078E0244.TXT

ADMINISTRATIEVE & TECHNISCHE GEGEVENS
---------------------------------------------------------------------------
Kaart Nr.: 78E
PLAAT: Zutendaal
Nr.: 244 (VIII, a)
Type Boring: Filterput
Topografische kaart: 26/6
Uitgevoerd te: Zutendaal
Post nr.: 3690
Adres boorplaats: viergemeentengrenspunt
15 m ten SW van monument "De vier landsheeren"
Opdrachtgever: AMINAL
Boorfirma: Peeters BVBA
Boordatum: juni-juli 1996
Topografie: volgens topografische kaart
Stalen door: de boormeester
Boormethode: inspoeling + gekernd (zie ook opmerkingen)
Lengte & doormeters: 27 m: buis ID 325; 178.50 m: bit 280 mm, buis 178 m OD
219 ID 204; 198 m: bit 200; 200.7 m: kern ID 110 OD 140
Grondwaterstanden:
1ste maal: +/- 12 m in freatisch pakket
Bij rust: +/- 59 m in krijt
Tijdens pompen:
Debiet:
Waterzaak nr.:
Totale diepte: 200.70 m (logging tot 199.70 m)
Stalen bewaard: ja door BGD (monsters: lithotheek & kernmagazijn)
Maaiveld / ref. peil: + 90.50 m
X: 236820
Y: 181175
NIS code: 71067

---------------------------------------------------------------------------
BOORBESCHRIJVING
---------------------------------------------------------------------------
Diepte Basis * AARD DER GRONDLAGEN
---------------------------------------------------------------------------
2 m geel, niet lemig heterogeen zand met keien
4 m donkergeel, iets grover heterogeen zand met keien, niet lemig
5 m fijn granulegrind zonder zand (gebroken grind?)
7 m gebroken grind, fijn granulegrind met grof roestbruin zand
9 m heterogeen tot grof roestbruin zand en fijn granulegrind; weinig gebroken
keien
11 m bleekroestbruin heterogeen tot grof zand; minder fijn granulegrind; met
klompen in fijn lemig zand
13 m zeer fijn granulegrind met zelfde zand
16 m zuiver fijn witzand, iets grover naar onder
18 m vettige olieachtige zwarte sapropelklei, fijn veen en naar onder
toenemend aantal fijne hardere houtige brokjes; van boven nog witzand
(lithotheek 17 m; 18 m)
27 m grijswit eerder fijn tot heterogeen zand, vooral van boven zwartgevlekt
door veenbijmenging (lithotheek 23 m)
29 m fijn, groen, zeer vettig zand, homogeen en kwartsrijk, met keitjes
(heldere kwarts en verweerde bruine silex); in bovenste meter nog
grijswit zand (lithotheek 28 m)
30 m zeer vettig iets fijner groen zand
32 m zelfde zand met keitjes
38 m zeer fijn, vettig groen zand zonder keitjes, met lamellen in groene zeer
slappe klei; blijft vermengd met grijswit zand (lithotheek 33m)
39 m sterk zandige slappe groene klei (lithotheek 39 m)
40 m fijn, groen, sterk vettig zand vol slappe groene zandige kleilamellen
(zand lijkt donderder dan de klei)
42 m eerder donkergroene sterk zandige klei (zand fijn tot middelmatig)
(lithotheek 41 m)
45 m donkergrijsgroen zeer vettig fijn tot middelmatig zand, vermengd met
keitjes (kwarts en bruine silex) en grof kwartszand (lithotheek 44m)
50 m slappe grijze zandige klei; bijmenging van grijswit zand en keitjes
(lithotheek 48 m)
56 m meer plastische, goed schuivende grijze klei met lamellen in zelfde
materiaal
57 m zandiger klei
58 m slappere klei
59 m zandiger klei
60 m plastische grijze klei
63 m iets zandiger klei met meer bruine silexbrokjes; veel lamellen
(lithotheek 61 m)
65 m compacte grijze plastische kleiklompen (lithotheek 64 m)
67 m slappe grijze licht siltige klei met lamellen
68 m vastere plastische grijze klei
69 m zeer slappe siltige grijze klei vol lamellen
70 m slappe grijze klei vol lamellen
71 m iets vastere grijze klei vol kleiklompen
72 m grotere compacte grijze kleiklompen
73 m vrij slappe bleekgrijze plastische klei met kleilamellen en
bleekgedroogde kalkige (?) kleischilfers (lithotheek 73 m)
74 m mengeling grote compacte kleiklompen en bleke kleischilfers in slappe
klei
76 m iets vastere klei vol bleke kleischilfers, met septaria
77 m grote bleekgrijze hoekige septariaschilfers (lithotheek 77m)
78 m bleekgroengrijze sterk zandige klei; weinig septaria
79 m bleekgroengrijs zeer vettig fijn zand; wat kleilamellen (lithotheek 79
m)
80 m bleekgroengrijze zandige klei; meer septaria
81 m sterk zandige klei (zand fijn tot middelmatig); weinig septaria
85 m bleekgroengrijs eerder fijn kleirijk zand met grote kleilamellen; weinig
dikschalige schelpenresten en zeldzame mooie schelp (type Cyclocardia
scalaris); weinig septaria (lithotheek 83 m)
87 m bleekgroengrijs zeer vettig fijn zand; steeds kleilamellen en enkele
septariabrokken
88 m bleek kleihoudend fijn zand; enkele dunschalige schelpfragmenten en grote
compacte kleiklompen (lithotheek 88 m)
90 m fijn bleekgrijs zand (lithotheek 90 m)
91 m vettig fijn bleekgroengrijs zand; wat kleilamellen en septaria
93 m zelfde zand, minder vettig
94 m fijn bleekgrijs zand met schelpengruis en kleilamellen (lithotheek 94 m)
95 m fijn bleekgroengrijs zand met veel schelpengruis
96 m harde bleke mergel en septarie-achtige steen; met bleekgrijsgroene en
donkergrijze zandige plastische kleiklompen (lithotheek 96 m)
98 m zelfde mengeling, maar overwicht van kleiklompen
102 m compacte bleekgroengrijze kleiklompen in zeer slappe klei van dezelfde
kleur
103 m zeer slappe bleekgroengrijze siltige klei met meer mergellamellen en
enkele schelpfragmenten (lithotheek 103 m)

