076W0273.TXT

PL.DIEST 76 W
M. GULINCK & R. LEGRAND.

273 (VIII)
BORING S.127 van de Kempen.
uitgevoerd te Loksbergen
voor de Aardkundige Dienst van Belgie.
door de firma SMET, te Dessel.
in 9/60 tot 12/60
Topographische ligging opgetekend door
Grondstalen verzameld door
Boringsmethode:
Opeenvolgende doormeters:
Grondwaterstanden: voor de eerste maal waargenomen :
bij ruststand ; tijdens het pompen
met een debiet van l/u
Hoogte van het maaiveld : 43,382
Totale diepte.


DOORSNEDE VOLGENS DE BOORMEESTER: Diepte Dikte

Vet geel zand. 2.00 2.00
Leem 6.40 4.40
Harde steen 6.65 0.25
Leem 9.00 2.35
Harde leem 16.00 7.00
Leem met losse stenen 18.00 2.00
Leem 19.50 1.50
Harde leem 23.60 4.10
Leem met losse stenen 24.00 0.60
Leem 27.50 3.50
Harde leem 36.00 8.50
Leem 38.91 2.91
Grijs vet zand met schelpen 58.00 19.09
Grijs vet zand 60.00 2.00
Leem 61.91 1.91
Groen vet and 68.00 6.09
Groene leem. 71.54 3.54
Groen vet zand. 77.45 6.09
Leem. 101.00 23.55
Bruinkool. 105.00 4.00
Grijze leem. 109.50 4.50
Leem 119.64 10.14
Grijs vet zand. 123.64 4.00
Harde leem. 177.33 53.69
Grijze mergel. 181.33 4.00
Mergel. 189.33 8.00
Vet groen zand. 196.73 7.40
Onzuiver krijt. 202.00 5.27
Zuiver krijt. 202.73 0.73
Krijt (silex tussenin 227,14 tot 227,24). 232.34 29.61
Silex. 233.46 1.12
Krijt met silex. 270.17 36.71
Hard krijt met silex. 285.79 15.62
Zuiver wit krijt. 325.06 39.27
Krijt. 330.82 5.76
Schiste (nota R.L. : Cp2, Herviaan). 344.93 14.11
Harde rots. 374.08 29.15
Harde steen met scheuren. 386.10 12.02
Harde steen. 392.10 6.00
Harde steen met scheuren. 418.87 26.77
Harde steen. 422.04 3.17



AARDKUNDIGE VERKLARING - M. GULINCK, R. LEGRAND, december 1960.

Tertiair : 196m73 basis op 153,35
Krijt : 148m20 basis op 301,55
Kolenkalk: op 77m11 doorgeboord tot - 379,36

R. LEGRAND - mai 1964.



344,93 à 357,60 : Calcaire beige, à Davisiella, avec
rares articles de Crinoides; joints
stylolithiques à 15o; base ravinante 12m67
357,60 à 358,85 : Calcaire oolithique 1m25
358,85 à 367,00 : Calcaire gris, Davisiela; aiguilles
de quartz 8m15
367,00 à 373,00 : Calcaire noir, cristallin, souvent
grenu 6m00
373,00 à 378,50 : Dolomie noire, souvent cristalline;
aiguilles de quartz 5m50
378,50 à 421,50 : Calcaire clair, cristallin, d'aspect
dolomitiques; pente 10o 43m00
421,50 à 422,04 : Calcaire dolomitique, grenu,
oolithique; contact à 18o 0m54
-----
77m11

voir R. CONIL - Bull. Soc. Belge Géol., Bxl., 1963, t.
LXXII, pp. 123-136.

D'après Conil, l'ensemble du Calcaire appartient au V2a,
sauf l'extrâêe base qui serait V1b.





PL. DIEST 76W
M. GULINCK

273 BORING LOKSBERGEN S 127.

Uitgevoerd door N.V. SMET in 1960 voor rekening van de
Aardkundige Dienst van Belgie.

Maaiveld + 43.

0 - 26.50
geen monsters.

Spoelboring uitgevoerd voor de watervoorziening van de
eigenlijke boring. (Monster in drogen toestand bekeken)

op 2 m fijn geelachtig zand
4 m groen grijze glauconiethoudende klei
6 -9 -10 m ongev. donkere glauconiethoudend klei
13 - 14* - 15 zandrijke bruin zandachtige klei
16 - 18 zandige klei
19 - 21 - 22 siltachtige klei
23* donkere siltachtige klei
24 - 26 siltachtige klei
27 id met brokken vette klei
30 tot 40 groen grijze klei
40 - 42 - 44 1 fijn grijs zand
45 id met wat grof kwarts - sporadische
schelpbrokken
46 bruin grijze glauconiethoudende klei (!!)
47 - 48 fijn grijs zand glauconiethoudend
49 fijn zand met grof kwarts
50 - 52 fijn grijs zand

Monsteropname gestoord tussen 40 - 52 m ?

