PL.AARSCHOT 75 W
Nr. 325 (1 b)
Verkenningsboring + peilput POR 6
Uitgevoerd te : Betekom
Voor BGD
Door : PVBA PEETERS
Datum : aanvang : 17.04.1989
Topografische ligging opgetekend door P. VAN WlCHELEN
Coördinaten : X : 179.522
Y : 187.706
Grondstalen verzameld door de boormeester
Boringsmethode : inspoeling tot 24,40 m, gekernd van 24.40 tot 84.60 m
Inspoeling van 84.60 tot 97.00 m
Opeenvolgende doormeters : staal :0-20.5 m, D 273 mm
peilbuis a : PVC : 0-40 m, D 57/63 mm
filter 40-45 m D 57/63 mm
peilbuis b : PVC 0-92 m D 57/63 mm
filter 92-97 m, D 57/63 mm
hoogte van het maaiveld : 23,851 m
Totale diepte : 97 m
Volgnr Beschrijving van de spoelmonsters Diepte m
1 - 2 Roest bruine leem vermengd met groene licht
zandige klei en groen glauconiethoudend zand
enkele mica's - vegetatieresten + zwarte korrels 2.00
3 Groen, glauconietrijk, licht kleihoudend middel-
matig zand tamelijk gesorteerd met nog enkele bruine
leembrokjes (naval) 3.00
4 ldem, iets kleiiger - bruine kleibrokjes 4.00
5 Donkergroen, iets kleiig, glauconietrijk middelmatig
zand 5.00
6 Donkergroen, kleihoudend, glauconietrijk middelmatig
tot fijn zand met enkele bruine zandige kleibrokjes
kleine ijzerhoudende concreties - enkele mica's 6.00
7 Zelfde zand 7.00
8 lets minder kleiig en grover zand 8.00
9 Donkergroen glauconietrijk, middelmatig tot matig
grof zand - matig gesorteerd 9.00
10 -16 Ontbreekt
17 Donkergroen, licht kleihoudend, glauconietrijk
middelmatig zand (glauconiet is nog toegenomen)
met enkele grovere korrels en bruine kleiige brokjes 17.00
18 Zelfde zand meerdere grove kwartskorrels (o.a. Melk
kwartsen 18.00
19 Groengrijze, zwak glauconiethoudende silteuze klei 19.00
20 lets plastischer maar nog erg silteus grotere
glauconietkorrels 20.00
21 Zelfde klei + Grijze plastische kleibrokken enkele
mica's + gesteentefragmentjes (septaria ?) 21.00
C. VANDORMAEL 1989
Beschrijving van de kernen
1. 22.70 - 24.40 m (1.70 m)
Sterk gestoord en onbetrouwbaar tot 0.54 m
Rond 0.50 m stukken gebroken Septaria's
0.54-1.40 : grijze, groenachtige, heel vaste, iets zandhoudende klei met
talrijke zwarte vlekjes van amorf pyriet en kleine
pyrietconcreties. Klei is kalkhoudend. Vanaf 0.90 neemt
zandgehalte geleidelijk af. Sporen van schelpenresten op 1.13 m,
1.34 m, 1.59 en 1.63 m.
Vanaf 1.40 m geleidelijk aan zandhoudende klei tot sterk zandige
klei onderaan. Onderste 3 cm, bleker, grijs iets groenachtig, fijn
glimmerhoudend, silteus zand. Zand is eveneens kalkhoudend.
2. 24.40 - 25.60 m (1.20 m)
0.00-0.10 : gestoord - naval
0.10-0.25 : grijs groen fijn kleiig zand met kleibrokjes. Gepyritiseerde
boorgang op 0.15
0.25-0.35 : zandige klei,heel sterk gebioturbeerd aangeboord en opgevuld met
zand.
0.35-0.47 : zandige klei, met fijnere bioturbaties
0.47-0.62 : overwegend fijn zand met talrijke opgebroken kleilamellen. Ook
enkele grote boorgangen opgevuld met bleker zand.
