083E0018.TXT

PL. HARELBEKE 83E

Nr.18 (IX) Filterput uitgevoerd te Deerlijk,
"Etablissements Van Neste-Verwée", S.A. door M. Vinck van Heule.
Topographische ligging opgetekend door V. Collard, de 29-12-1937.
Aanvang en einde der werken : in december 1937.
Boringsmethode : met inspoeling.
Einddiameter : 0m30.
Diepte van het water, bij ruststand : 40m.
Met een debiet van 12.000 liters per uur.

Benaderende hoogte van het maaiveld, boven de zeespiegel : 24.

Diepte : 105 m.
Geen grondstalen.

Er zijn twee oudere putten ongeveer van 70m. diepte.
De drie putten geven te samen 20m3 per uur.

(Inlichtingen van de Heer Van Neste gekregen).


PL. HARELBEKE 83E

Nr.18 (IX) vervolg.

Getubeerde put uitgevoerd te Deerlijk,
bij de fabrieken VANNESTE & VERWEE
door M. Vinck uit Gullegem.
Datum : begin 1958.
Topographische ligging opgetekend door W. CLAESSENS, de 26-06-1959.
Geen grondstalen.
Boringsmethode : met beitel. Opeenvolgende doormeters : 200mm.
Grondwaterstanden, bij ruststand : 80m ongeveer.
Tijdens het pompen : 100m ongeveer, met een debiet van 18.000 l/u.
Hoogte van het maaiveld : 24.
Totale diepte : 150m.



Nr. Aard der grondlagen Diepte m.


Een monster op 146 m. diepte : grote zwarte, hoekige vuursteen, met groene
patine (vermoedelijk uit het basis grind
van het Landeniaan).

De oude put werd verdiept vanaf 105m. tot 150m.
N.B. - er werd watermonsters genomen.
M. GULINCK, 28.07.1959.

Waterontleding uitslag Nr. 59 H 208, door het Instituut voor Hygiene en
Epidemiologie, te
Brussel, de 31.08.1959.

Ontvangen de 15.07.1959.

CHEMISCHE EIGENSCHAPPEN
mg/l. (Fr.
Ca++ 4 Totale hardheid 2/8
Mg++ 4 TA' (alkal.phph). 2
Fe++ 0.02 TAC (alkal.M.O.) 36
Na 240
K+ 7
c1- 68
SO4 -- 56
HCO3- 390
CO3-- 24
Indamprest bij 110(C. 580
Verbruikte O2 uit zuur Mn2O8K2
10 min. koken 1.9


PL. HARELBEKE 83E

Nr.18 (IX) 2 de vervolg.

Filterput uitgevoerd te Deerlijk,
bij de fabrieken VANNESTE & VERWEE
door M. Vinck uit Gullegem.
Datum : einde 1964.
Topographische ligging opgetekend door :
Grondstalen verzameld door :
Boringsmethode : met rollerbitz en kernbuis.
Opeenvolgende doormeters :
Grondwaterstanden, voor de eerste maal waargenomen.
Bij ruststand : tijdens het pompen :
met een debiet van l/u.
Hoogte van het maaiveld : 24.
Totale diepte.


Nr. Aard der grondlagen Diepte m.


N.B. De put van 150m werdt verdieptvan 150m tot 200m en geeft geen uitslag.
DOORMETER VAN DE KERNEN : D 135mm

1) 162.75 m à 164 (125) L = 102 Pente 15°
0-18 schiste noirâtre
18-22 Grès phylliteux
22-26 Schiste foncé
26 linéole d'ampélite noire
26-28 Psammoschiste gréseux
28-44 Grès gris quartzitique
44-54 Schiste noirâtre
Lits d'ampélite 50 et 53
54-65 Grès compact
65-72 Schiste noirâtre; ampélite à la base; sphérule de pyrite
68-70 double laie grèseuse
72-102 Grès franc; piqueté de cubes de pyrite, quartzitique.

2) 164 à 165.40 m (140) L = 111 Pente 16°
Grès quartzitique gris bleu, localement psammitique passées de schiste
noirâtre à 9-12, 19-22, 23-33, 37-46, 82-89, 91-92, climacograptus.

3) 165.40 à 165.80 m (40) L = ,32 Pente 18°
Grès psammitique et quartzitique, schiste noirâtre 10-12 ampélite 12-13.
4) 165.80m à 116.80 m (100) L = 80 Pente 18°
Grès gris bleu psammitique au sommet; schiste noirâtre à 0-4.
13-14, 17-18, 19-20, 24-25, 27-28, 33-34; sphérules de pyrite.

5) 166.80 m à 168 m (120) L = 111 Pente 16°
Grès gris bleu, massif, vers le bas des bancs, psammitique vers le haut.
Schiste noirâtre à 4-7, 13-14, 19-20, 23-25, 41-44, 55-56, 58-60, 70-77,
89-90, 101-104 climacograptus.

