074E0193.txt
ADMINISTRATIEVE & TECHNISCHE GEGEVENS
--
Kaart nr.: 74E
PLAAT: Rotselaar
Nr.: 193 (VIII, d)
Type Boring: bouwput
Topografische kaart: 24/6
Uitgevoerd te: Wilsele - Putkapel
Post nr.: 3012
Adres boorplaats: Weggevoerdenstraat 1-3, kruispunt Aarschotsesteenweg
Kadaster: Leuven 6 afd/Wilsele sectie B perceel 0170
Opdrachtgever:
Boorfirma:
Boordatum: november 2021
Topografie: volgens kaart
Stalen door:
Boormethode:
Lengte & doormeters: bouwput ca 40x30 m, omvat grootste gedeelte van perceel
Grondwaterstanden: niet waargenomen (grondwaterbemaling)
1ste maal:
Bij rust:
Tijdens pompen:
Debiet:
Waterzaak nr.:
Totale diepte: 3,95 m
Stalen bewaard: neen
Maaiveld / ref. peil: ± 14,50 m
X: 174735
Y: 179360
NIS code: 24062
--
BOORBESCHRIJVING
--
Nr. van * tot * AARD DER GRONDLAGEN (diepte geschat)
--
0,00 0,90 geroerde grond, donkerbruin, sterk lemig, vooral bovenaan met baksteen en bouwpuin, lokaal zwartgekleurd door asse, naar onder bleker bruin; basiscontact nu eens scherp, dan weer vaag
0,90 1,80 geelbruine zandleem, aan de top over max 20 cm en vrij scherp begrensd donkergrijs met wisselende intensiteit volgens hoeveelheid humus; hieronder gebleekte (gepodzoliseerde) zandleem met roestige vlekjes; basiscontact zeer scherp, subhorizontaal maar licht gekarteld, de bovenliggende zandleem is roestbruin verkleurd op de oostelijke profielwand
1,80 2,05 oranje-gele kleilaag, van west naar oost in dikte variërend van 0 tot 40 cm (hoe dunner des te scherper begrensd naar onder), intern eerder blauwgrijs van reductiekleur, met licht naar het noordwesten afhellende zandige laminaties, die qua helling en richting overeenkomen met de foresets van het onderliggende laagpakket
2,05 3,95 fluviatiel lichtgrijs tot asgrijs overwegend matig fijn zand, georganiseerd in foresets van 20 tot 40 cm dikte die elkaar afsnijden maar globaal in noordelijke richting lijken op te klimmen; intern vertonen deze forests steilere ripple marks (goed zichtbaar indien de individuele laagjes verschillen in korrelgrootte en kleigehalte) die overwegend naar het NNW afhellen (= stromingsrichting) maar waarin toch wat richtingsvariatie voorkomt (op basis van variaties in schijnbare helling tussen de verschillende foresets)
--
STRATIGRAFISCHE INTERPRETATIE
--
Top * Basis * STRATIGRAFISCHE EENHEDEN
--
0,00 0,90 Anthropogeen, geroerde grond
0,90 1,80 Formatie van Arenberg, Lid van Sint-Paulus met bodemprofiel
1,80 2,05 Formatie van Arenberg, Lid van Gemelingen
2,05 3,95 Formatie van Arenberg, Lid van Weert
--
AUTEUR D. Lagrou, m.m.v. M. Dusar, 15.3.2022
OPMERKINGEN
Foto’s bouwput gemaakt op 12.11.2021 (aut. D. Lagrou).
Overzicht noordelijke bouwputwand.
Noordelijke profielwand met scherpe contacten tussen donkerbruine tot zwarte geroerde grond met bouwpuin bovenaan, gevolgd op 0.90 m door geelbruine leem met beginnend bodemprofiel, gevolgd op 1.80 m door oranje-gele zandige klei, gevolgd op 2.05 m in weliswaar scherp maar minder regelmatig contact met lichtgrijs fluviatiel zan tot onderkant verticale wand op 3.65 m. In de oranjegele klei links in beeld of op het contact met het lichtgrijze fluviatiele zand eronder bemerkt men zwak naar links afhellende laminaties (= met schijnbare helling naar het westen), wat wijst op continuïteit met de sedimentaire structuren in het onderliggende fluviatie zand (zie volgende foto).
Naar het westen toe verdwijnt de kleilaag tussen bovenliggende donkerbruine humeuze leem en onderliggend bleekgrijs fluviatiel zand met lichte schijnbare helling van de ripple marks in westelijke richting.
Oostelijke profielwand met zowel langs onder als langs boven afgegrensde kleilaag tussen de bruine leem met roestrode basis erboven en de grijze fluviatiele zanden eronder waarbinnen de foresets opvallen maar niet de interne ripple marks. De centrale kleilaag vertoont een gele oxidatiekleur maar is intern eerder blauwgrijs zoals blijkt uit het afbrokkelend deel van de bouwputwand.
Oostwand bouwput met climbing foresets op decimetersschaal in het fluviatiele zand waarbinnen steil noordwaarts afhellende ripple marks voorkomen. Grijze slappe kleilenzen scheiden de sedimentaire foresets en worden door de schraper over de wand van de bouwput uitgesmeerd. Naar boven toe wordt het fluviatiele zand sterk kleiig en geelbruin verkleurd. Dit pakket wordt scherp begrensd door de bovenliggende leemlaag met onduidelijk bodemprofiel, roestrood van onder, humeus grijs van boven. Deze leemlaag wordt bedekt door donkerbruine tot zwarte geroerde grond met steengruis.