107 m iets minder slappe klei vol klompen in overwegend bleekgroengrijze maar
ook donkergrijze compacte klei; aan de top nog schelpengruis; naar onder
toe vaster
110 m iets groenere slappe klei vol kleine complete schelpen (type Corbula
nitida), met zeldzaam bruinig kwartskeitje en nog veel grote
kleilamellen; aan de basis reeds sporen van helgroen zand (lithotheek 108
m)
111 m helgroen fijn glauconiethoudend licht kleihoudend zand, vermengd met
kleilamellen en kleine schelpen
112 m zelfde helgroen zand; minder kleibijmenging (lithotheek 112 m)
114 m zelfde helgroen zand; lamellen in grijze klei en helgroene zandige klei
(lithotheek 113 m)
115 m wordt meer kleiig en iets grijzer; helgroene kleur blijft nog overwegen
116 m groene licht siltige klei met helgroene strepen; duidelijke
glauconietkorrels, wat schelpengruis en platgedrukte slappe bleekgrijze
kleilamellen
118 m homogener groene sterk zandige klei (lithotheek 118 m)
119 m klei wordt slapper; meer bleekgrijze strepen en enkele schelpfragmenten
120 m groene sterk zandige iets vastere klei; weinig schelpfragmenten
130 m homogene groene zeer slappe klei, papperig; fijnzandig met donkergroene
korrels (lithotheek 127 m)
136 m zelfde papperige klei; grijsgroen; toenemend aantal bleke kalkige
kleischilfers; geleidelijk iets vaster (lithotheek 136 m)
137 m bleekgrijze mergelige kleiklompen; vermengd met groengrijze licht zandige
slappe klei en grijze of donkergrijze vaster kleiklompen
145 m snel overwicht van bleekgrijze mergelige kleiklompen in slappe mergel
(lithotheek 145 m)
152 m compacte bleekgrijze mergelklompen, vrijwel zonder matrix die
vermoedelijk siltrijk is (lithotheek 148 m)
153 m overwegend mergelig en siltrijk; gemengd monster
154 m kleiige mergel met weinig fijn groen zand
155 m idem met bokken in fijn donkergroen vettig zand
156 m fijn donkergroengrijs glauconiethoudend vettig zand; mergelbijmenging
(lithotheek 156 m)
160 m zeer fijn groengrijs zand; mergelbijmenging; met dunschalige
schelpfragmenten; zand wordt snel grover (lithotheek 159 m)
161 m zelfde zand met veel grote dunschalige schelpfragmenten (lijk lamellen
uit oesterschalen); vermengd met fijn tot middelmatig grijswit zand
163 m fijn groengrijs glauconiethoudend kleiig zand met wat dunschalige
schelpen; mergelbijmenging
164 m eerder fijn grijs zand, donkergespikkeld; weinig mergel of schelpen
(lithotheek 164 m)
167 m fijn vettig donkergespikkeld zand met wat mergelbijmenging
168 m zelfde zand; niet vettig en minder mergel, meer schelpengruis (lithotheek
168 m)
169 m grijs fijn tot middelmatig zand, vermengd met groenig gespikkeld zand
170 m idem; veel dunschalige schelpfragmenten
173 m grijs fijn tot middelmatig zand, veel homogener (lithotheek 172 m)
174 m slappe bleekgrijze, donkergrijze en baksteenrode gevlamde klei; nog grote
dunschalige schelpfragmenten (lithotheek 174 m)
175 m zelfde materiaal, meer bleekgrijs en minder rood; wat harde bleekgrijze
kalkareniet
178 m harde grijsgele kalkareniet met talrijke grote bioklasten (serpuliden,
cidaris, brachiopoden...); weinig rode en grijze kleibijmenging
(lithotheek 178 m)

