088W1738.TXT
PL.BRUSSEL 88W BELGISCHE GEOLOGISCHE DIENST
1738 (lF) FILTERPUT I uitgevoerd te BRUSSEL
Bij R.I.G. METRO - vak B8
Door: N.V. SMET
Datum: 16.5.1978
Hoogte van het maaiveld: ± 54
Volgnr Aard der grondlagen Diepte
1 - 4 Lichtbruine , sterk kalkhoudende leem 2 m
5 Idem, licht silteus en met gerolde keien 2 m 50
aan de basis
6 - 9 Zeer fijne, glauconiethoudende, olijfgroene 4 m 50
licht mikashoudende zanden, licht kalkhoudend
l0 - 23 Zeer fijne witachtige tot geelachtige, sterk 11 m
kalkhoudende zanden, plaatselijk
lokale Nummulites accumulates (7 - 7 m 50)
(cfr. variolarius)
24 - 26 glauconiethoudende, licht zandige, 12 m 50
olijfgroene klei, zeer licht kalkhoudend aan
de basis, min of meer sterk
27 - 30 Zandige, glaukonistische, kalkhoudende 15 m
groenachtige klei
31 - 34 Zandig, sterk glaukonitische klei, licht 17 m
kalkhoudend, iets donker
35 - 37 Zeer sterk glauconiethoudende, licht 18 m 50
silteuze, niet kalkhoudende klei
38 - 45 Half fijn, zeer sterk glauconiethoudend zand 22 m 20
46 - 48 Silteuze, glauconiethoudende groen-grijze 23 m 30
klei
49 - 51 Silteuze, grijsachtige klei 24 m 50
52 - 63 Schistoïde, licht zwavelachtige klei, 3O m 20
groengrijs
64 - 73 Zeer fijne, licht-groen - grijze, 35 m
glaukoniethoudende en kalkhoudende zanden,
met Nummulites
MONSTERS: 7, l0, 13, 15, 18, 23, 29, 32, 37, 38, 41, 45, 47, 50, 55, 63, 71
Van 0 tot 2 m 50 : Kwartair
Van 2m50 tot 11m : Wemmel ? - Brusselse Zanden
Van 11m tot 30m20 : Paniseliaan (11 m - 22 m 20 :Ped-Pec
(22 m 20 - 3O m 20: Plm
Van 30m20 tot 35m : Ieperiaan Yd
GEOLOGISCHE INTERPRETATIE: J. HERMAN 8.l0.1979
------------------------------------------------------------------------------
PL.Bruxelles 88W Service géologique de Belgique
1738 (VI) Piézomètre I l
exécuté à Bruxelles
Av. de Verregat
(métro tronçon B 9)
par SMET
Date : mai 1978
Repérage topographique d'après plan I.G.E
Profondeur de l'eau : parue pour la première fois : 6 00 m
Cote de l'orifice : 72.48 m
Profondeur totale : 25.00 m
Profondeur en mètres Base à Descriptionlithologique
(Dr. S. de Béthune)
de 0,00 à 2,00 Remblai de limon sableux avec pierres ;
calcareux
de 2,00 à 3,00 Limon finement sableux, brun ; calcareux
de 3,00 à 6,00 Limon (?) fort sableuse brun-jaune
de 6,00 à 7,50 Argile sableuse, brun-jaune
de 7,50 à 8,50 Argile sableuse, glauconifère, brune
de 8,50 à 9,50 Argile sableuse, glauconifère, verte avec
quelques silex à la base
de 9,50 à 15,00 Argile sableuse, glauconifère, verte ;
calcareux à 15,00 m
de 15,00 à 16,50 Argile sableuse, brune ; nummulites ;
calcareux
de 16,50 à 19,50 Sable fin gris-verdâtre, à noix d'argile
; calcareux
de 19,50 à 22,00 Sable fin gris-verdâtre ; calcareux
de 22,00 à 25,00 Sable très fin silteux gris-verdâtre ;
calcareux
Interprétation géologique probable : (Dr. S. de Béthune)
de 0,00 à 2,00 Remblai
de 2,00 à 6,00 Quaternaire
de 6,00 à 9,50 Tertiaire Eocène Asschien (altéré ou
colluvionnaire)
de 9,50 à 16,50 Tertiaire Eocène Asschien
de 16,50 à 25,00 Tertiaire Eocène Wemmelien et/ou
Lédien
-------------------------------------------------------------------------
PL.Bruxelles 88W Service géologique de Belgique
1738 (VI) Piézomètre J
éxécuté à Bruxelles
rue du disque
(métro tronçon B8)
par SMET
Date : 1977
Repérage topographique d'après plan I.G.E.
Cote du sol naturel : 52.88 m
Profondeur totale : 35 m
Profondeur en mètres Base à Descriptionlithologique
(Dr. S. de Béthune)
de 0,00 à 2,00 Limon finement sableux brun; calcareux
de 2,00 à 2,50 Limon sableux brun
de 2,50 à 3,00 Limon fort sableux brun avec silex,
parfois de grande taille ; faiblement
calcareux
de 3,00 à 7,90 Sable fin silteux brun-beige;
localement calcareux
de 7,90 à 8,30 Grès concrétionnaire ; calcareux
de 8,30 à 11,00 Sable fin silteux blanc-beige avec
concrétions gréseuses ; calcareux
de 11,00 à 18,00 Argile sableuse etfort sableuse,
brune, brun-vert et verte ; légèrement
calcareux jusqu'à 16,00
de 18,00 à 19,00 Sable très glauconifère, argileux
de 19,00 à 22,20 Sable très glauconifère
de 22,20 à 30,20 Argile, etargile sableuse, schistoïde
à partir de 28,50
de 30,20 à 35,00 Sable très fin silteux, gris ;
nummulites abondantes
Interprétation géologique probable : (Dr. S. de Béthune)
de 0,00 à 3,00 Quaternaire
de 3,00 à 11,00 Tertiaire Eocène Wemmelien et/ou Lédien
de 11,00 à 30,20 Tertiaire Eocène Panisélien
de 30,20 à 35,00 Tertiaire Eocène Yprésien