0.62-0.45 : silteuze vaste klei met bovenaan enkele boorgangen opgevuld met
zand
0.75-1.20 : zelfde vaste grijsgroene klei fijne zandstippen en voegjes -
pyrietconcreties. Op 1.09 m enkele milimeter grote groene
glauconietspots.Klei is kalkhoudend, naar onder toe zeer weinig.
3. 25.60 - 27.10 m (1.45 m) verlies onderaan
0.00-0.12 : plastische vette klei - kalkloos enkele pyrietstrepen
Op 0.41 m zandsteenconcretie (pyriet of fosgaat . ?)
0.12-0.25 : sterk doorkropen klei met opgevulde kruipgangetjes
0.25-1.45 : bruinachtig grijs, fijn, glimmerhoudend kleiig zand, kalkloos,
zwak glauconiethoudend. Bovenaan soms nog enkele kleirestjes en
kleiige sporen van graafgangen verspreid over de kern.
Vanaf 1.00 m wordt de kleur iets minder bruin en groener
(bovenaan mogelijk bruine kleur door organsich materiaal)
4. 27.10 - 28.60 m (1.50 m)
Grijsgroen fijn, kleihoudend, glimmerhoudend zand. Verspreid, talrijke heel
fijne fragmentjes van kleilamellen die gebioturbeerd zijn of kapot getrokken.
Groene vlekken (glauconiet)
Op 1.10 m fijne kleilamellen die gebioturbeerd zijn.
5. 28.60 - 30.10 m (1.50 m)
Op 0.36 m zandsteen waarschijnlijk aaneengekit door pyriet
0.00-1.50 : zelfde grijsgroen, bruinachtig,glimmerhoudend kleihoudend
zand met groene vlekken (glauconiet). Vanaf 1.00 m
iets lichter van kleur en iets groener. Mogelijk ook wat fijner
Op 0.50 m kleilamel.
Op 1.37 m zwarte vlekken van waarschijnlijk amorf pyriet.
Geen kalk
6. 30.10 - 31.10 m( 0.80 m)
0.00-0.80 : zelfde zand, vooral bovenaan talrijke sterk doorkropen
kleilensjes. Geen kalk
Op 0.04 pyrietconcretie, mogelijk met houtrest ?
7. 31.10 - 31.80 m(0.60 m)
Grijsgroen,fijn zand met halffijne tot grove korrels, glimmerhoudend, nog
enkele sporen van doorkropen kleilamellen; bovenaan enkele kleine
versteningen.
8. 31.80 - 32.50 m (0.70 m)
Zelfde zand . Bleekgrijze kleivlek op 0.16 m. Duidelijk kleiige sporen van
opgeloste schelpen. Op 0.65 m bioturbate gang. Op 0.45 m grotere
gebioturbeerde kleilamel.Op 0.48 m zwarte vlek van amorf pyriet. Kalkloos
9. 32.50 - 33.40 m (0.75 m) verlies onderaan.
Zelfde zand, vrij homogeen, weinig kleihoudend. Micahoudend - slechts
sporen van bioturbaties. Verspreid, talrijke heel vaag gebioturbeerde zwarte
vlekken (klei? organisch materiaal - pyriet )
10. 33.40 - 34.00 m (0.60 m)
0.00-0.18 : zelfde gevlekt zand
0.16 m pyrietstreek. Op 0.10 m lens van grover materiaal
0.18-0.20 : rijstkorrel grind
0.20-0.28 : zelfde zand, iets bleker met doorkropen kleilamel op 0.28 m
0.29-0.32 : rijstkorrel grind, kwarts met glauconietcoating
Op 0.32 m ± 1 cm dikke pyrietaanrijking.
0.32-0.40 : gebleekt groenig zand, homogener, iets kleiig dat naar onder toe
donkerder wordt. Nog steeds glimmerhoudend.
11. 34.00- 35.50 m (1.50 m)
Grijs, iets groenachtig, fijn zwak glauconiethoudend, glimmerhoudend (grote
mica's) zand - kleihoudend. Geen kalk. Zeer homogeen van uitzicht
waarschijnlijk intens gebioturbeerd. Nog enkele sporen van kleilensjes. Geen
kalk.
