Skip to content. | Skip to navigation

Personal tools

You are here: Home / arch / 073W / 073W0291.TXT

073W0291.TXT

Pl. VILVOORDE 73W                                    Aardkundige Dienst
                                                         van België

Nr. 291 (IV,c)

Boring 
Uitgevoerd te Meise (Brussegem)
Bij : rond punt
Door : N.V. Smet
Datum : 4 juni 1985
Topografische ligging opgetekend door
Grondstalen verzameld door
Boringsmethode :
Opeenvolgende doormeters :
Grondwaterstanden : voor de eerste maal waargenomen :
Bij ruststand :
Tijdens het pompen :
Met een debiet van 
Grondwaterregister nr 
Hoogte van het maaiveld, mondgat : 43,943 m


Volgnummer           Aard der grondlagen         Diepte   Dikte   Aardk.
                                                 Basis      m.    Ouderdom
                                                   m.


     0 - 1 m (84 cm)
1    Aangevuld                                    0,08

2    Bruin licht kleihoudend leem met bakstee-
     en vegetatieresstjes
     Geen kalk. Enkele platte siltlenzen aan 
     basis
     Graduele overgang                            0,26

3    Geelbruine kleihoudende leem met bruingele
     siltstipjes. Bruingele siltbanden tussen
     0,37 - 0,39
     0,51 - 0,53                                                  0,42-0,45
     0,60 - 0,62
     0,73 - 0,77
     De grenzen van deze banden zijn steeds ver-                  0,81-0,84
     stoord (gradueel) met uitzondering van
     de diepst gelegen band welke een zeer duide-
     lijke ondergrens bezit.
     Fe/Mn stipjes over geheel verspreid en enkele
     kleimycellia
     Geen kalk.                                   0,84

     1 - 2 m (77 cm)
4    Geelbruin kleihoudend leem met tussen 1,12 -
     1,23 zone van bruingele licht zandhoudende
     leem. (ondergrens duidelijk maar depositional)               1,27-1,30
     Geen kalk.                                   1,34

5    Bruingeel licht zandhoudende leem met geel-
     bruine licht verstoorde kleihoudende leem-
     laagjes.
     Kunnen dominerend zijn zoals 1,47 - 1,57
     Tussen 1,36 - 1,365 ; 1,53 - 1,535 ; 
     1,725 - 1,73 en de basis geel glauc. fijne
     zandlaagjes (boven- en ondergrens duidelijk)                 1,69-1,72
     (Toename van het glauconietgehalte naar de
     basis toe).
     Fe/Mn stippen over geheel verspreid, met een
     concentratie in lensvorm rond 1,60 en 1,71
     Geen kalk                                    1,77

     2 - 3 m (76 cm)
6    Bruingele licht zandhoudende leem met grijs-
     bruine kleihoudende leemlaagjes 
     (< 1mm - 2 mm)
     De zeer dunne laagjes zijn discont, niet                     2,20-2,23
     parallel effen gelaagd (aan de basis golvend)
     De dikkere lagen zijn cont, parallel en effen
     Duidelijke grens. Geen kalk.                 2,36

7    Grijsbruine kleihoudende leem met 2 geel zeer
     fijn zandig golvende gebogen laagjes (± 2 mm)
     Golvende ondergrens. Geen kalk.              2,58

8    Bruin kleihoudende leem met diffuse meer
     kleiïge licht gebogen laagjes                                2,70-2,73
     Geen kalk                                    2,76

     3 - 4 m (100 cm)
9    Bruingele leem, met donkere zones die licht                  3,03-3,06
     kleihoudend zijn. (dominerend van 3,36-3,94)
     Het geheel bestaat uit diffuus verstoorde
     laagjes.
     Geen kalk. Gebogen grens.                    3,94            3,50-3,53

10   Bruingele leem
     Zeer kalkrijk.                               4,00            3,97-4,00

     4 - 5 m (97 cm)
11   Bruingele leem met verstoord aspect tussen
     ± 4,35 - 4,65                                                4,20-4,23
     Fe/Mn stipjes over geheel verspreid
     Zeer kalkrijk (fijne kalkstippen)            4,97            4,90-4,93

     5 - 6 m (84 cm)
12   Geelbruine leem met diffuse discontinue zones
     van licht zandhoudende leem                                  5,23-5,26
     Aan de basis lens vn groengrijs 1/2 fijn
     zand
     Geheel kalkrijk.                             5,84

     6 - 7 m (99 cm)
13   Bruingele leem met grijsbruine fijne laagjes.
     De laagjes zijn meestal silteus, slechts
     sporadisch kleiïg.                                           6,10-6,13
     De stratificatie evolueert van licht golvend
     gebogen, naar licht golvend subhorizontaal,
     opnieuw naar golvend gebogen, maar ditmaal
     convex
     Duidelijke grens
     Zeer kalkrijk                                6,20

14   Grijsbruin (geoxideerd) in vlekken klei-
     houdende leem met glauconiethoudend zand-
     lensje aan de top en op  6,29 lens van                       6,30-6,33
     humeuze restjes tussen 6,58 - 6,62
     Zone van sterk geoxideerd materiaal tussen
     6,70 - 6,85 op 6,70 ; 6,81 ; 6,95 enkele
     keitjes, nl. silexkeitjes maar ook een
     schiefer, zondsteentje.
     Kalkrijk                                     6,99

