088W2350.txt
ADMINISTRATIEVE & TECHNISCHE GEGEVENS
--
Kaart nr.: 88W
PLAAT: Brussel
Nr.: 2350
Type Boring: boring
Topografische kaart: 31/3
Uitgevoerd te:
Post nr.:
Adres boorplaats: Heysel nouveau stade
BH-01
Opdrachtgever: Ghelamco
Boorfirma: OREX Geotechnics
Boordatum: 24.8.2015
Topografie: OREX Geotechnics
Stalen door: OREX Geotechnics
Boormethode: tarière mécanique (droogboring), PQ kernboring
Lengte & doormeters: droogboring 280 mm tot 39 m, droogboring 180 mm tot 52 m, kernboring PQ 123/85 mm tot 79 m
Grondwaterstanden:
1ste maal: 21,50 m (+49,01 m) op 3/9/2015
Bij rust:
Tijdens pompen:
Debiet:
Waterzaak nr.:
Totale diepte: 79 m
Stalen bewaard: ja
Maaiveld / ref. peil: +70,51 m
X: 147621
Y: 177075
NIS code:
--
BOORBESCHRIJVING GEROERDE MONSTERS
--
Nr. van * tot * AARD DER GRONDLAGEN
0 1 m zand, groengrijs, fijnkorrelig en goed gecalibreerd, kwartsrijk, zeer licht gespikkeld door zeer fijnkorrelige zwart geoxiderde glauconiet, lemig, licht kleihoudend, kalkloos (anthropogeen aangebrachte draineringslaag)
1 2 m siltige leem, bruin, variabel van geelbruin tot oranjebruin met bruingrijze vlekken, brokkelig, zonder zand bijmenging, kalkloos (anthropogeen gemengde laag; vermoedelijk is bovenste deel van bodemprofiel afgegraven)
2 3 m siltige leem, meestal geelbruin, brokkelig, homogeen ondanks lichte zand bijmenging, kalkloos, licht doorworteld
3 4 m idem 2-3 m
4 5 m grofsiltige leem (korreltextuur zichtbaar), bleek geelbruin, brokkelig (niet verslempt of gecompacteerd), zonder zandbijmenging, kalkhoudend = loess
5 7 m idem 4-5 m
7 8 m grofsiltige tot zeer fijnzandige leem, licht kleihoudend, licht kalkhoudend = loess (nat, meer gecompacteerd)
8 9 m grofsiltige tot zeer fijnzandige leem (met duidelijke zandtextuur), bleekbruingrijze reductiekleur en donkergeelbruin oxidatiekleur, met verspreide matig-fijne kwartskorrels en donkere korrels die vermoedelijk geoxideerd en geëxpandeerd organisch materiaal bevatten, zeer licht kleihoudend, vrijwel kalkloos, vol fijne roestbruine Liesegang banden en met talrijke zeer fijne humeuze strepen (nat, wijzend op oude bodemvorming)
9 10 m grofsiltige tot zeer fijnzandige leem (met overwicht van zandfractie), donkergeelbruin, wat meer kleiig, kalkloos, met donkergrijze silex rolkeien van 0,5 cm tot 2 cm groot (blijft vochtig, meer homogeen van samenstelling en kleur dan monster 8-9 m)
10 10,40 m geotechnische monstername
10,40 11 m zandrijke leem (met zandtextuur), homogeen geelbruin, bevat talrijke matig-fijne kwartskorrels (typisch voor dekzand), kalkloos, sporadisch grijze humeuze strepen en vlekken en klein (0,5 cm) afgerond brokje van compacte roodbruine ijzerzandsteen
11 12 m ontbreekt; volgens boormeester: zandige klei, bruingrijs, licht vochtig
12 13 m ontbreekt; volgens boormeester: zandige klei, bruingrijs, vochtig; enkele rolkeitjes op mm-schaal
