Skip to content. | Skip to navigation

Personal tools

You are here: Home / arch / 076W / 076W0363.txt

076W0363.txt

ADMINISTRATIEVE & TECHNISCHE GEGEVENS
-------------------------------------------------------------------------
Kaart-Nr: 076W
PLAAT: DIEST
Nr: 363
Type Boring: 3002-07 (N. 76)
Topografische kaart: 25/5
Uitgevoerd te:
Postnr:
Adres boorplaats:

Opdrachtgever: VMW
Boorfirma: SMET GWT
Boordatum: 03/11/2010
Topografie:
Stalen door:
Boringsmethode:
Lengte & doormeters:

Grondwaterstanden:
1ste maal:
Bij rust:
Tijdens pompen:
Debiet :
Waterzaaknr:
Totale diepte: 113m
Stalen bewaard:
Maaiveld/ref. peil:
X: 197129
Y: 186183
boorgatmetingen ja
-------------------------------------------------------------------------
BOORBESCHRIJVING
-------------------------------------------------------------------------
Top * Basis * AARD DER GRONDLAGEN
-------------------------------------------------------------------------
000.00 – 001.00 bruin heterogeen (zeer fijn tot grof) licht lemig
zand (leemfilm rond de korrels); veel verkitting
tot kleiige ijzerzandsteen (het weinig duurzame
type zonder veel glauconiet)
001.00 – 002.00 ± idem, eerder geelbruin
002.00 – 003.00 ± idem, weinig steengruis
003.00 – 004.00 ± idem, weinig steengruis maar wel roodbruine
harde ijzerzandsteen met oranje strepen, lijkt
arm aan glauconiet
004.00 – 005.00 ± idem, terug meer steengruis van verschilende
types ijzerzandsteen (zowel kleiig bindmiddel als
roodbruin goethitisch met donker metaal-bruine
kernen en oranje rand); zand blijft heterogeen
stofferig
005.00 – 006.00 idem, maar onbetrouwbaar monster, met recente
plantenresten
006.00 – 007.00 mengeling van harde roodbruine ijzerzandsteen,
zeer grof kwartsrijk lemig zand met fijn granule
van kwarts en bleekverweerde silex en grote
brokken van plastische licht-oranjerode klei
(nergens elders waargenomen)(monster lithotheek)



