090W1100.TXT
PL.LUBBEEK 90 W
M.GULINCK
1100 (II)
GETUBEERDE PUT
uitgevoerd te LUBBEEK
bij de nieuwe gemeenteschool
door de Firma GODEFROID uit HOEGAARDEN.
Topografische ligging opgetekend door WILLY CLAESSENS de 13/4/1956.
Grondstalen verzameld door de aannemer.
Aanvang en einde der werken : April 1956.
Boringsmethode : met inspoeling.
Opeenvolgende diameters : 150 mm.
Einddiameter : idem
Aard der pomp: compressor.
Diepte van het water, bij ruststand : 12 m.;
tijdens het pompen : 13 m.,
met een debiet van 10.000 liter per uur.
Benaderende hoogte van de begane grond, boven de zeespiegel : 60.
Totale diepte : 97 m.
Volgnummer AARD DER GRONDLAGEN Diepte m.
Tot op 37 m. werden de monsters waarschijnlijk
verwisseld - een nauwkeurige determinatie was derhalve
niet mogelijk.
Men kan nochtans volgende formaties erkennen :
1. Pleistoceen : bruin leem met fijn zand vermengd keien
2. Rupeliaan : geelwitachtig kwartszand - plaatselijk
met lensjes grijze vaste klei (basis R1b)
3. Tongeriaan : Tgld : zeer fijn geelachtig zand
Tglc : glimmerhoudend, zandrijke klei.
Onbepaalbaar : grof kwartszand, met fijn licht
glauconiethoudend zand vermengd (basis
Rupeliaan?).
van 37 m. af :
- fijn groen glauconiethoudend zand : kalkhoudend 37.00 - 86.00
- fijn, groen, glauconiethoudend zand, met veel
zeer fijn schelpengrijs (stekels van echiniden
zeer kleune Nummuliteiten (Numm. variolarius)
(Lediaan). 87.00 - 91.00
VERMOEDELIJKE AARDKUNDIGE VERKLARING : M. GULINCK, 1 Maart 1957.
PLEISTOCEEN (
RUPELIAAN (
TONGERIAAN ( 0.00 - 91.00m.
LEDIAAN (