13 14 m vaste klei, groengrijs, gemengd met zelfde klei met talrijke middelmatige glauconietkorrels (mogelijk opvulling van bioturbatie graafgangen) en met fijne (door boring gestoorde) straticulaties van asgrijs fijnkorrelig zand, kalkloos, oranjebruin geoxideerd (vooral rond de zandige straticulaties en de glauconietrijke nesten)
(monster lithotheek)
14 14,40 m geotechnische monstername
14,40 15 m zelfde klei, groengrijs, rijk aan matig-fijne tot middelmatige glauconiet, met (gestoorde) asgrijze, roestig verkleurde fijnzandige straticulaties
15 16 m ontbreekt; volgens boormeester: zeer compacte klei, glauconiethoudend, donker grijsgroen, droog
16 17 m vaste klei, grijs, fijn gestraticuleerd met lamellen van zuivere klei in meer siltige klei en met laagjes van fijnzandige klei (op mm-schaal), met nesten (opvulling van graafgangen?) en fijne straticulaties van asgrijs fijn kwartszand
(monster lithotheek)
17 18 m ontbreekt; volgens boormeester: zeer compacte klei, zeer licht zandhoudend, roodachtig bruin, licht vochtig
18 19 m zeer fijn zand met aanzienlijke siltfractie en kleihoudend (licht kleverig), volledig roestrood geoxideerd maar van oorsprong groenig, kwartsrijk, zeer licht gespikkeld met glauconiet, zeer licht micahoudend (fijnkorrelige mica ook in bovenliggende monsters aanwezig), kalkloos
19 20 m cohesief zand, groengrijs, fijnkorrelig en kleiig, kwartsrijk, zeer licht gespikkeld met glauconiet, met talrijke straticulaties van bleker groengeel fijnkorrelig kwartszand, met mm-dikke lamellen van slappe bleekbeige klei met daarin donkerbruine ijzerrijke zandige nestjes met geoxideerd organisch materiaal aan limonitisatie onderhevig; het geheel vertoont beginnende roodroestige oxidatie
(monster lithotheek)
20 21 m fijnkorrelig zand, geelgroengrijs, goed gesorteerd, met lemige kleifilm rond de korrels (sediment voelt zacht aan en is opbollend), kwartsrijk, zeer licht gespikkeld met geoxideerde glauconiet
21 22 m blijft fijnkorrelig zand, geelgroen, met kleifilm rond de zandkorrels (licht kleverig bij wrijving), zeer licht gespikkeld (glauconietkorrels vallen niet op), kalkloos;
Opmerking: vanaf deze diepte zijn de monsters waterverzadigd.
22 23 m zelfde zandafzetting, met wat matig-fijne korrels en licht toenemend kleigehalte
23 24 m zelfde zandafzetting, blijft vergroven met fractie aan middelmatige korrels; zeer licht gespikkeld (glauconiet <1%), wat minder kleihoudend;
Opmerking: geotechnisch is dit een zand maar weinig doorlatend.
24 24,60 m zelfde zandafzetting, maar nu eerder middelmatige korrelgrootte, nog licht kleihoudend, zeer licht gespikkeld met geoxideerde glauconiet
24,60 26 m ontbreekt; volgens boormeester: zand, olijfgroen, glauconiethoudend, zeer licht kleihoudend; waterverzadigd
26 27 m fijnkorrelig zand, geelgroen, kwartsrijk, zeer licht gespikkeld, licht kleihoudend, meer silthoudend (voelt zacht aan, en is slap papperig), blijkt kalkloos
Opmerking: dit zand is verschillend van de zandafzetting tot 24,60 m.