180 m hard bleekgrijs krijt, weinig herkenbare bioklasten (lamellibranchiaten,
oncolieten = hardground incrustaties); naval: talrijke klompen in
kleverige bleekblauwgrijze klei en wat harde rode kleisteenbrokken, ook
cement (lithotheek 180 m)
184 m zachter bleekgrijs krijt (kalkareniet), meer herkenbare bioklasten (veel
cidarisstekels, serpuliden, lamellibranchiaten); nog veel cement
(lithotheek 181 m)
189 m iets blekere, gele kalkareniet, bioklasten zijn fijner en meer afgerond;
minder cement (lithotheek 185 m, 188 m)
192 m bleekgele kalkareniet met overwegend kleine bioklasten waaronder veel
afgeplatte elementen (lithotheek 190 m)
196 m zelfde eerder fijne kalkareniet, geleidelijkminder afgeplatte bioklasten;
van onder terug meer kleinaval (lithotheek 194 m)
198 m bleekgele grovere kalkareniet vol gebroken oesterschalen (lithotheek 198
m)
-------------------------------------------------------------------------------
KERNBESCHRIJVING
------------------------------------------------------------------------------
Kern 1 198 - 201 m kernlengte 63 cm (kist 1)
kern massief in 5 stukken resp. 13-12-13-5-20 cm
kerndoormeter normaal 11 cm, enkel in onderste stuk (opgevangen in kernvang);
rest verminderd tot 905 cm doormeter (eerste oorzaak van kernverlies)
gelaagdheid (volgens splijtvlakken tussen kernstukken) subhorizontaal; op 20 cm
spoor van niet-doorlopende vertikale barst
0 - 46 cm compact bleekgrijs homogeen kalkareniet, fijn tot middelmatig met
gelijkmatige porositeit
46 - 63 cm blauwig grijze compacte harde kalksteen vol oncolietische texturen,
herkenbaar aan geronde gelige laminaties (= hardground); glad tot
fijnzandig breukvlak; vooral bij top en basis holten tot 4 cm lang
en 0.5 cm hoog, lineair georienteerd volgens incrustatie-
oppervlakken (subhorizontaal tot sterk hellend)

