***************************************************************************
ADMINISTRATIEVE & TECHNISCHE GEGEVENS
---------------------------------------------------------------------------
Kaart-Nr: 073W
PLAAT: Vilvoorde
Nr: 459
Type Boring: WPC 3014-004
Topografische kaart: 23/7
Uitgevoerd te:
Postnr:
Adres boorplaats: Vilvoorde, Harensteenweg (3 fonteinen)
Opdrachtgever: De Watergroep
Boorfirma: Smet G.W.T.
Boordatum: dd 03-10-2016
Topografie:
Stalen door:
Boringsmethode:
Lengte & doormeters:
Grondwaterstanden:
1ste maal:
Bij rust :
Tijdens pompen:
Debiet:
Waterzaaknr:
Totale diepte: 145 m
Stalen bewaard: ja
Maaiveld/ref. peil: 14.1 m
X: 153662
Y: 178449
NIS-code:
---------------------------------------------------------------------------
BOORBESCHRIJVING volgens geoloog
---------------------------------------------------------------------------
van * tot * AARD DER GRONDLAGEN
---------------------------------------------------------------------------
0 1 Bruine zandleem (zand textuur) met steenkool en baksteengruis
1 2 Bruine siltige tot zeer fijn zandige leem
2 3 Bruine tot grijsbruine (vochtige) kneedbare kleige leem, met gebroken baksteen
3 4 Bruine slechts licht kleihoudende meer brokkelige leem, met baksteengruis met donkere venige kleibollen, met bleekbeige zeer fijn zandige lemige kleilaagjes, roestig verkleurd
4 5 Blauw (reductiekleur) kakibruin oxiderend middelmatig scherp kleiig tot kleverig kwartszand (fluviatiel)
5 6 Zelfde afzetting maar vergrovend: blauwgrijs kakibruin oxiderend grog scherp lichtkleiig kwartszand, nog licht kleverig van de klei
6 7 Zelfde afzetting: blauwgrijs kakibruin oxiderend grof scherpslibhoudend kwartszand, zonder kleverige klei
7 8 Grof riviergrind van gemengde samenstelling: 8 cm grote onregelmatige blok van groen Tubize kwartsiet, tubulaire grove kiezelzandsteen uit het Zand van Brussel (= opvulling graafgangen) cm-grote onregelmatige fragmenten (chips) van grove kiezelzandsteen uit het Zand van Brussel (= grootste aantal), kleine gebroken donkere silex rolkeien, soms met restant van bleke cortex (overwegend in de granulaire fractie); rond recht bleekbeige compacte kwartsareniet buisje van 0.5 cm doormeter (van enigmatische oorsprong), weinig gebleekte of gecarameliseerde silexrolkei. Silex rolkeien meestal onregelmatig van vorm en gebroken (Brusseliaan type) minder eirond (Diestiaan type) en weinig plat (Tongeriaan type); gemengd met zeer grof kwartszand.
8 9 Grof riviergrind, grotere onregelmaitge fragmenten (tot > 5 cm) van bleke grove kwartsareniet, zeer licht glauconiethoudend, uit Zand van Brussel, maar licht overwicht van silexrolkeien: onregelmatige tot > 5cm, eironde tot 3 cm, ronde platte tot 3 cm, ook hoekige donkere silex die vermoedelijk uit het Krijt komt; gebroken fragmenten van aderkwarts met chloriet uit Massief van Brabant. Bevat 1 intersectie klei van 7cm, uitgehold uit bruingrijze middelmatige sedimentaire kwartsiet met bleke korst van zelfde kwartsareniet, meer poreus en met witachtige matrix. Dit lijkt op eenzelfde proces als de verweringscortex van silex, dus eerde een verwerings- dan versteningsfenomeen.
9 10 Grof riviergrind; de grootste fragmenten zijn bleekgroengrijze onregelmatige chips van Kwartsareniet uit Zand van Brussel (> 5 cm); de meerderheid zijn donkere vuursteen rolkeien, opvallen veel eirond (= Diestiaan type); de meeste zijn echter te onregelmatig en daarom vermoedelijk uit basis Zand van Brussel
10 11 Nat en stinkend onverteerd organisch materiaal, mengeling van slappe grijze silteuze klei met grof kwartszand en grind vergelijkbaar met monster 9-10 m.
Opmerking: geur wijst op Quartaire oorsprong, ook van de klei.
11 12 Grijs licht slibhoudend zeer grof kwartszand, vermengd met weinig maar zeer grof grind (zowel Brusseliaan kiezelzandsteen als silexrolkei, mogelijk naval).
