ADMINISTRATIEVE & TECHNISCHE GEGEVENS
---------------------------------------------------------------------------
Kaart-Nr: 72E
PLAAT: Merchtem
Nr: 174 (IX, a)
Type Boring: Boring
Topografische kaart: 23/6
Uitgevoerd te: Brussegem
Postnr: 1785
Adres boorplaats: Wolvendaal
Opdrachtgever: BGD
Boorfirma: Smet DB Dessel
Boordatum: 5 juni 1985
Topografie: opgetekend door P. Van Wichelen
Stalen door: de boormeester
Boringsmethode: gestoken
Lengte & doormeters:
Grondwaterstanden:
1ste maal:
Bij rust :
Tijdens pompen:
Debiet :
Waterzaaknr:
Totale diepte: 18 m
Stalen bewaard: ja
Maaiveld/ref. peil: +46,83 m
X: 143.827
Y: 180.708
NIS-code: 23012
---------------------------------------------------------------------------
BOORBESCHRIJVING
---------------------------------------------------------------------------
Nr * Diepte Basis * AARD DER GRONDLAGEN
---------------------------------------------------------------------------
0.00 - 1.00 m (83 cm)
1. Humeuze laag met wortelresten.
Diepte basis: 0,03 m.
2. Baksteenresten
Diepte basis: 0,07 m.
3. Zwarte kleihoudende leem met baksteenrestjes en grijsbruine leeminsluit- sels. Basis is vermengd met onderliggend materiaal. Geen kalk.
4. Grijsbruine licht kleihoudende leem met platte lenzen van bovenliggend sediment. Tussen 0,51 & 0,53 gele leemstipjes.
Vanaf 0,56 wordt het materiaal wat kleiiger met zelfs enkele diffuse kleilensjes (kleur wordt geelbruin).
Geen kalk.
Diepte basis: 0,83 m.
1.00 - 2.00 m (71 cm)
5. Geelbruine kleihoudende leem met sporadisch kleine kleilensjes. Over het geheel zijn kalkconcreties verspreid en fijne mica's.
Kalkrijk.
Diepte basis: 1,71 m.
2.00 - 3.00 m (89 cm)
6. Geelbruine kleihoudende leem met kalk- mycellia en concreties (loess poppetjes).
Tussen 2,46-2,48; 2,63-2,65; 2,87-2,89 kalkrijke concreties met glauconiet (lengte 2 cm - hoogte 1,5 cm)
Over het geheel zijn donkere vlekken aanwezig door de concentratie van Fe/Mn stippels. Mica's.
Kalkrijk.
Diepte basis: 2,89 m.
3.00 - 4.00 m (100 cm)
7. Grijs geoxideerde kleihoudende leem met kalkconcreties en kalkmycellia.
Van 3,40 tot 3,56 kleine donkere vlekken door concentratie van Fe/Mn stippels.
Vanaf 3,56 continue en discontinu subhorizontale laagjes bestaande uit grof silt of zeer fijn zand (dikte varieert van 1 mm tot 1 cm).
(tussen 3,85-3,88 drie fijn zandige laagjes, glauconiethoudend (3 mm)). Eveneens enkele discontinu kleiige fijne laagjes.
De leem (matrix) is eveneens licht verstoord (= verplaatst).
Kalkrijk + mica's (in lagen gelegen gedeelte in minder mate).
Diepte basis: 4,00 m.
4.00 - 5.00 m (95 cm)
8. grijsbruine kleihoudende leem met zeer fijn zandige lichtgolvende horizontale laagjes (2 mm) op 4,02 & 4,14. Vervolgens enkele diffuse discontinu golvende laagjes. Vanaf 4,30 grijze vlekken, wordt grijs geheel met oxidatievlekken.
Tussen 4,60 & 4,64 een fijn vertikale gelegen vegetatierestje. Fe/Mn stippels die meestal geconcentreerd voorkomen. Mica's maar hoeveelheid is verminderd.
Kalkrijk.
Diepte basis: 4,95 m.
5.00 - 6.00 m (100 cm)
9. grijs geoxideerd kleihoudende leem met kleiige lenzen (meer geoxideerd) en kalkrijke concreties op 5,35; tussen 5,41 en op 5,50 (lange van 0,5-2 cm).