27 28 m zelfde zandafzetting, met hoger zandgehalte en lager siltgehalte (voelt vaster aan)
28 29 m zelfde zandafzetting, geelgroen, fijnkorrelig tot licht silteus en kleihoudend; siltrijker dan monster 27-28 m (en meer papperig, zoals monster 26-27 m)
29 30 m blijft fijnkorrelig, licht silteus en kleihoudend zand, geelgroen tot groengeel
30 31 m zelfde zandafzetting, fijnkorrelig en zeer licht gespikkeld zand, slibrijk maar vrijwel zonder vaste klei, kalkloos
(monster lithotheek)
31 32 m abrupte facies en kleurverandering:
fijnkorrelig zand, bleek beigegeel, met talrijke kalkbioklasten, licht glauconiethoudend (met slecht gesorteerde glauconiet van zeer fijn tot middelmatig, max enkele %), ingebed in mergelig silt, kalkrijk; bevat grove kalkbioklasten (schelpengruis, zeldzame serpula) en versteningen tot gelijkaardige zandsteen voorkomend in steenbanken (cutting > 5 cm) met hierin tot 1 mm grote nummulieten
(monster lithotheek)
32 33 m zelfde mergelig kalkzand, bleekbeige, met versteningen, licht vergrovend, met sporadisch zeer grove (1 mm) matte kwartskorrel
33 34 m zelfde kalkzand, meer homogeen fijnkorrelig, sterk mergelig (vochtophoudend), met kalkbioklasten maar zonder macrofossielen, weinig versteningen (mogelijk naval); lijkt sterk gecompacteerd
34 35 m zelfde afzetting, wordt kwartsrijker, minder kalkbioklasten, bevat nog nummulieten tot mm-schaal, met kleinere verstening (tot 0,5 cm) in zachte kalkzandsteen
35 36 m facieswijziging:
vaste klei, donkergrijs, licht fijn zand houdend, vaag maar fijn gestraticuleerd tot op mm-schaal door fijn kleihoudend kwartszand die beginnende oxidatie vertoont, rijk aan gipsneerslag (fijne naaldvormige kristallen); vermengd met brokken van bleekbeige mergelig zand en zandsteen (2 formaties voorkomend binnen één monster)
36 37 m fijn zandrijke klei (slecht kneedbaar, wel plastisch), donkergrijs tot bijna zwart, vermoedelijk rijk aan glauconiet, nog met asgrijze zandige straticulaties en met gerold mergelsteen bolletje <0,5 cm
(monster lithotheek)
37 37,40 m geotechnische monstername
37,40 38 m zelfde afzetting: zandrijke (= glauconietrijke) zachte klei, zwart, kalkloos, met beige fijnkorrelig licht mergelig kalkrijk kwartshoudend zand (beide facies strikt gescheiden, navel of gestoorde basis van kalkzand?)
38 39 m facieswijziging (bande noire facies!):
zand, donkergroengrijs, matig-fijn en goed gesorteerd, met gelijke verhouding van heldere kwarts (zowel hoekig als afgerond) en glauconiet, niet cohesief, kalkloos, met beperkt aantal grijze kleilamellen op mm-schaal
(monster lithotheek)
39 39,40 m geotechnische monstername
39,40 40 m zelfde zand, matig-fijn, half om half kwarts en glauconiet, ingebed in donkergrijze klei, vaag kakigrijs oxiderend, niet kneedbaar wel licht plastisch
40 41 m ontbreekt; volgens boormeester: afwisseling van zandige klei en kleiig zand, glauconiethoudend, donker grijsgroen, vochtophoudend
41 42 m zelfde afzetting, wordt vastere goed kneedbare zandrijke klei, donkergrijs, kalkloos, vermoedelijk sterk gebioturbeerd
42 42,40 m geotechnische monstername
42,40 43 m zelfde afzetting, vaste zandrijke klei, meer gelamineerd, zandgehalte neemt toe en klei wordt brokkelig en niet meer plastisch, wel nog kneedbaar in de kleirijker laminaties
43 44 m zelfde afzetting, zandrijke klei, micahoudend, met verspreide bioklasten en in-situ gebroken schelpengruis (door compactie van de klei breken de grotere schelpfragmenten)
(monster lithotheek)
44 44,40 m geotechnische monstername
44,40 45 m blijft zeer fijn zandrijke klei, donkergrijs (licht plastisch, slecht kneedbaar, minder vast en kleirijk dan bovenliggende monsters) met vage kakibruine oxidatierand, met enkele bioklasten en daardoor zeer licht kalkhoudend
45 46 m ontbreekt; volgens boormeester: afwisseling van zandige klei en kleiig zand, glauconiethoudend, schelpenresten, donker grijsgroen, vochtophoudend
46 47 m idem als 44,50-45 m
47 47,40 m geotechnische monstername
47,40 48 m zelfde afzetting, sterk kleiig (sterk brokkelig) fijn zand, donkergrijs tot bruinig door aanwezigheid van kalk, rijk aan bioklasten, met half om half kwarts en glauconiet
48 49 m wordt middelmatig kleihoudend zand, donkergrijs, in afwisseling van kleirijke en klei-arme laagjes, met middelmatige heldere kwarts en matig-fijne glauconiet in gelijke verhouding, met lamellen in slappe zalmkleurige silteuze klei en zeer slappe (vervloeiende) bleekbeige kalkloze klei (ziet er nochtans mergelig uit)
(monster lithotheek)
49 49,40 m geotechnische monstername
49,40 50 m eerder slappe zandrijke klei, donkergrijs, vaag kakigrijs oxiderend, met matig-fijne kwarts en glauconiet, met enkele bleekbeige zeer slappe kleilamellen
50 52 m ontbreekt; volgens boormeester: zandrijke klei, donker grijsgroen, glauconiethoudend, met grijze klei-klasten, vochtophoudend
--
BOORBESCHRIJVING BOORKERNEN
--
Kernlengte per kist 3 m (vermoedelijk overeenkomend met lengte kernbuis), met volledige kernopbrengst (in feite zijn de kleihoudende boorkernen licht geëxpandeerd).