12. 35.50 - 37.00 m (0.46 m) verlies onderaan
Zelfde zand (kern nogal waterhoudend en minder compact zand)
Iets fijner,homogeen, glimmerhoudend, wat kleiig zand, geen kalk.
Onderste 7 cm grote doorkropen, opgevulde kleilenzen, pyriteuze vlek op 0.20m.
13. 37.00 - 38.50 m (1.45 m)
Zelfde zeer homogeen zand met zeldzame kleivlekjes tot 0.50 m.Geen kalk.
Vanaf 0.80 m terug meer resten van kleilamellen en brokjes. Tussen 1.30-1.45m
enkele pyriteuze vlekken. Vanaf 1.25 m duidelijk wat kleiiger.
14. 38.50 - 39.80 m (1.30 m)
0.00-0.40 : zelfde zand met opvallend veel overblijfselen van kleilenzen en
brokjes.(zelfs dikere)
0.40-0.55 : homogener zand
0.55-0.65 : duidelijke overblijfselen van een sterk doorkropen vette klei
0.65-0.69 : grof zand (melkkwartsen - glauconietcoating) glauconiethoudend
0.69-0.58 : homogeen, iets bleker grijsgroen, tamelijk fijn, nogal hoekig
zand.
Grote glimmers opgebroken kleilaagje op 0.71 m.
Op 0.83 m een doorlopend, 3 mm dik vette klei.
0.85-0.93 : Grijze vette klei. Op 0.87 dun zandlensje. Van 0.87-0.89 : dikkere
zandlens. Scheve basis met daaronder, fijn gelamineerd zelfde
zand.
Op 1.00 m : schuin laagje (± 1 cm) van kleibrokken
.
1.00-1.30 : duidelijke grijzer (minder groen), minder glauconiethoudend, zeer
homogeen fijn zand met slechts zeldzame sporen van opgebroken
kleilamellen (duidelijk veel minder kleihoudend) geen kalk.
15. 39.80 - 40.70 m (0.90 m)
Zelfde heel homogeen zand. Brokje witte klei op 0.27 met pyrieteuze vlekken.
Op 0.40 m houtrestje en spoor van opgeloste schelp van 5 cm. Ook op 0.75 m. Op
0.63, 0.70 en 0.74 pyrietvlek. Op 0.65 m vlekje witte klei. Geen kalk.
16. 40.70 - 42.20 m (0.73 m)
Zelfde bleek grijs zand - weinig glauconiet. Op 0.20 m houtfragment. Ook
enkele pyrietvlekken.
17. 42.20 - 43.70 m (0.43 m)
Zelfde zand met talrijke pyrieteuze vlekken. Op 0.25 m zone met verspoeld
hout.
18. 43.70 - 45.10 m (0.60 m)
0.00-0.10 : zelfde middelmatig fijn zand. Vanaf 0.10 m komen er meerdere
kleilamellen in.
0.20-0.22 : zone met grove kwartsen en resten van hout.
0.22-0.60 : relatief homogeen zand, beetje kleiig met zeldzame resten van
kleivlekken - pyrietvlekken - weinig glauconiet. Geen kalk.
19. 45.10 - 45.50 m (0.30 m)
Zeer homogeen (van uitzicht) zand, meer glauconiethoudend. Weinig klei.
Bovenaan zone van +5 cm met grovere kwartsen, klei en organisch materiaal.
20. 45.50 - 45.80 m (0.27 m)
Idem, iets fijner naar onder. Onderste centimeters gestoord.
21. 45.80 - 46.20 m (0.45 m)
Idem, glauconiethoudender.
22. 46.20 - 47.70 m (1.33 m)
Homogeen, grijsgroen, glauconiethoudend licht kleihoudend zand met een
streek grover zand op 0.08 m
Tussen 0.40-0.70 m duidelijk donkerder gekleurd. Vanaf 1.14 m weinig klei,
praktisch kwarts-glauconiet zand met wel bioturbate sporen. Micahoudend.
Op 1.09 m donkere horizontale pyriet-organisch materiaal ?
Op 0.72,0.83 en 1.12 m houtfragmentje.
