Skip to content. | Skip to navigation

Personal tools

You are here: Home / arch / 083E / 083E0446.TXT

083E0446.TXT

PL. HARELBEKE 83E
G.DE GEYTER-M.DUSAR-W.DE VOS

446 (VII, b)

ADMINISTRATIEVE & TECHNISCHE GEGEVENS

Kaart-Nr : 83E
PLAAT : Harelbeke
Nr : 446 (VII, b)
Topografische kaart : 29/2
Type boring : verkenningsboring Massief van Brabant
(Project VLA/92-3.1.)
Uitgevoerd te : Harelbeke, Provinciaal Domein De Gavers
Postnr : 8530
Bij : ten noorden van de vijver
Boorfirma : Smet DB
Boordatum : augustus 1993
Topografie :
Stalen door : de boormeester
Boringsmethode : inspoeling en kernname
Doormeters :
Grondwaterstanden :
1ste maal :
Bij rust :
Tijdens pompen :
Debiet :
Waterzaaknr :
Totale diepte : 125,72m
Stalen genomen : ja boorkernen
Maaiveld : + 14,45m
X : 76.145
Y : 171.100
NIS-code : 34013

BOORBESCHRIJVINGEN
Nr Diepte Basis AARD DER GRONDLAGEN

1-4 4.00 Geelbruin kleihoudend fijn zand, kalkhoudend
5-24 24.00 Geelbruin zwak kleihoudend fijn zand; kalkhoudend,
sporadisch enkele schelpfragmenten
25-30 30.00 Geelbruin fijn zand vermengd met grijze klei, het
zand is kalkhoudend
31-72 72.00 Grijze tot grijsblauwe stijve klei, geen kalk
73-81 81.00 Grijsgroen glauconiethoudend fijn zand met wat
schelpengruis en bijmenging van grijze klei (naval)
82-84 84.00 Iets minder zandig, nog steeds bijmenging van
grijze klei en ook weer schelpengruis
85-86 86.00 Grijsgroene zandige klei met zeldzame
schelpfragmenten
87-104 104.00 Grijsgroene zandige klei, geen kalk
105-107 107.00 Grijsgroene silthoudende klei, kalkhoudend
107.50 Idem met bijmenging van wit krijt

KERNBESCHRIJVING

Kern 1 massief
(106.67)-106.67 Kist 1
L= 20cm (begin vanaf min. 106.47m)
zeer zacht wit homogeen krijt, licht en poreus, fijnkorrelig.

Kern 2 massief, behalve top en basis
106.67-107.70m Kist 1-2
L= 87cm (-16cm)
fijn wit krijt, vrij zacht van boven met kleine grijze silexknol met zeer
steile diaklaas.
staal bioklasten 107m
nb aan top en basis kern: fragmenten van donkergrijze silexknollen
(geboord)

Kern 3 massief, slecht contact rond 55cm en aan basis (silexen)
107.70-110.80m Kisten 2-3
L= 135cm (-175cm)
fijn zandig wit krijt, homogeen, vrij zacht, met grote ronde bioturbaties
(met verkiezelde rand afgeboord op 42cm o.a.); vermoedelijk doorlopend
gebioturbeerd; rond 60cm grote donkere silex.
Zeer steil splijtvlak rond 100cm.
Onderste 15cm; opstapeling van donkere silexknollen (kernverlies).

Kern 4 met 4 kernstukken van 10 tot 27cm, uitgeboord in en rond silex
110.80-113.50m Kist 4
L= 85cm (-185cm)
zeer fijn siltig zacht wit homogeen krijt, duidelijk gebioturbeerd
(afwisseling afgeronde bleke en grijze vlekken) donkere silexknollen rond
30,60 en 80cm
staal bioklasten 111.65m.

Kern 5, 2 kernstukken met silex, goed geboord
113.50-113.72mm kist 5
L: 19cm (-3cm)
2 grote fragmenten in donkere harde silexknollen, ingebed in wit krijt

Kern 6, 2 herboorde silexknollen
113.72-116.64m = 292cm kist 6
L: 10cm (-282cm!)
Harde donkergrijze silex.

Kern 7 langste kernstuk 20cm, vrij slecht geboord
116.64-119.60m = 296cm kisten 5-6-7
L: 177cm (-119 cm)
aan top donkergrijze silex in wit fijn, glauconiethoudend krijt, met
verkiezelde zoom rond de silex.
van boven 1 subvertikaal splijtvlak
In het krijt rond 25cm, 2 onregelmatige grijze silexen
Staal bioklasten 11m
wordt geleidelijk glauconietrijker en iets grover naar onder toe, met
onregelmatige deels verkiezelde ronde, platte bioturbaties, blijvend
grijze silexen
staal bioklasten 117.80m
vanaf 130cm minder glauconiet, blijft vuilgrijs middelmatig zandig krijt,
in bioturbatie holtes is nog glauconiethoudend krijt aanwezig
staal bioklasten 118.40m

Kern 8, 1 herboord stuk
119.60-121.33m = 173cm kist 7
L: 10cm (-163cm)
bleekgrijs verweerde silex, met grijs tot bleekgrijze kleurverdeling.

