Skip to content. | Skip to navigation

Personal tools

You are here: Home / arch / 087W / 087W0506.txt

087W0506.txt

087W0506 (VIc)

AOSO - A F D E L I N G G E O T E C H N I E K

Opdracht: GEO-07/15
Plaats/site: TERNAT SPOORLIJN 50A

Boring: B14.0/4
Uitgevoerd door: Geolab
Datum van uitvoering: 19/09/06 - 20/09/09
X: 135947,29
Y: 171746,67
Aanvangspeil: +50,59
Waterdiepte volgens boorstaatgegevens(m): 9,7 (peil +40,89) op 20/09/2009


Lithologische beschrijving

Auteur: Kris Welkenhuysen Bedrijf/dienst: Belgische Geologische Dienst
Datum: 13/04/2007

Monster Diepte (m) Aard der grondlagen
G1 0,00-0,50 roodachtig grijsbruine brokkelige kalkloze leem, met wortels, wat organisch materiaal, bolletjes in grijze kleiige leem
G2 0,50-1,00 +- idem, licht zandhoudend en sterk brokkelig, minder organisch materiaal
G3 1,00-1,50 +- idem
G4 1,50-2,00 bleker bruine, kalkhoudende silteuze leem (minder klei), nog sterk brokkelig (loess)
G5 2,00-2,50 nog bleker, tot beige, kalkhoudende silteuze leem (loess), wat minder brokkelig en meer vochthoudend, centimeter grote brokken met roestbruine verkleuring en met donkerbruine vlekken van organisch materiaal
G6 2,50-3,00 +- idem, kalkrijke silteuze leem (loess), wat meer kleiig, nog roestbruin verkleurde vlekken en vlekken organisch materiaal
G7 3,00-4,00 bruiniggrijze kalkloze klei met parallelle stratificaties van roestbruin verkleurd zeer fijn zand, kleilamellen splijten volgens deze zandige laminaties, in de klei komen enkele verspreide glauconietkorrels voor, niet in de zandlaminaties
G8 4,00-4,50 zelfde bruingrijze klei met kleiig zandgevulde roestbruin verkleurde bioturbaties (minder zandfractie dan in bovenliggend monster)
G9 4,50-5,00 +- idem, zandige stratificaties, wat minder gestoord door bioturbaties (beide komen voor), geen glauconiet meer
G10 5,00-5,50 klei wordt grijzer en stijver, nog met zeer weinig roestbruine zandige bioturbaties
G11 5,50-6,00 zeer stijve grijze klei, kalkloos, sporen van kleine zandige bioturbaties
G12 6,00-7,00 +- idem, (stijve klei, blauwiggrijs binnen, met bruiniggrijze reactiezoom)
G13 7,00-7,50 +- idem (geen zand meer waargenomen)
G14 7,50-8,00 zeer stijve blauwgrijze klei met ronde grijswitte markasietbol (0.5 cm groot) en met roestvlekken rond verweerde pyriet die van mm-schaal tot cm-schaal gaan en waarin de holtes ontstaan op de klei fijn brokkelig en sterk zuur wordt
G15 8,00-8,50 zelfde massieve stijve klei (heel fijn gelaagd afgezet)
G16 8,50-9,00 facies verandering: groenigbeige kleiig zeer fijn zand, met laminaties van meer en minder kleirijk zand tot eerder bruingrijze zandige kleilenzen, < 1 cm dik, kalkloos
G17 9,00-9,50 groenigbeigebruin zeer fijn zand, veel kwarts, zeer weinig donkere spikkels, kalkloos, meer homogeen zandig, slechts licht kleihoudend
G18 9,50-10,00 +- idem
G19 10,00-10,50 +- zelfde zeer fijn, bijna silteus zand, wat meer kleihoudend, blijft kalkloos
G20 10,50-11,00 +- idem, als diepte 10.00-10.50m
G21 11,00-11,50 +- idem, iets bleker en grover (meer zeer fijn zand, minder silt), blijft slechts licht kleihoudend
G22 11,50-12,00 wat donkerder bruin, wat meer kleihoudend silteus zand (kleine verschillen tussen de monsters)
G23 12,47-12,50 terug identiek aan diepte 11.00-11.50m, minder kleihoudend en wat bleker (beigebruin ipv bruin), blijft kalkloos
G24 12,50-13,00 +- idem, (zeer fijn silteus zand, zeer licht gespikkeld, licht kleiig)
