089E0451.TXT
PL.LEUVEN 89E BELGISCHE GEOLOGISCHE DIENST
451(IIc) Type Boring: Boring nr FKD 8
Uitgevoerd te: Leuven
Postnr:
Bij: Interbrew Belgium N.V.
Boorfirma: H. Haitjema enzn. b.v.
Boordatum: februari/juni 1992
Topografie:
Stalen door:
Boringsmethode: Zuigboren
Doormeters: 500 mm
Grondwaterstanden:
lste maal:
Bij rust :
Tijdens pompen: 2,19 m
Debiet: 35,0 m3/uur
Waterzaaknr:
Totale diepte: 20 m
Stalen genomen:
Maaiveld: 20 m
X: 173.987
Y: 175.445
NIS-code:
BOORBESCHRIJVING volgens Boormeester
Nr Diepte Basis AARD DER GRONDLAGEN
1 4.00 Puin
2 5.00 Klei, vast grijs
3 6.00 Klei, matig vast, grijs, matig zandig, grindig
4 8.00 Zand, versteende brokken
5 9.00 Stenen, versteende brokken
6 10.00 Zand, versteend, weinig stenen
7 12.00 Zand, matig grof, grijs, weinig versteende delen
8 14.00 Zand, zeer grof, grijs
9 15.00 Zand, matig grof, donier-grijs
10 17.00 Zand, uiterst grof, grijs, zwak grindig, weinig
versteende brokken
11 19.00 Zand, matig grof, donker-grijs, zwak kleiig
12 21.00 Klei, matig vast, grijs, hwak zandig, versteende
brokken
1 4.00 Opvullingsmateriaal
2 5.00 Bleek beige tot bruinige leem
3 6.00 Leem, gebande silteuze klei en beige herogeen grof
zand met grind
4 7.00 Alluviaal grindpakket; al dan niet gebroken rolkeien
en steenbrokstukken van silex, zandsteen, kwartsiet,
fyllade...
5 8.00 Idem
6 9.00 Idem
7 10.00 Idem
8 11.00 Idem
9 12.00 Grijs, heterogeen, licht kleih., fijn tot matig grof
zand met kwartsgrindjes en nog talrijke keien en
steenbrokstukken (naval ?)
10 13.00 Zand, wordt iets grover
11 14.00 Grijs,z wak kleih. fijn tot matig grof zand met grove
kwarts- en zwarte (verweerd glaukoniet.?-silisiet?)
korrels
12 15.00 Idem, tamelijk grof
13 16.00 Zelfde zand maar vermengd met donkergroen tot hwart
sterk glaukonieth., fijn tot heer fijn kleih. zand
(zeer fijn verdeeld glaukoniet)
14 17.00 Grijs, heterogeen, tamelijk grof zand (grove hwarte
korrels) met fijn verdeeld glaukoniet
15 18.00 Grijs, glaukonieth., middelmatig tot fijn hand met
kleiige brokjes, enkele mergelfragmentjes,
zandsteenbrokstukjes en versteende wormgang
16 19.00 Zand wordt sterker kleih. verscheidene silteuze tot
vrij plastische kleibrokken en handsteenbrokstukken,
sporen van fijn schelpengruis
17 20.00 Nog kleiiger
18 21.00 Sterk kleiig zand, met zeer fijn schelpengruis, veel
mergelbrokken, zeer veel donkergrijhe gesilisifieerde
zandsteen met kalk/mergellamellen, en versteende
mergel
