083W0421.TXT
PL. KORTRIJK 83W
421 (IX)
Puits tubé
exécuté à Courtrai,
chez M. Claerhout, Blanchisserie, avenue Hugo Verriest, n° 62,
par M. A.Vereecke de Heule-lez-Courtrai
Repérage par E.Verdin, le 17-12-1935. Croquis.
Travaux commencés et terminés en 1935.
Mode de creusement: à l'injection.
Diamètre final: 120 mm.
Mode de pompage: au compresseur.
Niveau de l'eau sous l'orifice, au repos: 30 m.
En régime de pompage: 50 m.
Profondeur probable du niveau aquifère utilisé, d'après le sondeur:
entre 70 et 90 m.
Cote approximative de l'orifice: 19
Notes d'après le carnet du sondeur:
Profondeurs
mètres
de à
Argile bleue 16.00 70.00
Sable vert 70.00 90.00
Profondeur totale: 90 m.
--------------------------------------------------------------------------
PL. KORTRIJK 83W
M.GULINCK
421 (IX) 1ste verv.
FILTERPUT
uitgevoerd te : KORTRIJK
bij : VERVERIJ "ST. ANTONIUS", ELFDE JULIAAN
door : N.V SMET UIT DESSEL
Datum : 1970
Topografische ligging opgetekend door : W.CLAESSENS de 26/8/1971. Schets.
Grondstalen verzameld door : DE BOORMEESTER
Boringsmethode : MET INSPOELING
Opeenvolgende doormeters: 8 8/5" - filter : 140 mm
Grondwaterstanden : bij ruststand : 75.50 m
tijdens het pompen : 142 m met een debiet van 13.000 l/u
Grondwaterregister : 1.936
Hoogte van het maaiveld : 19
Totale diepte :
Volgnummer Aard der grondlagen Diepte m
1- 8 bruingeelachtig, zandleem, kalkhoudend 8.00
9- 12 bruinachtig, leemhoudend zand 12.00
13- 40 grijze klei 40.00
40-120 geen stalen
122-130 witachtig krijt 130.00
131-137 grijze mergelige krijt - vuursteen rond 131.00 137.00
138 glauconiethoudende mergel 138.00
139-200 grijze schiefers 200.00
Gekernd: beschrijving volgens R.Legrand en J.Herman, vanaf 200 m tot 303 m.
Beschrijving der grondlagen
Van 200 tot 201 m : (83 cm)
donkergrijs blauw phylladeuse schiefer, niet kalkhoudend (helling 12°)
monsters 200 m
Van 201 tot 202 m : (100 cm)
idem met enkele kleine zandsteenachtige banken (van één tot 2 cm dikte) :
201,08 m: 201,35 m; en 201,90 m
Graptolieten in fijne licht donker bankjes: 201,30; 201,95; 201,65 m
Van 202 tot 203 m (97 cm) idem (helling 10°)
met zandsteenachtige bankjes aan 202,58 (1 cm), 202,64 (3 cm) 202,77 (4 cm)
met wormgangen aan 202,20 m
Graptolieten aan : 202,90, 202,40, 202,70 m
Van 203 tot 204 m : (100 cm) (helling 4-5°)
zacht donker grijs-blauwe schiefer niet kalkhoudend met enkele zandsteen-
achtige banken : 203,05, 203,25, 203,50 (10 cm), 203,80 (5cm), 203,90
(10 cm).
