ZEMST - 73 E
Nr. 327 (III, a)
Uitgevoerd : Apeneiland Plankendael (Muizen)
Coördinaten :
X : 160.466
Y : 187.847
Z : 6.20 m
Totale diepte : 49 m
Volgnummer Aard der grondlagen Diepte m
0 - 1 m (97 cm)
1 Donkerbruin tot zwart licht kleihoudend, zandhoudend silt.
Sporadisch enkele baksteensplinters.
Graduele overgang. 0.47
2 Geelbruine zandige silt.
Zeer sporadisch steenkoolfragmentjes.
Geoxideerd in slierten
Schuine scherpe grens 0.71
3 Groengrijs zandig silt met parallelle licht, kleihoudende
siltlaagjes
(1 à 2 mm)
Tussen 0.85 en 0.87 silthoudend zand, graduele overgang.
Idem 0.91-0.95 en 0.92-0.95 - glauconiethoudend 0.97
1 - 2 m (85 cm)
4 Groengrijs zandig silt.
Van 1.07-1.08 m grijze siltlaag. Boven deze laag concen-
tratie van grof zand en fijn grint.
5 Vertikale siltlens van 1.08-1.10. Groengrijs zandig silt
overgaand naar silteus half fijn zand.
Sporadisch keitje. Glauconiethoudend.
Duidelijke grens. 1.19
6 Grijsgroen silteus fijn zand, gelaagdheid ingevolge niet-
parallelle laagjes met een grote concentratie van glau-
coniet. 1.85
2 - 3 m (70 cm)
7 Grijsgroen silteus fijn zand. Sporadisch grove kwartskorrels.
Golvende zeer schuine grens. 2.06
8 Groengrijze silt
Golvende licht schuine grens. 2.10
9 Groengrijs silthoudend haf fijn znd, glauconiethoudend.
Diffuse lenzen van groen zand zijn over het geheel verspreid.
Silexfragmentjes van 2.41-2.42
Fijne vegetatierestjes zijn over de tweede helft verspreid. 2.44
10 Grijs licht silthoudend half grof zand met lenzen van zeer
grove kwartskorrels en silexsplinters.
Over het geheel zijn silexfragmenten verspreid, glauconiet-
houdend 2.70
3 - 4 m (60 cm)
11 Groengrijs silthoudend medium zand overgaand naar silteus
half fijn zand.
Sporadisch grove kwartskorrels en silexfragmentje.
3 discontinu subhorizontale zeer fijne bruine (0.5 mm)
siltlaagjes. (3 in totaal)
Onderaan subhorizontale stratificatie ingevolge verschil in
siltgehalte.
Duidelijke schuine grens. 3.17
12 Grijs grof heteromorf zand met enkele silexfragmentjes.
Vanaf 3.23 half grof zand waarin schuin gestratificeerde
bruine vegetatierijke siltlaagjes (2 mm tot 0.8 mm) voor-
komen.
Sporadisch enkele bruine kleilensjes.
Schuine erosieve ondergrens. 3.47
13 Grijs silthoudend half fijn zand, glauconiethoudend 3.60
4 - 5 m (90 cm)
14 Grijs silthoudend half fijn zand, glauconiethoudend
Golvende ondergrens. 4.13
15 Grijsgroen silteus fijn zand met diffuse schuine banden van
half fijn zand.
Sporadisch continue en discontinu dunne laagjes van meer
glauconiethoudend silteus materiaal. Aan de basis vegetatie-
restjes in discont. zeer dunne laagjes. Graduele schuine
overgang. 4.33
16 Lichtgrijs medium zand, afgewisseld met schuine diffuse silt-
houdende medium zandlagen met uitzondering van de basis. Over
het geheel zijn donkergrijze kleilensjes verspreid evenals
sporadisch humeuze sliertjes glauconiethoudend, de laatste
evenwel sporadisch.
Golvende ondergrens. 4.66
17 Complex van slappe kleilenzen, zandinsluitsels, vegetatie-
restjes en silexsplinters.
De ondergrens is sterk golvend. 4.71
18 Grijs medium tot half grof zand met grove kwartskorrels.
Diffuse licht gebogen stratificaties. Aan de basis discont.
slappe kleilaagjes.
Glauconiethoudend. 4.90
5 - 6 m (83 cm)
19 Grijs half grof zand met sporadisch zeer fijn grint. Silteus
naar de basis toe. De basis bestaat uit een horizontaal zwart
discontinu kleilaagje. 5.05
20 Grijs silthoudend medium zand met schuine diffuse banden van
iets grover materiaal.