Door tijdsverloop tussen boring en beschrijving is oxidatie opgetreden en kleurverschil ten opzichte van de beschrijving door de boormeester die groenig grijze kleur heeft vastgesteld voor de meeste boorkernen.
Caisse 1, 52 55 m
52,00 53,07 m compacte beige-grijze klei, bovenaan met kleine (cm-schaal) blauwgrijze reductiekern, zonder sedimentaire structuren; tot 52,35 m met enkele zandgevulde graafgangen (bioturbaties) op cm-schaal
53,07 53,84 m iets zachtere grijsbruine klei, homogeen, niet silteus of zandhoudend, met vage maar grotere (tot 5 cm) blauwgrijze reductiekernen
53,84 54,90 m compacte bruingrijze klei, met talrijke droogtespleten, door compactie vol glijvlakken in wisselende meestal zwakhellende richtingen tot 40° hellend; onderaan fijne witte gipsneerslag
(monster lithotheek 54,35-54,40 m)
54,90 55,00 m geleidelijk zachter en ook meer verbrokkeld (kernschoen?)
Caisse 2, 55 58 m
55,00 56,45 m sterk verbrokkelde slappe homogene klei, niet silteus of zandhoudend, grijsbruin geoxideerd met grijze reductiekernen
56,45 57,03 m vaste bruingrijze homogene klei, licht zandhoudend tussen 56,72 en 56,80 m
57,03 57,12 m bruine zandrijke klei, rijk aan fossielen (in-situ verbrokkelde schelpen op cm-schaal en kleine nummulieten; zand is fijnkorrelig, kwartsrijk, zeer licht gespikkeld
57,12 58 m groenbruin, zeer fijnkorrelig zand, zeer licht gespikkeld, zacht aanvoelend, fijn gelamineerd met donkere licht kleihoudende laminaties op mm-schaal, zonder kleilamellen; opstapeling van grote platte nummulieten met beginnende verstening tussen 57,37 en 57,43 m, aan de basis overgaand in zand rijk aan serpula en gastropoden (niet gecompacteerd)
(monster lithotheek 57,39-57,45 m)
Caisse 3, 58 61 m
58,00 61,00 m groenbruingrijs zeer fijn zand, licht gespikkeld, fijn gelamineerd met donkere laminaties, licht cohesief door kleibruggen tussen de zandkorrels, vooral in de donkere laminaties;
Laminaties tussen horizontaal en 15° hellend echter zonder afsnijdingen (geleidelijke hellingverandering), de dikste koppels van blekere zandige en donkere kleiige laminaties zijn ook de sterkst hellende;
Verspreide zij het laagvormige geconcentreerde schelpachtige bioklasten van mm-schaal, bijv. tussen 58,15 en 58,25 m, tussen 59,50 en 60,00 m, rond 60,85 m;
Nummulietenaccumulaties tussen 58,32 en 58,335 m, tussen 58,345 en 58,38 m, tussen 60,50 en 60,59 m, tussen 60,905 en 60,935 m;
Serpula en verspreide nummulieten tussen 60,47 en 60,49 m;
Breccieuze klasten (ca 5 cm groot, hoekig) van donkerbruine silteuze klei met grijze reductiekern tussen 60,35 en 60,45 m (de basis hiervan zou een erosief scheidingsvlak kunnen zijn, maar dit blijkt niet uit de lithologie)
(monster lithotheek 60,56-60,64 m)
Opmerking: In tegenstelling tot de accumulaties van schelpen en andere bioklasten zijn de nummulietenbanken verhard door aangroei van syntaxiaal cement rondom de nummulieten (blijkbaar met uitdrijving van detrietische matrix). De nummulietenbanken hebben ook een scherpe vlakke basis.