Vanaf 5,46 nog slechts geoxideerd in vertikaal georiënteerde vlekken.
In deze grijze sequentie diffuse siltlenzen (iets bleker van kleur). Geeft licht verstoord karakter.
Grote concentratie van loesspoppetjes aan de basis. Mica's. Kalkrijk.
Diepte basis: 6,0 m.
6.00 - 7.00 m (78 cm)
10. Grijze kleihoudende leem met enkele zeer fijn zandige insluitsels.
De basis wordt gevormd door zeer fijn zandige leem (licht glauconiethou- dend).
Geoxideerd in vlekken.
Kalkrijk.
Zeer duidelijke grens (niet erosief), licht schuin.
Diepte basis: 6,15 m.
11. geelbruin kleihoudende leem met continu, maar vooral discontinu gele fijn zandhoudende leemlaagjes (1 à 5 mm). (Zou bijna kunnen spreken van alternerende laagjes).
Vorstscheur 6,25-6,28.
Geen kalk, uitzondering van de top (afkomstig bovenliggend materiaal).
Diepte basis: 6,78 m.
7.00 - 8.00 m (100 cm)
12. Geelbruine sterk kleihoudende leem met diffuse platte licht gekleurde leemlensjes (sporadisch). Tussen 7,45-7,49 kleiige accumulatie.
Vanaf 7,58 komen de leemlensjes eveneens als laagjes voor (golvend) en groter in aantal. Geen kalk. Concentratie van glauconietkorrels tussen 7,66-7,68 (2 cm breed).
Diepte basis: 8,0 m.
8.00 - 9.00 m (100 cm)
13. Geelbruine kleihoudende leem met geel zeer fijn zandhoudende leembrok- jes, golvend verstoord aspect (continu en discontinu). Accumulatie van glauconietkorrels, vnl. in discontinu laagjes.
(geeft opnieuw ± alternerend uitzicht).
Sporadisch enkele zandsteenfragmenten (afgerond) over geheel verspreid.
Geen kalk. Enkele fragmenten van bodems.
Diepte basis: 9.00 m.
9.00 - 10.00 m (100 cm)
14. Grijsbruin kleihoudende leem (tot bruingrijs aan de basis) met enerzijds bruingele zeer fijn zandhoudende leemlaagjes, subhorizontaal aan de top overgaand naar licht schuin en gebogen. Hun belang neemt af naar de basis toe.
Anderzijds glauconiethoudend fijn zand laagjes (aan de top continu, vervolgens discontinu). Dikte varieert van 2 cm (aan de top) tot 1 mm. Aan de top subhorizontaal, vervolgens schuin.
Aan de basis komt het glauconiet nog enkele voor in de vorm van insluitsels.
Enkele afgeronde kalkhoudende zand steenfragmentjes over geheel verspreid.
Geen kalk.
Diepte basis: 10,00 m.
10.00 - 11.00 m (100 cm)
15. Bruingrijs licht kleihoudende leem met glauconietinsluitsels en groene glauconiet zandlaagje tussen 10,14 en 10,14 (licht golvend) met nummulietjes (fijne, platte).
Vanaf 10,20 geen glauconiet insluitsels meer. Op 10,36 & 10,41 glauco- niet zandsteentjes (afgerond) in een zandmatrix.
Schelpfragmentjes over geheel verspreid (zoetwater ?).
Kalkrijk. Licht zandhoudend aan de basis.
Diepte basis: 11,0 m.
11.00 - 12.00 (90 cm)
16. Grijze licht kleihoudende leem met zwarte silexkeien aan de basis.
Licht verstoorde grens.
Kalkrijk.
Diepte basis: 11,02 m.
17. Groen glauconiethoudend fijn zand licht schuin gestratifieerd met grijsbruine kleiige leemlaagjes (1 mm). Enkele silexkeien en fragmenten van Pseudamunium corneum over geheel verspreid.
Zeer weinig kalk (slecht boorbaar)
Diepte basis: 11,12 m.
18. Grint (silexkeien). Afname van de grote naar de basis toe, maar toename van de fijne fractie naar de basis (dwz. meer zandig materiaal dan aan de top).
Zeer weinig kalk (boorbaar). Geoxideerd.
Diepte basis: 11.58 m.