26,50 - 28,50 L = 2.00
grijze, vaste, kalkhoudende klei. Foraminiferen 26,50
grijze siltachtige klei - fijn lensvormige structuur,
geen kalk 27.00
sterk siltachtige - fijn glauconiethoudend 27.00
minder siltachtig - fijn gebioturbeerd 28.00

28,50 - 30,50 L = 2.00
bruin groenachtig siltachtige klei - glauconiethoudend
geen kalk, fijn gebioturbeerd 28,50
minder silthoudende klei (29,50)
dan zware stiltige klei (30.00), steeds zonder kalk

30,50 - 32,50 L = 2.00
grijs groenachtige, vette homogene klei - nog al veel
pyriet-concreties - fijn gebioturbeerd kalk -
visresten (30,50) 32,50

- 34,50 L = 2.00
groen grijsachtige ± silthoudende klei, geen kalk,
glimmerrijk, witte vlekken. (33.00)
zeer vaste, zware klei - foraminiferen - geen kalk (34,00)

- 36,50 L = 2.00
vaste, silthoudende grijs groenachtige klei - fijn
lensvormige structur, geen kalk (35.00)-
wordt veel vetter, steeds ongev. structuur (36,00)
zeer vaste klei, homogeen, kalkhoudend (36,50)

- 38,50 L = 2.00
groengrijze kalkhoudende klei, fijn gebioturbeerd
resten van schelpen (Leda?) - kleine witte
vlekken meer siltachtig zone op 37,20, 37,00, 38.00*
Sporadische foraminiferen.

38,50 - 40,50
53 cm. Kern bestaande uit:
groen zandige kalkrijke klei (38,50) - bruine vaste
klei met groene intercalaties - enkele brokjes
ligniteuse klei ?
(38,70) - groene vaste kalkhoudende klei - bruine zeer
vaste kalkrijke klei met groene nestjes,
zandtubulaties - foraminiferen (39.00)
Het overige zand:

40,50 - 42.50 witgrijs zand, geen kalk (42.00)
- 44,50 id met schelpen (44,00)
- 46,50 spoelzand, geen kalk (46.00)
- 48,50 spoelzand, geen kalk (48,00)
- 50,50 spoelzand, geen kalk (50,00)
- 52,50 spoelzand, geen klak (52,00)
- 54,50 spoelzand, geen kalk (54,00)
- 56,50 spoelzand, geen kalk (56,00)
- 58,50 spoelzand, geen kalk (58,00)
- 60,50 spoelzand, geen kalk (59,00)
- 61,50 groenachtige, glimmerhoudende en
glauconiethoudend fijn zand (61.00)
Een kern van 40 cm van groen glimmerzand
van kleiachtig zand en groen bruine vaste klei -

Platte vuursteen keien (61,20)
- 63,50 spoelzand (62,00)
- 65,50 glauconiethoudend spoezand (65,50)(64,00)
- 67,50 spoelzand
Kern, van slappe klei met keien (67,00)

67,50 - 71,50 L = 2,00 (sterk vervormd)
groengrijze glimmerrijke - silthoudende vaste klei -
kleine zandige perforaties, geen kalk (68,00)
glimmerrijke, iets zandhoudende klei - een bolvormige
concretie (grijze zandige kalksteen) (68,50)
groenachtige, glimmerrijke klei, zonder kalk (69,00)

ongeveer 0,40 m fijn gelaagd, glimmerrijk zand (goede
kernen) (71,00)
Facies Tgld of yd

71,50 - 77,45 L = 1,65 (goede kernen)
fijn gelaagd, zand met lens plastische klei 76,00 76,50
id. met kleine Lingula's (76,80)
zeer fijn, groen, gelaagd, glimmerhoudend zand,
lensjes vaste klei, gebioturbeerd aan de basis,
id. op laag zeer harde klei (77,45)

77,45 - 80,45 L = 1,20
slappe zandrijke klei - met delen harde klei -
slibhoudend zand - slappe, groene zandhoudende klei 80,00
veel platte vuursteenkeien, enkele stukken molusken in
gans de massa (cfr. monsters 67,00 !)