In de tweede helft schuine laagjes (mm) van bruin silt.
Graduele overgang. 5.23
21 Grijs zandig silt 5.25
22 Grijs heteromorf zand met grint en met enkele kleilenzen 5.33
23 Donkergrijs fijn zandig silt met schuine parallelle discont.
laagjes van half fijn zand. Scherpe schuine grens 5.40
24 Donkergrijs complex van heteromorf zand en silteus tot silt-
houdend medium zand.
Geheel is schuin gelaagd. Naar de basis toe domineert de
grove fractie met fijn grint. Sporadisch kleilensjes 5.83
6 - 7 m (22 cm)
25 Grijs silthoudend half grof zand. Glauconiethoudend.
Fijn grint en kleilenzen zijn in de tweede helft verspreid. 6.22
7 - 8 m (94 cm)
26 Grijs heteromorf zand met zeer grove kwartkorrels over geheel
verspreid.
Naar de basis toe concentratie van grint vooral fijn. 7.14
27 Grint met max. diameter 1.5 cm in een zandmatrix
Scherpe grens. 7.25
28 Groen overgaand naar grijs silthoudend medium zand met ver-
spreide grove kwartskorrels. Aan de top een gebogen silteuze
fijn zandige laag veen anderhalve centimeter silexkei aan de
basis. 7.94
8 - 9 m (100 cm)
29 Lichtgrijs grof tot zeer grof zand met grint met een maximale
diameter van 1.5 cm 8.12
30 Donkergrijs silthoudend medium tot half grof zand.
Scherpe schuine grens. 8.19
31 Grijs grof silt met aan de top enkele slappe kleilenzen.
Mica's en glauconietrijk
Graduele overgang. 8.55
32 Grijsgroene silteuze klei met siltlenzen en Mn-vlekken
Vanaf 8.87 opnieuw domineren van silteus materiaal.
9 - 10 m (100 cm)
Groene zandige klei met groene continu en discontinu klei-
laagjes
Zandlenzen over geheel verspreid - glauconietrijk 10.60
10 - 11 m (95 cm)
Groen silteus half fijn glauconietrijk zand met sporadisch
discont. grijze kleilaagjes (lenzen) 10.95
11 - 12 m (98 cm)
Groen zandig glauconietrijk silt met gele fijne zandinsluit-
sels (het gevolg van overblijfsels van ribbels) in de tweede
helft van de boring 11.98
12 - 13 m (100 cm)
Groen kleihoudend silt met vele witte zandspots (glauconiet-
rijk)
Scherpe grens. 12.11
Groene klei met aan de top insluitsels van bovenbeschreven
materiaal.
In de tweede helft spots van silteus geoxideerd materiaal.
Mn vlekken - glauconietrijk. 13.00
13 - 14 m (100 cm)
Groene klei met concentratie van glauconiet
Aan de basis silthoudend.
Graduele overgang. 13.29
Groene silteuze klei met discontinu kleilagen.
Graduele overgang 13.61
Groene klei met glauconietconcentraties met sporadisch
insluitsels 14.00
14 - 15 m (89 cm)
Groengrijze klei met glauconietconcentraties, voornamelijk
aanwezig in de vorm van banden 14.89
15 - 16 m (84 cm)
Grijze zeer compacte klei met aan de top nog een glauconiet-
concentratie. Mn vlekjes over geheel verspreid (zwarte spots)
zeer fijne siltlensjes over het geheel (0.5 mm dikte)
16 - 17 m (93 cm)
Grijze zeer compacte klei met glauconiet vanaf 16.20 m
Graduele overgang. 16.87
Groengrijs glauconiethoudend silteuze klei met spots van
wit silt. 16.93
17 - 18 m (97 cm)
Grijsgroen silteuze klei met grote concentratie van glau-
coniet, soms in de vorm van zwarte discontinu laagjes 17.97
18 - 19 m (96 cm)
Grijsgroene silteuze glauconietrijke klei met vanaf 18.49 m
grijze kleilenzen die groter worden naar de basis toe 18.64
Grijze zeer compacte klei met enkele glauconietlenzen enkele
siltspotjes 18.96
19 - 20 m (94 cm)
Grijze zeer compacte klei met aan de top fijne siltlensjes
(bioturbaties kalkrijk)
Weinig glauconiet is over het geheel verspreid.
