Skip to content. | Skip to navigation

Personal tools

You are here: Home / arch / 082E / 082E0103.TXT

082E0103.TXT

ADMINISTRATIEVE & TECHNISCHE GEGEVENS
--------------------------------------------------------------------------------
Kaart nr.: 082E
PLAAT: MOORSELE
Nr.: 0103 (IVb)
Type Boring: peilput 3-0508 (3-N09)
Topografische kaart: 28/4
Uitgevoerd te: Ledegem
Post nr.: 8880
Adres boorplaats:

Opdrachtgever: MVG – Afdeling Water
Boorfirma:
Boordatum: 21-27.02.2006
Topografie: MVG – Afd. Water
Stalen door: MVG – Afd. Water
Boormethode:
Lengte & doormeters:

Grondwaterstanden:
1ste maal:
Bij rust:
Tijdens pompen:
Debiet:
Waterzaak nr.:
Totale diepte: 270 m
Stalen bewaard: ja
Maaiveld / ref. peil: 67 m TAW
X: 65878
Y: 175277
NIS code: 33039
Boorgatmetingen: EGS 21.02+01.03.2006
--------------------------------------------------------------------------------
BOORBESCHRIJVING
--------------------------------------------------------------------------------
Top * basis * AARD DER GRONDLAGEN
--------------------------------------------------------------------------------
00.50 – 01.00 lichtbruin heterogeen tot zeer grof, zeer licht lemig zand met
humus en houtspikkels.
01.00 – 02.00 geelbruin matig fijn, slecht gesorteerd, donkergespikkeld zand
(kwartskorrels met gele film), met enkele fijne kleistrepen en
hard donker gruis.
02.00 – 04.00 donkerder geelbruin matig tot zeer grof slecht gesorteerd
kleihoudend zand, met kleine platte silex keitjes.
04.00 – 06.00 zeer fijn silteus, licht beige grijs kalkrijk homogeen zand,
licht micahoudend (monster lithotheek)
06.00 – 08.00 grijze klei, licht plastisch, niet silteus, met brokken
verharde bruine klei en met enkele roestgele kalkige vertakte
fossielen (versteende graafgangen?)(monster lithotheek)
08.00 – 12.00 vaste grijze klei, niet silteus en kalkloos (monster lithotheek
8-10m)
12.00 – 19.00 zelfde klei; iets donkerder grijs
19.00 – 32.00 + zelfde klei, grijs en wat meer silteus
32.00 – 42.00 + zelfde vaste grijze klei, met fijn vergaan schelpengruis
(monster lithotheek 37-42 m)
42.00 – 77.00 bruine plastische vaste klei, kalkloos (monster lithotheek 42-
47 m)
77.00 – 82.00 vaste plastische grijze klei, kalkloos
82.00 – 87.00 grijze compacte kalkloze klei, bevochtigd, gedroogd en
versplinterd.
87.00 – 97.00 zeer vaste compacte, donkergrijze, bruin oxiderende klei
(monster lithotheek 92–97 m).
97.00 –103.00 grijze verharde klei, kleisteen-achtig maar nog licht plastisch
(monster lithotheek)
103.00 –109.00 grijs papperig zand, middelmatig, slecht gesorteerd,
donkergespikkeld, in silteuze matrix.
109.00 –114.00 grijze tot beige grijze, licht fijn zandhoudende klei, met
strepen in fijn kleiig zand.
114.00 –119.00 + idem, met resten van verweerde dikschalige schelpen (monster
lithotheek)
119.00 –124.00 blauwe grijze, bruingrijs oxiderende zandrijke klei
(middelmatig slecht gesorteerd zand) met cuttings in zachte
kleisteen.
124.00 -128.00 blauwgrijze zeer fijn zandhoudende klei, met cuttings in
donkergrijze brosse siltsteen (monster lithotheek)
128.00 –133.00 blauwgrijze zandrijke klei (fijn glauconiethoudend zand), nog
met siltsteen cuttings.
133.00 –138.00 grijze brokkelige zandrijke klei, tot sterk kleiig zand
138.00 –147.00 grijze zandrijke klei (fijn zand) met weinig cuttings in
donkergrijze fijne glauconiethoudende zandsteen.
147.00 –150.00 donkergrijze en beigegrijze licht zandhoudende klei (met matig
fijne korrels)
150.00 –151.00 + idem, met zandstrepen, en vaste kleibollen, zeer licht
kalkhoudend (monster lithotheek)
151.00 –152.00 ontbreekt
152.00 –154.00 vaste blekergrijze, kalkhoudende, zandige maar plastische kei
en grote bollen in wit grofsiltig krijt.
154.00 –158.00 mengeling van zacht wit krijt in lichtgrijze klei
158.00 –163.00 hard wit krijt, zeer fijn korrelig
163.00 –167.50 zelfde zeer hard fijn wit krijt en donkergrijze doffe silex in
grote cuttings (> 1cm)
167.50 –177.00 grote platte cuttings (1-2cm) in lichtgrijze fijn klievende
siltige schalie tot siltsteen, in groengrijze zeer
grofkorrelige (1-2 mm) mergel, met glauconiet en bioklasten.
(monster lithotheek)
177.00 –185.00 gewassen lichtgrijze siltige schalie, enkele cuttings in hard
wit krijt (monster lithotheek 177-179 m)
185.00 –187.00 fijne cuttings lichtgrijze siltige schalie (met variaties in
korrelgrootte) in grijze siltige kleimatix (monster
lithotheek).
187.00 –201.00 opnieuw gewassen platte cuttings (tot 2cm) in licht siltige
schalie (monster lithotheek (187-191 m))
201.00 –207.00 zelfde schalie, ingebed in beigegrijze silteuze klei