80,45 - 82,45 L = 0,50 + mm
groen zand, enkele platte vuursteenkeien in de massa
van 50 cm kern zeer kleiachtig kalkhoudend zand
(groenachtige klei) - keien (82,00)

82,45 - 87,45 (5,00) L = 2,00 zeer goede kernen
groene zandrijke, kalkhoudende klei -
tussenlaagje vette klei-wordt geleidelijk minder zandig
85,00 85,50
groen zandhoudende klei, met veel glimmers -
resten van vissen (pinnen, schubben) foraminiferen
(87,00)
groenachtige kalk en kleihoudend zeer fijn zand -
foraminiferen (86,80)
zeer fijn kalkhoudend, ongev. kleihoudend zand,
nestjes vette kleigebioturbeerd dan meer vette
klei (87,00)

87,45 - 89,45 (2,00) L = 2,00 zeer goede kernen
groengrijze zandrijke klei - het zand is
kalkhoudend - onregelmatige structuur
(ravinaties) - een fosfaatconcretie 87,50 87,80
van groengrijze, vaste homogene klei - geen
kalk - talrijke kleine verniculaties (cfr.
facies Hsc) - schuine afschuivingsvlakken (88,50)
Fijn gebioturbeerd kleiachtig silt met lenzen
vette klei (chocolade grijs, intiem droog)(89,00)

89,45 - 92,45 L = 0,90 vervormd
groengrijze silthoudende klei, lichtjes
glimmerhoudend - geen kalk - id. met lenzen zeer
vette klei 90,00 92,00

92,45 - 98,45 L = 0,90
blauwachtige zeer zware klei - veel
pyriethuisjes - met siltachtige intercalaties,
ongev. geslumpt ? - geen kalk 97,50 98,00

98,45 - 104,43 (6,00) l = 3,56
12 cm: zwarte vette ligniteuse klei - boorgangen
met pyriethoudend zand 100,40
sterk zandhoudende zwarte klei - overgaande
naar vette klei
10 cm: eerst vette zwarte klei - wordt zandig
wortelsporen ? 106,60
7,50 cm : zandrijk, aan de top - zwarte klei,
glimmerrijk - talrijke geoxydeerde
stengels 100,80
7 cm : iets zandig - fijn plantenhaksel - zwarte
klei - houtskool - pyriet
18 cm : schilferachtige zwarte klei (veel zandige
voegen) - houtskool - sporen van wortels
(zwarte klei) goed zichtbaar op
voegvlakken 101,00
7 cm : id. maar minder schilferachtig - fijn
planten haksel kleine visschubbetjes ? 101,10
4 cm : homogene zwarte klei - pyrietnestjes -
maar geen haksel 101,20
4 cm : zeer kleiachtig bruin zand
bleek "chocolade" ontkleurde zwarte klei?
met kleine bolvormige kleilichamen -
gaat onmiddellijk over naar een zwarte,
vette, homogene klei met pyrietresten 101,30
15 cm : zeer vette zwarte klei - stukjes hout -
" wolkachtige structuur" - in horizontale
vlakken - soort fijn breccieachtige
structuur 101,40
10 cm : zeer vette grijze tot zwarte klei - een
lens "verkleurde" klei (geen kalk !) -
fijn brecciachtige structuur (101,50) 1
10 cm : eerst zandhoudende klei, dan zeer vette
met plantehaksel (101,60)
12 cm : zeer vette klei met plantenhaksel (101,70)
11 cm : gelaagde zand met kleizone - lichte
ombuiging der laagjes - onderaan zwarte
vette klei met zandige wortelsporen(101,80)
8 cm : zwarte vette klei - breccieachtig in
horizontaal vlak - enkele zand bulaties
(wortelsporen) (101,90)
9 cm : zeer vette zwarte klei - breccieachtige
structuur minder duidelijk (meer eenvormig
gekleurd) - plantenhaksel) (102)
12 cm : vette klei, breccie (of knollen) structuur
goed duidelijk (102,20)
13 cm : id - (102,30)
13 cm : meer grover plantenhaksel - een zandrijke
intercalatie - kleine zandtubulaties - zeer
brokkelig (102,50)
15 cm : zandrijke zwarte klei, ongev. fijn gehakte
structuur (102,60)
12 cm : zeer kleiachtig zand, dan vette klei met
knollenstructuur (102,80)
31 cm : zeer vette zwarte klei - knollenstructuur -
zandtubulaties - stukjes hars - (103) - dan
mogelijk nog vetter minder zandtubulaties
(103,10 - 103,20)
12 cm : zwarte lignietklei - houtskool - veel
gepyritiseerde hansel (103,30)
16 cm : kleiachtig ligniet - ongev. gelaagd -
houtskool - grof gepyritiseerd haksel
(103,40) - (103,50)
24 cm : id. 103,60
16 cm : zwarte kleiige ligniet - nesten zuiver
ligniet (hout) (103,90)
12 cm : pulverachtig, kleiachtig ligniet - kleine
geelachtige puntjes (=?) (104,00)
29 cm : kleiachtige pulverachtige ligniet met
brokken zuiver ligniet - subgelaagd 104,20 104,40