Caisse 4, 61 64 m
61,00 61,40 m blijft bruingrijs zeer fijnkorrelig zeer licht gespikkeld zand, met vage zwakhellende laminaties (ca 5°), cohesief door kleibruggen tussen de zandkorrels, kleiig tot 61,10 m
61,40 62,52 m kleiig zand, met gestoorde straticulaties en met onregelmatige bruine kleilenzen van 0,5 cm tot bijna 10 cm dik (de dikste kleilagen zijn doortrokken door zandgevulde fijne graafgangen, de dunnere komen voor als breecieuze klasten, vooral naar boven toe); de dikste gebioturbeerde zalmkleurige kleilaag ligt tussen 62,05 en 62,14 m; vanaf 62,14 m is het zand gebioturbeerd; op 62,24 m dun niveau met bioklasten
62,52 63,08 m geotechnische monstername; volgens de boormeester: groengrijze zandige klei tot kleiig zand, glauconiethoudend, licht vochtig
63,08 64,00 m blijft zelfde afzetting, bruingrijs zeer fijn kleihoudend zand, vaag gelamineerd tot gebioturbeerd (sigaarvormige graafgang op 63,18 m); met verbrokkelde kleilamellen op 63,40 m en 63,93 m; dikkere zalmkleurige kleilaag tussen 63,50 en 63,54 m; fossielgruislens van 2 cm dik op 63,88 m
(monster lithotheek 62,05-62,15 m)
Caisse 5, 64 67 m (deze kern is meer uitgedroogd, was ook verkeerd georiënteerd)
64,00 65,60 m blijft bruingrijs zeer fijnkorrelig zand; zelden nog fijn gelamineerd (tussen 64,85 m en 65,25 m), meestal gebioturbeerd of met gestoorde bruine klei-tussenschakelingen waarvan de dikste eveneens zijn gebioturbeerd, met onregelmatige bleekgrijze zandlenzen
65,60 67,00 m bleekbruine compacte klei, intens gebioturbeerd en opgevuld met donkerbruingrijze klei
Tussen 66,00 en 66,09 m geotechnische monstername
(monster lithotheek 66,41-66,52 m)
Caisse 6, 67 70 m
67,00 67,17 m blijft bruine vaste klei met grijze fijnzandige bioturbaties
67,17 68,00 m meer verbrokkelde grijsbruine zandhoudende klei, klei en zand meer gemengd en de klei is minder vast
68,00 69,00 m aanvankelijk bruingrijs zand, fijn gelamineerd met hellende laminaties (ca 7°);
Vanaf 68,40 m meer gebioturbeerd en met kalkbioklasten, rond 68,45 m grote dunschalige schelpen (gastropoden);
Vanaf 68,54 m met fossielgruislagen (niet gecementeerd in tegenstelling met de nummulietenbanken) die naar onder in dikte toenemen; fossielgruislaag op 68,55 m heeft top en basis met helling 7°
Fossielgruislagen op 68,54-68,57 m, 68,61-68,67 m, 68,72-69,00 m (deze laatste is geotechnisch bemonsterd)
(monster lithotheek 68,72-68,78 m met Amussium schelp, veel serpula)
69,00 69,15 m geotechnische monstername
69,15 70,00 m bruingrijs zeer fijn zand, met kleibruggen tussen de zandkorrels, vrij homogeen van uitzicht, vaag geband; fossielgruislaag aan de top (grootste deel is reeds verwijderd door geotechnische monstername); laagvormig voorkomende grote nummulieten tussen 69,32 en 69,39 m (onvoldoende accumulatie om van een nummulietenbank te gewagen, ook niet gecementeerd); bioklastenaccumulatie in het zand tussen 69,77 en 69,81 m
Caisse 7, 70 73 m
70,00 71,88 m groenbruingrijs fijnkorrelig fijn gespikkeld zand, cohesief door de kleibruggen tussen de zandkorrels; zeer homogeen tot 70,95 m, vaag geband tot 70,95 m, dan minder goed gecalibreerd met siltfractie en zeldzame bioklasten en met verspreid fossielgruis op 71,25 m en 71,42 m, vanaf 71,63 m meer kleihoudend, vanaf 71,80 m rijker aan bioklasten
71,88 73,00 m compacte bruin klei, met fijnzandige siltige bioturbaties tot 72,20 m, meer bioturbaties echter klei- en niet zandgevuld vanaf 72,40 m; op 72,75 m enkele vergane geïsoleerde fijne schelpenresten
(monster lithotheek 70,40-70,46 m)
Caisse 8, 73 76 m
73,00 73,10 m voortzetting van kleilaag in zandrijk kleifacies met verspreide bioklasten
73,10 75,20 m bleekbruingrijs zeer fijn kleiig zand, met grijze reductiekernen, licht micahoudend;
Opmerking: alle zanden zijn licht micahoudend met fijne licaplaatjes, maar hier is de mica meer opvallend.
