080E0083.TXT

PROVEN 80E

Nr. 83 (IV,a)

Peilput
voor het Primair Grondwatermeetnet van AMINAL
Uitgevoerd te : Watou
Bij buurthuis "De Bollaard", Winnezelestraat
door : Peeters BVBA
Datum : mei 1992
Topografische ligging opgetekend door P. Van Wichelen de 26.08.92
Coordinaten :
X : 26.725
Y : 173.815
Grondstalen verzameld door de boormeester
Boringsmethode : inspoeling en kernname
Grondwaterstanden : bij ruststand : 4 m
Tijdens het pompen 150 m met een debiet van 500 l/u
Hoogte van het maaiveld : 15,491; rand van de buis 16,605 m
Totale diepte : 274 m


Volgnr. Aard der grondlagen Diepte m

0-3 Lichtbruine leem, geen kalk 3.00
4 Lichtbruine zandige leem, kalkhoudend 4.00
5-6 Geelbruin leemhoudend zand, kalkhoudend 6.00
7-8 Grijze klei vermengd met leem, kalkhoudend 8.00
9-11 Lichtbruine klei, geen kalk 11.00
12-97 Lichtgrijze tot blauwgrijze plastische klei,
geen kalk 97.00
98 Lichtgroene zandhoudende klei, geen kalk 98.00
99-101 Lichtgroen tot groen glaukoniethoudend zeer fijn
zand, geen kalk 101.00
102* Idem, geen kalk 102.00
103-105 Gelijkaardig zeer fijn zand, geen kalk 105.00
106-111 Groen kleiig zand, geen kalk 111.00
111-114* Groen licht kleiig zeer fijn zand, geen kalk 114.00
115-117 Lichtgroen kleiig zand, geen kalk 117.00
118-119 Lichtgroen licht kleiig zeer fijn zand, geen
kalk 119.00
120-130 Groene zandige klei, geen kalk 130.00
131-139 Groene lichtzandige klei tot kleirijk silt,
geen kalk 139.00
142* Vanaf 139 m : grijs kleiig silt, kleirijker naar
onder toe 143.00
144* Vermengd met wit mergelig krijt 149.00
150* Blijft wit mergelig krijt, mogelijk iets harder 154.00
155* Fijn vermalen wit krijt met hardere brokjes
(silex ?) 157.00
158* Wit mergelig krijt, nog steeds met kleinaval 164.00
170* Grijswit iets zandiger krijt, met kleinaval 172.00
180* Eerder wit fijn vermalen siltig krijt 188.00
193* Bleekgrijs fijn zandig krijt 193.00
Bleekgrijs fijn vermalen siltig krijt 195.00
196* Eerder fijn zandig krijt, blijft bleekgrijs 199.00
204* Bleekgrijs siltig krijt, iets harder, met
heldere grijsbruine silex 209.00
214* Bleekgrijs siltig krijt 219.00
222* Hard bleek krijt met donkergrijze silex 224.00
226* Bleekgrijze silt, duidelijk donkerder 227.00
228* Bleekgrijs fijn zandig krijt met donkerbruine
silex 228.00
232* Bleekgrijs fijn zandig krijt 232.00
Eerder siltig 235.00
238* Siltig, maar met silexfragmenten 239.00
242* Bleekgrijze siltige mergel
248* Iets zandiger naar onder
249* Onderbroken door silexniveau (naval ?) 249.00
251* Bleekgrijze siltige mergel 251.00
252* Bleekgrijze mergelige siltsteen, afgewisseld
met zachtere passages 256.00
257* Fijner vermalen harder niveaus met meer naval 257.00
259* Bleekgrijze fijnzandige mergel en meer verharde
niveaus 262.00
263* Idem, reeds met oranje bruine strepen (verwering
sokkel) 263.00
Grijsrode fijne zandsteen in bruinige matrix 265.00
Rode siltsteen en fijne zandsteen 268.00



Interpretatie:

Kwartair : 0.00 - 6.00 m
Formatie van Kortrijk (Yc) : 6.00 - 98.00 m
Formatie van Hannut (L1) : 98.00 - 142.00 m
1) zeer fijn zand en kleihoudend zand:
98.00 - 119.00 m (L1d)
2) zandige klei en kleirijke silt:
119.00 - 142.00 m (L1c/b)
Krijt : 142.00 - 262.00 m
1) Campaan Krijt : 142.00 - 217.00 m
2) Turoon mergel : 217.00 - 262.00 m
Devoon : Givetiaan : 262.00 - 274.00 m

De begrenzing van de litologische eenheden steunt
grotendeels op de resultaten van boorgatmetingen
uitgevoerd door U. Gent - Geologisch Instituut op
27.05.92

Bemerking : Er werd een voorbuis geplaatst van 12 m.
Omdat de klei onder de voorbuis telkens
dichtsloeg na afzetten van de waterdruk
werden 3 boorstangen ingelaten. Dit
verklaart de lagere gammawaarden tot een
diepte van 27 m.