007.00 – 008.00 groengeelgrijs, licht kleiig, licht
glauconiethoudend, heterogeen zand (van fijn tot
grof, maar geen zeer grove korrels zoals in
bovenliggend monster)
008.00 – 009.00 geelgroen sterk kleiig heterogeen-grof zand met
kwartsgranule (tot 4mm); ook nog kleine brokjes
in oranjerode klei
009.00 – 010.00 harde donkerbruine tot mangaanbruine ijzerzand-
steen met dicht goethitisch cement (oude, meer
duurzame ijzerzandsteen)
010.00 – 011.00 idem (monster lithotheek)
011.00 – 012.00 zelfde ijzerzandsteen met roodbruin geoxideerd,
licht kleiig, overwegend matig-grof heterogeen,
licht glauconiethoudend zand (zelfde zand als in
bovenste meters)
012.00 – 013.00 wordt grof, zeer licht kleiig zand, eerder licht
glauconiethoudend (< 25%), met lichtgele film
rond de kwartskorrels (mede hierdoor en door de
grovere korrelgrootte is dit zand bleek
gespikkeld)
013.00 – 014.00 wordt meer roodbruin geoxideerd en fijner tot
matig-grof heterogeen met aanzienlijke fijne
fractie, licht kleihoudend (mogelijk door
vermenging van zand met slappe kleilamellen in
het monster; klei is niet kleverig)
014.00 – 015.00 geelbruingrijs grof heterogeen glauconiethoudend
slibrijk zand (geel slib);(meer kleifractie dan
in bovenliggend monster maar hoofdzakelijk als
mobiel slib aanwezig, gemakkelijk te scheiden van
het zand); met kleine cuttings van harde
ijzerzandsteen
015.00 – 016.00 idem
016.00 – 017.00 geelgroengrijs bleekgespikkeld slibrijk (geen
klevende klei) bimodaal zand met grove kwarts
(van fijn tot zeer grof) en beter gesorteerde
(overwegend middelmatige tot maximaal matig-
grove) glauconiet
017.00 – 018.00 roodbruin heterogeen (fijn tot zeer grof)
glauconiethoudend, slibrijk (meer oranje slib),
zeer licht kleihoudend zand (blijft dus zelfde
zand, met lichte variaties in kleigehalte of
sortering); met weinig kwartsgranule
018.00 – 019.00 zelfde heterogeen zand zonder granule, slibrijk
en wat meer kleihoudend (als kleverige klei)
019.00 – 020.00 blijft roodbruin beter gesorteerd (overwegend
middelmatig tot matig-grof) zeer licht
kleihoudend zand (lagere kleifractie dan
bovenliggend monster, voelt zandig aan)
020.00 – 021.00 ± zelfde zand, licht lemig, blijft heterogeen
maar overwegend matig-fijn
021.00 – 022.00 terug iets grover heterogeen (fijn tot grof)
glauconiethoudend roodbruin zand, niet kleiig,
geel slibhoudend
022.00 – 023.00 roodbruin grof zeer licht kleihoudend zand, vol
cuttings in donkere harde ijzerzandsteen (1-2mm
groot); zand met geelgrijs slib
023.00 – 024.00 geelbruin grof heterogeen kleihoudend, geel
slibhoudend zand met nog wat ijzerzandsteen
cuttings
024.00 – 025.00 ± idem, kleiig zand, maar weinig mobiel slib
025.00 – 026 .00 kleirijk geelbruin iets fijner, ook slibrijk zand
026.00 – 027.00 geelbruin grof glauconiethoudend (> 25%) licht
kleiig zand (duidelijk zand textuur)
027.00 – 028.00 geelgroen overwegend matig-grof, meer kleihoudend
slibrijk (geel slib) zand
028.00 – 029.00 geelgroengrijs grof heterogeen zand, nog
slibhoudend, niet meer kleiig
029.00 – 030.00 geelbruin grof kleiig zand
030.00 – 031.00 idem
031.00 – 032.00 ± idem, sterk kleiig
032.00 – 033.00 ± idem
033.00 – 034.00 ± idem, sterk kleiig, wordt fijner van korrel
034.00 – 035.00 facieswijziging : donkergroengrijs heterogeen,
overwegend middelmatig kleiig zand
035.00 – 036.00 bleekgespikkeld donkergroengrijs, matig grof
glauconiethoudend (1/3) grijs slibhoudend zand,
zonder klevende klei
036.00 – 037.00 donkergroengrijs matig-grof heterogeen sterk
kleiig zand
037.00 – 038.00 donkergroengrijs matig-grof slibhoudend
glauconietrijk (tot ca 50%) zand, zonder
kleverige klei, met enkele grove heldere kwarts
038.00 – 039.00 ± idem, volledig kleiloos, licht slibhoudend
039.00 – 040.00 ± zelfde zand, glauconietrijk (> 50%), kleiloos,