Graptolieten aan 203,70 m
Van 204 tot 205 m : (100 cm) (helling 2-3°)
idem met zandsteenachtige banken : 204,14 (1 cm); 204,17 (2 cm); 204,30
(4 cm); 204,90 (10-12 cm)
Monsters : 204,20 m
Van 205 tot 206 m : (100 cm) (helling 0-4°)
grijsachtige schiefer met zandsteenachtige lagen op zichzelf gelaagd
aan 205,40 m (10 cm) en 205,75 cm (1-2 cm)
Van 206 tot 207 m (91 cm) (helling 1-6°)
idem zonder aandachtige lagen. Licht plooiing aan het basis (206,90 m)
Graptolieten : 206,25, 206,80 m
Van 207 tot 208 m : (100 cm) (helling 10-15°)
donker grijs-blauw schiefer niet kalkhoudend niet kleine diaklasen
Graptolieten : 207,05, 207,95, 207,40, 207,65 m
Van 208 tot 209 m (25 cm) (helling 5-8°)
idem met enkele fijn gelaagde zandsteenachtige bankjes. Enkele zeer fijne
(0,3mm) vertikale kwartsadertjes
Monsters : 208,30 m
Graptolieten aan : 208,25, 208,75 m
Van 209 tot 210 m : (90 cm) (helling 6-12°)
grijsblauwachtige schiefer met enkele fijne zandsteenachtige lagen :
209,12 (2cm), 209,23 (1 cm), 209,50 (4 cm), 209,56 (1 cm), 209,85 (1 cm)
al deze lagen zijn op zichzelf fijn gelaagd.
Graptolieten aan : 209,10; 209,25
Van 210 tot 211 m : (1 m) (helling 5-10°)
idem met fijn gelaagde zandsteenachtige bankjes of lenzen (± 2 cm dikte)
aan 210,12, 210,24, 210,30, 210,75, 210,84
Graptolieten aan : 211,00, 210.80, 210
Aan 210.78 m kleine millimetrische spheroïden van pyriet
Aan 210.70 m cirkelvormige pyrieteuse afdrukken (doorsnede centimeter)
Van 211 tot 212 m : (1 m) (helling 10-20°)
grijsblauwe schiefer mikro-sericiethoudend met zandsteenachtige bankjes
aan 211,40 (5 cm)
Kleine plooiing aan 211,15 (cm) 2 diaklasen
Pyrietframboïden aan 211,60 en 211,80 m
Graptolieten : 211,20 - 211,30 m
Van 212 tot 213 m : (1) (helling 6-12°)
Idem, zandsteenachtige, fijn gelaagde bankjes schuine gelaagdheid aan
213,30, 212,40 en 212,95 m
Monsters: 212,30 m
Rond 212,50 m : kleine ovoïdale strukturen (pyrietvorming)
Geen graptolieten
Van 213 tot 214 m : (1 m) (helling ....)
idem beging met een zandsteenbank van 12 cm dikte en tussen : 213,90 en
214 m
Van 214 tot 215 m : (1 m) (helling 8°)
blauwachtige schiefer (mikro-sericiéthoudend) met onregelmatige fijne
gelaagde zandsteenachtige bankjes. Pyriet aan 214,20 m
Kleine plooiing aan 214,35 m
Van 215 tot 216 m : (1 m) (helling kleiner dan 5°)
idem fijne plooiing aan 215,73 m
Graptolieten aan 215,75 m
Van 216 tot 217 m (1 m) (helling 7-10°)
idem een diaklose met pyriet aan basis (75° vertikaal)
Monsters : 216,20 m Pyriet
Van 217 tot 218 m (1 m) (Helling 7-10°)
Idem
Van 218 tot 219 m (1 m) (Helling +/- 5°)
Idem
Van 219 tot 220 m (1 m) (Helling = 5°)
Idem, soms pyriethoudend (kubische kristallen)
Monster : 220 m
Van 220 tot 221 m (1 m) (Helling 5-8°)
Begin van de pas : kleine plooiing, bedekt door kwartsiet.
Donkergrijs blauwachtige schiefer (mikro-sericiet); de laatste
veertigste cm zijn fijn gelaagde zandsteenachtige bankjes.