tussen 74,10 en 74,70 m met vaag afgelijnde kleirijke lenzen van <1 cm tot 5 cm;
(monster lithotheek 74,27-74,36 m)
naar de basis toe vanaf 75,05 m sterk gestoorde sedimentatie met bruine rip-up kleiklasten
75,20 76,00 m groenbruingrijs zeer fijn licht kleiig zand, vaag geband maar meestal gehomogeniseerd sediment
Caisse 9, 76 79 m (correctie tov dieptevermelding 80 m)
76,00 76,06 m groenbruin fijnkorrelig zand, fijngelamineerd met helling ca 5°
76,06 76,90 m meer gevarieerde afzetting van zelfde zand, iets donkerder gekleurd en geleidelijk overgaand in kleirijk zand (tot evenwicht zand klei), met gestoorde kleilenzen op cm-schaal, naar onder toe wat meer bioklasten
76,90 77,90 m met vage overgangen,
meer gehomogeniseerd kleiig zand, met vooral naar boven toe vage bleekzandige of grijze kleiige bioturbaties
77,90 78,53 m terug meer gescheiden tussen kleiig zand en gestoorde tussenschakelingen van bruine klei, naar de basis toe eveneens van bleekgrijs zand
78,53 78,83 m bruingrijs zand, vaag maar fijn geband, meer kleiig naar onder
78,83 78,91 m geotechnische monstername
78,91 79,00 m bruine compacte licht silteuze klei, fijn bleekgrijs gebioturbeerd
(monster lithotheek 78,91)79,00 m, met sporen van de PQ kernvang)
--
STRATIGRAFISCHE INTERPRETATIE
--
Top * Basis * STRATIGRAFISCHE EENHEDEN
--
0 1 ophoging
1 4 Pleistocene leem (top afgegraven)
4 7 Pleistocene loess
7 9 Pleistocene humeuze loess (oude bodemvorming)
9 11 Pleistocene verspoelde leem met grind
11 13 Pleistocene verspoelde zand klei met grind
13 18 Maldegem Formatie, Klei van Asse
18 31 Maldegem Formatie, Zand van Wemmel
31 35,50 Lede Formatie
35,50 38 Tielt Formatie, Lid van Kortemark (verslempte top)
38 49 Tielt Formatie;, Lid van Kortemark (zandig)
49 52 Tielt Formatie, Lid van Kortemark, overgang naar Aalbeke
52 57,10 Kortrijk Formatie, Klei van Aalbeke
57,10 61,40 Mons-en-Pévèle Formatie, Zand van Vorst equivalent
61,40 65,60 Mons-en-Pévèle Formatie, kleiig zand
65,60 68 (Kortrijk Formatie, klei facies)
68 71,90 Mons-en-Pévèle Formatie, Zand van Vorst equivalent
71,90 73,10 (Kortrijk Formatie, klei facies)
73,10 78,90 Mons-en-Pévèle Formatie, kleiig zand
78,90 79 Kortrijk Formatie, Klei van Orchies ?
--
AUTEUR Michiel Dusar 28.4.2016 (boorbeschrijving, Wavre)
Michiel Dusar & Piet Laga (interpretatie)
--
OPMERKINGEN
Boorprofiel uitgetekend door OREX Geotechnics met software EXGTE 3.16/GTE van Jean Lutz S.A.
Boortoestel Nordmeyer DSB 1/5
Filter PVC 2 crépiné 23-40 m
BELGISCHE GEOLOGISCHE DIENST
088W Brussel (31/3) - 2350 - KAARTBLAD: Brussel
p. 7/1