084E0050.TXT
084E0050 Service géologique
Pl. Oudenaarde 8 octobre 1919 de Belgique
R. Legrand
50(IX) Puits tubé exécuté à Bevere, à « L'Audenardoise », Tissage et teinturerie, par
M. Delecourt de St. Ghislain. Repérage par V. Collard, le 19 décembre 1929
Travaux commencés en novembre et terminés en décembre 1928. Mode de
creusement : à l'injection d'eau. Diamètres successifs : 400mm. Diamètre final :
220mm. Mode de pompage: compresseur.
Niveau de l'eau sous l'orifice au repos : 5m50, en régime de pompage : 74m
avec débit de 6.000 litres à l'heure.
Profondeur probable du niveau aquifère utilisé, d'après le sondeur, de 27m30
à151m.
Pas d'échantillons.
Cote approximative de l'orifice : 11
Notes d'après le carnet du sondeurs : Profondeurs
Mètres
de à
Argile 0.00 1.00
Sable boulant quaternaire 1.00 18.00
Argile yprésienne verte 18.00 55.00
Sable argileux vert 55.00 57.20
Sable vert landenien 57.20 67.50
Argile verte turonienne 67.50 87.80
Phyllades rouges 87.80 89.50
Phyllades blancs necrés 89.50 97.00
Phyllades passant au gris bleuâtres 97.00 110.00
Phyllades gris pyriteux 110.00 116.00
Phyllades rouges plastiques 116.00 119.00
Phyllades bigarrés 119.00 121.00
Phyllades gris et bruns 121.00 137.00
Phyllades gris et bleus 137.00 141.75
Phyllades gris à pyrite 141.75 151.00
Filterput uitgevoerd te Oudenaarde (Beveren) bij de Weverijen en Ververijen van de
Gebr. SANTENS door de Firma VYNCKE uit HEULE. Topografische ligging opgete-
kend doorW. CLAESSENS, op de 5.7.1951. Geen grondstalen verzameld.
Aanvang en einde der werken: 1950.
Boringsmethode: met inspoeling.
Opeenvolgende diameters: 300mm
Einddiameter: filter: 220mm
Aard der pomp: luchtcompressor.
Diepte van het water bij ruststand : 27m ; tijdens het pompen : 37m met een debiet van
7.200 liters per uur.
Benaderende hoogte van de begane grond boven de zeespiegel: II
Totale diepte: 90.00
GRONDWATERREGISTER : n° 334
Uittreksel van Proces-Verbaal van indienststelling, dd.I4.II.1952
DIEPTE : 90m
BUIZEN : Inwendige doormeter van 300 mm, tot 58m en van 220mm van 58
Tot 90m. Het filtrerend gedeelte van 12m lengte heft een inwendige
Doormeter van 220mm.
POMP: Luchtcompressor gedreven door en elektrische motot van 7,5 P.K.
DEBIET: 7.200 l/Uur
WATERPEIL: bij rust: 27m; in werking, 37m
N.B. Het stockage vermogen van de fabriek beloopt 200m³.
WATERONTLEDING (ons overgemaakt door de Gebr. SANTENS) dd/12.7.1951
pH 7
Ijzer sporen
Alcaliteit 5,4 cc Hcl N/10 (methyloranje)
Sulfaten aanwezig
Nitraten geen
Totale hardheid 1,5°F
Blijvende hardheid 1° F
Organische stoffen 8 mgr/l
Verdampingsrest 600 mgr/l
Kleur geelachtig
Er bestaat verder nog een andere put, bij de Firma Santens.
DIEPTE: 70m
Waterpeil: in rust, 30m; Tijdens het pompen, 40m
Pomp: luchtpressor.
WATERONTLEDING VAN DEZE PUT. (medegedeeld door de Gebr. SANTENS, op
de 12.7.1951)
pH 7.5
ijzer sporen
Alcaliteit 5.2 cc Hcl N/10(methyoranje)
Sulfaten aanwezig
Totale hardheid I,5° F
Blijvende hardheid I° F
Organische stoffen 9,5 mgr/L.
Verdampingsrest 475 mgr/L.
Kleur geel
Nitraten zeer lichte sporen
ANALYSE DE L'EAU, fournie par Gebroeders Santens, Afdeling
Ververij, Koestraat, Bevere(Oud) le 16 juillet 1951 (Cette analyse
a été faite à la date du 8 janvier 1929)
Puits de 150m.
En grs par litre
Résidu fixe à 105° 0,5652
Résidu après calcination 0.4678
Matières organiques volatiles 0.0974
Ammoniaque absence
Nitrates absence
Sulfates assez bien
Nitrites absence
Hydrogène sulfuré et sulfures absence
Acide carvonique libre présence
Chlorures exprimés en Cl 0,0497
Matières organiques totales exprimées en oxygène consommé 0,0166
Dureté totale 0 ,8°
Dureté permanente 0,6°
Réaction au tournesol neutre
Réaction à la phénolphtaléine légèrment alc-
aline
Alcalinité totale exprimée en Cm³ 2 SO4 N/10 pour 100c.c. d'eau- 6.4 Chrôme
Aluminium et Manganèse absence
Anhydride silicique= 0,102. Oxyde Ferrique= 0,045. Oxyde Calcium=0,015
La coloration de cette eau est dûe au fer qui s'y trouve à l'état colloïdal. Pour déferriser
cette eau et lui enlever sa coloration brune, on alcalinise à l'aide d'une faible quantité
de soude caustique et on aère fortement. Le précipité d'hydrate de fer formé est retenu
par le passage de l'eau à travers une couche de sable blanc ou par simple décantation.