104,43 - 106,45 (2,04) L = 1,25
0,75 - bleke bligniteuse klei; stukjes hout 104,45 104,50 105,00
- bleekgroene (X) vaste klei, zeer zwak
kalkhoudend - regelmatig verspreide
zandkorrels 105,20
(X) grijsbruin na drogen in open lucht
0,50 - zeer vette, bleek groenblauwe, homogene
klei - met zand - korreltjes doorspikkeld -
geen kalk - pyritconcreties - 106,00 106,20
Een diaclose met sporen van wortels

106,45 - 108,45 (2,00) L = 2,00
0 - 17 cm zandige mergel - wortelstructuur 106,50
17 - 19 cm blauwgroene ontkalkte mergel
19 - 20 cm witachtige mergel
20 - 21 cm blauwige kleiige mergel
20 - 56 cm mergel met zandige blauwgroene klei
56 - 59 cm blauwgroene klei
59 - 70 cm witte mergel
70 - 71 cm blauwgroene klei
70 - 90 cm mergel met groene kleipenetraties
op 90 cm ontkalkingszone 107,60
90 -133 cm mergel met ongev. ontkalkte zones
133 -146 cm groene zandige klei met nestjes mergel
146 -160 cm witte mergel, licht zandhoudend 108,00
160 -200 cm harde witachtige mergel - zandige
zones 108,10
zandige wortelsporen 108,40

108,45 - 110,45 (2,00) L = 2,00
0 - 10 blauwgroenachtige mergelijke klei -
wortelsporen - op 10 cm donker blauw
groene zone 108,60
10 - 50 zandhoudend groenblauwe zeer
plastische klei pyrietconcreties 109,00
50 - 90 minder zandhoudend
90 -150 witte mergel, ongelijkmatig ontkalkt -
wortelstructuren - sterk ontkalkt op
125 cm
150 -160 groene zandhoudende, sterk plastische klei
160 -200 gedeeltelijk ontkalkte mergel (groen
gevlamd) - langs wortelsporen

110,64 -117,64 (3,00) l = 1 m (slechte kernen)
grijze tot pistachegroene zeer plastische
klei ongev. zandhoudend

117,64 - 119,64 (2,00)
in stukken : bleekgrijze mergel, ongev. ontkalkt 118,00 119,00
kernbrokken voor 40 cm :
min of meer zandhouden mergel
18 cm : fijn gelaagde bleek " chocolade"
mergel - bevat zeer bruine zandvoegen
met vast gehakte plantenresten 119,60

119,64 - 121,64 (2,00) geen kernen
grijs zand, weinig kalkhoudend 121

121,64 - 123,64 (2,00) geen kernen
kalkhoudend, iets groener zand 122

123,64 - 125,64 (2,00) L = 1,93
0 - 36 cm groen zandige, plastische klei
midden in zwarte vette klei - pyriteuse
wortelsporen bruinachtige kalkhoudende
klei, min of meer fijn lensvormig gelaagd 123,90
36 - 1,93 cm mergel - zandachtige breccie - de mergel
is bleek bruin ("chocolade") gekleurd 124,80 125,20
Ostracoden?

125,64 - 128,84 (3,20) L = 2,00
mergel - zandachtige breccie - Ostracoden ? 126 127
zeer vaste bleekbruine mergel met
plantenresten (bladeren) - harsintercalaties van
groen zand 128 127,50
opnieuw brecciachtige mergel 128,60

128,84 - 132,07 (3,23) L = 0,39
8 cm slappe kalkhoudende klei
30 cm grijze harde mergel, zandachtige en
brecciachtige zones 129

132,07 - 134,07 (2,00) L = 2,00
0 - 82 cm harde bleek bruinachtige mergel - met
groen zand intercalaties - plantenresten
min of meer brecciachtig 132 132,80
82 - 200 donker groengrijze klei, met
witte siltnestjes - geen kalk -
verniculaties 133,20 134,00

134,07 - 136,07 (2,00) L = 2,00
siltachtige klei - gebioturbeerd - aan de top,
glauconietrijke zandnestjes - naar beneden toe
veel vaster (minder silt) - geen kalk - aan de
basis : meer zandhoudend - glauconiethoudend -
rijk aan spiculen 134,10 135 136

136,07 - 138,07 (2,00) L = 2,00
siltachtige klei - geen kalk (137)
op 25 cm van de basis : kleiachtige gaize
(tuffeau Lic)

138,07 - 140,07 L = 2,00
ongev. kleiachtige gaize 139 - 140 (hard)

140,07 - 142,25 (2,18) L = 2,00
id (weinig verhard) 141

124,24 - 144,25 (2,00) L = 2,00
id met gyrolieten; hard

144,25 - 145,16 (1,21) L = 1,00
0,20 kleihoudende gaize
dan zeer harde groene klei met nibulaties
glauconiethoudend zand (lensvormige,
bioturbate structuur) 144,50

145,46 - 147,45 (2,00) L = 2,00
zeer harde groene, ongev. verkiezelde klei,
homogeen, weinig of niet kalkhoudend - spiculen
foraminiferen 146 - 147