6) 168 m à 169.15 m (115) L = 94
Grès gris bleu, massif au bas, psammitique en haut des bancs.
Schiste noirâtre à 0-4, 3-7, 26-27, 37, 63-66.

7) 169.15 m à 170.50 m (135) L = 108
Idem; schiste noirâtre à 0-2, 5-7, 10-11, 32-36.

8) 170.50 m à 171 m (125) L = 20
Débris de grès et schiste; 15 cm grès psammitique.

9) 171.75 m à 172.50 m (75) L = 88
Grès quartzite (vers le bas) psammitique (vers le haut) laies de
schiste noirâtre à 49-52, 60-62.

10) 172.50 m à 173.75 m (125) L = 110
0-3 schiste noirâtre
3-5 Laie grèsopyriteuse
5-21 Schiste grèseux, foncé
21-46 Grès psammitique en tête, quartzitique à la base.
46-95 Schiste foncé avec laies grèseuses à 55-57, 82-84
Ampélite nour dense à 50-51, 94-95.
95-110 Grès vers le haut; quartzite gris, fractucé vers le bas.

11) 173.75 m à 174.85 m (110) L = 85 Pente 15°
Grès assez psammitique, avec quelques linéoles gris anguleuses gris
- schiste un peu grèseux, noirâtre à 29-38.

12) 174.85 m à 176.60 (175) L = 156 Pente 15°
Grès gris comme plus haut; schiste à 28-31 avec ampélité 30-31, 39-43,
assez grèseux 89-100, noir 123-127.A 39-93 structures concentriques cone in cone
juxtaposées, en schiste carbonaté.

13) 176.60 m à 177.00 m (140) L = 95 Pente 14°
Même grès, schiste noir à 30-42, 45-50, 62-66, 86-95.

14) 178.00 m à 179 m (110) L = 111 Pente 14°
Schiste noirâtre; avec bancs à graded + de grès gris bleu à 9-32
base nette, 56-67, 86-95 base contourné, 99-103, 108-111. Lits d'ampélite
à 5 et à 7.

15) 179 m à 181 (200) L = 126 Pente 12°
Schiste noiratre: grès psammitique 5.22,44-56 basde tranchée,93-99, puis
quartzitique
99-126

16) 181 m à 182.20 (120) L = 95 Pente 16°
Schiste noirâtre, grès psammitique 5-18, 54-82, 88-89.

17) 182.20 m à 182.50 m (30) L = 74 Pente 16°
Schiste noirâtre, accessiorement; grès à 2-3, 17-25, 34-62, 64-71.

18) 182.50 m à 184 m (150) L = 28
Schiste noirâtre; grès 0-7, 37-52, 61-62, 66-68, 74-77.

19) 184 m à 185 m (100) L = 94 Pente 12°
Schiste noirâtre; grès 0-2, 4-31, 43-44, 51-67,
Ampélite noire à 38, 44-45,67-68.

20) 185.00 m à 185.80 m (80) L = 107 Pente 15°
0-14 Schiste noirâtre
14-23 Schiste grèseux
23-45 Grès, grès bleu, psammitique en tête, quartzitique en bas
45-78 Schiste noirâtre
78-91 Grès gris bleu
91-107 Schiste noir, rubans gréseux à 93-94 et 97-100.

21) 185.80 m à 186.70 m (90) L = 52
Ampélite noire à graptolites; bande gréseuse à 11-13.
grès franc à 15-18 et 23-27.

22) 186.70 m à 188 m (130) L = 102 Pente 12°
Ampélite noire à graptolites; bande gréseuse à 3-4,
15-17, 35-43, 44-47 grès franc, 47-49, 51-56, 75-76,
77-78 gris franc à 81-83, 85-88, 91-92, 96, 98-102
Apélite noire à 88 et à 96.

23) 188 m à 189.10 m (110) L = 108 Pente 20°
0-54 Grès gris, petits bancs ondulés de schiste noirâtre
à 3-5, 9-10, 12-15, 18-20, 24-26, 42
54-108 Schiste noirâtre, bande de grès à 73-82, ampélite
noire à 64, 84, 89

24) 189.10 m à 190.50 (140) L = 105
Schiste ampéliteux straticulé, grès 0-4, 8-10, 14-20
schiste gris au 72-81.

25) 190.50 m à 191.50 (100) L = 60 Pente 18°
Schiste noir à zones d'ampélites à 0-4, 6-8, 11-12,
17-18, 20-21, 23, 26-27, 30-31, 43-44, 49-50 et zone de
grès 15-17, 25-26, 53-55.

26) 191.50 m à 193.20 (170) L = 145 Pente 14°
Schiste noirâtre zoné de lits espacés d'ampélites (20 lits)
Grès pyriteux à 84.88 et 123-130.

Silurien - Landovery zone 18 vraisemblable jusque 178 m
zone 17 certaine ensuite SL2a.

AARDKUNDIGE VERKLARING: M.LEGRAND december 1965