23. 47.70 - 49.20 m (1.50 m)
0.00-0.91 : zelfde grijsgroen, glauconiethoudend zand. Tot 0.26 m iets
donkerder gekleurd (glauconiet.?)
Vanaf 0.26 m fijn gelaagd (sortering van glauconiet)
Tot 0.42 m iets bleker kwarts glauconietzand.
0.43-0.93 : terug donkerder grijsgroen
0.93-1.10 : bleek kwarts - glauconietzand, vrijwel zonder klei. Contact met
onderliggend zand via bioturbale structuren.
1.10-1.50 : terug homogeen, grijsgroen zand.
Tussen 1.37-1.41 : onregelmatige, doorbroken kleilamellen.
24. 49.20 - 50.70 m (1.50 m)
0.00-1.50 :fijn,glauconietrijk zand,licht kleihoudend, homogeen, micahoudend.
Op 0.40 en 1.39 m zwarte streep van glauconiet.? aanrijking.
Bovenste 5 cm groener en kleiiger - gestoord - naval.
25. 50.70 - 52.20 m (1.50 m)
Zelfde, glauconietrijk, micarijk zand. Op 0.67 m verspoeld organisch
materiaal.
26. 52.20 - 53.70 m (1.50 m)
0.00-0.05 : heel donkergrijze vette, zware klei met zandvoegen
0.05-0.08 : vaag gelaagd grijs matig fijn, glimmerrijk glauconiet zand.
Onderaan doorkropen kleilensje.
0.08-0.30 : duidelijk gelaagd (mm gelaagd), schuin en afwisselend afgesneden
(laminaties komen tot uiting door afwisselend kwarts en
glauconietgehalte)
Op 0.17 m doorkropen kleilensje.
0.30-0.50 : twee donkere kleilagen (10 en 5 cm) gedeeltelijk doorkropen met
ertussen bleker grijs structuurloos zand.
0.50-0.67 : zeer fijn gelamineerd zand, afwisselend kwarts en glauconietrijk
± horizontaal parallel gelmaineerd. Slechts heel zeldzaam
bioturbatie.
Onderaan doorkropen kleilensje.
0.67-0.80 : donkerder grijs, homogeen kleiig fijn zand met onderaan sterk
doorkropen kleilensje
0.80-0.85 : gevlekt, sterk geboturbeerd, losser, minder kleihoudend zand.
0.85-1.36 : donkergrijs, fijn, kleiig zand. Bovenaan donkergrijze opgebroken
kleilamellen.
Vanaf 1.05 m bleke kleiige vlekjes (bleker dan het zand). Vanaf
1.20 m duidelijk groener - glauconietrijker.
Vanaf 1.36 m zelfde zand maar homogener zonder bleke kleivlekjes.
27. 53.70 - 55.20 m (1.50 m)
0.00-0.60 : zelfde grijsgroen zeer homogeen glauconietrijk, glimmerhoudend
zand. Vanaf 0.30 m enkele opgebroken kleilensjes.
Tussen 0.60 en 0.65 m en tussen 0.72 - 0.89 m terug blekere, sterk
gebioturbeerde kleilamellen in het zand.
0.89-0.92 : dikkere doorkropen kleilens.
0.92-1.06 : zelfde zand maar veel doorkropen kleilaagjes.
1.06-1.13 : fijn gelamineerd maar met bioturbaties. Tussen 1.10-1.30 m sterk
doorkropen kleilens.
1.13-1.17 : zelfde fijn gelamineerd zand, regelmatig doorkropen. Vanaf
1.17-1.32 m heel sterk doorkropen met witte vlekken.
1.32-1.46 : fijn gelamineerd, scheef en afgesneden ?
Op 1.40 m andere hoek.
1.46-1.50 : donkergrijze tot zwarte, gebioturbeerde klei.