Opmerking: kleur en samenstelling van het grove zand zijn compatibel met Brusseliaanse oorsprong en in-situ herkomst uit een insnijdingsgeul gevuld met het grofste zand; nog kalkloos.
Opmerking 2: grove kwarts is soms groenig; fijnere korrels in heldere kwarts.
12 13 Donkergrijze slibrijk kalkhoudend zand van zelfde afzetting (slecht gesorteerd, van fijn tot zeer grof); vol cm-grote brokken, meestal hoekig soms in vorm van bioturbatie van grijze matig grove zeer licht gespikkelde kiezelzandsteen; bijmenging van fijne gebroken donkere en bruine silexrolkeien.
Opmerking: zand en zandsteen uit dezelfde laag, in-situ aangeboord.
13 14 Blauwgrijs geelbruin oxiderend slibhoudend kalkhoudend heterogeen kwartszand, van fijn tot grof, echter minder zeer grove korrels; nog met grijze kiezelzandsteen, echter veem mindern keien dan bovenliggend (blijft dezelfde afzetting).
14 15 Zelfde afzetting van grijs slibhoudend kalkhoudend (licht papperig) slecht gesorteerd tot grof kwartszand; zonder versteningen. Op de bodem van de pot ligt wel een 7cm grote zwarte onregelmatige afgeronde knol van zwarte zeer fijne kwartsiet met overgang naar chert (= kwartsietische fijn silteus) van vermoedelijk Ordovicium oorsprong.
15 16 Blijft grof grijs slibhoudend kalkrijk kwartszand, sterk kakibruin oxiderend. Soms zeer slibrijk en met insluitsels van bleekbeige grijze slappe siltige klei. Op de bodem van de pot 2 grote (5-10 cm) onregelmatige licht afgeronde harde keien van compacte middelmatige licht glauconiethoudende zandsteen met beige kalige cement en van bleekbeige zeer compacte kalksteen zonder interen korreltextuur (dus compleet gecementeerde kalkzandsteen van bioklastkorrels)
16 17 Grijsbruin licht kleihoudend slibrijk kalkhoudend grof zand, met wat silex rolkeien (onregelmatig afgerond tot 4 cm groot), mogelijk basis Formatie van Brussel, vermengd met grijze kaki oxiderende siltige tot fijn zand houdende klei. Ongeveer evenveel zand als klei (grens rond 16.50m).
17 18 grijs fijn zand, met zeer fijne glauconiet (< 10 %), grovere mica's, zacht aanvoelend, lichte kleifilm rond de korrels, niet slibhoudend (geen mobiele klei), met mm-grote donkere korrels (fosforiet?)
18 19 zelfde zand met stenen, ca 1 cm doormeter, met zwarte platte silex rolkeien, hyaliene kwartsiet (heldere kwartskorrels met helder kiezelcement), kalkzandsteen, grote rifbouwende kalkfossielen en nummulieten, granule van matte kwarts (4 mm)
19 20 zelfde fijn zand, iets meer glauconiethoudend (> 10%) en grote donkere korrels, meer nummulieten kalkzandsteen (poreus, met nummulieten van 3mm en van > 1 cm) (monster lithotheek)
20 21 bleekgrijze mergel met kleine kalkbrokjes, cuttings van bleke zeer lichtgespikkelde matig-fijne kalkzandsteen, grove en sterk poreuze nummulietenkalksteen, grote gebroken bruinverweerde silex rolkei, matig grove hyaliene kwarts
21 22 grijs glauconiethoudend matig fijn mergelig zand met nummulieten en met fijne cuttings van kalkzandsteen of van grove kalkbioklasten
22 23 cuttings van gerolde bleke zeer fijnkorrelige mergelsteen (= zachte kalkige siltsteen), ingebed in grijs kalkzand
23 24 grijs matig fijn glauconiethoudend kalkzand, met grove matte afgeronde kwartskorrels, fijne cuttings (1-2mm) van bleke kalkzandsteen tot talrijke losse bioklasten en nummulieten (die afkomstig zijn uit grovere gedesintegreerde kalkzandsteen)
24 25 faciesgrens: groengrijze, lichtbruin oxiderende, licht kleverige, vrij slappe fijn zandhoudende klei, met fijne mica (monster lithotheek)
25 26 groenbruingrijze fijn zandrijke slappe klei, enkele kalkbioklasten en tot cm-grote bleke kalkzandsteenbrokken (naval !)