G25 13,00-13,50 +- zelfde zeer fijn, licht gespikkeld, beigegrijsbruin, kalkloos, meer kleiig zand, met kleirijker lenzen
G26 13,50-14,00 iets blekerbruin zelfde zeer fijn zand, meer geband en kleihoudend, met fijne laminaties in slappe bleekgrijze klei (mm-schaal)
G27 14,00-14,50 wordt geleidelijk kleirijk en compacter, met dikkere banden van overwegend zand of klei (cm-schaal), met heterogener uitzicht (kleiig zand-zandrijke klei-meer zuivere klei), (klei is bruingrijs met roestbruine zandige laminaties)
G28 14,50-15,00 terug meer homogeen bruin zeer fijn kleiig zand, nog met kleiige laminaties (monster terug meer brokkelig), wordt licht kalkhoudend
G29 15,00-16,00 meer vetter en stevige bruingrijze, bruin oxiderende klei, geband met fijn kleiig zand met grote micaschilfers, zand en klei beide licht kalkhoudend
G30 16,00-16,50 iets slappere, meer zandrijke klei, met beige fijn zand, blijft kalkhoudend
G31 16,50-17,00 sterk kleiig zeer fijn zand (licht kneedbaar maar zandtextuur), met verspreide, gebroken en verweerde dikschalige schelpen, zand zeer licht gespikkeld en micahoudend, wat groeniglichtbruin
G32 17,00-17,50 iets bleker bruin, goed kneedbaar sterk zandige klei (nog zandtextuur), met weinig verspreide grove glauconiet of bioklasten (geheel blijft kalkloos), lijkt homogeen, niet geband
G33 17,50-18,00 bleekgrijsbruine tot beige, stijvere, plastische klei, met laagvormige concentraties van bleke fijn gebroken dikschalige schelpen, klei is niet kalkhoudend, klei is heterogeen, meestal silteus, maar ook zuivere delen, met zwart geblakerd takje (0.5 cm lang), nog enkele verspreide grove glauconietkorrels
G34 18,00-19,00 grijze, grijsbruin oxiderende, massieve, silteuze klei, plastisch, met enkele gestoorde (gebioturbeerde) asgrijze fijne zandstratificaties, kalkloos
G35 19,00-19,50 grijze, meer geoxideerde stijve klei, sterk gestoord door roestbruine zand - silt lenzen en bioturbaties
G36 19,50-20,00 grijze zandrijke, niet meer stijve klei, licht plastisch, meer, ook grove glauconiet, niet kalkhoudend
G37 20,00-20,30 sterk zandige, niet meer plastische klei, tot kleirijk zand, met grove glauconiet, kalkhoudend door bioklastengruis (fijn gebroken schelpen), blijft grijs, bruingrijs oxiderend
G38 20,30-20,50 groengrijs fijn kleiig zand, vol fijne tot grove glauconiet, met kleine nummulieten (1-2 mm) en fijn schelpengruis-bioklasten, met cuttings in bruingrijze slappe klei (zandkorrelgrootte en glauconietkorrelgrootte niet in overeenstemming), dicht bij bron van glauconietvorming
G39 20,50-21,00 groeniggrijs zeer glauconietrijk kleiig zand met veel schelpfragmentjes en nummulieten, vermengd met felgroene slappe silteuze klei
G40 21,00-21,50 groengrijs sterk kleiig fijn zand, iets minder glauconietrijk (nog van wisselende korrelgrootte), overvloedig grotere nummulieten (tot 0.5 cm), naast fijnere bioklasten
G41 21,50-22,00 blauwgroen, grijsbruin oxiderend silteus kleiig zand, met fijne glauconiet, minder nummulieten en kalkfragmentjes


Informele stratigrafie

Auteur: Marleen De Ceukelaire Bedrijf/dienst: Belgische Geologische Dienst
Datum: 07/03/2008

Van (m) Tot (m) Beschrijving
0,00 3,00 Quartair
3,00 8,50 Formatie van Gentbrugge - Lid van Merelbeke
8,50 17,50 Formatie van Tielt
17,50 20,30 Formatie van Kortrijk - Lid van Aalbeke
20,30 22,00 Formatie van Kortrijk - Lid van Moen

Opmerking: Tussen 8.50 en 22.00 m: geleidelijke overgangen

Insert the GSB number to search all associated content