Vanaf 19.49 silteuze klei met witte zandspots 19.94
20 - 21 m (94 cm)
Grijze zeer compacte klei met Mn spots. Vanaf 20.45 m silteuze
kalkrijke spots (bioturbaties) die voorkomen in zones (20.45 -
20.57 - 20.66 - 20.80)
21 - 22 m (100 cm)
Grijze zeer compacte klei met schelpenresten (doorgaans in
horizontale positie)
Een silteuze zone tussen 21.12-21.22 m. Mn-stippels over ge-
heel aanwezig.
Kalkrijk.
22 - 23 m (100 cm)
Grijze glauconiethoudende klei met schelpenresten.
Graduele overgang. 22.26
Zwartgroene kleihoudende glauconiet met daarin een discontinu
grijze kleilaagjes (max. dikte 3 cm) tot 22.66 m
Nummulieten en schelpenresten aanwezig.
23 - 24 m (98 cm)
Grijsgroene glauconietrijke klei met grote concentratie van
Nummulieten en schelpenresten.
Diffuse overgang. 23.40
Groengrijs silteus fijn zand met schelpfragmenten en Nummu-
lieten.
Glauconietrijk.
24 - 25 m (100 cm)
Zwart glauconietzand met grijze vlekken van fijner materiaal
Grote concentratie van schelpfragmenten doorgaans groter dan
vorige + Nummulieten.
25 - 26 m (100 cm)
Zwart glauconietzand met sporadisch grijze discontinu klei-
laagjes.
Een weinig schelpfragmenten en Nummulieten aanwezig. 26.00
Nog steeds kalkrijk.
26 - 27 m (100 cm)
Idem.
27 - 28 m (100 cm)
Groengrijs glauconiethoudend silthoudend fijn zand met discont.
kleilaagjes (lensjes) die subhorizontaal gelaagd zijn.
Witte zandlens op 27.17. Nummulieten in het geheel aanwezig.
Zeer kalkrijk. 28.00
28 - 29 m (100 cm)
Grijs silteus fijn zand met Nummulieten en schelpfragmenten
fijne kleilensjes (bioturbatie ?) over geheel verspreid, glau-
coniethoudend
Zeer kalkrijk 29.00
29 - 30 m (100 cm)
Idem met sporadisch een lens van zwart glauconietzand.
30 - 31 m (96 cm)
Idem met bioturbaties
31 - 32 m (100 cm)
Groengrijs silt, glauconiethoudend met bioturbatie met schelpen-
resten
Zeer kalkrijk
32 - 33 m (100 cm)
Idem met discontinu kleilaagjes die in zones gegroepeerd voor-
komen.
Zeer kalkrijk.
33 - 34 m (92 cm)
Groengrijs silt met ertussen grijze kleilaagjes (1 à 3 mm)
subhorizontaal gelaagd.
Aan de basis concentratie van grove kwartskorrels en schelp-
fragmentjes 33.10
Groengrijs silt met nummulieten en schelpfragmentjes.
Zeer kalkrijk. 33.92
34 - 35 m
Idem tot 34.44 m
Ontbreekt tot 34.70 m
Balegemse steen (zeer kalkrijk) tot 35.00
35 - 36 m (87 cm)
Grijs zeer fijn zand met Nummulieten en sporadisch schelp-
fragmenten.
Gebioturbeerd ?
Zeer kalkrijk.
36 - 37 m (100 cm)
Grijze silt (glauconiethoudend) met hardere zones (begin-
vorming Balegemse steen ?) Nummulieten
Zeer kalkrijk
37 - 38 m (75 cm)
Idem maar zonder harde zones
Geheel gebioturbeerd.
38 - 39 m (70 cm)
Grijs zeer fijn zand met hardere zones. Beige kleilensjes
zijn over het geheel verspreid, met een grote concentratie
aan de basis. Subhorizontaal gelaagd.
Schelpfragmenten aanwezig.
Vanaf 38.54 menging van grove kwartskorrels. Zeer kalkrijk. 38.70
39 - 40 m (56 cm)
Balegemse steen 39.19
Grijs zeer fijn zand, gebioturbeerd, schelpenresten en
Nummulieten
Harde zone onderaan.
Zeer kalkrijk 39.56
40 - 41 m (78 cm)
Idem maar hard materiaal 40.78
41 - 42 m (23 cm)
Idem 41.23
42 - 43 m (31 cm)
Grijs half fijn zand, zeer kalkrijk 42.31
43 - 44 m (83 cm)
Grijs compact half fijn tot half grof zand met verspreide
keien.
Sporadisch glauconietkorrel. Discont licht golvend klei-
laagjes.
Zeer kalkrijk 43.83