Graptolieten aan : 220,10-220,20; 220,20-30; 220,30-40, 220,50-220,60
Van 221 tot 222 m (1 m) (Helling - 0°)
groen-grijsachtige schiefer, licht pyriethoudend, (zwavelachtige plekken)
zeer homogeen
Pyriet aan : 221,80, 221,50 m
Van 222 tot 223 m (1 m) (Helling 0-5°)
Idem
Kleine, fijne plooingen aan 222,15 m. Pyriet aan 222,60 m
Graptoliet : 222,90 m 222,70 m
Van 223 tot 224 m : (90 cm) (Helling 0-5°)
Idem, maar meer zandsteenachtig, plaatselijk zeer hard, enkele kleine
plooiingen (223,50, 223,70 m)
Graptolieten : 223,10-20, (223,60 m)
Monster : 223,90 m
Van 224 tot 225 m : (0,35 m)
Grijsachtige zandsteenachtige schiefer, en fijn horizontaal gelaagd
Van 225 tot 226 m : (1 m) (Helling 0-5°)
Groen-grijs-achtige zandsteenachtige schiefer (microsericiet)
Kleine plooiing met kristallisatie aan (225,60m-)
Een diaklose aan 225,60 (H : ± 70°) (pyriethoudend)
Talrijke zwavelachtige plekken, soms echt pyriethoudend
Van 226 tot 227 m : (90 cm) (Helling 0-5°)
Idem, lichter zandsteenachtig, meer homogeen
Monster : pyrietlaag aan 226,15 m
Van 227 tot 228 m (1 m) (Helling 0-8°)
Idem
Schone plooing, met kwartsiet rekristallisatie en pyriet (227,30 m)
Gepyritiseerd organisme aan 227,20 m
Van 228 tot 229 m : (1 m) (helling 0-5°)
Blauwgrijze schiefer (micro-sericiet), zeer homogeen.
Monster : 228,10 m
Van 229 tot 230 m : (1 m) (Helling 0-5°)
Idem, iets sterker, iets zandiger
Van 230 tot 231 m : (1 m) (Helling = 0°)
Idem
Pyriet aan 230,70 m
Van 231 tot 232 m : (1 m) (helling 2-6°)
Idem
Van 232 tot 233 m : (1 m) (helling 6-12°)
donkerblauw-grijsachtige schiefer (micro-serciciet), zeer fijn
gelaagd, met enkele zeer fijn, zandsteenachtige gelaagde horizontaal
Een diaklose aan 232,40 (Helling 70°)
Kleine pyrietcuben en zwavelachtige plekken
Van 233 tot 234 m : (1 m) (helling 5-10°)
Idem
Monster : 233,35 m schone kleine plooiing met rekristallisatie
Enigmatiet aan 233,60 m
Van 234 tot 235 m : (1 m) (helling 6-8°)
idem met harde bank (zandsteenachtige horizontaal fijn gelaagd)
aan 234,10 en aan 234,95 m
Van 235 tot 236 m : (1 m) (helling 6-10°)
Idem. Rond 235,30 m kleine plooiing met klein rekristallisatie
Mooi gevormde pyrietkubische kristallen aan 235,80 (2-3 mm)
Van 236 tot 237 m : (1 m) (helling -5°)
Idem, diaklase aan basis (4-8°)
236,40 lineaties, mooi gevormde pyrietcuben aan 236,45 (Monsters)
Van 237 tot 238 m : (1 m) (helling 5-6°)
Idem, zandsteenachtige bank aan 237,20 en 237,70 m (met diaklose
en pyriet, subvertikaal.
Pyrietplekken aan 237,30 m
Van 238 tot 239 m : (1 m) (helling -6°)
Idem
Diaklose aan 278,50 (Helling 70°) talrijke kleine pyrietkonkreties
(238,40 m)
Van 239 tot 240 m : (1 m) (helling -5°)
Idem, diaklaas aan 238,40 (helling -70° in een richting)
(tot 70° in andere richting) (met pyriet meegebogen tot 3-4 m)
Pan zeer rijk in kleine kubussen.