licht slibhoudend
040.00 – 041.00 vermengd met ± zelfde matig-grof kleiig zand
041.00 – 042.00 ± zelfde zand, meer heterogeen, slechts licht
kleihoudend
042.00 – 043.00 ± idem, wat meer kleihoudend
043.00 – 044.00 ± idem, vrijwel kleiloos maar nog slibhoudend;
glauconietgehalte loopt op tot 2/3
044.00 – 045.00 ± idem, blijft matig grof
045.00 – 046.00 wordt fijner met belangrijke fijne fractie en
meer kleiig
046.00 – 047.00 donkergroengrijze grof kleiloos licht slibhoudend
(grijs slib) glauconietrijk (2/3)zand, met
glauconiet vooral in matig-grove fractie, en
helder kwarts zowel matig-grof als grof
(monster lithotheek)
047.00 – 048.00 idem, blijft bimodaal
048.00 – 049.00 idem
049.00 – 050.00 ± idem, donker glauconietrijk overwegend matig-
grof zand, kleiloos maar wat rijker aan grijs
slib; iets fijner van korrel geworden
050.00 – 051.00 idem
051.00 – 052.00 ± idem, ook slibarm; glauconietgehalte tot 3/4
052.00 – 053.00 idem, (monster lithotheek)
053.00 – 054.00 wordt eerder middelmatig (in de
glauconietfractie), helder kwarts is grof maar
minder talrijk
054.00 – 055.00 ± idem; helder kwarts slechts matig-grof (minder
verschil in korrelgrootte kwarts-glauconiet)
055.00 – 056.00 ± idem, met aanzienlijke fijnkorrelige fractie;
reeds met bijmenging van grijze klei
056.00 – 057.00 plastische grijze silthoudende klei
057.00 – 058.00 vaste donkergrijze klei met glinsterende vlekken
(lijken op mica maar zou seleniet kunnen zijn)
(monster lithotheek)
058.00 – 059.00 vaste grijze licht siltige klei
059.00 – 060.00 vaste bleekbeige grijze silteuze klei; kalkloos
060.00 – 061.00 vaste lichtgrijze silteuze klei
061.00 – 062.00 vermengd met grijze licht siltige klei
062.00 – 063.00 mengeling tussen lichtgrijze silteuze klei en
grijze zuivere klei
063.00 – 064.00 vaste grijze licht silteuze klei
064.00 – 065.00 vaste grijze tot groeniggrijze klei
065.00 – 066.00 vaste grijze klei met fijnzandige strepen en
bioturbatie-vulling
066.00 – 067.00 vaste grijze klei, meer homogeen
067.00 – 068.00 vaste grijze klei met silt-bijmenging (mogelijk
volgens bioturbatie)
068.00 – 069.00 vaste grijze klei tot groengrijze zandhoudende
klei en zandige bioturbatiegangen
069.00 – 070.00 grijze klei vol nesten (bioturbatie ?) in bruin
zeer fijn kwartszand
070.00 – 071.00 ± idem, met groter aantal zand (kleiig
overwegend)
071.00 – 072.00 beigegrijs zeer fijn homogeen, licht kleiig
kwartszand, met grof schelpgruis
072.00 – 073.00 ± zelfde zand, zeer licht gespikkeld, slibhoudend
maar zonder klevende klei; donkere spikkels zijn
zeer fijn, van heterogene oorsprong en verweerd,
kwartskorrels zijn fijn (dus iets grover)
073.00 – 074.00 idem
074.00 – 075.00 idem
075.00 – 076.00 zelfde zand met brokken in slappe
bleekgroengrijze siltige klei
(monster lithotheek)
076.00 – 077.00 bleekgrijs fijn zand, kleiloos, licht
slibhoudend, met wat grijze kleiige strepen (zeer
weinig), licht gespikkeld met duidelijk
herkenbare lobvormige zwarte glauconiet die van
zelfde korrelgrootte is als het zand
077.00 – 078.00 idem, met heldere mica; nog grijze kleistrepen
078.00 – 079.00 idem, zonder kleistrepen, blijft micahoudend;
donkere spikkels terug fijner en moeilijk
herkenbaar
079.00 – 080.00 idem
080.00 – 081.00 basisgrind met grote (tot > 5cm) licht afgeplatte
mooi afgeronde silexrolkeien, in zeer grof (1-2
mm) helder kwartszand, licht kleihoudend
(monster lithotheek)
081.00 – 082.00 vaste groenig grijze, bleekbruin oxiderende,
schistoïde klei
(monster lithotheek)
082.00 – 083.00 grijze klei met siltige strepen, vermengd met
zandrijke klei tot bruin kleiig zand
083.00 – 084.00 bruinig grijze silteuze klei, zandrijke klei tot
kleiig zand, en platte silex-rolkeien (vermengd
monster)
084.00 – 085.00 vaste lichtgrijze klei met siltige strepen,