28. 55.20 - 56.70 m (1.35 m) + 15 cm bovenaan gestoord
0.00-0.98 : fijn gelamineerde zanden met tussen 0.05-0.07 twee dunne
doorkropen kleilaagjes
0.12-0.15 : dikke kleilaag
0.15-0.22 : horizontaal gelamineerd tot 0.l9 en dan afgesneden door gebogen
laminatie
0.22-0.29 : sterk doorkropen, zware kleilaag
0.29-0.35 : gebioturbeerd zand met onderaan enkele blekere vlekken
0.35-0.50 : heel fijn gelamineerd, zwak hellend
Op 0.44 m zwak gebogen laagje met opgebroken klei
0.50-0.54 : terug gebioturbeerd met witte vlekjes
0.54-0.60 : sterk doorkropen zware klei
0.60-0.80 : fijn gelamineerd met op 0.70 m een opgebroken kleilaag
0.80-0.96 : zwak scheef gelaagd in beide richtingen
2 cm dikke scheve laag van vette zware klei
0.96-1.03 : sterk kleiig fijn zand met duidelijke resten van kleilamellen en
laagjes
1.15-1.35 : idem, maar groener en homogener nog enkele resten van
kleilamellen.
29. 56.70 - 58.20 m (1.50 m)
0.00-0.14 : tamelijk homogeen zand met een sterk doorkropen, cm dikke
kleilaag Op 0.10, op 0.12 : lichtgrijze, lichtjes verhard
kleilensje (kalkloos)
0.14-0.19 : zelfde zand maar met duidelijk bleke bioturbate vlekjes.
0.19-0.24 : terug vette donkergrijze klei bovenaan aangevreten en doorkropen
0.24-0.50 : gehomogeniseerde sterk doorkropen zand
0.50-1.50 : zelfde grijsgroen zand (vast en compact) Tot 0.65 : verspreide,
kleine restjes van kleilamellen
Tot 1.25 m nog sporadisch gebioturbeerde kleiresten
1.25-1.50 : zeer homogeen
30 58.20 - 59.70 (1.50 m)
Zelfde vast zand, kleiig, met enkele boorgangen (vooral tussen 0.20-0.50 m)
van bleker losser witgewassen zand en opgebroken kleilamelletjes.
Vanaf 0.65 m sterker kleihoudend, meer resten van doorkropen klei.
Op 1.07 m donkere vlek (pyriet-organisch materiaal ?)
Vanaf 1.25 m iets losser en minder kleihoudend.
31. 59.70 - 61.20 m (1.50 m)
Zelfde kleiig , sterk gehomogeniseerd zand
Op 0.20 m pyrietconcretie.
32. 61.20 - 62.70 m (0.20 m) (verlies onderaan)
idem
33. 62.70 - 64.20 m (1.50 m)
0.00-0.34 : zelfde zand
Op 0.34 m vrij scherp contact met een veel fijner compacter -
homogener zand. Contact is doorkropen.
0.35-1.50 : fijner zand is heel fijn, zachter, silteus, minder glauconiet -
enkele doorkropen kleilensjes, nog glimmerhoudend. Kleigehalte
neemt gevoelig toe vanaf 1.30 m
34. 64.20 - 65.70 m (1.70 m) uitgezet
Lichtgrijze silteuze klei, met talrijke bleke fijnzandige vlekjes en donkere
pyriteuze vlekjes. Onderste 10 cm siltiger en fijnzandiger.
35. 65.70 - 67.20 m (0.85 m)
Gestoorde kern tot 0.45 m
0.45-0.85 : sterk doorkropen kleiig zand. Veel doorkropen kleilaagjes en
lensjes.
36. 67.20 - 68.70 m -1.50 m)
0.00-0.25 : zelfde kleiig zand. Vanaf 0.20 m heel fijne, bleke, zandige
bioturbaties
0.25-0.50 : geleidelijke toename in glauconiet. Vanaf 0.45 m duidelijker
glauconietrijker.
Vanaf 0.52 m donker glauconietrijk fijn zand met resten van
gebioturbeerde kleilamellen.
Op 0.80 m zone met uitgewassen bleker zand.
Vanaf 1.00 m geleidelijke vermindering van glauconiet tot 1.15 m.
Vanaf 1.15 m zand zoals bovenaan.
37. 68.70 - 70.20 m (1.50 m)
Lichtgrijze, silteuze klei met bleke siltstipjes zoals kern 34.
Tussen 0.85-0.88 m bleker lichtgrijs gelamineerd, silteus zand. Geen kalk.