Van 240 tot 241 m (1 m) (helling 8-9°)
Idem
Monster : 240,10 m
Enkele kleine graptolieten aan 240,30 m
Van 241 tot 242 m : (1 m) (helling 8-12°)
Diaklaas aan 241,70 m (helling -70°)
Van 242 tot 243 m (1 m) (helling 10-12°)
Zeer fijne donkergrijze schiefers (mikro-sericiet) met onregelmatige
zandachtige bankjes op hunzelf zeer fijn gelaagd (dikwijls
schuine gelaagdheid) Vervolgens met zeer fijne kwartsofylladen
donker grijs gekleurd (na 242,50 m). Kleine kwartsietlaag
licht geplooid aan 242,20 m, aan 242,70 en aan 242,80 m : sporen van
verglijding.
Van 243 tot 244 m : (1 m) (helling 16-22°)
Zeer fijn en donkergrijs blauw schiefer (microsericiet) met fijn ge-
laagde zandsteenbankjes aan 243,25 m. Soms pyriethoudend
Van 244 tot 245 m : (1 m) (helling 15-16°)
Tot 244,50 : mikrokwartsfylladen, zeer fijn gelaagd. Na 244,50 :
donker grijs-zwarte schiefers met enkele zandsteenachtige bankjes
Monster : 244,10
Pyriet : 244,60; 244,55; en 244,40 m
Van 245 tot 246 m : (1 m) (helling : 12-16°)
Donkerblauw-grijs zwak schiefer. Idem
Pyriet mooi gevormde kubische kristallen : 245,00 m -10 m
Van 246 tot 247 m : (1 m) (helling 8-12°)
Pyriet blijft gewoon (246,40) (246,15)
Van 247 tot 248 m (1 m) (helling 8-10°)
Fijne zachte donker blauw-grijze schiefer (fylladen) met zandsteen-
achtige bankjes met glijstrukturen en scheve gelaagdheid rond 20 en
80 een pyriet.
Pyriet : 247,90 m glijstruktuur aan 247,60 m
Van 248 tot 249 m (1 m) (helling 10-12°)
Blauw-grijze schiefer (mikro-sericiethoudend) met enkele fijne zand-steen-
achtige bankjes op zich zelf gelaagd (fijn) (rond 05, 20, 65)
Monster : 248,10
Zwavelachtige plekken en relatief rijke met pyrietkuben.
Pyrietmonsters aan 248,80, 248,70 m
Van 249 tot 250 m : (1 m) (helling -12°)
Idem (zandbankje rond : 60,80) weinig pyriethoudend, kleine bank
aan 249,60, basis van zandbankje.
Van 250 tot 251 m (helling 12-14°)
Idem, zandbankje : 20-30, 70
Een diaklase aan 20 (Helling 70°)
G : 250,90-95
Glijvak aan 250,70 met wormgang gepyritiseerd en met pyriet lineatie.
Van 251 tot 252 m (1 m) (helling 14-22°)
Idem, zandbankje : 05, 75-85, 95
G : 252,00-10, 10-20, 20-30, 90-00
Van 252 tot 253 m (1 m) (helling 20-14°)
Idem zandbankje : 50-85, 30-45, 20
Diaklase rond 60 (helling 75°) talrijke wormgangen (tussen 50-85) met
pyriet. Gr. aan : 252,20, 252,50, 252,80
Van 253 tot 254 m : (1 m) (helling 8-14°)
Idem : zandbankjes : 15-35, 40-55, 75-90
G : overal
Van 254 tot 255 m : (1 m) (helling 12-14°)
Idem, relatief rijk is pyriet. Zeer rijk in graptolieten
Van 255 tot 256 m : (1,10 m) (helling 14-16°)
Idem zandsteenachtige banken tussen 0.40 en 0.90 met enkele G lagen
ertussen. Pyriet blijft gewoon G
Van 256 tot 257 m : (1 m) (helling 14-6°)
Idem met veel zandsteenachtige bankjes, zeer fijn gelaagd. De laatste
50 cm zijn vol met kleine kristalliseerde diaklasen. Ook twee
glijding oppervlakte. Veel GR tussen 256,00 tot 256,40 m
Van 257 tot 258 m : (1 m) (helling 6-0°)
schieferachtige zandsteen zeer fijn gelaagd met veel kleine
plooiing figuren. Licht pyriethoudend
Monster : 257,40 m klein conglomeraat
Van 258 tot 259 m : (1 m) (helling 0-14°)
Schieferachtig zandsteenbankjes zeer fijn gelaagd, met mikro-sericiet
horizontaal, licht pyriethoudend
Monster : 258 m 20-30 : GR
Van 259 tot 260 m : (1 m) (helling 0-6°)
Donker blauw-zwarte schiefer (mikro-sericiet) met vele zandsteen-
achtige bankjes, zeer fijn gelaagd.