Kern 9 regelmatige ononderbroken kern
121.33-122.72m = 139cm kisten 7-8
L: 122cm (-17cm)
Top slecht geboord, einde wit ver kapot geklopt lichtgrijs poreus fijn
zandig krijt.

Wordt glauconiethoudend na 15cm (geleidelijke overgang) glauconietrijk na
25cm; bleker krijt in grote ronde (D: 3cm) bioturbaties, zacht, gelaagdheid
7°; blijft sterk gebioturbeerd
Staal bioklasten op 75: 122.15m
Krijt tot 109cm; onderste 6cm donkergroen door glauconiet
basis contact zeer scherp, met onverweerde sokkel; discordantievlak is niet
recht, maar verstoord door bioturbaties van 109 tot 122cm: zachte grijze
kalkloze schalie, vlak bij de top smeuïg. Geen zichtbare gelaagdheid.

Kern 10 massieve kern
122.72 - 125.72m Kisten 8-12
L= 3m, gemeten 3m (volledige recuperatie)
Bovenaan zachte grijze mudstone.
Vanaf 30cm harde fijne grijze kwartsiet, bovenaan begensd door ondulerend
gelaagdheidsbvlak, 10° gemiddeld. Op 35cm is een vers breukvlak gepyriti-
seerd fossiel (graptoliet ?)/Kwartsiet 35-6.cm.
Op 40 splijtvlak i= 45°
Op 60cm sedimentair contact, opnieuw mudstone daaronder. Gelaagdheid 10°.
Gedissemineerde pyriet aan weerszijden van contact.
Dikke kwartsietische banden wisselen af met dunnere mudstone-banden
(lichtgrijs en poreuzer).
Intercalaties van gelamineerde bandjes.
Rond 72cm met bleek fijnzandige micarijke ban 1cm dik.
Gelaagdheid 4° (d.i. minder dan Krijt: dit betekent dat Krijt-tilt tegen-
gesteld was aan de oorspronkelijke helling van het Paleozoïcum, bijv. Krijt
7°N, Paleozoïcum nu 4° (indien N dan oorspronkelijk 3°S; indien S dan
oorspronkelijk 11°S).
Af en toe pyriet, verspreid of geconcentreerd in sommige banden. In sub-
horizontale diaklazen limoniet-neerslag.
Op 95cm gelaagdheid (lichte band) op 5°. Bemonstering micropaleontologie:
123,71m. Gelaagdheid blijft subhorizontaal tot 5° naar onderen toe.
Rond 150cm, in donkergijze vrij zachte schalie: fijne perforerende
bioturbaties.
Rond 200cm fijne perforaties van type Planolites, ook fijne horizontale
graafgangen, mogelijk door zelfde organisme.
Op 2,20m gelaagdheid 5°, overgang naar een ander lithologisch type.
Grofkorrelige zandige band (1cm) met mica, lichtgrijs, met verspreide
pyrietkristallen (1mm), ten dele opgelost. Bemonsterintg micropaleontologie
124,45m.
Daaronder 2,20m tot 3m, turbidietisch gesteente, subhorizontaal gelaagd.
Rond 260cm met gekruiste zandige laminaties en 4cm grote loadcast; sommige
fijne straticulaties zijn door bioturbatie uit elkaar gevallen (in zandige
zone meer activiteit van bodemfauna, minder stress-condities dan in schalie
(licht anoxisch ?)
van 2,20 tpot 2,70m duidelijke turbidiet-sekwenties, tamelijk fijn, soms
gelamineerd met gekruiste gelaagdheid en convolute bedding (lagen rechtop).
Bemonstering micropaleontologie 125,68m.
In diaklaas evenwijdig aan gelaagdhjeid hematier-limoniet (met aan-
loopkleuren), vermoedelijk omgezette pyriet, met insluitsels van frisse
pyriet.
In grofkorrelige zandige bandjes zit meer pyriet dan in donkere
fijnkorrelige bandjes.
Op 3m wig van zandige band (3cm), uitgeërodeerd voor afzetting van
fijnkorrelig gesteente erboven.

STRATIGRAFISCHE INTERPRETATIE

De begrenzing van de lithostratigrafische eenheden (gedeelte met inspoe-
ling) steunt vooral op geofysische boorgatmetingen uitgevoerd door TNO,
Delft.

Top basis STRATIGRAFISCHE EENHEDEN

0.00 - 20.00m Kwartair
Formatie van Kortrijk:
20.00 - 42.00m (?) 1) Lid van Moen
42.00 - 69.00m 2) Lid van Saint-Maur
Formatie van Hannut:
69.00 - 82.00m vnl. fijn zand en kleihoudend zand
82.00 - 103.00m vnl. zandige klei
103.00 - 106.47m vnl. stijve klei
106.47 - 122.45m Krijt
122.45 - 125.72m Paleozoïsche Sokkel
Ordovicium

Nota: volgens Chitinozoa-onderzoek (G. Van Grootel) bestaat het Ordovicium
uit Hirnantiaan, d.i. bovenste Ashgill.

Auteurs: G.De Geyter - 22.10.94 Kwartair en Tertiair
M.Dusar - Krijt
W.De Vos - 24.04.94 en M.Dusar - Sokkel

Insert the GSB number to search all associated content