Kern 2 199 - 202.70 m (199 - 201m herboord; na kernhaal gepeild tot 200.70 m =
maximale diepte van de getrokken kern, hetgeen eronder aangeboord werd is in
boorgat gebleven)
kernlengtes 78 cm (kist 2) + 72 cm (kist 3)
kist 2:
0 - 18 cm vermalen bleekgrijze prut (herboord)
18 - 46 cm fijnzandige kalkareniet, herboord tot melige massa
46 - 53 cm herboorde brokken zowel in fijnzandige kalkareniet als in zeer harde
blauwig grijze oncolietische kalksteen met ook andere bioklasten
(o.a. lamellibranchiaten en echiniden); met gladde breukvlakken en
sporen van holtes aan de randen van het kernstuk
53 - 78 cm massief kernstuk op correcte diameter, in zelfde blauwig grijze
oncolietische kalksteen, met talrijke kleine niet-communicerende
holtes, soms lineair met hellingen van 30?, ontstaan tussen
oncolietische lamellen

kist 3:
0 - 38 cm brokken waaronder 2 grotere kernstukken van resp. 6-11 cm, het
laatste overlangs gebarsten
harde blauwgrijze oncolietische kalksteen (glad breukvlak) en
grofkorrelige bioklastische, evenzeer gecementeerde kalksteen
(korrelig breukvlak) met o.a. stukken oesterschalen en kleine
oncolieten; veel holtes, in de korrelige kalksteen ook kleine
fijnverdeelde holtes van dezelfde grootte als de bioklasten
38 - 72 cm 2 kernstukken van resp. 24-10 cm

top lens in zachtere korrelige en sterk poreuze kalkareniet volgens
helling 37?, splijtend volgens onregelmatig vlak met deze helling;
overige kern in harde compacte bleekbruingrijze kalksteen,
fijnkorrelig, zonder herkenbare oncolieten of bioklasten, maar wel
kleine splijtvlakjes vertonend in grotere calcietkristallen,
mogelijk afkomstig van echiniden
enkele halfopen sub-stulolietisch ondulerende niet-doorlopende
laagvlakken
bij de basis opnieuw iets meer poreuze, maar nog harde zone met
steenkernen van gastropoden (types turritella en voluta)

--------------------------------------------------------------------------
STRATIGRAFISCHE INTERPRETATIE
---------------------------------------------------------------------------
Top * basis * STRATIGRAFISCHE EENHEDEN
---------------------------------------------------------------------------

0.00 - 13.00 m: Kwartair, Zutendaal Grind
13.00 - 27.00 m: Bolderberg, Genk witzand; bruinkool op 16 - 18 m
27.00 - 41.00 m: Houthalen Zand; basis Elsloo grind
41.00 - 59.00 m: Eigenbilzen zandige en siltige klei
59.00 - 73.00 m: Boom klei
73.00 - 93.00 m: Bilzen Formatie
73.00 - 83.00 m: ?Kerniel
83.00 - 89.00 m: ?Kleine Spouwen
89.00 - 93.00 m: ?Berg Zand
93.00 - 102.50 m: Alde Biezen Mergel en Zand
93.00 - 101.00 m: Alde Biezen Mergel
101.00 - 102.50 m: Alde Biezen Zand
102.50 - 106.50 m: Henis Klei
106.50 - 117.00 m: Neerrepen Zand
(106.50 - 114.50 m: grasgroen zand facies)
117.00 - 132.00 m: Grimmertingen Zand
132.00 - 151.50 m: Gelinden Mergel
151.50 - 160.00 m: Orp Zand
160.00 - 170.00 m: Eisden Zand
170.00 - 174.50 m: Opoeteren (=Zwartberg) Klei
174.50 - 182.50 m: Houthem Kalkareniet
182.50 - 200.70 m: Maastrichts Tufkrijt (tot einddiepte)
197.00 m: Lava Horizont

