PL. SCHERPENHEUVEL 75E
M. Gulinck
315 (VIII)
Filterput, uitgevoerd te MOLENBEEK-WERSBEEK
voor de luchtmacht
door de Firma Goddijn uit Lichtervelde
Topografische ligging opgetekend door W. Claessens, op 9.5.1952
Grondstalen verzameld door de aannemer
Aanvang der werken : begin mei 1952
Einde der werken : einde mei 1952
Boringsmethode : met inspoeling
Opeenvolgende diameters : 15" 1/2
Einddiameter : filter : 10"
lengte : 10.00m
Aard der pomp : diepzuiger
Diepte van het water, bij ruststand : 45m
met een debiet van 2.000 liters per uur
Benaderende hoogte van de begane grond, boven de zeespiegel : 85
Totale diepte : 78.00m
N.B. De buizen zijn terug getrokken geweest tot op
59.00m (de put werd gevuld met beton vanaf 59.00m tot
78.00m) (inlichtingen medegedeeld door lieutenant
Blommaerts)
Volgnummer AARD DER GRONDLAGEN Diepte m
1. Grof, bruinroodachtig kleiig zand, samenhangend 1.00 - 7.00
2*. Bruingeelachtig, glauconiethoudend, mid. grof,
samenhangend zand 7.00 - 22.00
3. Idem 22.00 - 43.00
4*. Bruingroenachtig glauconietrijk samenhangend
grof zand 43.00 - 46.00
5. Idem, met enkele kleine gebleekte vuursteen-
brokjes 46.00 - 58.50
6. Los, grof, bruingroenachtig glauconietzand
(monster "uitgeblazen") 58.50
7*. Bruinroodachtig, grof kleiig zand met kleine
kwartskeitjes, verweerde vuurstenen 58.50 - 78.00
8*. Zeer fijn, witachtig, glimmerrijk zand (monster
"uitgeblazen") 78.00
9*. Zeer fijn, bleek grijsachtig, glimmerhoudend
zand ("uitgeblazen") 83.00
10*. Grijze zandige klei, glimmerhoudend 83.50 - 90.00
AARDKUNDIGE VERKLARING (M. Gulinck, 8.1.1953)
Er is blijkbaar verwarring ontstaan bij het bemonsteren
Vanaf no 7 is de normale volgorde 7-10-8-9.
Vermoedelijk profiel (DIESTIAAN 1.00-78.00
(RUPELIAAN R2c (klei 78.00-84.50 ?
( R1 (zand) 84.50-90.00 ?
(misschien Tongeriaan vanaf 78 m ??)
PL. SCHERPENHEUVEL 75E
M. GULINCK
315 (VIII) vervolg.
PUT uitgevoerd te MOLENBEEK-WEERSBEEK,
bij het Radarstation,
door de firma SMET uit Dessel,
Topografische ligging opgetekend door W. CLAESSENS, de 9.10.1957.
Grondstalen verzameld door de boormeester.
Aanvang der werken : 15.2.1957.
Einde der werken : 11.4.1957.
Opeenvolgende diameters : 300mm - 200 mm.
Einddiameter : filter : 114 mm.
Aard der pomp : diepzuigerpomp.
Diepte van het water, bij ruststand : 45 m.
Tijdens het pompen : 50 m.
met een debiet van 3.000 liters per uur.
Benaderende hoogte van de begane grond boven de zeespiegel : 85.
Totale diepte : 70.25 m.
Volgnummer AARD DER GRONDLAGEN Diepte m.
1-7 Bruin-roodachtig samenhangend zand met limo-
nietzandstenen 1.00 7.00
8-28 Bruin, verweerd kleiachtig zand, limonietzand-
steenconcreties op 23 m 8.00 28.00
29-32 Bruin, grof, minder samenhangend zand 29.00 32.00
33-43 Bruin, tamelijk grof sterk samenhangend zand 33.00 43.00
44-60*-70 Bruingroen, min of meer samenhangend zand,
limonietconcreties op 56, 59 en 64 m, paars-
kleurige klei (sideriet klei ?) op 60 en 64 m 44.00 70.00
VERMOEDELIJKE AARDKUNDIGE VERKLARING : M. GULINCK - 25.8.1958.
Diestiaan : 0.00 - 70.00 m.
N.B.- Aangezien de slechte uitslag van de wateront-
leding werd deze put niet gebruikt.
Analyse de l'eau de Molenbeek-Wersbeek (Station multiplex),
effectuée par le Laboratoire Central du
Service de Santé, 145, avenue de la Couronne,
Bruxelles, le 1.4.1957.
Caractères organoleptiques : Couleur jaunâtre.
dépôt limoneux
inodore
insipide
Examen chimique : Sulfate 0
Ammoniaque 0
Nitrites ++
Nitrates traces
Plomb 0
Phosphates 0
Fer traces
Chlorure (en
Na C1) 50 mg %
Matières organiques : 02 consommé en milieu acide 0,92 mg %
02 consommé en milieu alcalin 0,37 mg %
Examen bactériologique :
Nombre de germes cultivables en gélatine en 15 jours :
Innombrables.
Nombre de coli au litre : 20 L.
Conclusions : Eau mauvaise.