147,45 - 149,45 (2,00) L = 2,00
harde silthoudende klei - met homogene
(siltvrije) met spiculen - laatste strook (0,50)
groene homogene gaize Foraminiferen

149,45 - 151,45 (2,00) L = 2,00
groene gaize met gyrolieten - dunne, bleke
siltachtige lensjes dan harde groene, homogene
klei 150

151,45 - 152,95 (1,50) L = 1,15
0,40 stukken kern : groene gaize
0,75 goede kern : kleiige gaize met veel
macroforaminiferen

152,95 - 154,95 (2,00) L = 2,00 uit 1 stuk
silthoudende, min of meer verharde klei met
spiculen macroforaminiferen - kalkhoudend 153

154,95 - 156,95 (2,00) L = 2,00
sterk silthoudend, ongev. verhard - veel
foraminiferen - spiculen resten van vissen -
lensjes kalkhoudend silt

156,95 - 158,95 (2,00) L = 2,00
fijn lensvormige gelaagde gaize - resten van
kreeftdieren ? enkele kleine mollusken -
gepyritiseerde spiculen kalkhoudend 158

158,95 - 160,95 (2,00) L = 2,00
silthoudende kleiachtige "gaize" - licht
verhard - enkele kalkhoudende zones
op 0,50 zeer vaste, homogene klei - steeds met
spiculen - naar beneden toe met enkele
siltlenzen 159,50 159 160,50

160,95 - 161,45 (0,50 L = 0,85
homogene groene harde klei met spiculen - min
of meer silthoudend en sterk gebioturbeerd 161

161,45 - 163,45 (2,00) L = 2,00
id minder spiculen - meer zuivere klei - steeds
gebioturbeerd kleine wiervormige afdrukken
veel foraminiferen op 163 m

163,45 - 165,45 (2,00) L = 2,00
zuiver, groene zeer harde klei - veel
foraminiferen - pyrietdraadjes - 1 bleekbruine
vlek (fosfaathoudend ?) 164 - 165

165,45 - 168,18 (2,73) L = 0,25
zeer vette harde klei, homogeen, licht kalkhoudend 168

168,18 - 170,18 (2,00) L = 2,00 169
id

170,18 - 172,18 (2,00) L = 2,00
id - fijn lensvormige structuur - weinig
gebioturbeerd 171

172,18 - 177,33 (5,15) L = 1,80
zeer vaste homogene groene klei - pyrietdraadjes
foraminiferen 173

177,53 - 179,33 (2,00) L = 2,00
60 cm zeer vaste groene klei : - witte spiculen 178
dan id met veel donkergroen glauconiet-
korrrels 178,30
verder, zwart, glauconietrijk, kleiachtige
gesteente (afbrokkelende kernen) 179

aan de basis grijsachtige kalkhoudende klei
veel spiculen - nestjes groen zwart glauconiet

179,33 - 181,33 (2,00) L = 2,00
grijze glauconietrijke mergel : - spiculen
Wordt geleidelijk witachtig - met glauconiet
gestippeld

181,33 - 183,33 (2,00) L = 2,00
krijtachtige mergel - zandrijk, glauconiethoudend,
gebioturbeerd 181,50 183,30

183,30 - 185,33 (2,00) L = 2,00
id met groene vlekken - fijn gebioturbeerd
(verniculaties) (184,50)

185,33 - 187,33 (2,00) L = 2,00
id - witte "oogen" 186

187,33 - 189,33 (2,00) L = 2,00
minder vaste mergel (zandhoudend geworden)(188) 189,30

189,33 - 193,73 (4,40) L = 2,00
1,40 zandrijke, glauconiethoudende mergel,
overgaande naar een mergelijk zand
(vermoedelijk kernverlies) - sterk
gebioturbeerd 190
0,60 harde grijze mergel met zandtubulaties
wordt naar beneden toe vlug glauconietrijk
en sterk zandig 192

193,73 - 196,73 (3,00) L = 2,00
groen glauconietzand - enkele kruipsporen 193,80
rechtstreeks in contact op tufkrijt - die
echter duidelijk oplossingsverschijnselen
vertoont.
het tufkrijt kernt verder nog resten groen
zand 196,50 196,70

196,73 - 198,73 (2,00) L = 2,00
homogene grofkalk - licht grijsachtig -
dunschalige Pecten - Dentalium -
Echiniden 197 197,50 198 198,50

198,75 - 200,73 (2,00) L = 2,00
id - Pecten, Ostrea - Pecten Laevis 199 199,50 199,60
tussen 200,17 - 200,26 zeer poreuze zone met
gebroken Echiniden (200,20) 200
op 200,60 : grofkalk met gebroken schelpen