kalkloos, met brokken in harde brosse groenig
grijze verharde kleiige silt
085.00 – 086.00 vaste groenige grijze siltige klei, met witte
fijne bioklasten, doortrokken door bruine
fijnzandige bioturbaties en straticulaties
086.00 – 087.00 mengeling grijze klei, groengrijze schistoïde
harde klei met licht bruine oxidatierand, en fijn
bruinig zand, in ± gelijke delen
087.00 – 088.00 zelfde mengeling, met nog silexrolkeien en grof
schelpengruis
088.00 – 089.00 zelfde mengeling, met grote brokken groengrijze
fijnzandhoudende klei met geoxideerde
plantenresten en zerpe smaak; vermengd met fijn
bleekbruin kwartszand, iets grover van korrel dan
het met de klei gemengd zand
089.00 – 090.00 bleekgrijs zeer fijn, wat melig, zeer licht
gespikkeld, slibhoudend zand
090.00 – 091.00 zelfde zand, nog licht slibhoudend, kleiloos, met
grijsbruine strepen
091.00 – 092.00 lichtgrijs sterker gespikkeld (glauconiet 15%)
micahoudend fijn, licht slibhoudend, kleiloos
zand (monster lithotheek)
092.00 – 093.00 wordt bleekgrijs zeer fijn, licht gespikkeld,
licht slibhoudend zand
093.00 – 094.00 idem
094.00 – 095.00 idem geleidelijk vergrovend (bijft fijn) en iets
donkerder, blijft kleiloos en licht slibhoudend
095.00 – 096.00 idem
096.00 – 097.00 idem
097.00 – 098.00 grijs donker gespikkeld (15% glauconiet) zeer
fijn zand, kleiloos; met brokken in zeer slappe
bruingrijze silteuze micahoudende klei
098.00 – 099.00 bleekgrijs fijn licht gespikkeld (5% glauconiet)
slibhoudend kleiloos zand
099.00 – 100.00 lichtgrijs (iets donkerder) fijn gespikkeld (15%)
helder kwartszand, slibhoudend, kleiloos, met
grotere en hoekige donkere korrels (tot middel-
matig), met enkele middelmatige bioklasten
100.00 – 101.00 asgrijs (bleker) matig fijn licht gespikkeld (10%
glauconiet) kleiloos en bijna slibloos kwartszand
101.00 – 102.00 idem, met een weinig middelmatig bioklastengruis
(monster lithotheek)
102.00 – 103.00 zelfde asgrijs, bijna slibloos, licht gespikkeld
(5% glauconiet van dezelfde grootte) zand
103.00 – 104.00 idem
104.00 – 105.00 idem, donkere spikkels zijn zeer hoekig en
vermoedelijk ten dele phtaniet gesteenteschilfers
105.00 – 106.00 ± idem, matig fijn, iets vergrovend, licht
gespikkeld slibarm zand
106.00 – 107.00 idem
107.00 – 108.00 ± idem, blijft zelfde korrelgrootte en
slibgehalte, maar iets meer gespikkeld (< 10%)
108.00 – 109.00 ± idem, wordt eerder middelmatig van korrel,
terug zeer licht gespikkeld (< 5%)
109.00 – 110.00 bleekgrijs, iets sterker gespikkeld (< 15%
glauconiet), licht slibhoudend matig fijn zand
110.00 – 111.00 bleekgrijs eerder middelmatig gespikkeld (20%
glauconiet) licht slibhoudend zand, met een
weinig middelmatige bioklasten
111.00 – 112.00 lichtgrijs middelmatig, licht gespikkeld
(glauconiet <20%) licht kleihoudend zand met
bioklastengruis, met zeer grove (2mm)
kwartskorrels en granule van kleine (3 mm) platte
zwarte phtaniet, met herkenbare bioklasten, en
cuttings van compacte licht glauconiethoudende
bleekbeige kalkzandsteen en fijnbioklastische
kalksteen
112.00 – 113.00 grijs fijn lichtgespikkeld kleiig zand





Interpretatie aan de hand van de spoelmonsters en de boorgatmetingen

000.00 – 007.00 Quartair : colluvium
007.00 – 012.00 Tertiaire verweringsbodem
012.00 – 034.00 Formatie Diest - boven
034.00 – 056.00 Formatie Diest - onder
056.00 – 068.00 (71.0) Formatie Boom
071.00 – 079.00 (81.0) Formatie van Bilzen
079.00 – 091.00 (89.0) Formatie van Sint-Huibrechts-Herne
091.00 – 100.00 Formatie Maldegem
100.00 – 112.00 Formatie Brussel
112.00 – 113.00 Formatie Kortrijk

M. Dusar 03/2011

Opmerking zie 76W0363




BELGISCHE GEOLOGISCHE DIENST

076W/0363 - KAARTBLAD : DIEST
p.6/6
*************************************************************************

Insert the GSB number to search all associated content