077E0266.TXT

PL. HASSELT 77E
A. Grosjean

266 (VII) Filterput
uitgevoerd te HASSELT, voor de Stad,
door M.SMET te DESSCHEL.
Topographische ligging opgeteekend door V.Collard, den 9-11-1938.
Grondstalen verzameld door den boormeester
Aanvang en einde der werken: 1938.

Benaderende hoogte van het maaiveld, boven den zeespiegel: 34.50(??)


Volgnummer AARD DER GRONDLAGEN Diepte m

1 - 2 Fijn, geelachtig zand met eenige rolsteenen
en heel kleine vuursteen-splinters. Worteltjes 1.00 - 2.00
3 - 4 Heel fijn groenachtig grijs zand, iets
samenhangend 3.00 - 4.00
5 - 7* Idem, doch kleiachtiger, meer samenhangend en
met glimmerloovertjes 5.00 - 7.00
8* Het zelfde zand gemengd met stukken van
bruinachtig grijze, licht kalkachtige en
glimmerhoudende klei. Een klein stuk
kalksteen (Septaria ?) (Spoelbeitel-staal?) 8.00
9 -143 Wegens de boringsmethode, hebben deze stalen
geene beteekenis. Zij werden weggeworpen
144* Witte, glauconiethoudende, dichte mergel 144.15
145* Witte, korrelige, tamelijk vaste kalksteen
Kleine fossielen 144.36
146* a) Eigenaardige witte kalksteen (kleine
gasteropoden bryozoen enz)
b) Eigenaardig donker-grijze kalksteen
(bryozoën, Korallen en bochtige
tubulaties)
c) Afgietsels van een tweekleppig schelpdier
en van een olijfvormig eigenaardig stuk 144.36 - 149.36
147 -152 Fijn kalkachtig zand, soms licht samenhangend
(verbrijzeld tufkrijt) 149.36 - 153.03
153* Tufkrijt (zeer zacht) met stukken van een dun
bankje hard mergelachtig kalksteen 153.03
154* Wittachtige, vaste kalksteen 154.00
155*-156 Idem 155.00 - 156.00
157* Tufkrijt (fijn korrelige, wittachtige,
zachte kalksteen) 157.00
158 -159 Idem 158.00 - 159.00
160* Behalve het zelfde tufkrijt, bevat de
staal stukken van eenen blauwachtig-
grijzen kalksteen met kleine buisvormige
gaten. Een sterk gerolde vischtand 160.00
161 -164 Tufkrijt (zacht) 161.00 - 164.00
165*-186 Kalkachtige zanden verbrijzeld tufkrijt met
eenige gerolde schelpfragmenten. Vele
buisjes Pyrgopolon Een haaitand (op 165 m.) 165.00 - 186.00
187* Grof korrelig, poreus, kalksteen met
verbrijzelde bryozoën.Pyrgopolen,Ostrea.
Talrijke gerolde schelpfragmenten 187.00
188* Kalkachtig zand (verbrijzeld tufkrijt)
met enkele stukken van den bovenstaanden
kalksteen (No 187) en eenige grijze
vuursteenschilfertjes 188.00
189 Kalkachtig zand (verbrijzeld tufkrijt)
met enkele heel kleine grijze
vuursteenschilfertjes 189.00
190 -191 Fijn kalkachtig zand (verbrijzeld tufkrijt) 190.00 - 191.00
192* Fijn korrelig tufkrijt 192.00
193 -194 Verbrijzeld tufkrijt met grijze vuursteenen
die licht kalkhoudend zijn 193.00 - 194.00



Vermoedelijke aardkundige verklaring (A.Grosjean, 16-6-1939):

Plistoceen: 2m00
Rupeliaan (R2d): 5m00
Geen stalen van 8 tot 144m36
Maastrichtiaan: tot de basis

De kernen van 144m15 tot 161 m. hebben wij niet onderzocht.