38. 70.20 - 71.70 m (1.50 m)
0.00-0.25 : idem, geen kalk, sterk doorkropen, zandige kruipsporen
0.25-0.85 : sterk kleiig , zand: sterk gebioturbeerd met nog enkele resten van
kleilamellen, geen kalk
0.85-1.50 : bijna homogeen grijsgroen fijn silteus kleihoudend zand,
glimmerrijk, glauconiethoudend; zeldzame sporen van bioturbatie.
Op 1.00 m sporen van opgeloste schelpen
39. 71.70 - 73.20 m (1.53 m)
Geen kalk (voor ganse kern)
0.00-0.30 : zelfde zand
0.30-0.40 : toename van klei; opgebroken en sterk gebioturbeerd
0.40-0.57 : sterk kleiig zand; vaster; enkele grotere kruipgangen opgevuld
met uitgewassen fijn zand
0.57-0.70 : geleidelijke overgang tot zandige klei met talrijke fijne
bioturbaties
0.70-1.35 : vaste klei met nog steeds fijne bioturbaties (soms opgevuld met
amorf pyriet)
1.35-1.48 : geleidelijke toename van grotere glauconietkorrels
1.48-1.53 : idem, doch zandiger en glauconietrijker, zandiger is graafgangen
opgevuld met lichtgrijs zand en donkere glauconietresten; geen
kalk.
40. 73.20 - 74.70 m (1.50 m)
0.00-0.75 : zelfde zandige en glauconietrijke klei. Op 0.31-0.33 : licht
grijsbruin
zandig laagje glauconietgehalte stijgt met maximum vanaf 0.60;
sterk gebioturbeerd
0.75-1.20 : zeer (zandige klei tot) kleiig zand met losse zandzones (o.a. op
1.00 m)
1.20-1.50 : terug overgang naar zandige klei steeds glauconietrijk.
41. 74.70-76.20 m (1.59 m)
0.00-0.10 : zelfde glauconietrijke zandige klei
0.10-0.22 : zeer sterk gebioturbeerde klei met zandige kruipsporen.
0.22-0.81 : kompakte vaste grijze klei met fijn zandige en glauconiethoudende
bioturbaties; niet kalkhoudend
Op 0.55 m zandvoeg van glauconietzand
0.73-0.81 : sterk zandige lichtgrijze laag zonder glauconiet; kalkrijk
0.81-1.59 : zelfde grijze klei met lichtgrijze "vermikulaties" soms zwart
wegens amorfe pyriet; kalkrijk
Vanaf 1.04-1.06 sterk zandige zone Op 1.20 van 1.25-12.8
en van 1.34 - 1.37 m
Op 0.99 m ook schelp
Op 1.41 m eerste sporen van schelpen
Op 1.47 m grotere zeer dunwandige schelp
42. 76.20 - 77.70 m (1.45 m)
0.00-0.20 : zelfde klei; glauconiethoudend; met zandige bioturbaties,
toenemend glauconiethoudend, (grotere korrels); kalkrijk
Op 0.20 m sporen van schelpen
0.20-0.25 : overgang naar kleiig zand
0.25-0.45 : zand met doorsneden van grote maar halfvergane schelpen; zeer
kalrkijk
0.45-0.65 : meer kleiige zone; resten van sterk doorkropen kleilaagjes
0.65-1.45 : zelfde kleihoudend zand; stijgend glauconietgehalte
0.70-0.75 : terug grote schelpen sterk kalkrijk; zeer homogeen;
zeldzaam sporen van bioturbatie; geen nummulieten
43. 77.70 - 79.20 m (1.40 m)
0.00-0.40 : zelfde kleihoudend zand met enkele resten van opgebroken
kleilamellen
zeer fijn, structuurloos kalkrijk zand; verspreid sporen van
schelpen
0.40-1.40 : meer kleihoudend, kompakter zand kalkrijk: meer fijne brokjes
kleilamellen, door bioturbatie opgebroken
Op 0.92 m laagje met glauconietconcentratie tussen schelpen
44. 79.20 - 80.10 m (0.90 m)
0.00-0.07 : naval
0.07-0.40 : glauconietrijk en kleirijk zand; bevat nummulieten