26 27 idem
27 28 wordt iets vastere grijze kalkloze fijnzandhoudende klei, met bruinverweerde silex rolkei (2 cm) en gecacheloniseerde silexbrokken
28 29 zelfde afzetting; klei is weinig fijnzandhoudend, kalkloos, met beperkt voorkomen van groen zandige lineaties; monster rijk aan silex, zowel zwarte platte rolkeien als gecacheloniseerd en gebroken (niet door de boring maar vanouds)
29 30 bruin siltige kalkhoudende klei, nog met gebroken silex rolkeien, maar ook septarie, grijs, zeer fijnkorrelig, afgerond, min 3 cm groot (monster lithotheek)
30 31 bruine, weinig zeer fijn zand houdende, kalkloze, eerder slappe klei
31 32 bruine klei wordt vaster, met groengrijze zandige strepen en 5 cm grote brok van verkit donkergroengrijs fijnkorrelig, licht glauconiet- en micahoudend kalkloos zand (monster lithotheek)
32 33 vastere bruine klei met lenzen (1 tot 4mm dik) van donkergroengrijs fijn kleihoudend zand (voortzetting van dezelfde afzetting)
33 34 donkergroen fijn, licht glauconiethoudend (< 10%) kleihoudend zand met slappere beigebruine klei (zand overwegend in dit monster monster lithotheek)
34 35 zelfde fijn groen glauconiethoudend kleihoudend (zachtaanvoelend) zand, kalkloos, maar met wat bioklasten (kleine nummulieten) (monster lithotheek)
35 36 bevat ook grijze stijve klei, naast kleiig zand en siltige klei
36 37 vaste grijze, bruin oxiderende klei (monster lithotheek)
37 38 zeer slappe, vervloeiende silteuze klei met fijne groene zandige strepen
38 39 zelfde klei, eerder beigebruin, met hardere schilferige cuttings (mm-schaal) van kleisteen
39 40 grijs matig-fijn kleirijk kalkloos zand met enkele bioklasten
40 41 zelfde zand, zonder bioklasten (monster lithotheek)
41 42 facieswijziging: vaste grijze kakibruin oxiderende klei (monster lithotheek)
42 43 slappe grijze, sterk kakibruin oxiderende, lichtisiltige klei, met grillige 3 cm grote versteningen van bleekgrijs middelmatig verkiezeld zand met verwerende glauconiet
43 44 zeer slappe tot vervloeiende (= siltrijke) kakibruin geoxideerde klei
44 45 zelfde afzetting; klei wordt vaster, met enkele dunne groengrijze fijnzandige strepen
45 46 slappe siltige kakibruin geoxideerde klei, vermengd met fijn zand, kalkloos
46 47 vastere fijnzandhoudende klei, kakibruin geoxideerd, met fijne groengrijze zandige strepen
47 51 zelfde afzetting; meer homogene en vastere siltige klei, grijsbruin geoxideerd
51 52 grijze, bruin oxiderende, zeer slappe tot vervloeiende silteuze klei
52 54 vaste grijze, grijsbruin oxiderende klei, licht fijzandhoudend
54 55 slappe beige-grijze silteuze klei met fijne groene zandige strepen
55 60 vaste bruine klei (monster lithotheek 58-59 m)
60 61 iets slappere, meer zandhoudende grijze klei, sterk grijsbruin geoxideerd
61 62 vastere kakibruine, licht fijnzandhoudende klei
62 68 kleurovergang naar groenbruingrijze zeer vaste klei, zandhoudend, met grijze zandrijke laagjes (monster lithotheek 62-63 m)
68 70 vaste compacte bruinig grijze klei (de meest compacte klei van deze boring)
70 71 slappere kakibruine silteuze klei met grijze zandige strepen
71 80 vaste compacte bruine klei (monster lithotheek 75-76m)
80 83 zelfde kleipakket, vast maar meer zandhoudend
83 84 zeer vaste en compacte bruingrijze klei
84 86 blijft vaste grijsbruine fijnzandhoudende klei
86 88 facieswijziging naar grijs zeer fijn tot siltig licht glauconiethoudend (< 10%) zand, licht kleihoudend (zand blijft kleven) (monster lithotheek 87-88 m) (= top Landeniaan)
88 89 grijze zandrijke klei (matig-fijn zand)
89 91 grijze fijnzand houdende klei (verfijnend)
91 93 grijs vervloeiend silt met vastere kleilamellen en met fijne cuttings van harde siltsteen
93 98 mengeling van in bollen gerolde grijze zandige klei en vervloeiend kleiig silt
98 109 vaste grijze, licht fijnzand houdende klei, kalkloos
109 111 zelfde klei met kleisteenschilfers
111 113 terug vaste grijze klei, fijnzandhoudend kalkloos
113 114 vaste donkergrijze klei met verstening, septarie achtig met siltsteen textuur (monster lithotheek)