Boringsmethoden en diameter der buizen:

van 1m00 - 8m85: droog geboord met puls ; 700 mm
5m85 - 144m15: met spoelbeitel (slagwerk);680 mm
144m15 - 161m00: met caratboor en waterinspuiting van
180 mm. als verkenning van den grond
144m15 - 146m89: met spoelbeitel (slagwerk) 680 mm
146m89 - 154m16: met spoelbeitel (rotarijboren):680mm
154m16 - 155m60: droog geboord met slagbeitel en puls : 570 mm
155m60 - 194m92: droog geboord met slagbeitel en puls : 490 mm



Waterstanden: Bij rust, stijgt het water tot 3m70 boven de grond.
Bij natuurlijk ontspringen tot op het maaiveld,
vloedt een debiet van 10.000 liters per uur over.
Tijdens het pompen 30.000 l/u, daalt het water tot 7m.
van af den grond
Tijdens het pompen 160.000 l/u, daalt het water tot
24 m van af den grond
Na 4 dagen pompen tegen 120 m3 per uur was het water
gedaald tot 37m30 van af den grond.


Uitslag van de waterontleding.

pH: 7,2
Ammoniak afwezig
Nitrieten afwezig
Nitraten afwezig
Sulfiden afwezig
Alkaliniteit t.o.v. methyloranje: 55,75 cc HC1 N/10 dit is 0,2789
CO3Ca of 0,1572 CaO)
Chloriden (C1) 0,0115 gr./l.
Verdampingsrest (bij 105o) 0,451 gr./l.
Gloeiingsrest 0,297 gr./l.
Gloeiverlies 0,154 gr./l.
Calcium (Ca++) 0,09542 gr./l.
Magnesium (Mg++) 0,016 gr./l.
Totale hardheid (afgeleid van
de Ca- en Mg-gehalte): 17o (Fr.graden)
30o4 (duitsche graden)
IJzer (Fe) 0,00008 gr.l/.
Sulfaten (SO4--) 0,059 gr.l/.

Ontleding uitgevoerd door den heer LECLERCQ,
Directeur technique du Laboratoire Légia (Jaar 1938)


-------------------------------------------------------------------------

PL. HASSELT 77E
A.Grosjean

266 (VII) Puits tubé
exécuté à HASSELT, pour la Ville,
par M.SMET de DESSCHEL.
Repérage par V.Collard, le 9-11-1938
Travaux commencés en octobre 1938.
Diamètres successifs: 700, 680 mm.
Diamètre final:480mm

Mode de creusement et diamètres des tubages:
de 1m. à 8m85 : creusé à sec, avec curage à la
cuiller: 700 mm
de 8m85 à 144m15 : par battage au trépan à injection : 680 mm
de 144m15 à 161m00 : par carottage au diamètre de 180mm
avec injection (à titre de reconnaissance
préliminaire du terrain).
de 144m15 à 146m89 : par battage au trépan à injection 680 mm
de 146m89 à 154m16 : au rotary : 680 mm.
de 154m16 à 155m60 : par battage au trépan et curage
à la cuillère 570 mm
de 155m60 à 194m92 : par battage au trépan et curage à
la cuillère: 490 mm

Niveau de l'eau, au repos:jaillit à 3m70 au-dessus du sol.
En régime de pompage : 30.000 l/h. avec rabattement
jusqu'à 7 m.; 160.000 litres avec rabattement jusqu'à
24 m. et débite par écoulement naturel au niveau du
sol 10.000 litres à l'heure.

Après quatre jours de pompage au débit d'environ 120m3
par heure, le niveau était descendu à 37m30 sous le sol

Cote approximative de l'orifice: 34.50 (??)