"diepte onbekend" : grote fragmenten (tot > 5 m lang en < 2 cm dik) in wit hard
fijnkorrelig krijt (monster lithotheek 167 m)
------------------------------------------------------------------------------
STRATIGRAFISCHE INTERPRETATIE
------------------------------------------------------------------------------
Top * basis * STRATIGRAFISCHE EENHEDEN
------------------------------------------------------------------------------
00.00 – 04.00 Quartair
04.00 – 06.00 Formatie van Tielt, Lid van Kortemark
06.00 –100.00 Formatie van Kortrijk
06.00 – 17.00 Lid van Aalbeke
17.00 – 58.00 Lid van Moen
58.00 – 88.00 Lid van St. Maur
88.00 –100.00 Lid van Mont Héribu
100.00 –115.00 Landeniaan, Formatie van Tienen
115.00 –150.00 Landeniaan, Formatie van Hannut
133.00 –150.00 Formatie Hannut, lid van Waterschei
150.00 –172.00 Krijt, formatie van Nevele
172.00 –174.00 Krijt, formatie van Maisières
174.00 –207.00 Frasniaan, Formatie van Bovesse
------------------------------------------------------------------------------
AUTEUR : M. DUSAR datum : 24.11.2005
------------------------------------------------------------------------------
STRATIGRAFISCHE INTERPRETATIE o.b.v. boorgatmetingen
------------------------------------------------------------------------------
Top * basis * STRATIGRAFISCHE EENHEDEN
------------------------------------------------------------------------------
000.00 – 003.00 Quartair
005.00 – 006.00 Formatie van Tielt, Lid van Kortemark
006.00 – 017.00 Formatie van Kortrijk, Lid van Aalbeke
017.00 – 060.00 Formatie van Kortrijk, Lid van Moen
060.00 – 089.00 Formatie van Kortrijk, Lid van Saint-Maur
089.00 – 100.00 Formatie van Kortrijk, Lid van Mont-Héribu
100.00 – 116.00 Formatie van Hannut, Lid van Grandglise
116.00 – 133.00 Formatie van Hannut, Lid van Halen
133.00 – 150.00 Formatie van Hannut, Lid van Waterschei
150.00 – 172.00 Krijt, Formatie van Nevele
172.00 – 174.00 Krijt, Formatie van Maisières
174.00 – 207.00 Devoon, Frasniaan, Formatie van Bovesse
------------------------------------------------------------------------------
AUTEUR : K. Welkenhuysen datum : 07.06.2007
------------------------------------------------------------------------------









82E0103

Analyse d’un échantillon Silurien (Aéronien supérieur)
3 N09 175-185m (slide 64004)

Dans cet échantillon le microphytoplancton à paroi organique est bien représenté et assez diversifié. On peut noter l'abondance de formes assez simples du genre Micrhystridium ou Multiplicisphaeridium , des formes ubiquistes telles que Eupoikilofusa striatifera , Evittia denticulata , d'autres espèces comme Elektoriskos williereae, Neoveryhachium carminae ou Tylotopalla caelamenicutis connues depuis la limite Ordovicien - Silurien ou la base du Silurien. Les espèces les plus intéressantes d'un point de vue biostratigraphique, parce que à répartition plus limitées, sont Amonidium microcladum, Duvernayshaera aranaides , les Domasia avec D. delmeri, D. elongata, D. trispinosa bien représentées, ou Dilatispahera williereae . La première apparition de ces espèces est fixée dans l'Aéronien supérieur, un équivalent de la zone à Monograptus sedgwickii ou un peu au dessous, en Belgique (Martin, 1974, 1990, Wauthoz, 2002) ou en Grande Bretagne (Hill, 1974, Hill et Dorning, 1984). Ces espèces sont, avec Dactylofusa estillis présente aussi dans ce matériel, des espèces marqueurs des biozones définies en Grande Bretagne: la biozone 3 de Hill ou 3b de Hill et Dorning. Les formes de Deunffia et Domasia bispinosa ou D. furcata plus caractéristiques du Telychien n'ont pas été observées, ce qui suggère plutôt un âge Aéronien supérieur pour l'échantillon. Il est important de noter aussi le fort pourcentage d'espèces remaniées de l'Ordovicien, notamment de l'Arenig ( Arbusculidium filamentosum, Cymatiogalea et Stelliferidium spp., Priscotheca sp., Striatotheca sp. etc.

Hill, P.J., 1974. Stratigraphic palynology of acritarchs from the type area of the Llandovery and the Welsh Borderland. Review of Paleobotany and Palynology, 18 (1 2): 11-23

Hill, P.J. & Dorning, K.J., 1984. Appendix 1: Acritarchs. In : Cocks, L.R.M., Woodcock, N.H., Rickards, R.B., Temple, J.T. & Lane, P.D., The Llandovery Series of the Type Area. Bulletin of the British Museum (Natural History) Geology Series, 38, 3: 174-176.

Martin, F., 1974. Ordovieine supérieur et Silurien inférieur à Deerlijk (Belgique). palynofacies et microfacies.Mémoire Institut Royal des Sciences naturelles de Belgique, 174 (1973): 1-71.

Martin, F., 1990. Systematic Revision of Elektoriskos williereae and Dilatispahera williereae (Acritarchs) and its bearing on Silurian (Llandoverian) Stratigraphy. Bulletin de l'Institut Royal des Sciences naturelles de Belgique. Sciences de la Terre, 59: 5-14.

Wauthoz, B., 2002. Methodological approach to unravel acritarch distribution in chosen sections and boreholes in the late Aeronian early Telychian from the United Kingdom and Belgium. PHD Thesis, Université de Liège. 255pp.


08/01/2008
P. Steemans

Insert the GSB number to search all associated content