200,73 - 202,73 (2,00) L = 2,00
Homogeen grofkalk 201
vanaf 201, zeer broze grofkalk met
liggende Dentalium's (zeer talrijk tussen
201,50 - 202,00)
op 202,00 zeer broze grofkalk (202,50)

202,73 - 205,77 (3,00) l = 2,00
herboorde stuk aan de top, grijze fijn
gelaagde kalksteen, grofkollerig
op 203 geelachtige grofkalk 203,50 id
op 203,70 zeer grofkorrelig - ostrea's,
liggende Dentalium's

205,77 - 209,47 (4,00) L = 2,00
Homogeen grofkalk - half fijn korrelig (206)
Talrijke Lima oriformis (206,50) - (207)
onderaan enkele grofkorrelige zones (207,50)

209,47 - 211,47 (2,00) L = 2,00
Homogeen grofkalk (210) - een grove laag op 210,50
1 Echinide 210,60

211,47 - 213,47 (2,00) L = 2,00
Homogeen grofkalk - op 211,60 dunne laag zeer
grof tufkalksteen 211,50 - 211,60 -212 - 212,50 -
213

213,17 - 215,47 (2,00) L = 2,00
Homogeen grofkalk - op 213,50 witachtige zone
op 214,50 zeer grofkorrelige niveau's
op 214,80 sterk ravinerend contact van een zeer
grofkorrelige, harde kalksteen, rijk aan
Cryozoëen of een homogene middelmatig
fijnkorrelige kalksteen, (hard gevormd) waarvan de
top grijsgekleurd is (over 5 mm) verder homogene
GROFKALK ZOALS VOORHEEN
213,50 - 214 - 214,50 - 214,80 - 214,90 - 215 -
215,40

215,47 - 218,47 (3,00) l = 2,00 (0,95 + 1,05)
eerst homogene grofkalk; een laagje met gebroken
Echiniden (215,50) - talrijke horizontaal liggende
Dentalium's (216)
verder id. nog enkele Dentalium's (218)

218,47 - 220,47 (2,00) L = 1,80
homogene grofkalk - (218,50) - dan grofkorrelig id
(219,20)
verder doorgaans grofkorrelige kalk, veel
Dentalium's (219,60) - (220) - lichtjes verharde
grofkalk op 220,40

220,47 - 222,47 (2,00) L = 1,90
homogeen grofkalk (220,50) - (221)
vertoont doorlopende, vertikale zeer fijne
groenachtige aders (opvulling van scheurtje) door
glauconiet, misschien uit de basis van het
Heersiaan afkomstig ??)

222,47 - 224,47 (2,00) L = 1,95
id. 221,50 - (222) - (222,50) - (223) - (223,50) -
(224)

224,47 - 233,46 (9,00) L = 0,15
bleek grijze vuurstten (225) - een stukje
zwartgrijze vuursteen 230


223,46 - 236,24 (2,78) L = 1,00
0,28 iets verharde grofkalk - enkele
glauconietkorrels - stukken Echiniden (234)
0,07 donkergrijze vuursteen, met witte vlekken (235)
0,30 (verschillende stukken) witachtige zeer harde
kalksteen en harde grofkalk, met verspreide
glauconietkorrels (235,50)
0,18 grijze, gedekte vuursteen (236)

236,24 - 240,34 (2,90) L = 0,30
2 stukken van 0,15 : blauwgrijze vuursteen (238)

240,34 - 248,34 (8,00) L = 6 + 15 + 5 + 13 + 7 + 10 = 56 cm
verschillende stukken uit blauwachtige silexen 214 248

248,34 - 251,75 (3,41) L = 19 + 14 = 33 cm
blauwgrijsachtige silex - enkele krijtresten 250

251,75 - 256,52 (4,77)
6 brokstukken grijze mergelige krijt en zwarte
vuursteen 253

256,50 - 270,24 (13,74) L = 9 + 3 + 7 + 7 = 26 cm
zwarte vuursteen en grijze mergelige krijt
(fijne, donkere voegem) 260 - 261

270,24 - 273,64 (3,40) L = 1,20 (XX + 15 + 30 + 34 + 26)
brokstukken zwarte vuursteen - in grijze mergel
dan grijze mergel met resten zwarte vuursteen 272 - 273

273,64 - 275,64 (2,00) L = 1,90
grijze, gevlekte krijtachtige mergel - met zwarte,
zeer onregelmatige vuursteenconcreties - niet
altijd volledig ontwikkeld - bijna steeds in
verband met grove tubulaties (-glijspiegels rondom
deze tubulaties (274 - 275)

275,64 - 277,64 (2,00) L = 2,00
id monsters 267 - 277

277,64 - 279,64 (2,00) L = 2,00
id 279

279,64 - 282,79 (3,15) L = 0,68
id monsters 280

282,79 - 284,79 (2,00) L = 2,00
grijze, harde krijtachtige mergel - veel minder
tubulaties en silex kernen 283 - 284 - 284,70

284,79 - 286,79 (2,00) L = 2,00
0,60 grijze mergel met onvolmaakte zwarte of
grijze vuurstenen onderaan donker grijs, met
kleine fosfaatkeitjes 285
Hard gevormd op 285,60 (285,70) - (285,90)
top is zwart - verharde krijt met
fosfaatconcreties - tubulaties
met groene omhulsel - enkele Belemnieten
Lager een gedeeltelijk verharde witkrijt (286)
286,40

Basis van kernstrook, korrelige witkrijt
Terbratula Cornea ?