     7 - 8 m (6 cm)
15   Grijze leem, enkele verspreide keitjes aan
     de basis
     Licht geoxideerd aan de top                                  7,15-7,18
     Geheel kalkrijk
     Duidelijke grens                             7,27

16   Sterk verweerde klei
     Vanaf 7,47 groene glauconiethoudende klei
     Sporadisch een kalkinsluitsel                7,54

17   Kompakte klei met donkergrijze kleine vlekjes
     (<---> 2 mm). Eveneens geoxideerd onder de 
     vorm van bovenvermelde vlekjes.
     Graduele overgang.                           7,81

18   Idem maar met toename van de glauconietkorrels
     die stijgen naar de basis toe.               7,86

     8 - 9 m (94 cm)
19   Groene glauconiethoudende klei met enerzijds
     aan de top 2 lagen (± 2,5 cm) geoxideerd en
     veel minder glauconietrijk en anderzijds 
     lagen (meestal discontinu) met grote glau-
     conietaanrijking
     De stratificatie is schuin
     Aan de basis enkele kalkconcreties.
     De basis is eveneens licht geoxideerd, de
     kleiïge facies wordt gekenmerkt door veel
     minder glauconiet.
     Geen kalk. Licht schuine grens.              8,56

20   Geoxideerd kleiïg zand (glauconiethoudend)
     met discont kleilaagjes.
     Sterk glauconiethoudend aan de basis.        8,72

21   Geoxideerd kompakte glauconiethoudende klei
     met enkele platte glauconietlensjes en tussen
     8,84 - 8,90 concentratie van zandige klei-
     lenzen                                       8,94

     9 - 10 m (95 cm)
22   Geoxideerde licht glauconiethoudende kompakte
     klei met concentratie van glauconietlenzen
     tussen 9,15 - 9,23 ; 9,27 - 9,37 en vanaf 9,54
     tot basis.
     Enkele kalkcontreties aan de top.
     Vanaf 9,60 schelpenresten, vnl. geconcentreerd
     aan de basis o.a. Pseudamussium corneum 
     (grote).
     Kalkrijk vanaf 9,52                          9,95

     10 - 11 m (100 cm)
23   Groene licht geoxideerde slappe glauconiet-
     houdende klei, met glauconietlenzen.
     Kalkrijk                                    10,10

24   Glauconiet met aan de top, op 10,36 ; 10,38
     en 10,46 geoxideerde kleilenzen die tot lagen
     uitgroeien. Sporadisch schelpresten.
     Kalkrijk                                    11,00

     11 - 12 m (91 cm)
25   Glauconiet met enkele geoxideerde kleilenzen
     en schelpresten. Nummulieten aan de basis
     Kalkrijk.                                   11,24

26   Concentratie van Nummulieten, onderbroken
     door glauconiet- en geoxideerde kleilenzen
     (11,27 - 11,30) tot 11,37
     Sterk glauconiethoudend zand met nummulieten
     en schelpenresten. Vlekken van glauconiet
     Kalkrijk                                    11,91

     12 - 13 m (95 cm)
27   Grijsgroen glauconiethoudend (kleihoudend)
     zand met vele platte geoxideerde kleilensjes
     tot 12,40
     + donkere vlekken van glauconiet
     Nummulieten en schelpresten over geheel ver-
     spreid
     Kalkrijk                                    12,95

     13 - 14 m (97 cm)
28   Grijsgroen glauconiet kleihoudend zand
     met sporadisch geoxideerde kleilensje en
     schelpfragment
     Kalkrijk                                    13,97

     14 - 15 m (100 cm)
29   Grijsgroen glauconiet kleihoudend 
     zand met kleine kleilensjes, die volledig
     ontbreken vanaf 14,63
     Sporadisch enkele glauconietvlekken
     Schelpresten over geheel verspreid
     Kalkrijk                                    15,00

     15 - 16 m (100 cm)
30   Grijsgroen glauconiet kleihoudend
     zand met enkele kleilensjes en schelpresten.
     + lenzen bestaande uit grijs glauconieth.
     zand met diffuse contouren.                 16,00

     16 - 17 m (100 cm)
31   Grijsgroen glauconiet kleihoudend zand met
     kleilenzen van 16,73 met schelpfragmenten
     Kalkrijk                                    17,00

     17 - 18 m (100 cm)
32   Grijsgroen glauconiet kleihoudend zand met
     enkele fijne kleilensjes
     Basis bestaat uit schelpfragmenten
     Kalkrijk                                    17,08

33   Grijs tot groengrijs silteus 1/2 fijn zand
     met schelpfragmenten (licht glauconiethou-
     dend)
     Kalkrijk o.a. Pseudamussium corneum (veel-
     vuldig), Numm. wemmelensis                  17,23

34   Glauconiethoudend zand (kleihoudend) met van-
     af 17 ,44 vele kleilenzen.
     Tussen 17,42 - 17,43 grover zandlaagje.
     Kalkrijk                                    17,68

35   Grijsgeel 1/2 fijn zand met schelpenresten
     scherpe grens
     Geen kalk. (Pseudamussium corneum, enkele
     oesterfragmenten)                           17,81


36   Groen kleihoudend zeer fijn zand met schelp-
     fragmenten
     Kalkrijk                                    18,00


Insert the GSB number to search all associated content