Onderaan het boorgat werd een seismometer
geplaatst ten behoeve van de Kon. Sterrewacht.


G. DE GEYTER & M. DUSAR
11.06.1992


KERNBESCHRIJVING

Kist nr. 1 268 - 269.30 m L : 127 cm (-3cm)
Top uitgeboord; verder massieve kern, kernstukken gemiddeld 20 cm.

0 - 10 grijze fijne compacte zandsteen, met geleidelijke
overgang
10 - 30 paars gevlekte zeer fijne zandsteen, kalkloos, met
eveneens ontkalkte kleine knollen; vlekken met
verschillende granulometrie : bioturbatie oorsprong
30 - 100 met geleidelijke overgang naar boven, scherpe gestoorde
ondergrens : rode sterk zandige gestraticuleerde
siltsteen, sterk gebioturbeerd kalkloos; naar onder toe
geleidelijk meer homogeen gebioturbeerd
100 - 117 kalkhoudende sterk knollige rode siltsteen; basis i : 4 ,
paleosol ontwikkeling ? calcrete ?; staal slijpplaatje 269 m.
117 - 127 intens gebioturbeerde (wit gevlekte) rode siltsteen,
licht kalkhoudend, vrij scherpe maar sterk gestoorde
bovengrens = silcrete ?

Kist nr. 2 269,30 - 271 m L : 182 (+12 cm)
Massieve kern, kernstukken gemiddeld 20 cm.
Subvertikale halfopen calcietader met witte en bruine calciet
tussen 125 en 155 cm.

0 - 35 met geleidelijke overgang : rode gevlekte sterk
gebioturbeerde licht kalkhoudende siltsteen, met
grovere zandpassages, bleker en kalkrijker naar onder
35 - 90 met geleidelijke overgang : overwegend bleke,
roodgetinte kalkhoudende siltsteen, gebioturbeerd, met
gestoorde rode (soms groengevlekte) stratificaties
90 - 130 met geleidelijke overgang : roodgrijze kalkhoudende
siltsteen met fijne rode straticulaties; straticulaties
licht gebioturbeerd, maar ook mechanisch verstoord;
i = 4
130 - 172 met onregelmatige grenzen : grijsrode kalksiltsteen, van
boven onregelmatige straticulaties, naar onder toe
herleid tot fijnere stratificaties
172 - 174 rode siltige straticulaties; basis stylolietisch, i = 14
174 - 182 bleke (op gladde kernwand, intern rozig) massieve fijn
gevlekte zandige kalksteen met bioklasten; i = 25
staal slijpplaatje 271 m.

Kist nr. 3 271.4 - 272 m L : 66 cm (+6 cm t.o.v. kerndiepte, +34 cm
t.o.v. geboorde diepte)
Kern massief in 4 stukken, top sluit aan bij einde vorige kern
tussen 5 en 26 steile (70 ) barst

0 - 3 blijft bleekroze bioklastische zandige kalksteen,
basis : i = 10
3 - 26 bleekroze kalkrijke zeer fijne zandsteen, fijn gevlekt
en vaag gebioturbeerd
basis contact scherp en niet aansluitend (kernverlies ?)
26 - 66 rode siltige schalie siltsteen naar onder vanaf 50 met
fijne zandige straticulaties i = 7 .

Kist nr. 4 272 - 274 m L = 180 (-20 cm)
Kern massief tot 145, kernstukken tussen 5 en 30 cm lang; subhorizontaal
gebarsten van 0 tot 27 cm; rond 60 cm fijne geconjugeerde vertikale barsten en
zandsteen straticulatie; subvertikaal gebarsten tussen 110 en 130 cm; fijn
verbrokkeld tussen 145 en 151 cm, groenverkleurd vanaf 140 cm. Tussen 151 en
161 cm in toenemende mate verweerd; van 161 tot 180 cm bleekbruin poreus
uitgeloogd; oorspronkelijke kalkige knollen nog steeds licht kalkhoudende zijn
het meest resistent.

0 - 5 rode zandig gestraticuleerde siltsteen, basiscontact
gebioturbeerd
5 - 16 meer massieve grijsrode fijne zandsteen
16 - 180 rode (naar onder toe groenverkleurde en bruin uitgeloogde) sterk
siltige schalie tot siltsteen, sterk gebioturbeerd (bleke
bioturtaties); met kleine groene vlekken; enkele cm-dikke zandige
straticulaties rond 60 en tussen 115 en 130, rond 140 en 145
(zandige straticulaties leiden de verwering), vanaf 130 ook wat
platte (0,5 cm dik) kalkige knollen, talrijker rond 157 en 175.

STRATIGRAFISCHE INTERPRETATIE :

Givetiaan, Formatie van Mazy


M. DUSAR
11.06.1992