286,79 - 288,79 (2,00) L = 1,90
Korrelige witkrijt - enkele fosfaatconcreties
(coprolieten ?) 287
verder steeds korrelige witkrijt. De kernstukken
zijn brokkelig 287,50 288

288,79 - 289,83 (1,04) L = 0,90
Homogeen witkrijt, kruimeling 289 289,50

289,83 - 291,83 (2,00) L = 2,00
id 290 - 290,50 - 291 - 291,50

291,83 - 297,83 (6,00) L = 6,00
id stalen 0m de 0,50 m genomen
(292) - 292,50 - 293 297,50

297,83 - 299,02 (1,19) L = 1,24
fijn korrelige witkrijt (298) - (298,50) - (299)

299,02 - 301,02 (2,00) L = 2,00
id 299,50 - (300) - (301)

301,02 - 303,02 (2,00) L = 2,00
id (301,50) - (302) - (302,50)

303,02 - 305,02 (2,00) L = 2,00
vast witkrijt - Inoceramus (303) - (303,50) -
(304) - (304,50)

305,02 - 307,02 (2,00) L = 2,00
onzuiver witkrijt - grijs gevlekt - obepaalbaar
donkergrijs pyriteuse afdrukken - resten van vissen
(305) - (305,50) - (306) - 306,50)

307,02 - 308,02 (1,00) L = 1,40 !)
onzuiver witachtige krijt - grijs gevlekt -
talrijke zwarte stylolitische voegen (307,50)-(308)

308,02 - 310,02 (2,00) L = 2,00
id - plaatselijk zwarte stylolitische voegen -
een breukje - gepyritiseerde (blauwgrijze)
afdrukken van sponzen
(308,50) - (309) - (309,50)

310,02 - 312,02 (2,00) L = 2,00
witgrijsachtige krijt - gevlekt - afdrukken van
sponzen - zeldzame stylolietvoegen
(310) - (310,50) - (311) - 311,50) - (312)

312,02 - 314,02 (2,00) L = 2,00
id talrijke stylolietvoegen op 312,60
(312,60) - (313) - (313,50) - (314)

314,02 - 316,22 (2,20) L = 2,00
id afdrukken van sponzen (314,50) - (315)-(315,50)

316,22 - 321,08 (4,86) L = 1,50 (sterk gebroken aan de
basis)
id talrijke stylolietvoegen op 316,80 320
(316,50) - (317,50) - (318)

321,08 - 323,08 (2,00) L = 2,00
onzuiver witachtige krijt - enkele
stylolietvoegen - Rhynchonella op
(321,50) - (322) - (322,50) - (323)

323,08 - 325,08 (2,00) L = 2,00
id (323,50) - (324) - (324,50) - (325)

325,08 - 328,05 (3,03) L = 0,60 (XX) + 0,80 (X)
id met stukken zwarte vuursteen - ventriculites
(325,10 - 327 - 327,80 - 328

328,05 - 330,23 (2,27) L = 2,00
witgrijsachtig krijt met stukken zwarte silex
328,30 - (328,50) 329 - op 329,50
Hardground : blauwgrijze sterk verharde krijt -
groenachtige afdrukken 329,60
op 330 : grijs, gevlekte, mergelige krijt, nog
versteend

330,23 - 332,23 (2,00) l = 2,00
zeer harde grijze mergel - vermiculaties en
grotere kruip - en graafsporen - 1 Belemniet
(330,50) - (333)

332,23 - 334,23 (2,00) L = 2,00 sterk versplinterd !
id - een Echinide

334,23 - 336,23 (2,00) L = 2,00
Harde, meer homogene mergel 334,50 335 335,50 336

336,23 - 338,38 (2,00) L = 2,00
id - geleidelijk glauconiethoudend
van af 337,50 onregelmatige, verspreide,
fosfaatconcreties of silex keien (?)
1 Belemniet, 1 Echinide

338,38 - 340,38 (2,00) L = 2,00
Homogene, harde mergel - nog fosfaatkeien tot op
338,50 - grote tubulaties met glauconiet die naar
beneden toe verdwijnen maar dan talrijke
verniculaties of grillige sporen (339 - 339,50 - 340)