114 115 zelfde donkergrijze zeer vaste klei (in bol > 5 cm), bleek verweerde gebarsten silex, vergroende en verkiezelde kalkareniet (fragment > 5cm) (monster lithotheek)
115 116 grijze verharde, zeer licht glauconiethoudende siltsteen, kalkloos, met roestvlekken
116 118 hard broos wit krijt met silt-textuur, met wat lichtgrijze silex (ook met grove textuur) (monster lithotheek 117-118 m)
118 120 overwegend lichtgrijs verkiezeld krijt (silex-achtig)
120 121 zeer hard wit verkiezeld krijt (met vlekkerige grijze textuur door verkiezeling), met bijmenging van zachtere krijt (monster lithotheek)
121 122 lichtgrijs verkiezeld krijt
122 124 grijze fijnversplinterde silex (echte vuursteen), met fijne kalkareniet
124 125 grofkorrelig bleek-beige krijt (opgebouwd uit kalkbioklasten) in fijne cuttings, vermengd eerste donkergrijze silex (monster lithotheek)
125 126 harde versplinterde (door boring) bleekbeige fijnkorrelige krijtsteen, in compacte laag (= hardground?) (monster lithotheek)
126 128 mengeling van vergruisde bleekbeige kalkareniet, harde bleekgrijze krijtsteen (1 fragment met gerolde calciet van 1cm groot!) en lichtgrijs verkiezeld krijt (monster lithotheek 126-127 m)
128 130 overwegend licht verkiezelde harde lichtgrijze krijtsteen; een grote kei (5cm) met verkarst oppervlak (monster lithotheek 128-129m)
130 131 mengeling bleekbeige harde kalkareniet, grijze verkiezelde krijtsteen, vergroende gerolde bollen (<0.5m) en belemniet-achtige bioklasten in fijne cuttings
131 132 zelfde afzetting; met groot overwicht harde bleekbeige kalkareniet (monster lithotheek)
132 137 zelfde afzetting; overwegend roomkleurige harde kalkareniet in mm- grote brokjes met herkenbare fossielen; zelden gerolde vergroende granule, belemnietfragmenten, lichtgrijs verkiezeld krijt (monster lithotheek 135-136 m)
137 139 zelfde afzetting; met wittere grove harde kalkarenietcuttings met herkenbare fossielen (op mm-schaal), meer lichtgrijs verkiezeld krijt, ook met groenig grijswit grover verkiezeld krijt, nog kalkhoudend (monster lithotheek 138-139 m)
139 141 fijn vergruisde kalkareniet, minder grijs verkiezeld krijt
141 143 zelfde mengeling, met grijze slappe siltige klei (monster lithotheek 142-143 m)
143 144 harde bleekbeige siltige kalkareniet, met schelpfragementen, lijkt naval, verkit in het monster
144 145 zelfde mengeling, verkit in het monster (door de grijze klei?) van kalkareniet en grijs verkiezeld krijt, met roestrode verkleuring (monster lithotheek)
---------------------------------------------------------------------------
STRATIGRAFISCHE INTERPRETATIE
---------------------------------------------------------------------------
Top * basis * STRATIGRAFISCHE EENHEDEN
---------------------------------------------------------------------------
0 4 Quartaire leem, mogelijk opgehoogd (anthropogeen)
4 7 Pleistoceen fluviatiel zand (Bos va, Aa Lid)
7 10 Pleistoceen rivier zand (Bos van Aa Lid)
10 11 Pleistoceen riviergrid en-klei (Bos van Aa Lid)
11 12 Grofzandige geulopvulling van de Formatie van Brussel, ontkalkt
12 16.50 Grofzandige geulopvulling van de Formatie van Brussel, kalkhoudend, met versteningshorizonten, van boven kiezel, van onder kalk
16.50 41 Formatie van Kortrijk; Lid van Roubaix/Mons-en-Pévèle
41 62 Bruinoxiderende heterogene silt-tot zandhoudende klei, Formatie van Kortrijk; Lid van Roubaix 1
62 86 Compacte bruine klei met zandige klei-lagen, Fm Kortrijk, Lid van Orchies
86 88 Fm Hannut, Lid van Grandglise
88 98 Fm Hannut, Lid van Halen
98 114 Fm Hannut, Lid van Waterschei
114 116 Fm Heers equivalent (= nieuwe eenheid in definitie door Johan Matthijs)
116 141 Fm Gulpen, met verkiezelde top
141 143 Sokkel-verweringsklei (mogelijk ex-situ, als klast in basis krijt)
143 145 ? (naval of basis Krijt)
---------------------------------------------------------------------------
AUTEUR M. Dusar - 24/01/2017 (17-145 m); 28/07/2017 (0-17 m)
---------------------------------------------------------------------------