vertikaal met dolomiet-
kristallen), eronder massief, litho idem
0-23 : oorpsr. biospariet wackestone-packstone, dooraderd, met kleur geoden
op fossielen
23-68 : fijne boundstone met fijne koralen (slechts 1 soort), naar onder toe
geodes wordend - top contact substylolietisch
Vanaf hier halfopen subvertikale en zeer steile barsten
op 50 pyrietnest (grootte van geode)


Kist 27 : 218.20-219.15; L :94
± Massief
tot 9 cm fijne dolomiet met fijne koralen
op 10, 18, 47, 77 substilolieten
vanaf 9 grover bioklastische packstone oorspronkelijk, nu ook zeer sterk
maar fijn dooraderd, tot breksieachtig, vermoedelijk synsedimentair tot
65 en opnieuw tussen 75 en 85
Vanaf 65 wat fijnkorreliger, met bredere aders, gedeeltelijk open en enkele
grotere geoden, door aders verbonden
rond 85 kleinere koraaltjes (cf. top) eveneens tot geoden ontwikkeld
vanaf 65 steile diche barsten


Kist 28 : 219,15-220,00; L : 90
± Massief
substylolieten op 18 en 82; litho oorspronkelijk overwegend wacke (in
koraalbanden) packstone
0-18 : fijne koraal boundstone; in koralen geoden in bovendeel
18-50 : (ondergrens vaag) pack-dolostone bij top geodes aan elkaar verbonden
met aders, microaders en brede sparietbanden, rond 35 breksieachtig
50-82 : fijne koraal boundstone
82-90 : gemengd met grotere bioklasten en kleine koralen; vanaf 87 fijn
korreliger overlangse kern halfopen overlangse barsten
rond 40 grotere geoden


Kist 29 : 220.00 - 221.00; L : 97
Kern massief, substylolieten op 20, 44, 48, 60, 63, 84, 95
(soms snijdt 1 steile styloliet een zwakhellende af); gedolomitiseerd
0- 5 : fijne koraal dolostone
5- 8 : vaag gestratifieerde, eveneens iets donkergrijze dolostone, met
minder koraaltjes, waarschijnlijk als bioklasten (0-8 fijn
dooraderd)
8-14 : fijne pack dolostone
14-20 : donkere subhorizontale vergleden siltige schalie; bij de top met ge-
stoorde ingezakte packstone lenzen en klasten, naar onder toe meer
bitumineus, met pyrietlenzen st. palyno + R 220.15
20-84 : pack-dolostone met koralen, vooral tussen 25 en 45, en 65 en 80; met
korte onregelmatige soms verbredende aders; i = 17 op 20;
i = 10 op 48.
84-97 : pack-dolostone vol grote biokasten (koralen-brachiopoden) met
sliertige kleiige laminaties


Kist 30 : 221.00 - 222.00; L : 98
Kern massief; substylolieten op 15, 20, 38, 52, 64, 68, 92; ook enkel steile
(i = 65) gestylolitiseerde dichte barsten; volledig gedolomitiseerd en grijs
O-20 : eerder fijn wack-pack-dolostone met wat uitgerafelde koralen
2O-98 : eerder pack-dolostone met veel grotere bioklasten
eerder weinig fijn onregelmatige aders i 15 op 38; i 14 op 68.


Kist 31 : 222.00 - 222.95; L : 93
Kern massief volledig gedolomitiseerd
enkele fijne substylolieten (eerder kleiige voegen, zoals steeds onregelmatig)
op 13, 26, 32, 64, 74, 85, 90, 93
0-10 : eerder donkergrijzewacke-pack-dolostone
10-49 : idem vol koralen; deze ontwikkelen soms tot geoden met roze dolomiet;
rondom koralen onregelmatige aders
49-74 : koraal-pack-dolostone, naar onder toe verfijnend
74-93 : iets donkerder en fijnere wacke-pack-dolostone met onherkenbare
koralen, en terug wat geoden met roze dolomiet
i : 28 op 26 en 64; ook tegengestelde hellingen


Kist 32 : 222.90 - 223.90; L : l00
Kern massief, op 75 recht splijtvlak i = 70
enkele fijne substylolieten op 0, 3, 21, 51, 62, 66, 100
i = 12 op 21, ook steilere en haakse hellingen
volledig gedolomitiseerde wacke-packstone met koralen en fijne onregel-
matige aders; aders en verstoorde koralen geven soms grote platte geodes met
bleke dolomiet ook sparitische banken.