GR : rond 30, 70,90
Van 260 tot 261 m : (1 m) (helling 4-6°)
Monster : 260,10 m
Idem, aan 90 : lichte plooiing + pyrietkonkreties
F ? : 260,70 m
260,50 m planten ?
Van 261 tot 262 m : (1,10 m) (helling 6-10°)
Idem met schieferachtig
Zeer licht pyriethoudend GR : -50 Planten -10
Van 262 tot 263 m : (1 m) (Helling 10-16°)
Fijn donker grijs-blauwe schiefer met zandbankjes. 262,80 = glijvlak
Weinig pyriethoudend
G : 262,30, 60, en 90 Vis : 262,40
Van 263 tot 264 m : (1 m) (helling 14-16°)
Idem met tamelijk zwavelachtige plekken.
Van 264 tot 265 m : (1 m) (helling 8-12°)
Donker zwartblauwe schiefer met zandbank. F ? : 264,05 sterk
pyriethoudend rond 264,40. Gr : 264,40, 80, 90 zeer wel be-
waard. Monster : 264,10 m
Van 265 tot 266 m : (1 m) (helling 16-18°)
Idem maar met veel kleine fijn gelaagde zandsteenachtige bankjes
geplooid. Zeer licht pyriethoudend.
Gr : 265,10-30, 265,50, 265,80-266
Een kleine diaklase (Helling 80°)
Van 266 tot 267 m : (1 m) (helling 4-16°)
Idem, nog meer zandsteenachtig (± 20 bankjes in een meter). Een
kristalliseerde diaklase (Helling 75°) aan basis. Zeer licht
pyriethoudend.
Gr.
Van 267 tot 268 m : (1 m) (helling 4-8°)
Idem, de zandsteenachtige bankjes blijven zo gewoon (± 20/m).
Zeer licht pyriethoudend (mikrokristallen). Gr.
Van 268 tot 269 m : (1 m) (helling 8-20°)
Idem
Monster : 268,10 m
Gr
Van 269 tot 270 m : (1 m) (helling 8-10°)
Idem (± 20 Zandbankjes/m) 1 grote diaklase H. 75° met pyriet en
kwartsiet (pyriet in plaketten en in kuben)
Van 270 tot 271 m : (1 m) (helling -10°)
Altijd donker grijsblauwe schiefer, (mikro-sericiet) met talrijke
zandsteenachtige bankjes. Diaklasen (H-85°) met pyriet. Gr
Van 271 tot 272 m : (1 m) (helling 4-16°)
Idem. Gr. plooitjes
Van 272 tot 273 m (1 m) (helling 8-12°)
Idem ± 60% is van zandsteenachtige bankjes. Gr.
Monster : 272,10
Van 273 tot 274 m : (1 m) (helling 6-24°)
Idem - 70% is van zandsteenachtige bankjes, deze bankjes blijven
zeer fijn gelaagd, licht geplooid met scheve gelaagdheid. Gr.
Van 274 tot 275 m : (1 m) (helling -8-16°)
Idem, diaklasen rond 5° (4 diaklasen op 1 cm; H-80°) (Gr)
Van 275 tot 276 m : (1 m) (helling 8-18°)
Idem. Monster Pyritosphaera 275,20 m Gr.