Op 0.31-0.35 : akkumulatie van nummulieten tussen zelfde
dunwandige schelpen
0.40-0.84 : fijn gelamineerd minder kleiig zand; subhorizontaal; laminae komen
tot uiting door glaukonietconcentratie en nummulietenlaagjes
0.40-0.45 : donkergroen glauconietrijk
0.44-0.49 : sterk kleiige zone
0.71-0.74 : veel grover glauconiet en met veel nummulieten
afwisselend fijn zand en grover zand met nummulieten
0.84-0.90 : akkummulatie van nummulieten in glauconietzand
45. 80.10 - 81.60 m (1.45 m)
0.00-0.22 : zelfde nummulieten akkumulaties maar versteend
0.22-0.27 : losse akkumulatie van nummulieten
0.27-0.47 : grijsgroen sterk kleiig heel fijn silteus zand met veel
nummulieten verspreid en geconcentreerd in laagjes (0.30-0.40;
0.44-0.46) Van 0.45 : Ostrea
Nummulietenzone van 0.44-0.46 heeft sterk kleiige basis
0.47-0.84 : terug zeer fijn homogeen, silteus, weinig klei; weinig of niet
glauconiethoudend zand met verspreide nummulieten 0.54 : schelp
Tot 0.69 toenemend glauconietgehalte
0.67-0.69 : glaconietrijke zone
0.69 scherp kontakt met terug zelfde zand
0.76 en 0.78 : scheve laagjes met nummulieten
0.80-0.82 : kleilaagje; doorkropen
0.82-0.84 : nummulietakkumulatie
0.84-1.45 : terug grijsgroen fijn zand; kleiiger, sterk gehomogeniseerd,
veel verspreide nummulieten; verspreide schelpenresten
1.30-1.34 : lichtjes aaneengekit.
46. 81.60 - 83.10 m (1.50 m)
0.00-0.40 : kleirijk, homogeniseerd, sterk gebioturbeerd zand met talrijke
verspreide kleibrokjes; verspreide nummulieten en verspreide
schelpen
0.40-1.33 : aantal kleibrokjes neemt af tot vrij homogeen kleiig zand
Op 0.90 grote schelp
1.33-1.50 : sterk gebioturbeerde kleibrokjes nemen terug plots toe.
P. LAGA & C. VANDORMAEL
JULI 1989
Beschrijving van spoelmonsters
Volgnr. Beschrijving Diepte m
85* Bleek groengrijs, middelmatig tot fijn, licht silteus,
glauconiethoudend zand met Nummulieten 85.00
86* Zelfde zand, donkergrijze meerdere nummulieten en enkele
kleifragmentjes 86.00
87* Bleek groengrijs, silteus fijn zand, glauconiethoudend,
zwak micahoudend en met verscheidene Nummulieten 87.00
88* Groen-grijs, kleihoudend en glauconiethoudend (lichte
toename in glauconiet) fijn zand met Nummulieten 88.00
89 Idem, iets fijner en kleiiger 89.00
90* Bleek groen-grijs, silteus en kleiig fijn zand; glauco-
niethoudend - zwak micahoudend en met Nummulieten 90.00
91 Idem + kleibrokjes 91.00
92*-93-
94 -95* Bleek groen-grijs, glauconiethoudend en zwak micahoudend
fijn tot zeer fijn zand met slechts enkele Nummulieten,
wat schelpengruis en enkele donkergrijze kleifrag-
mnetjes 95.00
96 -97* Idem, enkele zandsteenfragmentjes 97.00
Stratigrafische interpretatie a.h.v. geofysische boorgatmetingen
Formatie van Diest : 0.00 - 18.00 m
Formatie van Boom : 18.00 - 39.00 m (?)
Lid van Terhagen : 18.00 - 25.00 m
Lid van Belsele Waas : 25.00 - 39.00 m ?
Formatie van Borgloon ? : 39.00 - 76.00 m
Formatie van Zelzate/Formatie van St. Hern
Formatie van Maldegem
Zand van Wemmel/Formatie van Lede ? : 76.00 80.00 m
C. VANDORMAEL
