Pl. VILVOORDE 73W Aardkundige Dienst
M. GULINCK van België
Nr 248 (VII)
FILTERPUT uitgevoerd te MEISE bij de Nieuwe Kruidtuin
door de Firma SMET uit DESSEL.
Topografische ligging opgetekend door CLAESSENS Willy
de 15/3/1957.
Grondstalen verzameld door de boormeester.
Aanvang en einde der werken : februari-maart 1957.
Boringsmethode : zonder - en met inspoeling.
Opeenvolgende diameters : 300 mm.
Einddiameter : filter : 150 mm.; lengte : 5m05.
Aard der pomp : compressor.
Diepte van het water, bij ruststand : 42 m.
tijdens het pompen : van 49 tot 51 m., met een debiet van 40.000
liter per uur.
Totale diepte : 164.68 m.
Cote : 30
La coupe suivante est celle du premier puits, exécuté
à l'emplacement 249 erroné
Volg- AARD DER GRONDLAGEN Diepte (m.)
nummer
1-2 Bruine leem-humeus 1.00- 2.00
3 Geelachtig, ontkalkte leem 3.00
4 Asgrijze leem-geen kalk 4.00
5* idem, met veenachtige en kalkhoudend delen 5.00
6 Geelachtig, fijn zand - schelpbrokken -
enkele Nummulites variolarius - gerolde vuur-
stenen 6.00
7-8-9 Fijn, grijsgeelachtig zand - met harde kalk-
zandsteen 7.00- 9.00
10 Grijze, vaste klei 10.00
11 Groen, kleiachtig zand-1 grote marcassiet-
concretie 11.00
12*-13-14 Groen, kleiachtig zand 12.00- 14.00
15*-20 Fijn, groen, glauconiethoudend zand 15.00- 20.00
21-23 Grover, groen, glauconiethoudend zand met
kleine nummulieten (Nummulites planulatus ?)
ook verspoelde Nummulites variolarius 21.00- 23.00
24-38* Groen, glauconietrijk zand met Nummulites
planulatus en andere kleine, vergruisde
schelpjes 24.00- 38.00
39*-80 Groenbruinachtige, fijn zandhoudende klei,
met talrijke Nummulites planulatus
(verspoeld ?) 39.00- 80.00
81-107 Grijze klei, nog zandhoudend 81.00-107.00
108-147 Grijze, zandige klei (stukjes grijze, weinig
harde zandstenen (?) niet kalkhoudend 108.00-147.00
148 Grijze klei met wit krijt 148.00m.
AARDKUNDIGE VERKLARING : M. GULINCK 13.XI.1957.
PLEISTOCEEN : 0.00- 6.00m.
LEDIAAN : 6.00- 10.00m.
PANISELIAAN-IEPERIAAN : 10.00-107.00m.?
LANDENIAAN : 107.00-148.00m.
KRIJT : 148.00m.
NB. = Weinig betrouwbare monsters.
----------------------------------------------------------------- ----------
Pl. VILVOORDE 73W Aardkundige Dienst
M. GULINCK van België
Nr. 248 (VII)
FILTERPUT uitgevoerd te MEISE bij de Nieuwe Kruidtuin
BESCHRIJVING DER GEKERNDE MONSTERS.
I. van 156.30 tot 161.58.
a) 1.00m. kern.
zuiver wit, fijnkorrelig krijt met Magas pumilus,
Terebratula carnea, Rhynchonella plictilis.
(monsters 158m.)
b) 0.80m. kern.
eerst een zwarte vuursteen met witte patine dan,
zuiver wit krijt zoals daarboven (monsters 160-161m)
c) 0.20.
minder fijn krijt - enkele sporadische
glauconietkorrels - kleine visresten - tamelijk veel
oesters (monsters 161,50m.)
II. van 161,58 tot 162,47.
geen monsters.
III. van 162,47 tot 164,68.
Een kern van 0,50 m. + enkele kleinere stukken.
Zeer hard, donkergroen, glimmerrijk, zeer massief maar,
met plaatselijk, enkele glimmerrijke voegen
("psammietachtig"), kwartsiet. (monsters 163 m.)
VERMOEDELIJKE AARDKUNDIGE VERKLARING M. GULINCK 26.4.1957.
SENONIAAN : 156.90 - 161.58
? : 161.58 - 162.47
DEVILLIAAN : 162.47 - 164.68m.
N.B. - De diepteaanduiding op de rotsstukken komt niet
goed overeen met de beschrijving van de boormeester.
Er is dan enige twijfel over de juiste ligging van
het contact Krijt/Kwartsiet.
BESCHRIJVING VOLGENS DE BOORMEERSTER.
Zacht krijt 156.90 - 158.58
Zeer hard met silex 158.58 - 158.78
Zacht krijt 158.78 - 160.65
Hard krijt 160.55 - 161.58
Zacht krijt 161.58 - 162.47
Zeer harde steen (silex) 162.47 - 163.02
Rots 163.02 - 163.67
Idem 163.67 - 164.68.
ANALYSE NR. 566.
Afschrift van een waterontleding gedaan door het
Rijkslaboratorium te Gent, Spijkstraat, 100, de
15.3.1957.
Overgebracht aan W. Claessens door dhr. DE WOLF, de 11.10.1957.
Chloor. 0,078 gr/1.
Ijzer. min. 0,2 mgr/1.
Hardheid. 5
pH. 8,10