19. Groen glauconiethoudend silteus fijn zand, geoxideerd aan de top (glauconiethoudend).
Geen kalk.
Diepte basis: 11,90 m.
12.00 - 13.00 m (96 cm)
20. Grijsgroen silteus fijn zand (kleihoudend aan de basis), geoxideerd vanaf 12,15 m. Platte kleine lensjes van slappe klei over geheel verspreid.
Tussen 12,79-12,81 een laag van silexkeien (naar alle waarschijnlijkheid afkomstig van boven liggende grintlaag - gebeurt bij het boren). Geen kalk. Glauconiethoudend.
Diepte basis: 12,96 m.
13.00 - 14.00 m (94 cm)
21. Bruingroen kleihoudend zeer fijn zand met zeer fijne platte kleilensjes (glauconiethoudend). Schelpfragmenten vanaf 13,39 m.
Aan de basis concentratie van halffijn tot halfgrof zand (13,92-13,93).
Er juist boven fragmenten van Pseudomussium corneum.
Licht kalkhoudend aan de top, kalkrijk vanaf 13,39.
Silexkeien tussen 13,66-13,75 m.
Diepte basis: 13,94 m.
14.00 - 15.00 m (100 cm)
22. Bruingroen kleihoudend zeer fijn zand (licht glauconiethoudend) met zeer fijne kleilensjes.
Over geheel schelpfragmenten en kleine nummulietjes verspreid + insluitsels van halfgrof zand.
Kalkrijk.
Diepte basis: 14,96 m.
23. Bruingroen kleiig halffijn zand met vele schelpenresten & kleilenzen.
Pseudomussium corneum & numm. wemmelensis.
Diepte basis: 15,0 m.
15.00 - 16.00 m (100 cm)
24. Grijsgroen siltig zeer fijn zand met vele kleilenzen tot 15,15 m.
Fragment van Pseudomussium corneum aan de top, verder schelpfragmentjes en kleine platte nummulietjes. Vanaf 15,30 zijn de nummulietjes veel boller, met grote concentratie ervan samen met andere schelpfragmenten aan de basis.
Geoxideerd tot 15,15, vervolgens in banden.
Diepte basis: 15,60 m.
25. Concentratie van bolle nummulietjes (variolarius herbi) en grote oesterfragmenten. Lyropacten plebeius (bovenste deel van zand van Lede). Deze afzetting dringt een 9 cm in onderliggend sedimenten.
26. Grijsgroen siltig zeer fijn zand met bolle nummulietjes en zandsteen- bankfragmenten (Lediaan). Tussen 15,82-15,84 silexkeien.
Zeer kalkrijk.
Diepte basis: 16,00 m.
16.00 - 17.00 m (100 cm)
27. Grijsgroen siltig zeer fijn zand met schelpfragmenten. Kalkrijk.
Diepte basis: 16,08 m.
28. Concentratie van nummulieten en schelpfragmenten. Variolurias herbi, Lyropecten pleberius.
Diepte basis: 16,12 m.
29. Grijsgroen siltig zeer fijn zand met platte kleilenzen en schelpfragmen- ten.
Duidelijke grens.
Diepte basis: 16,18 m.
30. Bleekgrijs siltig zeer fijn zand, vanaf 16,36 silteus fijn zand met vele schelpfragmenten + Ditrupa Ijzerconcreties tussen 16,26-16,27 (4 cm) Haaitand tussen 16,29-16,30.
Zeer kalkrijk.
Diepte basis: 17,00 m.
17.00 - 18.00 m (98 cm)
31. Bleekgrijs silteus fijn zand met vele schelpfragmenten o.a. Lyropecten pleberius.
Geoxideerd in banken.
Diepte basis: 17,88 m
---------------------------------------------------------------------------
STRATIGRAFISCHE INTERPRETATIE
---------------------------------------------------------------------------
Top * basis *STRATIGRAFISCHE EENHEDEN
---------------------------------------------------------------------------
0.00 - 6,15 m Kwartair Pleistoceen Brabant Afzetting
6,15 - 11,02 m Haspengouw
11,02 - 11,58 m Terras
11,58 - 17,88 m(geboord) Tertiair
---------------------------------------------------------------------------
AUTEUR Frieda BOGEMANS
---------------------------------------------------------------------------