---------------------------------------------------------------------------
AUTEUR M. DUSAR, 1996
----------------------------------------------------------------------------
Boormethode: inspoeling + gekernd

Technisch boorschema:
- eerste stalen geleidingsbuis ID 325 mm tot 27 m volledig gecementeerd
- destructiefboring in OH 280 mm met rollerbit JXZ/2 tot 178.50 m
- tweede stalen geleidingsbuis OD 219 mm/ID 204 mm tot 178 m, volledig
gecementeerd; cementstop 15 m
- 20 m destructiefboring in OH 200 mm tot 198 m
- kernen OD 140 mm/ID 110 mm van 198 tot 202.70 m, effectief tot 200.70 m
Kernrecuperatie 213 cm (79%), waarvan 135 cm als goede kern (50%). Als totale
diepte is dan wel 200.70 m te beschouwen.
De lage kernopbrengst kan beïnvloed zijn door de volgende problemen:
- afwisseling tussen harde (= hardground) en zachte (= poreuze kalkareniet)
steen, waarbij de zachte steen ten dele vergruisd wordt
- zijdelingse slijtage van de zachte boorkern die diameter verliest en niet
opgehouden wordt door de kernvang
- speling in de diameter van het verbuisde gat (ID 204) en destructief geboorde
gat (OH 200) t.o.v. gekernde gat (OD 140) waardoor de kernbuis kan slingeren en
de kern afgesleten wordt bij de zeer snelle vooruitgang die tijdens het kernen
gerealiseerd werd
- kernen bij totaal spoelingsverlies zodat het gruis zich terug beneden afzet
bij onderbreking van het kernen
- uitgevallen kern te herboren, maar slecht in kern schuivend ten gevolge van
de wisselende diameters van het boorgat en dus ten dele vergruisd; einddiepte
verminderd aangezien laatste stuk kern ter plaatse is gebleven
- noot: de onderring van de kroon, tussen de plaatjes bezet met de diamanten,
vertoonde verschillende barsten

Freatische grondwatertafel geschat op 12 m, Krijt watertafel geschat op 59 m
tijdens de booroperaties

Logging door EGS (Luxemburg)
- eerste fase op 27.6.1996: run 1 = caliper (boorgat zeer regelmatig), gamma-ray
(meetresultaten niet bruikbaar) en bed-resolution-density (wordt gecalibreerd
tot gamma-ray); run 2 = SP, resistiviteit SN 16 en LN 64)
- tweede fase na verbuizing op 4.7.96, eveneens in 2 runs. Diepte verbuizing
correct, bodem boorgat 199.70 m (1 m verloren na kernen)

Filterprogramma
Een enkele filter in PVC doormeter 110
Blinde buis tot 198 m (eindstuk 1 m en stijgbuis 4 m)
Filter tussen 185 en 193 m (2 stukken van 4 m)
Stijgbuis van 185 m tot oppervlakte


Filtergrind: einddiepte - 180 m
Kleistop: 172 - 180 m
Aanvulgrind: 65 - 172 m
Kleistop: 63 - 65 m
Aanvulgrind: 4 - 63 m
Kleistop: 0 - 4 m
BELGISCHE GEOLOGISCHE DIENST

78E/0244 (VIII, a) - KAARTBLAD: ZUTENDAAL
p. 1/6

***************************************************************************