Kist 33 : 223.90 - 224.80; L : 84
Kern massief, volledig gedolomitiseerd
uitgesproken substylolieten op 0, l0, 12, 18, 33, 40, 71
halfopen steile barsten die stylolieten verstoren of ermee vervoegen op
5, 38, 77 (i = 60-75) i = 17 op 10, i = 35 op 33
0-lO : blekere wacke-pack dolostone met minder slecht afgelijnde koralen
10-50 : (vage overgangen), idem, met koraal framework met enkele kleine geoden
in bleke dolomiet
50-84 : idem, met onherkenbare koralen, grotere geodes, met licht rozige
dolomiet; breksieachtige sparietvulling in onregelmatige banden
(sysnsedimentair)


Kist 34 : 224.80 - 225.50; L = 75
Kern massief, volledig gedolomitiseerd
3 onregelmatige stylolietische splijtvlakken, met pyriet, i = 65-80
wacke-pack dolostone met koralen, slechts herkenbaar vanaf 50; erboven on-
duidelijk met sparietische banden en opvulling (synsedimentarie breksie);
doorlopend wat kleine geoden in bleke of bleekroze dolomiet.


Kist 35 : 225.50 - 226.40; L : 93
Kern massief behalve tussen 30 en 45; volledig gedolomitiseerd, wack-pack-
dolostone met koralen, soms ontwikkeld tot geodes met bleke of bleekroze
dolomiet; gestoorde sparietische banden, soms zeer rafelig substylolietische
laagvlakken op 0 (gedeeltelijk vergleden), 22, 32, 43, 53, 70, 93
i = 38 op 0; i = 2 op 22, i = 38 op 53.
Op 30 grotere geode in bleekgele dolomiet;
op 8O onregelmatige band in rode dolomiet, 2-3 cm dik, met holtes, omzoomd
door gele dolomiet
Tussen 30 en 45 zeer steil tot vertikaal onregelmatig gespleten


Kist 36 : 226.40 227.20; L =80
Kern massief met enkele zeer grote geoden in roze + grijze dolomiet met
gedissemineerde pyriet op 40 en 70; ook enkele kleinere geodes in zelfde
kleuren;
volledig gedolomitiseerd wacke=packstone met meest onduidelijke koralen
(koraal boundstone vanaf 70); met spariet bande en adertjes in synsedimentair
brecksies
onregelmatige stylolieten op 0, 5, 9, 55 en 80, eromheen zeer steile
gestylolitiseerde barsten;
halfopen splijtvlak tusen 5 en 40 (i = 85); dieper een parallelle ader;


Kist 37 : 227.20 - 228.20 (einde kern); L = 91
Kern massief: grote geodes in fijne grijze dolomiet op 40 en 80 (met fijne
pyriet):enkele verspreide kleinere geodes in zelfde materiaal rond 20, 40
en 80;
op 12 nog kleine geode in rozige dolomiet
volledige gedolomitiseerde overwegend wackstone met minder onduidelijke
koralen
en onregelmatige sparietbaden
substylolietische voegen op 0, 12, 20, 35, 45, 83, 88; eromheen soms korte
zeer steile stylolietische voegen; hellingen onregelmatig i = 25 op 20;
i = 5 op 80



INTERPRETATIE:

Famenniaan tussen 195 en 206,94 m
Frasniaan (Fm. van Rhisnes) tussen 206,94 en 228,2O m


M. DUSAR - 21.11.1988


BEMONSTERING:

Lithotheek : 207,50 m (15 cm)
palynologie/acritarchen, U.Lg : 202,35/205/206,45/220,15
Mineralogie, U.Lg : 205/206,97
reflectiviteit, INIEX : 202,35/220,15
slijpplaatjes basis Famenniaan, INIEX : 205,32/205,15/204,90/206,90

Kisten 12-37 : Fysicochemische Geologie, Leuven : sedimentpetrografie,
microfacies, diagenese, mineralisaties-geochemie



SPOELMONSTERS
INTERPRETATIE

Kwartair Leiezand : 0.00 - 25.00 m
Tertiair Ieper klei : 25.00 - 74.00 m
Landen : 74.00 - 117.00 m
Lld : 74.00 - 86.00 m
Llc : 86.00 - 105.00 m
Llb : 105.00 - 117.00 m

Krijt Campaan Krijt, G2 : 117.00 - 143.00 m
Turoon Krijt, Tr2c : 143.00 - 159.00 m
Rabots, Tr2b : 159.00 - 164.00 m
Turoon silt, Trla : 164.00 -(173?)-178.00 m

Paleozoïcum Famenniaan :(173?)-178.00 - (195.00 m)
Frasniaan : 206.94 - 228.20 m


M. DUSAR - 21.11.1988

Insert the GSB number to search all associated content