Nos NATURE DES TERRAINS Profondeurs
mètres

1 - 2 Sable jaunâtre, fin, avec quelques cailloux
et de tout petits éclats de silex.Radicelles 1.00- 2.00
3 - 4 Sable très fin, gris-verdâtre, un peu cohérent 3.00- 4.00
5 - 7* Même sable, mais plus argileux, plus cohérent
et micacé 5.00 - 7.00
8* Même sable mélangé avec des morceaux d'argile
gris-brunâtre, micacée et légèrement
calcareuse. Un petit morceau de calcaire
(Septaria ?) (Echantillon pris à l'injection ?) 8.00
9 -143 Ces échantillons, pris à l'injection, n'ont
aucune signification. Ils ont été jetés
144* Marne compacte, blanche, glauconifère 144.15
145* Calcaire grenu, blanc, assez cohérent.
Petits fossiles 144.36
146* a) Calcaire blanc d'aspect particulier
(petits gastéropodes, bryozoaires,etc)
b) Calcaire gris foncé, d'aspect particulier
(coreux, bryozoaires, tubes sinueux,etc)
c) Moulages d'un bivalve et d'une
curieuse pièce en forme d'olive 144.36 - 149.36
147 -152 Sable calcaire fin, parfois légèrement
cohérent (tuffeau broyé) 149.36 - 153.03
153* Tuffeau (très tendre) avec des morceaux
d'un mince banc de calcaire marneux dur 153.03
154* Calcaire blanchâtre, cohérent 154.00
155*-156 Idem 155.00 - 156.00
157* Tuffeau (calcaire blanchâtre, finement
grenu, tendre) 157.00
158 -159 Idem 158.00 - 159.00
160* A coté du tuffeau ci-dessus,l'échantillon
contient des morceaux d'un calcaire gris-
bleuâtre avec petites tubulations. Une dent
de poisson fort roulée 160.00
161 -164 Tuffeau tendre 161.00 - 164.00
165*-186 Sable calcaire (tuffeau broyé) avec quelques
débris roulés de coquilles Pyrgopolon assez
abondant. Une dent de requin (à 165 m.) 165.00 - 186.00
187* Calcaire grossier, poreux avec débris
de bryozoaires Pyrgopolon,Ostrea.
Nombreux fragments roulés de coquilles 187.00
188* Sable calcaire (tuffeau broyé) avec
quelques morceaux du calcaire ci-dessus
(no187) et quelques éclats de silex gris 188.00
189 Sable calcaire (tuffeau broyé) avec quelques
tout petits éclats de silex gris 189.00
190 -191 Sable calcaire fin (Tuffeau broyé) 190.00 - 191.00
192* Tuffeau à grain fin 192.00
193 -194 Tuffeau broyé avec silex gris
légèrement calcareux 193.00 - 194.00



Analyse d'eau

Quantités par litre
pH : 7,2
Recherche de l'ammoniaque absence
Recherche des nitrites absence
Recherche des nitrates absence
Recherche des sulfures absence
Recherche du plomb absence
Alcalinité de méthylorange: correspondant à 55,75 cc
d'acide chlorhydrique N/10
ou à 0,2789 grs évalués
en carbonate calcique
ou à 0,1572 grs évalués
en oxyde calcique
Dosage des Chlorures 0,0115 gr.évalués en ions chlore
Résidu d'évaporation à 105o 0,451 gr
Résidu de calcination 0,297 gr
Perte par calcination 0,154 gr.
Dosage du calcium: 0,09542 gr. évalués en ions
calcium (Ca)
Dosage du magnésium: 0,016 gr. évalués en ions
magnésium (Mg)
Dureté totale calculée d'après les résultats trouvés
pour les dosages du calcium et du magnésium:
30,4 degrés hydrotimétriques allemand
17 degrés hydrotimétriques francais
Dosage des sulfates : 0,059 gr. évalués en ions
sulfuriques (SO4)
Dosage du fer : 0,00008 gr. évalués en ions fer (Fe)

Analyse faite par M. le Dr. LECLERCQ,
Directeur technique du Laboratoire Légia (année 1938)



Interprétation probable (A.Grosjean,16 juin 1939):

Pléistocène: 2m00
Rupélien (R2d): 5m00
Pas d'échantillons entre 8 et 144m36
Maestrichtien: jusqu'à la base

Nous n'avons pas eu l'occasion d'examiner les carottes
entre 144m15 et 161 m.


-------------------------------------------------------------------------

PL. HASSELT 77E
M. GULINCK.

266 (vervolg)

Uitslagen van proefpompingen in Maart 1939 door de firma SMET.

Grondwaterstanden Debiet m/3uur.

Overloop 8,00
13,46 m onder maaiveld 56,65
15,28 m onder maaiveld 58,90
20,35 m onder maaiveld 70,45
23,96 m onder maaiveld 79,05
26,62 m onder maaiveld 90,19
29,47 m onder maaiveld 98,15
33,49 m onder maaiveld 109,75
37,30 m onder maaiveld 120,50

Medegedeeld door ir. Segers - Bestuurder der werken van
de stad Hasselt - 17 november 1955.