340,38 - 341,93 (1,55) 1 = 1,60
zeer homogene mergel
1 Echinide - 1 Belemniet (340,50) - (341) - (341,50)

341,93 - 343,93 (2,00) L = 2,00
id 342 342,50 343 343,50

343,93 - 345,93 (2,00) L = 2,00
Homogene, harde mergel - pyrietconcreties -
zeldzame keitjes op contact met harde kalksteen op
344,85
De kalksteen is zeer homogeen, helemaal onverweerd
stel verticale aders met bruinachtige calciet 344,50 345

345,93 - 346,57 (0,64) 0,84
calcairefinement cristalin, Dolomitique, grisbeize
& paten
Réseau orthogonal de fissures calcites (346 - 346,50)

346,57 - 348,57 (2,00) 1,88
id - qq. joints stylolithiques. Davisiella à 347,50
qq. gros articles de crinoides - Plan de fracture
calcitique à 65o - 70o
Schelwiella - Calcite dans fracture parfois
sidéritique a 347,50 calcaire plus foncé, finement
cristallin a 348 joint stylolithique à pente 15o
Echinide 347 - 347,50 - 347,50 - 348 - 348,50

348,57 - 350,57 (2,00) 2,00
id - veine calcite à 70o
joint stylolithique 15o
Echinide 349 - 349,50 - 348 - 348,50

350,57 - 352,57 (2,00) 2,05
id Davisiella - fines diaclases calcitiques à 70o
articles de crinoides isolés 350,50 351 351,50 352 352,50

352,57 - 354,67 (2,10) 2,30
id. roche assez dolomitique. Davisiella - base,
roche à fleurage de calcite 353 353,50 354 354,50

354,67 - 356,67 (2,00) 1,93
calcaire fin, ongev. dolomitique - nombreux joints
stylolithiques vers 365,40 355 335,50 356 356,50

356,67 - 358,67 (2,00) 2,95
id. jusque 357,60. Ensuite contact ravinant sur un
calcaire oolithique de même couleur.
Dans le calcaire oolithique, diaclase à 70o de
calcite brune, partiellement ouverte
Echinide 357 357,50 357,60 358 358,50

358,67 - 360,50 (1,83) 1,85
calcaire oolithique en tête / à 358,85 calcaire
fin comme auparavent (359 - 359,50 - 360,00 -
360,25 - 360,50) zones de décoloration près de
certaines diaclases calcitiques - un mince joint
schisteux (3 mm ?) à 360,25 - pente de 14o
Diaclase calcite à 70o - joints stylolithique 10o - 20o

360,50 - 362,56 (2,06) 1,90
calcaire plus gris, assez grossier - jusque 361.
Davisiella à 362,20 calcaire assez hétérogène
à 361 joint charbonneux stylolithique - Le
calcaire est criblé d'aiguilles de quartz
(surtout près de joints stylolithiques) joint
stylolithique à 45o vers 361 - 362
à 362,50 calcaire dolomitique d'aspect noduleux -
xx de quartz

362,56 - 364,56 (2,00) 1,95
au sommet calcaire gris foncé, dolomitique - assez
rares xx de quartz à 363 passée de 10 cm de
calcaire noirâtre / pente 20o à 363,50 roche plus
claire (363,70)
364 - 364,50 calcaire à grain fin - qq. x de
quartz - rares articles de crinoides

364,56 - 366,08 (1,52) 1,52
calcaire gris, mi-clair; finement cristallin -
joints stylolithique - diaclases calcite à 70o -
qq. x de quartz
à 366 : calcaire à Davisiella - léger fleurage
calcitique - joints stylolithique à 45o
Echinide 365 - 365,50

366,08 - 368,08 (2,00)
même calcaire; - à 366,50 calcaire grossier
oolothique x quartz abondants près de joint
stylolithique à 367 calcaire noirâtre très grenu
367,50 joint terreux noir, ensuite calcair plus
fin 368



BORING LOKSBERGEN S 127.

Hydrologische proeven

1) Maastrichtiaanse laag
waterpeil in rust : 13m30 (+29,70)
waterpeil met Q = 11,50m3/u : 23m20
20,00 27,50

2) Top van de kalksteen (met parkertest)
waterpeil in rust : 13m15
waterpeil met Q = 24m3/u : 19m00


Samenstelling van het water
Maastrichtiaan Kalksteen
mg/l mE mg/l mE

Ca ++ 26 1,28 158,- 7,92
Mg++ 8,6 0,72 53,- 4,40
Na+ 138,- 6.00 1160,- 50,43
Fe++ 0,44 0,02 - -
Cl- 84,- 2,37 2.200 61.97
SO4-- 66,- 1,38 82, 1,71
HCO-3 320,- 5,25 317 5,20
CO3-- 0,-
Droogrest 500,- 3400
Th totaal 10o 61o6
Tac 26o25 26o