Skip to content. | Skip to navigation

Personal tools

You are here: Home / arch / 088E / 088e0524.TXT

088e0524.TXT

PL. ZAVENTEM 88E
F. Halet

524 (III) Filterput uitgevoerd te NOSSEGEM,
Réglisserie Belge "Sareb",
door M. SMET van DESSCHEL.
Topografische ligging opgetekend door V. Collard,de 15-1-1940.
Grondstalen verzameld door de boormeester.
Aanvang en einde der werken : 1939.
Boringsmethode : zonder inspoeling.
Einddiameter : 6".
Diepte van het water, bij ruststand : 21m80; tijdens het
pompen : 24.90 met een debiet van 1500 liters per uur.

Benaderende hoogte van het maaiveld, boven de zeespiegel : 64

Volgnummer AARD DER GRONDLAGEN Diepte m.

1* Geel-wit zand met gerolde vuurstenen en zandstenen 23.00
2 Idem 24.00
3* Kwartsachtig geel wit kalkhoudend zand met zandsteenen 25.00
4 Idem 26.00
5* Idem met gerolde vuurstenen 27.00
6* Kwartsachtig geel-wit kalkhoudend zand 28.00
7 Idem 29.00
8* Kwartsachtig zand met gerolde vuurstenen en kwarts 30.00



Vermoedelijke aardkundige verklaring (F. Halet, 10-3-1941) :

Plistoceen (?) : 7 m.

-------------------------------------------------------------------------

PL. ZAVENTEM 88E
F. Halet

524 (suite)

Puits tubé approfondi exécuté à Nosseghem.
à la Fabrique de réglisse, route de Malines,
par M. J-B. DETROY de Bruxelles.
Repérage par E. Verdin, le 3-9-1932,
Travaux commencés et terminés en septembre 1932.
Mode de creusement : à sec
Avec avant-puits en béton de 21 m. de profondeur.
Diamètres successifs : 1 m. jusqu'à 21 m., ensuite tubé.
Diamètre final : 150 mm filtrant.
Mode de pompage : pompe à main.
Niveau de l'eau sous l'orifice, au repos : 20m.
En régime de pompage : 21m50. avec débit de 2.000 litres à l'heure.



Notes d'après le carnet du sondeur :

Sable bruxellien 21 à 27m00
Profondeur totale : 27m00.

-----------------------------------------------------------------------------

PL. ZAVENTEM 88E

524 (III) Puits tubé en béton exécuté à Nosseghem,
Chaussée de Malines no 83,
aux Usines "Sareb",
par M. Vanderstraeten de Velthem.
Repérage par V. Collard, le 24-6-1931.
Travaux commencés et terminés en 1930.
Mode de creusement : à sec.
Diamètre final : 1m00.

Cote approximative de l'orifice : 64

Le sondeur n'a pas prélevé d'échantillons.
Le Directeur de l'Usine m'en remet un seul provenant du
fond du puits entre 20 et 21 m.

Le débit est très faible, le puits sera approfondi.
(V. Collard)

Insert the GSB number to search all associated content