Van 276 tot 277 m : (1 m) (helling 6-12°)
Kwartsofylladen en microsericiet (15%)
Monster : 276,00 276,10
Enkele zandbankjes zijn met zeer mooie plooi. Bioturbatiegangen :
276,30 m. Gr.
Van 277 tot 278 m : (1 m) (helling 8-16°)
Idem zeer licht pyriethoudend. Gr.
Van 278 tot 279 m : (1 m) (helling 8-14°)
Idem : ± 60% zandbankjes of pyrietfylladen, ± 40% microsericiet
Ook lichte plooiing scheve gelaagdheid, licht pyriethoudend. Gr.
Van 279 tot 280 m : (1 m) (helling 12-24°)
Idem, Gr. licht pyriethoudend.
Van 280- tot 281 m (1,10 m) (helling 8-14°)
Idem. Monster : 280,10 Gr.
Van 281 tot 282 m : (1 m) (helling 10-14°)
Idem met 40-55%. Enkele plooiing figuren ook enkele scheve gelaagdheid
(in zandbankjes) Pyriet sub spheroïdaal. Gr.
Van 282 tot 283 m : (1 m) (helling 10-12°)
Idem (35% zandbankjes, 65% mikrosericiet) Gr. (altijd sinds 15 m,
meer gruis aan top dan aan de basis) Pyriet framboïden.
Van 283 tot 284 m : (1 m) (helling 10-16°)
Idem (25% zandbankjes, 75% mikrosericiet). Pyriet zeer ongewoon.
Gr.
Van 284 tot 285 m : (1 m) (helling 8-10°)
Idem : 20% zandbankjes, 80% mikrosericiet, Pyriet zeer ongewoon,
gruis ongewoon. Monster : 284,10 m
Van 285 tot 294 m (3 m)
Helling : 6-12°, 12-14°, 14-22°, -8°, 8-4°; 4-12°, 12-29°, 12-29°, 29-24°,
24-8%, 8-18°
Lithologie : 40%, 40%, 50%, 35%, 35%, 30%, 55%; 35%, 40%.
Complementen : sterker blauw-grijs zwak microsericiet
Monster : 288,50, 292,20, 20-50-90; 293,00-50-90
GR
Opmerkingen :
- Fosiel ? 293,20 m
- Geen open diaklase, maar wel enkele (2-3-4/3-4 cm)
- bijna al die zandbankjes zijn ondergelaagd door zwarte,
organischoudend mikrosericiet.
- enkele zwavelachtige plekken (doorsnede 0,5-3 cm) de grootste zijn
zeer licht pyriethoudend.
- vreemde lichte vertikale verplaatsingsysteem rond 292,80 m
Pyriet
285,30 (kleine plekken) (286,20-80, kleine plekken);
286,80 (duidelijk op 3 cm doorsnede zwavelplek)
287,35, 287,95 : korrelig in kleine gangen, 290 m langs diaklaas met
kwartsiet.
Pyrietachtige plekken op plooing en op 290-293 m (292 m)
korrelige plekken 292-294 m zeer kleine pyrietkonkreties rond 294 m.
Plooi en kompaktie verschijnselen : 283,30 m
Van 294 tot 303 m (+9m)
Helling : 17-8°, 8-12-6°, 6-14°, 14-6°, 6-12°, 12-8°, 8-12-8°,
8-12°, 12-7°,
Lithologie : 20%, 30%, 25%, 30%, 10%, 10%, 5-10%, 5%, 5%
Monsters: 296,10, 800,10, 302,90 m
Opmerkingen : enkele diaklasen licht gekristalliseerd (kwartsiet
met pyriet) (H : 70-80°)
een breukje rond 297,50 m
(Gr. speciaal gruis na 299 m)
Pyriet : zwavelachtig, licht of zeer licht pyriethoudend, plekken
(overal) (296,60 m)
pyriet, korrelig tot kristallijn, min of meer gewoon.
301.30 m pyrietbolletjes op 0,3 m
in kubische kristallen : 302,40 m
